NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ileze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: v r A,°VE RTE MTlEM! /090 Prijs per Nummer 10 tent. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Donderdag 24 September 1885. N". 224. 199e Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Bericliten. Patentbladen. Ilerhalmg'soiiileiwijs. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant regels0.90. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. WmmJ1 A ifeljypOM» Elke regel meer0.15. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Gr00te leUerS W°rden berekend naar Plaatsruimte- Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10. Be Burgemeester, hoofd van het bestuur der gemeente Leiden, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de ingevulde patent- bladen voor de wijken V en VIover het dienstjaar 1885/6, bij het college van zetters, ia een der vertrekken van bet Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van bet aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks des namiddags van een lot drie uren en wel op Woensdag 33, Donderdag 84, Vrijdag 85en Eater- dag 86 September c. k. terwijl na hel'verstrijken van dien termijn de onafge haalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe belasting alhier, die voor hunne moeite mogen eiscben tien cents, zonder meer. En geschiedt hiervan af kondiging door plaat sing in de Leidsche Courant. De burgemeester voornoemd DE RANTER. Leides, 22 September 1885. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 3 der Verordening van den 12 Januari 1882, tot regeling van het Hernalings- onderwijs in de gemeente Leiden Gemeente blad no. 11); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dal de inschrijving van leerlingen voor liet Herhal in gsonderwijs zal plaats hebben van den 22en lot en met den 26en September a. s.voor meisjes in bet Schoollokaal in de Van der Werfslraal, voor jongens in dat aan de Korte Mare, telken dage des namiddags van zeven tol acht uren. Tot het onderwijs kunnen worden toege laten lo. de leerlingen van de scholen der 3e en 4e klasse, die verkregen hebben bet ge- tuigschrifl, bedoeld bij art. 18 2 der Verordening van 11 November 1880 (Ge meenteblad 1881 no. 4); 2o. zij, die bij een af te leggen examen, blijken goed aan de daarvoor gestelde vereischlen te kunnen voldoen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den 21 September 1885. STADSNIEUW 8. Aan den matroos 2e kl. A. Groene- veld, gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier, is uitgereikt het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen met de gesp Atjeh 1873-80 en daarbij behoorend brevet. Het laatste zomerconcert op Zoiuerzorg. Gisterenavond was weder een talrijk pu bliek naar het oude stationskoffiehuis ge stroomd. Geen wonder, want het was bet laatste van de reeks concerten, die door den ondernemer waren aangekondigd. Zeer goed voldeden de verschillende nummers, voor namelijk stippen wij aan de nagalmen van Ossian van den grooten Deenschen compo nist Gade, de Eantaisie uit Lohengrin en de Hommage h Schubert, die, naar wij vernamen, aan deskundigen het best bevie len. Ook het voorspel uit Koning Manfred droeg de algemeene goedkeuring weg. Op verlangen van het publiek werd het twee malen achtereen uitgevoerd. Als toegift op het programma werden ons nog de beide Nederlandsche volksliederen en het Iö Vivat aangeboden. De zomer spoedt ten einde. De tempe ratuur is merkbaar afgekoeld. Van daar dan ook, dat de muziek ditmaal niet bui ten, maar in de zaal had post gevat, waar van bet natuurlijk gevolg was, dat de toe hoorders voor een groot gedeelte insgelijks binnen gingen zitten. Zeer spoedig zullen de vallende //gele binders" ons op duidelijke wijze te verstaan geven, dat bet met den zomer gedaan is en dat wij van alle genoegens, die het warme seizoen met zich brengt, afstand hebben te doen. Een woord van dank aan bet wakkere muziekcorps, dat ons gedurende dezen zomer zooveel uitnemend kunstgenot verschafte, vinde ten slotte hier eene plaats. H. De Stc. bevat de kon. besluiten be treffende de zamenstelling en indeeling van de dienstdoende schutterijen in de onder scheidene provinciën des rijks, waarvan een staat, aanduidende de zamenstelling en in deeling van de dienstdoende schutterijen in onderscheidene provinciën des rijks, is toe gevoegd; en tot vaststelling van het bedrag en van den niterlijken vorm der muntbiljetten. De eindcijfers der Indische begrooting voor 1886 zijn: Uitgaven in Nederland ƒ25.184.803, uitgaven in Indië ƒ144.766.21, totaal ƒ139.951.014. De middelen bedragen in Nederland 31.078.805; in Indië 104.425.109, te zamen ƒ135.503.914. Er is dus een tekort van 4.447.100, zijnde onder de uitgaven 6.185.000 uitgetrokken voor aanleg van spoorwegen. Wat de vroegere diensten betreft, tot en met 1884 bedraagt het vermoedelijk tekort over al de diensten, met reserve van 12 j mil- lioen voor administratief kapitaal ƒ48.171.694. Het tekort over 1885 is te stellen, op 24 millioen. Met inbegrip van het nu geraamd tekort over 1886, zou er dus ultimo De cember 1886 een tekort zijn van 54.868.794 of na aftrek van 45.157.365, (het bedrag van het aan Indie toegekende deel der geld- leening) van ƒ9.711.429, wat nog met 1 millioen kan verminderen als eene wijziging van de Indische tariefwet wordt aangenomen. Een afzonderlijk wetsontwerp zal worden aangeboden ter voorziening in het Indisch kastekort voor 1886. Ingevolge beschikking van den minister van oorlog worden op 1 October a. s.als volontair tot den artillerie-cursus te Delft toegelaten de jongelieden: G. Th. Van Dam, P. P. Scheffeiaar Klots, A. W. G. J. De Kezier, L. Hanau, J. C. Van Leeuwen, H. H. O. Kloppenburg, A. L. Van Affelen van Saemsfoort, J. It. L. Collette, L. A. Hoedt, W. E. Van Putten, J. Friso Roorda, A. H. De Balbian Verster, P. J. Romein, J. H. Deddes, J. E. Krieger, A. G. Lan- daal en J. D. Fast. Met het stoomschip Utrecht zal 26 September aanstaande, des namiddags ten 12j. uur, eene brievenmaal worden verzonden uit Rotterdam naar Padang en Batavia. Als een bewijs hoe diep de regeering doordrongen is van het noodzakelijke van een spaarzaam beheer, zooals de troonrede zegt, kunnen wij, zegt Het fad., mede- deelen, dat de begrooting voor marine 1^ en voor oorlog millioen hooger is dan verleden jaar. Naar het D. v. Z. en 's Gr. verneemt zal de tweede stalmeester en ordonnans-officier des konings, ritmeester G. J. A. A. baron Van Heemstra, eerstdaags met eene bijzon dere missie van Z. M. naar Dresden en Weenen vertrekken. De twee bij de Kon. Ned. grofsme derij te Leiden aangebouwde werkvaartuigen ten behoeve van het departement van marine hebben de namen ontvangen van Zwaluw en Bij. Omtrent het uiteinde van onzen land genoot, den Afrika-reiziger D. D. Veth, deelt het D. v. N. mede, dat hij op vijf dagen afstands van Benguela, aan de Kala- manka-rivier, aan de gevolgen van dysenterie, de ziekte waaraan hij ook tijdens de Su- matra-expeditie leed, is gestorven. Zijn lijk werd in een bocht, welke die rivier daar ter plaatse maakt, ter aarde besteld, in tegenwoordigheid van de hh. Van der Keilen en Goddefroy, van den ossendrijver der expeditie en den oudsten slaaf, beiden kaffers. Op het graf werd eeu uit ruwe steenen zamengesteld gedenkteeken opgericht. En het publiek stroomt toe in groo ten getaleom te zienvooral wat afschuwe lijk is. De hemelwateren mogeu zich in stroomen neerstorten op de hoofden der wachtendenstompen en schoppenop de donkere wenteltrappen van het gerechtshof, dicht als hagel neerkomen op de binnen- dringenden; het moge bedwelmend warm zijn in de zaal, waar recht wordt gesproken zonder luchtverversching, en een zoete walm opstijgen uit die duizend natte kleederen, gelijk slechts een naturalist hem durft be schrijven niets doet ter zake: steeds rijst de woelige menschenzee, en spreidt zich golvend uit tot in de donkerste hoe ken der zaal. En waar trekt al dat dapper volk heen oü vont-ilsces guerriers? Zij gaan eene jonge vrouw zien, die, na schuld- en rouwbelijdenis, met gebogen hoofd voor den hove verschijnt, om hare sententie te hooren. Daar waren mannen van de balie, magi straten en staatsliedendiplomaten en schrij vers, wijsgeeren en doctoren, de aangewezen hoeders en herders der menschheid, om een FEUILLETON. 117.) //Uitnemend." i/O, u ziet het, ik heb een goed geheugen." z/Dat verheugt mij zeer. Aurora scheen wederom plotseling iu ge dachten verzonken. z/Is daar nog iets?" vroeg de graaf, even haar voorhoofd aanrakende. „Komen wij hier niet meer terug?" vroeg rij. i/Neen, nooit...." ai Dus //Welnu?" z/Adrien zal terugkomen." De graaf sprong op. //Wanneer hij terugkomt," hernam het jonge meisje treurig, /,wat zal hij dan zeggen, ris hij mij niet vindt? Hij zal schreien." Hoezeer dit hem ook veel kostte, gevoelde d® graaf dat hij toch eenig antwoord moest geven. //Lieve," sprak hij, „je vriend Adrien zal B'et hier terugkomen, want hij zal weten, je te Parijs bent bij je moeder." En dan, dan?..." sprak zij, nadenkend, en als deed zij haar best om hem te begrijpen. ,/tIs dus niet hier, omdat je er niet meer zijn zult, maar te Parijs, dat je je vriend Adrien zult terugzien." „O, zal hij te Parijs terugkomen?" „Ja, maar later, als je goed gestudeerd zult hebben, als je allerlei dingen zult ge leerd hebben en weten." „Hij zal terugkomen, hij zal terugkomen," sprak zij in de handen klappende. Zij stond op en richtte haar schreden naar de deur. „Waar ga je naar toe?" vroeg de graaf. „Naar den tuin." „Wat ga je in den tuin doen?" „De laatste bloemen plukken, die in de perken zijn overgebleven." „Om wat te doen?" „Om ze op het graf van mijn torren en vlinders te leggen." De oogen van den vader schoten vol tranen. „Arm kind!" sprak hij op smartehjken toon. „En hiervan heb ik niets bemerkt En dat Willem hier moest komen om mij de oogen te openen 1 Hij hernam overluid „Je kunt straks naar den tuin gaan. Kom nog eens bij mij zitten. Ik heb je nog iets te zeggen." Aurora gehoorzaamde. „Men zou zeggeu dat je .reeds vergeten hebt, dat je over eenige dagen bij je moeder zult wezen," zeide de graaf. Het jonge meisje schudde met het hoofd en glimlachte. „Neen," antwoordde zij, „ik heb de be lofte niet vergeten, die u mij zoo even hebt gedaan." „Ben je dan nu tevreden?" Zij sloeg den blik hemelwaartslegde de toppen van hare vingers op haar lippen en maakte de beweging van een kind, dat een kusthandje geeft. Was het een herinnering aan de dagen, te Livardia doorgebracht?" "Wat doe je dan toch?" vroeg haar vader verwonderd. „Ik zend een kus aan mama," antwoord de zij. De graaf voelde een bijna smartelijke ge waarwording, want hij was te eerlijk om zich er niet over te schamen, dat hij zijn dochter bedroog. Maar het moest 1 Het geluk, de toekomst van zijn lief kind eisch- ten het. Na een kort stilzwijgen, hervatte hij: „Ik moet je van daag iets vertellenwat je niet weet." „Wat dan?" „Ik heb je nooit gezegd hoe ik heet." „Dat is waar ook." „Welnu," sprak hij na een korte aarzeling „ik heet Delorme." „Delorme," herhaalde zij. „Natuurlijk. Je moeder heet mevrouw Delorme, en jij, je bent juffrouw Delorme." //Aurora Delorme." „Juist." „Ik ben tevredenheel tevreden." „Voor het oogenblik heb ik je niets anders te zeggen," hervatte de graaf. „Je kunt thans naar den tuin gaan. Zij verliet het vertrek, herhalende: „Ik ben tevreden, heel tevreden." De graaf zocht Van Ossen op, die in een der lanen op en neer wandelde, een sigaar rookende. „Je dochter schijnt verrukt," sprak de Nederlander. Zij is mij daar voorbijgeloopen. Zij heeft niets tot mij gezegd, maar op mij een langen, geheimzinnigen blik geworpen." „Aurora weet thans wat ik haar aangaande onze plannen kon mededeelen. Alleen heb ik onder het praten en bijna door den nood gedwongen er een niet veel beteekenende wij ziging in gebracht. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1