NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABOfó NEfóERJT: Prijs per Nummer 10 ('ent. Zaterdag 3 October 1885. N°. 232. ADVERTENTIE EU: Uureel: Sclieepmakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Bericliten. Nagalmen op liet gevierde Eeuwfeest BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groole letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel /"O.IO. 199e Jaargang. Viering van den Gedenkdag van Leiden's Ontzet. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN brengen (er algemeene ken nis dat op 3 October a. s.den gedenkdag van Leidens Ontzet, niuzichuilvacrlnscn zullen plaats bobben des namiddags van twee tot vier uren op de Koornbeursbrug en des avonds van acht lot tien uren op de Bees tenmarkt. Burgemeesler en Wethouders voornoemd, DE KANTËIt, Burgemeesler. E. KISTSecretaris. Leiden, 2 October 1885. STADSNIEUWS. Heden is in bet Vincentiusgesticht alkier de tentoonstelling geopend, waarvan wij reeds gisteren met een woord gewag maakten. Gisteren avond zijn wij in staat gesteld de smaakvolle uitstalling te bewon deren en wij kunnen niet nalaten te ver klaren dat wij bizonder tevreden waren over hetgeen wij zagen. In een ruime suite bij uitnemendheid tot dergelijke doeleinden geschikt, zijn op lange met rood doek bekleede tafels een groot aantal voorwerpen uitgestald, het een al fraaier dan het andere, zooals statuetten, vazen, albums enz. enz. Voorwerpen van cuivre poli en majolica zagen wij met ge noegen rijkelijk vertegenwoordigd. Een groote Leidsche kaas maakt onder al die fraaiigheden een eenigszins kluchtige ver- tooniug, zij zal er echter den gelukkigen winner niet minder goed om smaken. Er zijn prijzen bijdie een vrij aanzien lijke geldswaarde vertegenwoordigen, zooals een fraai schrijfbureau, en een prachtige pendule. Ook merkten we een zwart hou ten schommelstoel opdie ons aan de tro pische gewesten deed denken. Op den catalogus der verloting staan ook nog twee levende nummers, wier stemgeluid van tijd tot tijd door de zaal klinkt. Wat dit voor individuen zijn wenschen we niet te openbaren. Voor een dubbeltje kan: men zijne nieuwsgierigheid bevredigen. Eerstdaags zal het lot beschikken, wie eigenaar zal worden van ieder der tentoon gestelde voorwerpen. Van harte hopen wij, dat de nukkige Eortuna zich ditmaal vap haar gewone guitenstreken zal onthouden en niet b. v. de keurige kanten kraagjes in handen spelen van den ouden vrijgezel, of het kistje fijne sigaren doen toekomen aan een preutsche achttienjarige schoone. Wij twijfelen niet of de tentoonstelling zal door velen bezocht worden, 't Is een katholieke instelling, die men helpt steunen maar wij vertrouwen, dat niet uitsluitend katholieken hieraan mede zullen werken. De tijden liggen achter ons, waarin men nog liever geloo/sgenooten in 't kwaad doen hielp dan andersdenkenden in het weldoen. H. Hedenmorgen geraakte eene koe, die van de markt werd gehaald, op hol. Na eenige straten te zijn doorgeloopen kwain het beest op de Haarlemmerstraat te recht, waar men het spoedig kon grijpen, nadat bijeen mandenmaker een aantal manden waren om vergeworpen. Gelukkig had dit voorval geene andere gevolgen. „De Leidsche kranten" hebben zich dap per geweerd en als om strijd zich beijverd, om tijdig, uitvoerig en getrouw een verslag te geven van al de feestelijkheden en zelfs op den 17den September een groot aantal exemplaren onder de feestgenooten te ver spreiden. De moeite en zorg in betrekking tot den omvang van die gewichtige taak verdienen zeer te worden gewaardeerd. Alles te zien, te hooren en te beschrijven, om bijtijds gereed en volledig te zijn, heeft eigenaardige moeielijkheden, die 't best worden beoordeeld en dien arbeid geroemd door hen die daarvan iets weten. Maar de Leidsche dagbladpers was gedu rende het I OO-jarig bestaan van het Ge nootschap M. S. G. steeds in dat opzicht belangstellend, welwillend en ijverig. Onder de begunstigers van die inrichting was reeds op 7 Juni 1786 Jan Cijfveer, eerste com mies in de Courant-drukkerij dezer stad, en de met prijzen bekroonde leerlingen zagen dan ook een prikkel tot volhardenden ijver, als in het verslag der Leidsche Courant van de gehouden jaarlijksche prijsuitdeelingen hunne namen vermeld werden. Daarvoor zorgde Jan Cijfveer in 1816 en volgende jaren en de firma de Wed. A. De Klopper Zoon na zijn dood. En toen in Maart 1860 het Leidsch Dagblad uitkwam en de uitgever, de heer A. W. Sijthoff, lid van het bestuur was, kon men er op rekenen, dat de belangstelling in het Genootschap verdubbeld was, 't welk bovenal bleek bij de viering van het 75-jarig bestaan in Sep tember 1860. De oud-leerlingen begrepen ook die lang durige diensten te moeten gedenken en zij noodigden de uitgevers uit als gasten bij den feestelijken maaltijd; terwijl de voor zitter der commissie zijn verjaargroet aan de Leidsche Courant, die de oudste brie ven had, ter plaatsing geredelijk afstond en aan de uitgevers bij den feestmaaltijd een heildronk wijdde. „De Leidsche sociëteiten" hebben ook be trekking op het Genootschap; want onder de oud-leerlingen is ook de heer Schaap, die de plannen ontwierp en het toezicht over het bouwen had van de sociëteitsge bouwen, die in de laatste jaren zijn gesticht en den heer W. F. Van der Heyden, die dat deed van het nieuwe sociëteitsgebouw Ami- citia. Maar Musis Sacrum en Concordia deden van hun belangstelling in het feest in het bijzonder blijken door het verleenen van gast vrijheid aan de oud-leerlingen en de kweeke- lingen van den tegenwoordigen tijd. De be sturen ontvingen hun op vereerende wijze en waren uitbundig in de erkenning van het geen M. S. G. gedurende de verloopen jaren ten nutte van Leiden's jongelingschap had verricht. Als vertegenwoordigers der Leid sche burgerij, die zulks reeds door het uit steken van vlaggen had bewezen, ontvingen zjj den dank der feestcommissie. Nu alle standen zich bij de herdenking van het hon derdjarig bestaan vereenigden in de erken ning van het nut, dat Leiden trok van eene inrichting, die ook in de eerste jaren der op richting zich mocht verheffen op den steun en de begunstiging van al wat binnen de hof stad en binnen Leiden hooggeplaatst was, maar ook van den burgerstand in tijden van beroering, eenigermate ookvan socialistischen en democratischen aard. En M. S. G. zich be ijverde om het algemeen belang te bevor deren door zedelijktheoretisch en practisch onderwijs en dat uitstrekte tot de weezen uit het H. G. of Arme weeshuis, het Walsche weeshuis, het Lulhersche weeshuis, het Roomsche en het Leiderdorpsche weeshuis, en daaronder zich bevonden die werden opgeleid tot den militairen dienst en tot den zeedienst; ook studenten van verschil lende faculteiten der Leidsche Hoogeschool. De sociëteiten, als plaatsen van ontspan ning en gezelligheid, kunnen strekken om die standen te verbroederen, tot hetzelfde doel te vereenigen en, met aflegging van verschil lende leuzen, voor Leiden zamentewerken in: „het Algemeen Belang". M. (V Slot volgt.) UNIVERSITEIT. De lijst der novitii van het Leidsche studentencorps bevat 137 namen, aldus verdeeld: 92 in de rechten, 32 in de me dicijnen, 6 in de letteren, 4 in de theolo gie en 3 in de philosophie. Ingeschreven bij den rector magnificus, doch niet als leden van het Leidsche stu dentencorps: 2 in de rechten, 20 in de medicijnen, 1 in de philosophie, 3 in de pharmacie, 1 in de theologie en 7 in de letteren. De minister van koloniën heeft aan de tweede kamer inlichtingen gegeven op het adres van J. H. A. Van Haarlem te Amsterdam, houdende beklag over een on gevraagd ontslag uit's lands dienst in Neder- iandsch Indië. Daaruit blijkt dat adressant eerst bij de algemeene secretarie werkzaam, later als 3e commies overgeplaatst werd bij het dep. van onderwijs. Inmiddels wensehte adressant zijn vroeger voor gouvernements rekening naar Indië overgebracht gezin naar Nederland terug te zenden. Hij viel velen lastig om de daar voor noodige gelden bij elkaar te krijgen, hetgeen hem echter niet gelukte. In het laatst van 1879 vroeg bijonder overlegging van een geneeskundig certificaat, een twee jarig verlof naar Nederland, wegens ziekte. De gouverneur-generaal, die de overtui ging had erlangd dat op het behoud van dien ambtenaar voor 's lands dienst geene FEUILLETON. 125.) v „Welk een engel van een kind!" sprak de onderwijzeres bij zichzelve. Aurora trad op haar toe en sprak z/lk wachtte u. Vader heeft mij over u gesproken. Hij is vertrokken, vader, en ik weet niet wanneer hij terug zal komen. Hij heeft mij gezegd dat u voor mij een vriendin als het ware een zuster zult wezen. Zeg, ia het heusch, dat u mijn vriendin, mijn zuster zult wezen?" //Ja, mijn kind," antwoordde de jonge 'rouw met een stem trillende van aandoening, »ik zal uw vriendin ik zal uw zuster zijn." „Eu ook een beetje uw moeder," voegde mevrouw Delorme er bij. De onderwijzeres trilde. i/O, ik ben tevredenheel tevredensprak Aurora. Een oogenblik stilte volgde toen. //Vader heeft mij aanbevolen goed naar 'e luisteren," hernam toen Aurora. „Hij heeft mij gezegd, dat gij mij veel zultleeren. lij heeft mij ook gezegd, dat ik lief voor u moest zijn. U zult ziendat ik niet ondeugend ben Hij heeft mij nog gezegd, dat ik veel van u moest houden.... Ja, ja, ik zal veel van u houden En geheel uit eigen beweging sloeg zij haar armen om den hals der onderwijzeres. „Kijk," sprak zij met vuur," ik houd veel van u." „Lief, lief kind, ik zal je al te liefheb ben," sprak de jonge vrouw binnensmonds, trillende, terwijl zij Aurora aan haar hart drukte. Ditmaal kon zij haar ontroering niet mees ter blijven. Een snik ontsnapte aan haar borst, en tranen welden in haar oogen. „Neem mij niet kwalijkmevrouwsprak zij, zich naar mevr. Delorme keerende. „Juf frouw Aurora heeft mij verrastik was er zoo weinig op verdachtik heb mij een oogenblik laten meeslepen „Ik ben niet jaloersch," antwoordde mevr. Delorme glimlachende, „en daarenboven heeft u u niet te verontschuldigen over iets, dat mij ontzaggelijk veel genoegen doet." Zij voegde er op een geheimzinnigen toon bij „Dat alles is noodig, zult gij slagen." „O, wij zullen slagen, mevrouw!" riep de jonge vrouw„er is iets in mijdat mij het zegt." „Welnu, ik laat u dan met elkander al leen," sprak mevrouw Delorme. En zij ging heen, de jonge vrouw vrien delijk toeknikkende. De onderwijzeres en de leerlinge bleven een oogenblik tegenover elkander zitten in een soort van stomme beschouwing verdiept. Voorzeker had mevrouw Durand niet gewacht in die burgerlijke omgeving zich in tegenwoor digheid van zulk een wonder van bevallig heid en schoonheid te bevinden. „Zij heeft in haar blik een doordringenden gloed, die mij betoovertsprak zij bij zich zelve. „Idioot, dat kind! Neen, neen, zij is niet idioot. Wat toch tintelt in haar oogen, als het niet de geest is?" Glimlachend vatte Aurora de hand van de jonge vrouw. „Kom meêsprak zij. En zij geleidde haar naar de sopha waarop zij vlak naast elkander gingen zitten. „O, ik ben heel tevredenfluisterde het jonge meisje mevr. Durand in het oor. „Zeg mij toch eens waarom je zoo blijde bent, lief kind. „Waarom? Omdat u mijn goede vriendin zult wezenen omdat ik altoos met u zal zijn." „Aldus weet je dat ik hier kom om je te laten werkenen je schrikt daar niet voor terug „Neen." „Studeeren is dikwijls lastig en moeilijk." „Niet met u," antwoordde Aurora met overtuiging. „Zal je heel, heel gewillig zijn? „Ik zal alles doen, wat u wil. „Opperbest. Ik zie dat wij het uitnemend met elkander zullen vinden." „Wat zal u mij al zoo wat leeren?" De onderwijzeres glimlachte. „Ik weet dat nog zoo niet," antwoordde zij. „Ik moet eerst eens weten wat je al geleerd hebt." „Niet heel veel." „Wij zullen zien." „Ziet u, ik voel wel in mij, dat er een oneindig aantal dingen zijn die ik niet ken. Soms is het of er zekere dingen zijn, die ik zou willen begrijpen, zou willen verklaren Maar ik kan het niet. Het is daar in mijn hoofd, en dat kan er niet uit." „Ik zal je helpen, mijn engel I en ik hoop dat het er uit zal komen." Het jonge meisje streek herhaalde malen de hand over het voorhoofd. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1