NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
AB0R3 NEiEWT:
Prijs per Nummer 10 Cent.
Maandag 14 September 1885, N°. 215.
ADVERTENTIES:
Bureel: Sclieepmakersstee»' 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
199c Jaargang.
Van "16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel ƒ0.10.
Tochten door en praatjes over Leiden
in uitheeiuscli gezelschap.
I.
„Now sir, this is our station. Take the
trouble to alight, please," deze woorden
richtte ik op een fr;.aien zomernamiddag tot
een Engelsch reiziger, mr. Strawberry, (met
wien ik van Rotterdam af in denzelfden wag
gon had gezeten) toen wij voor het station
te Leiden stilhielden. Maar voor ik verder
ga, ben ik den lezer een kleine verklaring
schuldig, hoe het kwam, dat mr. Straw
berry en mijn persoontje gezamenlijk te Lei
den afstapten. Van Rotterdam tot Delft
hadden wij stilzwijgend tegenover elkander
gezeten, hij in den Times, ik in den Rotter
dammer verdiept. Voor het mooie stationsge
bouw te Delft had mr. S. plotseling eenig teeken
van leven gegeven, door namelijk zijn Times
zoover te laten zakkendat een gedeelte van
zijn weldoorvoed gelaat zichtbaar werd. Daar
op richtte hij tot mij de vraag, of deze trein
le Amsterdam aansluiting had met Zaandam.
Ik verklaarde mij buiten staat hierop on
middellijk uitsluitsel te geven, maar een spoor
boekje gaf ons spoedig de zekerheid, dat er
te Amsterdam meer dan een uur tijd zou zijn.
Hierop verlangde mijn reisgenoot te we
ten of er in die stad eeu goed café was
om zoolang een krant te lezenhetgeen
natuurlijk van mijne zijde eenige verbaas
de wedervragen uitlokte. Het bleek, dat
miju reisgenoot slechts zeer onvolledig
bekend was met de toestanden van ons land.
Zijn eenige bron van kennis was een klein
rood boekje getiteld„Central Europe the
travellers indispensable companion." Wat
in dit boekje van onze hoofdstad vermeld
was, stond klein gedrukt nadat de schrijver
eerst in groote letters eene beschouwing had
geleverd waaruit bleek, dat Amsterdam,
vroeger een belangrijke handelsstadthans
geheel overvleugeld was door Rotterdam
Antwerpen, Hamburg enz., zoodat het aan
personen, die melankoliek van natuur waren
niet aan te raden was de vervallen over
blijfselen van den vroegeren welstand te gaan
bezoeken. Veel beter was het terstond door
te ruizen naar Zaandam of Broek in Water
land, waar men ruimschoots gelegenheid
vond om eens hartelijk te lachen. Mr.
Strawberry nudie dikwijls last had van
melankolieke buien, vooral na het nuttigen
van een overvloedig middag- of avondmaal,
bad op raad van den „indispensable" besloten,
te Amsterdam liefst zoo kort mogelijk te
vertoeven. Nadat ik er in geslaagd was
mijn reisgenoot te overtuigendat te Amster
dam, zelfs na de zoogenaamde „overvleugeling"
nog wel hier en daar tusschen de puiuhoo-
pen een goed café te vinden was, waar
goede biefstuk en Engelsche kranten te krij
gen waren, waagde ik het uit mij zelf te
vragen of de heer S. ook wel eens iets van
Leidende stad mijner inwoning gehoord
bad. Hij zeide, dat hij het zich niet kon
berinneren, maar dat de „indispensable"
wel weêr in slaat zou zijn ons beiden
kort en bondig „all about it" mede te
deelen. Ik zeide natuurlijkdat ik er
niet aan durfde twijfelen en wij raadpleeg
den te zamen het orakel. Het bleek nu
zonneklaar dat Leiden niets anders was dan
een vergroote reproductie van Zaandam. Het
kwam alles precies op hetzelfde neèr, alleen
droeg het een would-le grootsteedsch ka
rakter wat het minder belachelijk en dus
ook minder bezoekenswaardig maakte. Ten
gevolge der nabijheid van het visschersdorp
Katwijk aan Zee rook alles er naar visch.
Bovendien was er een vervallen universiteit,
daarvan de studenten gewoonlijk te Utrecht
°f te Leipzig verder studeerden. Men be
grijpt dat voor mij als Leidenaar zulk een
beleediging te kras was en dat ik mijn
uiterste best deed mijne woonplaats van al
die wonderlijke beschuldigingen vrij ie plei
ten. Ik vertelde nu, dat Leiden een wel
wat stille, maar toch zeer fraaie, ruime
stad is, die een aantal bepaald schilderachtige
gezichtspunten oplevert, dat de Leidsche
universiteit nog altijd eene der belangrijk
ste van Europa is, dat de instellingen
daaraan verbonden bibliotheek, musea,
ziekenhuis enz., aan ieder niet volkomen
geblazeerd individu, het meeste belang
inboezemen en dat bovendien hare industrie
en fabriekwezen de verwondering moeten wek
ken van den vreemdeling die niet be
paald te Manchester of Birmingham of een
dergelijke plaats is grootgebracht. Ik maakte
alles natuurlijk zoo mooi mogelijk, om de
smettendie de leugenachtige „indispensable"
der goede sleutelstad aangewreven had zoo
goed mogelijk uit te wisschen. Ik slaagde
hierin zoo goed, dat de Engelschman even
voorbij den Haag het plan opvatte, met mij
te Leidea uit te stappen en er een poosje
te vertoeven. Natuurlijk betuigde ik mijue
hooge ingenomenheid met dit plan en var-
klaarde mij volgaarne bereid als gids én
cicerone dienst te doen. Wij stapten dus
tesamen uit.
This way pleasesir. U ziet, het stations
gebouw, dat overigens geen kwaad figuur
maakt, staat er eenigszins vreemd bij met
het front gekeerd naar een kantwaar nooit
iemaud van daan komt. Het is of het er
hier voorloopig maar is neergezet om later
op zijn Amerikaansch naar een andere stad
getransporteerd te worden.' Of er niet
eens mettertijd een mooie avenue zal wor
den aangelegd, die op het station uitloopt?
Het is mogelijk sir, maar het komt mij niet
waarschijnlijk voor, dat u of ik het zullen
beleven, want er is voorloopig te Leiden
nog heel wat te doen, dat meer noodzake
lijk is dan dit.
Hier kan u zich al dadelijk overtuigen,
dat Leiden niet zulk een heel klein plaatsje
is, door de drie tramwagens, die ge gereed
ziet staan, waarvan een de stad in rijdt en
de twee anderedoor stoom bewogennaar
buiten gaan. De eerste vormt de communicatie
met Katwijk en breDgt ons van daar visschers
en visch, dus ook misschien de vischlucht,
waarvan uw „indispensable" gewag maakt.
De andere gaat over een aantal dorpen naar
Haarlemeen stadwaar u in een goed half
uur zou zijn aangekomen als u in den trein
was blijven zitten. Hoeveel kilometers hier
van daan Ik denk niet veel meer dan der
tig, de Manchester expres zou het in weinige
minuten afdoen. Maar hoe lang denkt u,
dat deze stoomtram er overdoet? Bijna drie
volle uren. En toch verkies ik voor mij het
reizen op deze langzame wijze, wanneer ik
ten minste geen haast heb. Men geniet zoo
veel meer van de boom-en bloemrijke streek
die men doortrekt. De negentiendeëeuwsche
beschaving gaf aan Nederland evenals aan
andere landen haar onschatbaar geschenk het
stoomwerktuig en Nederland nam het dank
baar aan. Doch wie zal de natie beletten
dit geschenk op hare wijze te gebruiken,
het dienstbaar te maken aan datgene, wat
voor iederen Hollander bet hoogste ideaal
is nl. de gezelligheid. Van alle stoom
werktuigen is ons Hollanders nog altijd
de theeketel in onze huiskamer het liefst;
moeten wij absoluut van huis, dan kie
zen wij den gemakkelijken stoomtram of
den langsamen lokaaltrein, boven den af
standverslindenden expres.
Voordat we nu onze wandeling beginnen,
mr. Strawberry, dienen we ons wel met de
eene of andere „cordial draught" te verster-
keu. We kunnen niet heter doen dan in het
van ouds bekende „Zomerzorg" even binnen
loopen. Het is een eenvoudig, maar gezel
lig koffiehuis(trouwens wat koffiehuizen be
treft schaam ik mij voor een Engelschman
niet gauw. Ik heb er te Londen geen enkel
geziendat gezellig of prettig kon heelen).
Die heeren met hooge petten, wijde laar
zen en korpulente lichamen, die ge in de
koffiekamer ziet zitten zijn landbouwers uit
den omtrek. In Bmdeker, het algemeen
verspreide reisboek, staat aaugeteekend,
dat Zomerzorg door Leidsche studenten bi
zonder druk wordt bezocht. Het is waar
dat er wel studenten komen, maar niet meer
dan andere menschen. Bredeker zal waar
schijnlijk deze welgedane landlieden wegens
hunne gelijkenis met de Duitsche akademie-
burgers voor studenten hebben aangezien.
Laat ons ook eens in den tuin gaan. Ge
ziet, het is er keurig uetjes ingericht. Men
kan er zeer gezellig zitten of rondwandelen.
Music performances? Yes sir. Dat maakt u
uit de aanwezigheid van een muziektentje
zeer terecht op. In den zomer is er ten
minste eens in de veertien dagen concert.
Deze concerten worden door de Leidsche
families getrouw bezocht. Many fine
ladies? „Lots on 'em, sir" om het op
zijn Londenseh uit te drukken. In Juni
b:j gelegenheid van de groote studenten
feesten werd er hier in dezen zelfden tuin
maar we verbabbelen onzen tijd. Laat ons
liever de stad inwandelen. H.
Wordt wekelijks voortgezet).
STADSNIEUWS.
Ruim twee maanden geleden werd alhier
bij nacht, uit eene woning aan de Geere-
gracht, door opschuiving van een raam,
een karpet ontvreemd en in eene tapperij
onder de gemeente Zoeterwoude verkocht.
De dader, hoewel bekend, wist het te ont-
loopen. Aangezien het de politie bekend
was geworden dat hij te Rotterdam met
eene gehuwde doch van haar man geschei
den vrouw leefde, zoo werd hij op verzoek
door de politie aldaar aangehouden en her
waarts overgebracht.
Op aanwijzing van een ingezetene werd
gisterenavond door de politie aangehouden
een niet alhier te huis behoorend persoon
die zich aan bedelarij schuldig maakte.
In voorloopige politiebewaring zijn
gedurende eenige uren geweest eenige jon
gens, wonende in de Haverstraat, die de
ijzeren kop der waterpomp nabij het Plant
soen moedwillig hebben verbroken. Een der
jongens viel met het zware gevaarte naar
benedenen het is te verwonderendat hij
daardoor geen ernstig letsel heeft bekomen.
-Gisteren heeft zich een der verpleegde
in het Minnehuis door ophanging van het
leven beroofd.
Hedennamiddag is op de Yischbrug,
een op een warme stoof gezeten 8 jarig
meisje met het vuur van die stoof in aan
raking gekomen, tengevolge waarvan de
doek en het jurkje van dat kind in brand
zijn geraakt, welke kleedingstukken echter
spoedig werden gebluscht. Het kind heeft
geen brandwondeu bekomen.
Hedennamiddag kwam de koopvrouw
v. E. met een wagen beladen met pruimen
door de Donkersteeg naar den Ouden Rijn.
Dit voertuig werd mede door een jeugdig
knaapje bestuurd. Nauwelijks den hoek om
geslagen zijnde brak een der krukken, met
het gevolg dat wagen en inhoud in den Rijn
terecht kwam. Een daar aanwezig persoon
begaf zich da'delijk te water en bracht den
wagen op het droge. De schade voor de
vrouw is echter nog al vrij belangrijk, aan
gezien het meerendeel der vruchten verloren
ging en zich ook een groot deel der ont
vangen gelden op dezen dag in den wagen
bevond.
Het getal der in de Stedelijke Werk
inrichting opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 47 tot 67 volwas
sen personen en 8 tot 10 kinderen.
Gedurende de afgeloopen week wer
den hier ter stede 8 gevallen van roodvonk,
1 van diphtheiitis en 1 van pokken aange
geven. 2 sterfgevallen aan diphtheritis kwa
men voor.
Wij achten het niet overbodig nog
eens met een enkel woord te wijzen op de
voorstelling morgenavond te geven door het
tooneelgezelschap van de Salon des Variétés
onder directie van Boas, Judels en Vau
Biene. De opvoering toch van een stuk
als „Michael Strogoff" valt voorzeker in
den geest van menig tooneelliefhebber. Moge
de ondernemers dan ook hun streven het
kunstminnend publiek op iets degelijks te
onthalen, met een gunstigen uitslag be
kroond zien.
Deze week werden op „Rhijnzigt"
genomen 122 zwembaden door heeren en
18 door dames. Temperatuur van het water
16° Celsius.
- Op de heden te Valkenburg gehou
den paardenmarkt waren omstreeks 600
paarden aan de lijn: veulens, jonge paar
den van eeu edel ras en van verschillenden
leeftijd en werkpaarden van goede hoedanig
heid. De handel was er lusteloos; koopers
sloegen niet toe en de verkoopers hingen
zonder zaken te kunnen doen als papzakken
achter hun aangebrachte beesten. Overigens
was er veel volk op de been, behalve boe
rendochters, die blijkbaar tegen vroegere
gewoonte nu den vermaarden marktdag in
den steek laten. Dat was echter wel jam
mer, want er was veel te zien en te ge
nieten. Poffertjes en ferfersingenkoek en
paling, peren en pruimen. Ook was er
de Brusselsohe schommel, men kon er zich
laten wegen, of zijn kracht beproeven om
met een geweldigen slag een stuk gewicht
te doen opvliegen. Dan was er een Parijser
kunstkammenet, en de twee „zwarte" mo-
rianen Taco en Jagico, benevens Elena van
Berka de schoonstesterder Bohemenstronie.
Al deze merkwaardige vertooningen ver
mochten echter niet op het gemced der be
zoekers te werken, misschien wel omdat de
handel niet vlotte. Men deed zich toch nogal
te goed aan de uitgestalde eetwaren, en,
dat was een troost, stevige boeren legden
de kunstvaardigheid aan den dag in een
oogwenk gepelde eieren achter elkander in
het keelgat te doen verdwijnengelijk Bosco
in zijn tijd eene menigte ballen wist weg
te goochelen. Met wat zuur toe mocht
men zich voldaan rekenen. Na den middag
begon het weer te verloopen en daarmede
de vreugde van den marktdag te kwijnen.
Bij deze gelegenheid werd geen geloof
waardigheid geschonken aan verhalen onlangs
weer uit oude handschriften opgedolven, dat
men oudtijds heele ossen op het marktplein
braadde en aan het volk ronddeelde, om
daarmede de grootheid van de Valkenburg-
sehe paardenmarkt aan te duiden. Dat
moet geweest zijn vdér de Valkenburgers
bestonden en dagteekenen van den tijd toen
de Romeinen zich op die plek hadden neer
gezet, die tevens overal zeer gul waren met
gebraden ossen. Haast nog ouder dan Leiden
toch was Valkenburg reeds eene Romeinsche
nederzetting.
Men schrijft ons: In besturen van
plantkunde en tuinbouw of hoe zulke bij
eenkomsten mochten genoemd worden, wer-