NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN, eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zo bi- eu Feestdagen. ABOfUKEBlEIÜT: Dinsdag 25 Augustus 1885. W. 198. ADVERTENTIE N: Uitgevers: Gebroeders Muré. Kostelooze Vaccinatie. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. DE BOETVAARDIGE. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Mummer 10 lent. 199c Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel f 0.10. Bureel: Nclieepmakerssteco; o. Stails-Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge- mrente LEIDEN brengen ter kennis eau belang hebbenden dat gelegenheid beslaat tot koste looze vaccinatie en revaccinatle zoor wiverniogenden, in hel lokaal der Stads-Waag op eiken Woensdag, des namiddags le een our. Leiden, 6 Februari 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester. E. KIST, Secretaris. De RurgemeesterHoofd van het Gemeente bestuur van Leiden; brengt ter algemeene kennis dal aan den Ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een kolner van liet patentrecht, dienst 188580 Wijken 7 8 en 9, executoir verklaard den 22en Auguslus 1885, en herinnert voorts de be langhebbenden aan hunne verplichting om hun nen aanslag op den hij de Wel bepaalden voel le voldoen. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant. De Burgemeester voornoemd, DE FKEMERY, weth. lo. Rurg. Leiden, 24 Augustus 1885. Vergadering van den Gemeenteraad van Lei den, op Donderdag 27 Augustus 1885, des na middags le drie uren. Onderwerpen 1. Verzoek van K. C. A'an Waalwijk, om eervol ontslag als 2e onderwijzer aan de school der 2e klasse voor jongens en meisjes. (114) 2. Idem alsvoren van M. Van der Boon, als 3e onderwijzer voor de school der 3e klasse no. 1. 17) 3. Rekening van de ontvangsten en uilgaven der gemeente over 1884. (106110 en 118) 4. Idem alsvoren van het R. C. Wees- en Oudeliedenltuis. (112) 5. Idem alsvoren van het R. C. Armbe- sluur. (112) 6. Idem alsvoren van het Ned. Israël. Arm begluur. (112) 7. Idem alsvoren van liet Heilige Geest o[ Arme Wees- en kinderhuis. (113) 8. Idem alsvoren van Vrouwenkraammoe ders. (115) STADSNIEUWS. Bij de op beden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen ƒ39, j 18.50, ƒ4, en 1.95,"de laagste prijzen ƒ39, ƒ18,50, 'f 3.70 eu ƒ1.90. Een der knechts aan den hortus alhier, Louis Van Dunren, herdacht heden dat hij aan die inriciiting 40 jaar was werkzaam geweest. De heer directeur, de hortulanus en het personeel vereerden rlen jubilaris bij hun gelukwenschen met geschenken. De Stc. bevat het verslag van het examen tot toelating als adelborst 4e kl. aan het. Koninklijk Instituut voor de marine te Willemsoord, in het jaar 18S5, opge maakt naar aanleiding van de beschikking van Z. Exc. den minister van marine van 6 Mei 1885, n°. 63, lit. B. De Nederlandsche regeering heeft den heer J. M. Collette, ingenieur chef van het technisch beheer der rijkstelegraaf, afge vaardigd om haar in de commissie van proefnemingen te vertegenwoordigen, welke hij gelegenheid van de wereldtentoonstelling te Antwerpen aldaar eerstdaags op electrisch gebied zullen plaats hebben. Ten behoeve van het rijks-museum van schilderijen te Amsterdam zijn ten ge schenke ontvangen: van den heer A. Bredius te Amsterdam, eene schilderij door Isaac Isacsen (164a), voorstellende Abimelech, koning van Geraz, die Sara aan Abraham teruggeeft (Genesis 20, vers 14); van den heer C. H. De Swart te Arnhem, eene schilderij door VValleront Vaillant; voorstel lende een portretstuk (dame met drie kin deren) ten halve lijve afgebeeld; van den heer VV. E Van Pappelendam te Amsterdam, eene kapitale schilderij door Kornelis Beelt, voorstellende de Hollandsche haringvloot die aan hel visschen is. Door den minis ter van btnnenlandsche zaken is aan de schenkers de dankbetuiging der regeering aangeboden. Het „Nederlandseh Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn" heeft het voornemen, zich bij adres tot de tweede kamer staten-generaal te wenden, om te ver zoeken, dat middelen beraamd worden tegen den blankeslavinnenhandel. Reeds nu wordt in het orgaan van het bond adhaesie en steun voor dat adres, hetwelk ter mede-ondertee- kening zal worden gelegd, gevraagd door de dames-bestuurderessen douairière Klerck geb. Van Hogendorp; mevr. de wed. J. A. Schuurman, geb Elink Schuurman; mevr. Gevers geb. Vrolik; T. P. baronnesse Mac- kay, geb. Van Lynden; mevr. Beelaerts van Blokland, geb. Kneppelhout van Sterken- burg; gravin Van Hogendorp, geb. Gevers Deynoot. (2). v. Z.-H. en 's Gr De Haagsche correspondent der N. G. Ct. meldt het volgende: Het staat thans vast, dat Jeanne Lorette, de moordenares van den Japanschen zaakgelastigde Sakurada, den 17n September waarschijnlijk ook den 18n voor het gerechtshof te 'sllage zal terechtstaan. In het laatst der volgende week wordt de openbaarmaking van de akte van beschuldiging tegemoet gezien. Zooals ik u vroeger mededeelde zal het proces niet zeer veel nieuws aan het licht brengen. Het stelsel van verdediging zal aan de zaak in- tusschen eene pikante zijde geven. Jeanne bekent alles en poseert als de onscltuldigde berouwvolle zondares. Wat er ook van haar ongunstig verleden zij ze beweert, dat zij Sakurada steeds trouw was en bleef, dat zij zich aan hem wijdde en heel haar leven voor hem gaf, omdat ze hem innig lief haddat hij haar de heiligste trouwbelofte gedaan, haar aan heel zijne omgeving als „sa future" voorgesteld had en dat zij, ten slotte door hem verlaten, tot haat en wraak geprikkeld werd. Niet alleen bleek toch ten slotte, dat hij gehuwd was en haar misleid had, maar zelfs poogde hij haar in zijn verdorven kring, tot de laagsten trap der schande te doen vallen. In razernij maakte zij 't plan hem en zich zelf te dooden, in krankzinnige jalousie volvoerde zij 't noodlottig plan. Men verzekert, dat mr. Haas, Jeanne's advocaat, door brieven en getuigen dit alles bewijzen zal en wat meer is, dat de procureur-generaal zelf dit standpunt geen oogenblik betwisten en derhalve zelf zeer verzachtende omstandigheden pleiten zal. Er worden wonderen verteld van de zachtmoe digheid, van het diepe berouw, van de innemendheid dezer beschuldigde. In de gevangenis te Rotterdam nam zij alle be waaksters voor zich in en zij geraakte met een barer op zoo vertrouwelijken voet, dat daaruit later nog eene correspondentie is gevolgd, waarin Jeanne haar dankt voor hare liefdevolle behandeling en wijze lessen, die 't diepst berouw in haar hebben doen ont waken. Deze bewaakster heeft Jeanne zelf nog in de gevangenis te 's-Hage bezocht. Toch worden zorgvuldig alle bezoeken aan deschoone Jeanne verboden; behalve de leden van het parket, haar advocaat en een paar familie leden, heeft Jeanne niemand gesproken in haar cel. Vandaar dan ook, dat de uit voerige mededeelingen van een Brusselsch blad over haar doen en latenhaar gesprek ken, de brieven, die zij geschreven heeft en de instructie, ten eenenmale uit de lucht zijn gegrepenniettegenstaande 't blad bru taalweg verklaard al zijn onthullingen „tex- tuellement" aan de officieele stukken te ontleenen. Het zal spoedig blijkendat dit eene vermetele bewering isdie alleen door den zucht naar reclame wordt opgehelderd. Het oorspronkelijk plan, dat ook mr. Van Emden Jeanne zou bijstaan, is losgelaten. De heer Haas zal '1 alleen afdoen. Bijzondere maatregelen zullen weder worden genomen om de orde ter terechtzitting te handhaven. De president van het hof, mr. Francois, zal de zaak leiden; er zullen kaarten voor de gereserveerde tribune afgegeven en bij zondere zitplaatsen ingeruimd worden voor de pers, binnen- en buitenlandsche, doch slechts tot een zeer beperkt getal. De aan vragen, ook uit den vreemde en vooral België moeten reeds nn legio zijn. Het bericht omtrent den moord te Rotterdam schijnt eenigzins voorbarig ge weest te zijn. Bij onderzoek is nu geble ken, dat aan het lijk geene teekenen van geweld zijn gevondenalleen op den neus en aan het voorhoofd vertoonde de huid van den man een kleine onbeduidende schram. Verder moet de bedoelde persoon lijdende geweest zijn aan een kwaal, waardoor hij, volgens vroegere verklaring van eer. genees kundige, blootstond aan een plotseüngen dood. Valentin Hofman, oud 20 jaren, lang werpig aangezicht, wordt vermoed in den FEUILLETON. 95.) Reeds hebben eenige nachtvorsten de mooie vlinders uit Aurora's tuin doen verdwijnen. Be torren hebben in hun onderaardsche wo ningen een schuilplaats gezocht. De bla deren vallen, de laatste bloemen zullen eer lang sterven. Men ziet de bastaard nach tegalen niet meer. Waar zijn zij De zon tegemoet getrokken. Maar het roodborstje is er nog. Het kan er niet toe hesluiten dat kleine plekje te verlatenwaar de klimop, die zijn nest heeft beschut, groen blijft. Van tijd tot tijd hoort men het roepen: Giet, twietMen ziet het loopen op de tuinbedden en een vliegje oppikkendat och verlaat heeft, om daarmee in de takken der heesters te springen. Anrora zit op een bank in den tnin. Zij 's daar, onder het oog van haar vader, die opdat oogenblik praat met den vriend, welken Mj naar la Cordeliére heeft meegenomen. De grijsaard had gevoeld dat de gezondheid zljner dochter ernstig gevaar liep. Maar na een dag van onrust was zijn vrees verdwenen. Toch is het jonge meisje treurig. Onbe wegelijk, met de gevouwen handen op de knieënhet hoofd droefgeestig op de borst gezonken, schijnt zij te droomen. Van tijd tot tijd slaat zij de oogen op, ziet haar va der aan en een pijnlijk glimlachje vertoont zich op hare lippen. Naast haar op de bank ligt een album met platen en een boekmaar zij denkt er niet aan om de platen te be kijken en nog minder om het boek te openen. Le grijsaarddie al lang gesproken had hield op om adem te halen. Hij was onder i den indruk van een heftige gemoedsbeweging; zijn borst hijgde; zijn gelaat gloeide; zijn lippen trilden. Groote zweetdroppels parelden °P zijn voorhoofd. Zijtx oogen schitterden j vaD een koortsachtigen gloed. In de uit drukking van zijn gelaat lag iets sombers j iets verschrikkelijks. Zijn toehoorder was eveneens zeer ont roerd. Diens gezicht teekende diepe droef heid. Twee glinsterende, noch vochtige strepen verrieden de verschijning van dikke tranen. Er ging een soort van rilling over zijn leden. Afschuwelijk, afschuwelijk," sprak hij bin nensmonds. De grijsaard ging voort: „Voor u, beste Willem, heb ik in het verleden gewroet, heb ik een verschrikke lijk spooksel opgeroepen en de wonden mijner ziel doen bloeden. Ik kon, ik moest niets verbergen voor mijn bestenmijn eenigen vriend." „Dank je, Paul, dank je Ja, ik ben uw vertrouwen waard, je liebt wel gedaan met mij je rampspoed bekend te maken.'' „De jaren zijn voortgegaan, ik ben oud geworden. Mijn haren zijn vergrijsd. Ik heb mijn reden voelen verzwakken de kwaal is daar gebleven Ode wonde was diep. Ik heb alles gedaan om te ver geten ik kon nietZij zijn altoos daar, die spooksels, daar, onder mijn oogen.... overeind Ooik heb geleden. Gelukkig had ik miju dochter „Ja, je dochter, je lieve Louise Zoo straks zullen wij over haar spreken." „Voor haar is het, dat ik geleefd heb, en zij is het, die mij heeft doen leven. Zij is vaak ziek geweest. Jaren lang. Ik wan hoopte er aan haar kwaal te kunnen over winnen. Ik heb alle angsten doorleefd. Wat al tranen heb ik gestortlederen dag ver wachtte ik dat zij in mijn armen zou sterven. Maar God heeft zich over mij ontfermd. Hij heeft mij mijn kind laten behouden." Willem Van Ossen wij willen niet lan ger zijn naam voor onze lezers verborgen houden wierp een blik vol medelijden naar den kant van het jonge meisje. Zich daarna richtende tot zijn vriend, sprak hij „Je moet me nog heel wat te vertellen hebben, en ik verzoek je je verhaal te ver volgen, tenzij ge u te vermoeid gevoeld om op dit oogenblik voort te gaan." „Ik wil liever onmiddellijk alles vertellen. Voor het overige zal het niet heel lang be hoeven te duren. Waar ben ik gebleven?" „Op het oogenblik toen je uit de tweede kamer kwam met de kleine Lucie op den arm en de gravin zich aan je voeten wierp met den uitroep: „Genade! genade!" De grijsaard streek met de beide handen over het voorhoofd en ging aldus voort: „Gij zult uwe dochter nooit wederzien 1 antwoordde ik. En ik snelde de trap af. Niemand dacht er aan mij tegen te houden. Ik verliet de villa en richtte in allerijl mijn schreden naar het rijtuigdat mij op den weg stond te wachten. Eenige minuten later waren wij de grenzen over. Naast mijop het kussen van het rijtuig, lag mijn doch tertje in een diepen slaap. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 1