NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIE»:
Dinsdag 15 September 1885. N°. 216.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Kostelooze Vaccinatie.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidscbe Courant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
Bureel: $cheepmakersstee<r 6.
199° jaargang.
Stads-Bericliten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge-
menie LEIDEN brengen Ier keunis «an belang
hebbenden dat gelegenheid beslaat lot koste
looze vaccinatie en revacclnatle voor
miermogenden. in het lokaal der Stads-Waag
op eiken Woensdag, des namiddags te een
uur.
Leiden, 6 Februari 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RANTER, burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
STADSNIEUWS.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van 100,
50 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen 41f 21, ƒ4.20, en ƒ2.10,
de laagste prijzen 41, 20.50, 3.90
en ƒ2.
UNIVERSITEIT.
Den 21sten Sept, aanst. hoopt dr. L. W. E.
Bauwenhoff den dag te herdenken, waarop
hij voor 25 jaren het professoraat aan de
Leidsche universiteit aanvaardde.
De heer dr. P. G. J. Vogelpoel, officier
van gezondheid le kl. aan boord van Zr.
Ms. stoomschip Aijeh, te Nieuwediep, heeft
aan het Rijks Elhnographisch Museum te
Leiden eenige voorwerpen ten geschenke
gezonden, meerendeels afkomstig van het
In Mei 1886 en volgende maanden
zal le Liverpool eene internationale tentoon
stelling worden gehouden op het gebied
van scheepvaart, reizenhandel en fabriek
wezen. Door den Engelschen gezant te
'sHage is uitzicht gegeven op eene ver
lenging van den termijn voor de aanvragen
om plaatsruimte op die tentoonstelling, welke
termijn op 1 Nov. a. s. is bepaald.
De Haagsche correspondent der Midd.
Ct. meldt het volgende over de opening der
kamers: Ik kan nogmaals verzekeren, dat
de koning wel degelijk zelf aan de gewone
plechtigheid zal deelnemen, en dat de troon
rede reeds in den ministerraad is vastgesteld.
Eindelijk, zegt dezelfde berichtgeverkan
ik mededeelen, dat de staatscommissie, ver
leden jaar benoemd tot het ontwerpen van
een wetgeving op de levensverzekeringen
met haren arbeid gereed is en de zaak reeds
in behandeling is bij het departement van
binnenlandsche zaken. Ook de begrafenis
fondsen zijn, zegt men, in de ontworpen
regeling opgenomen. Misschien zal de troon
rede, onder meerdere nieuwtjes, ook wel
vermelden, of dit jaar een wetsontwerp bij
de Staten-Generaal zal inkomen.
Naar men verneemt is heden het vol
gende adres aan de eerste en tweede kamer
ingediend
Aan de leden der eerste en tweede
kamer der staten-generaal.
De ondergeteekende, landeigenaar, doet
bij deze een beroep op uwe rechtvaardigheid.
De toestand der landbouwende bevolking
is thans van dien aard, dat bij niet-helping
uwerzijds, zij den ondergang tegemoet moet
gaan. Zij moet hard werken en hangt veel
af van de weersgesteldheid als anderszins.
En ware het dat hare behoeften slechts
matig tevreden konden worden gestelddan
zou zulks ten minste iets zijn. Maar neen',
zij kan meestal voor zooverre zij huurster
is, weinig of geen pacht opbrengen. Tot
beden leefde zij van eenige bespaarde pen
ningen, doch deze zijn opgeteerd. En welk
vooruitzicht voor hare kinderenDeze zullen
vooral de groote steden helpen bevolken en
de armoede en ontevredenheid doen ver
meerderen. Reeds in den afgeloopen druk
ken zomertijd wanneer anders handen te
kort komen liepen honderde arbeiders
rond, en hoe moet het dezen winter gaan?
Bloeiende landbouw geeft voorzeker bloeiende
industrie en ook deze ontvangt thans weinig,
nu alles gedaan wordt om te bezuinigen.
En wat de eigenaars betreffen, ook deze
kunnen hunne verplichtingen schier niet
voldoen. Gesteld dat hunne goederen niet
met hypotheken bezwaard zijn en dit is
meestal het geval wegens het koopen in
dure tijden dan moeten zij zorgen voor
belastingen in allerlei vorm. Eerst komt
het rijk zijn grondbelasting, dan de polder,
dan het eene of andere waterschap de pen
ningen met onverbiddelijke gestrengheid in
nen, niet vragende of de eigenaar betaald
wordt of niet.
Welk middel zou er nu zijn om aan dien
ongelukkigen toestand grootendeels een einde
te maken? Naar mijn oordeel en voorzeker
die van vele anderen, is het een inkomend
recht op vreemde granen, dat althans voor-
loopig kon worden geheven. De regeering
zoekt naar middelen om de schatkist te
stijven, welnu, zij vindt er reeds een dat
meer helpt dan de middeltjes, welke slechts
de burgerij drukken. Of zal de regeering
wachten tot de landbouw die hartader
van ons bestaan te gronde gericht is?
Ik vrees het. Zij handelt als een ontaarde
moeder, die eigen kinderen verstoot, om
vreemden te koesteren. Frankrijk, Duitsch-
land, Amerika, allen doen alles om eigen
kinderen te bevoordeelenNederland niet.
De nadeelen zullen zijns inziens weinig
zijn, terwijl eene graanbelasting van 1,50
tot 2 per 100 kilo op het voetspoor
van Duitschland en Frankrijk acht a
tien millioen zou opbrengen, me dunkt een
aardig voordeel. Ook de veehouders zouden
indirect gebaat worden, daar meer bouw
land in cultuur zou worden gebracht.
Redenen waarom uwe vergadering beleefd
doch dringend verzocht wordt den heer
minister van financiën op het voetspoor der
groote mogendheden althans voorloopig
eene graanbelasting te adviseeren. Óf zoo
daartegen bezwaren bestaan, billijker last-
verdeeling tusschen grondbezit en gelds
waardig papier daar te stellen, en de huur
waarde dus de belastbare opbrengst
te verminderen.
De ondergeteekende heeft de eer te zijn
van uwe vergadering de Dv. Dienaar,
G. G. Van der Mast.
Amsterdam, 15 Sept. 1885."
Heden is de uitslag bekend geworden
van het te 's Bosch afgenomen toelatings
examen voor de beide hoofdcursussen.
In verband daarmede zullen den 1 en Oc
tober a. s. tot deze inrichtingen worden toe
gelaten.
Voor het wapen der infanterie:
de sergeanten: De Jongh, Sprnijt, v. d.
Moer, Gerritsen, Engelen, Swaab, YanBal-
luseck, Peltzer, Ketting, Verbrugh, Hofman,
Van Bennekom, Cramer, Bokhorst, De
Voogt, De Steiger, Ketjen, OverdiepHaak,
De Roever-Kröber, Trimpe, De Klerck,
Holste, Kroes, Heidens, Klop, jhr. Wichers,
Holten, Koentze, Dil, Soeteman, Heintjes
v. Veerssen, Hesselt Van Diuter, De Boer'
De Lagb, Grefe, Hoedt, v. d. Hoeve, jhr.
Bowier, v. Barneveld, Elhorst, Van Daa-
len, Reitsama, Halebos, KnookReijnvaan
Beukers, Wolf, Dekker en Rovers.
Voor de administratie Oost-Indië:
de sergeanten: Bolte, Anten, Wijnmalen,
v. d. Winkel, v. Pienbroek, Gravelotte,
Kuijk.
Daar het korps der administratie h. t. 1.
voltallig is, en zich aan den hoofdcursus te
Kampen nog 9 leerlingen voor dat dienstvak
bevinden, zijn daarvoor dit jaar aan dien
hoofdcursus geene plaatsen opengesteld.
De twaalfde lijst van de 7e jaarcollecte
voor de scholen met den bijbel, bereikt met
de vorige opgave een totaal van 53567.91s,
bijeengebracht door 300 locale comité's,
waaronder: Lisse ad 25.
Uit Indië is hel treurig bericht ont
vangen, dat de le luit. der inf. J. W. F.
H. Tissot van Patot, die van het leger
hier te lande bij dat in Oost-Indië was ge
detacheerd, tengevolge van een zonnesteek
bij het maken eener patrouille, te Oleh-leh
(Atjeh) is overleden.
Gedurende de afgeloopen maand Aug,
1885 zijn door de Nederlandsche Rhijn-
spoorweg-maatschappij vervoerd 524,134 rei
zigers, met eene opbrengst van ƒ360,643.316;
bagage 750 tonnen, opbrengst ƒ10,470.93;
bestel-, ijl- en vrachtgoederen 76,328 ton
nen, opbrengst ƒ146,422.98; opbrengst van
het vervoer van levende dieren en rijtuigen
6,588.57diverse ontvangsten ƒ3,129.50;
totale ontvangst 527,255.29s, totale ont
vangst van 1 Mei 1885 ƒ1.796,614.51.
Over de lijnLeiden-Woerden werden vervoerd
16,337 reizigers, met eene opbrengst van
8,837.93bagage 27 tonnen, opbrengst
165.77; bestel-, ijl- en vrachtgoederen 1617
tonnen, opbrengst ƒ1,882 08; opbrengst van
het vervoer van levende dieren en rijtuigen
ƒ84.91; totale ontvangst ƒ10,970.69; to
tale ontvangst van 1 Mei 1885 ƒ44,919,296.
De kleermakers-vereeniging „De Ster"
in Den Haag heeft haar vakgenootenper
FEUILLETON.
112.)
„Willem, ik heb je gezegd, ik wil den
saam van De Lasserre niet meer dragen."
„Het zij zoo. Maar je dochter?"
„Ik heb een naam aangenomen. Dat moet
ook de hare wezen."
„Voor een tijd, dat is geen bezwaar.
„Je zult zien, dat goeds-of kwaadsschiks
de graaf De Lasserre weder moet verschijnen
om zijn dochter een naam te gevendie haar
rechtmatig toekomt."
„Ik weet het niet. Maar we zijn nog niet
zoover. Later kan ik tengevolge van de
eene of andere gebeurtenis van gedachten
veranderen."
„Ik raad je gedachten, en ik raad even
zeer wat je vreezen zoudt, als je dochter
haar waren naam droeg. Te dien opzichte
zou ik je, mijn vriend, verschillende bemer
kingen kunnen maken, en ernstige gronden
aanvoeren tegen je zienswijze. Maar ik wil
je in je plannen niet dwarsboomen voor het
oogenblik; laat ons slechts denken aan je
dochter, en ons met haar bezighouden. Zij
zal waarschijnlijk binnen eenige dagen van
hier gaan. Mijn raad is, dat je haar naar
Parijs brengt. Maar vooraf dien je wel voor
haar een woning te hebben, waar zij haar
intrek kan nemen. Wij hebben een onder
wijzeres, dat is niet genoeg. De onderwij
zeres van Aurora kan niet terzelfder tijd haar
kamenier, haar keukenmeid en de rest we
zen. Dus moet je dochter ten minste den
dienstbode hebben."
„Je vergeet Franceses."
„Neen, ik vergeet Franceses niet. Maar
haar gebrek maakt haar ongeschikt voor het
tegenwoordige, tenminste om je dochter te
dienen."
„Ik begrijp het. Je hebt de onderwijzeres,
Corvisier zal de dienstboden bezorgen. Van
avond nog zal ik hem schrijven om onver
wijld voor mijn dochter in een afgelegen
buurt een woning te huren en te meubelen."
„Waarom in een afgelegen buurt?"
„Maar
„Zeg integendeel aan je notaris om er een
te huren in het hart der stad. Het is niet
de eenzaamheid en een ander soort van af
zondering, die Aurora behoeft. Het zal goed
zijn, dat zij zich midden in het verkeer en
het gedruisch van het bedrijvige leven be
vindt."
„Tk zal in dien geest schrijven aan Cor
visier."
„Het is afgesproken, dat, zoolang hetnoodig
geacht zal worden, je ver van je dochter zult
blijven."
„Dat zal mij uiterst moeilijk vallen. Maar
ik heb je beloofd dat offer te zullen bren
gen. Maar
„Welnu?..."
„Ik weet niet wat ik gedurende den gan-
schen tijd van die gedwongen scheiding zal
uitvoeren."
„Luister. Ik heb ik meen het je ge
zegd te hebben een vrij lange reis te
doen. Ik moet naar Amerika en naar de
Indiën. Ik zal over een dag of acht Parijs
verlaten. Als je wilt, kun je mij verge
zellen."
Na een oogenblik te hebben geaarzeld,
antwoordde de graaf:
„Willem! ik ga mêe."
„Bravodat hoopte ik riep de Hollan
der op blijden toon. „Terwijl men de doch
ter te Parijs geneest, zal ik den vader aan
de overzijde van den Oceaan genezen
Want je bent ook een beetje ziek, mijn
waarde vriend!" voegde hij er glimlachend bij.
De Lasserre slaakte een diepe zucht.
Hij dacht ongetwijfeld aan zijne dochter,
zijn schat, waarvan hij zou moeten scheiden.
Aurora zou hem niet meer toebehoorenmaar
aan een vreemdelinge, een onbekende.
„Moed gehouden!" sprak Van Ossen.
De graaf beproefde een lach op zijne lip
pen te voorschijn te roepen.
„Ik zal moed hebben," antwoordde hij.
„En nu iets anders," hernam de Hollan
der. „Je kunt je dochter te Parijs niet
alleen met een onderwijzeres en een dienst
bode laten wonen."
„Dat is waar. Trouwens, ik wou je dat
juist zeggen."
„Velen en de onderwijzeres zelve zouden
het vreemd vinden. Bij ontstentenis van
een bloedverwant moet er nog bij je dochter
een vrouw zijn van rijper leeftijd, van goede
familie, met uitnemende vormen, die b. v.
voor haar tante kan doorgaan." Te Parijs
kan men voor geld alles krijgen. Je moet
insgelijks Corvisier opdragen een achtens
waardige vrouw te zoekendie genegen is bij
Aurora de plaats te vervallen van een toege
negen en verkleefde bloedverwante."
Die vrouw is al gevondenzei De Las
serre, die sedert een oogenblik in gepeins
verzonken scheen.
{Wordt vervolgd.)