BINNENLANDSCHE BERICHTEN. BUITENLANDSCHE BERICHTEN. n as «=3 Ke: - w j -a*, -m w nr- op voorstel van Commissarissen Ie bepalen. Vastgesteld door den Ituad der gemeente Leiden, in zijne openbare vergadering van den Hen Juli 1885. De burgemeester DE KANTEH. De Secretaris, E. KIST. En is biervan afkondiging geschied waar bel behoortden l.'jen Juli 1885. Burgemeester en Wethouders vernoemd, DE KASTEItBurgemee Ier. E. KIST. Secretaris. STADSNIEUWS. 1 IV M E M O R I A .VI. Aan de stad onzer inwoning is een van hare meest verdienstelijke burgers ontvallen. Na een smartelijk lijden van enkele we ken ontsliep heden morgen, in den ouder dom van 77 jaren, de emeritus-predikant der Hervormde Gemeente Dr. ABRAHAM RUTGERS VAN DER LOEFF. Hoe hij op godgeleerd en op kerkelijk gebied heeft gearbeid, kan thans, weinige uren na zijnen dood, en te dezer plaatse niet worden uiteengezet. Van hetgeen hij voor Leiden heeft gedaan moge hier althans het voornaamste met enkele woorden in herinnering worden gebracht. Den 9den Mei 184>7 deed hij zijne intrede als predikant te dezer stede. Hij had toen den ouderdom van 89 jaren bereikt. Gebo ren te Sparendam den 2den Mei 1808, kweekeling van de hoogeschool te Gronin gen was hij achtereenvolgens te Slochteren (1832), Noordbroek 1836) en Zutfen 1844) als Evangeliedienaar werkzaam geweest. Hij stond bekend als een volgeling, of liever: als een der stichters van de zoogenaamde „Groninger school", en daarom was zijne beroeping aan sommige leden der gemeente niet welgevallig. Doch ook zijdie zich toen tegen zijne komst te Leiden hebben verzet, zullen thans gaarne toegeven, dat hij hier voor velen een zegen is geweest. Reeds te Zutfen had Van der Loeff zich doen kennen als een man van zeldzame werkkracht en uitnemenden practischen zinals een kloek voorganger op het gebied der philanthropic. Op dat terrein zou hij ook te Leiden uitblinken. De Bewaarschool voor havelooze kinderen in de Groenesteeg kwam, in 1855, vooral door zijne bemoeiing tot stand. Zij was hier ter stede de eerste in hare soort en strekte tot model voor andere dergelijke inrichtingen, die later verrezen. In 1870 nam de Gemeente haar over en aanvaardde zij de zorg voor dit belangrijke deel der volksopleiding. Aan hetgeen daarvoor thans gedaan wordt gaf Van der Loeff den eer sten stoot. In nog ruimer kring werkte hij op dat gebied door de Kweekschool voor Bewaar schoolonderwijzeressen, die in 1867 ook door hem werd opgericht en in welker be stuur hij tot zijnen dood toe de eerste plaats innam. Wat deze kweekschool aan hem verplicht is, kan niet in weinige woor den worden gezegd. Onvermoeid heeft hij, met woord en daad, hare belangen behar tigd. Te Leiden en overal, waar haar zegenrijke invloed zich doet gevoelen, ver dient zijne nagedachtenis in eere te blijven om hetgeen hij voor haar heeft gedaan. En nog noemden wij zijne voornaamste stichting niet: de Kweekschool voor Zeevaart. In 1855 werd haar grondslag gelegd. Nog herinneren wij ons levendig, hoe groote bezwaren zich daarbij voordeden. De helft daarvan zou voldoende zijn geweest om een ander man af te schrikken of, na korter of langer strijd, de onderneming te doen opgeven. Van der Loeff wist niet van wijken of vertragen. Het geloof aan de levensvatbaarheid van zulk eene inrichting, waarin hij aanvankelijk alleen stond, wist hij allengs ook aan anderen in te boezemen. Door meer dan ééne moeilijke periode werd de Kweekschool, dank zij zijn beleid en zijne volharding, gelukkig heengevoerd. Van jaar tot jaar nam zij toe in omvang en be- teekenis. En thans doch het is over bodig verder uit te weiden. Door allen wordt als om strijd erkend, dat de Kweek school een sieraad is van Leiden en een zegen voor het geheele vaderland. Zoo heeft Van der Loeff gearbeid van zijne komst te Leiden af, ook nog nadat hem in 1872, op zijn verzoek, na veertig jarigen Evangeliedienst het emeritaat was verleend. Mocht hij zijne onverpoosde werk zaamheid door de uitkomst bekroond zien, ook aan openlijke erkenning van zijne verdiensten heeft het hem niet ontbroken. De Senaat der Groningsche Hoogeschool be noemde hem in 1850 eershalve tot doctor in de godgeleerdheid. Hij was, wegens zijne deelneming aan den veldtocht van 1831 versierd met het Metalen Kruis en Ridder van de Militaire Willemsorde 4de klasse; verder Ridder in de Orde van den Neder- landschen Leeuw en Kommandeur van de Eikenkroon. Hooger dan die eerbewijzen waardeerde hij den zegen, dien hij als echtgenoot en vader mocht ondervinden, en waarin de geheele burgerij hem hare deel neming betuigde, toen hij op den 2den Februari 11. zijn gouden huwelijksfeest mocht vieren. Wat de zijnen hem te danken hebben, kunnen zij alleen getuigen. Wat hij voor Leiden heeft gedaan, is aan allen openbaar en zal niet licht in vergetelheid geraken. Bij de op heden gehouden openbare verkooping van cokes, bij partijen van bO, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prij zen I 18, f 8.70 en f 1.85, de laagste prij zen ƒ18, ƒ8.70 en ƒ1.85. Een rustig wandelaar op het Utrecht- sche Veer meende gisterenmiddag, dat een kind in den Rijn viel. Zonder zich een oogenblik te bedenken begaf hij zich ge kleed te water en had het geluk den dren keling een dameshoeddie door eene ligte windvlaag was afgeruktop het droge te brengen, 's Mans hulpvaardigheid lokte natuurlijkerwijze de hilariteit van de omstan ders uit. Duizenden visschendie boven zwom men in den Vliet, omdat het telkens kwaad water is, vonden gisteren namiddag aanstoot van 'nonderden Leidsehe jongens om met allerlei sehepmiddelen zulken visch te be machtigen. De belangstelling was daarbij vrij algemeen; zelfs dames met zalmkleurige sjaals met palmen bezaaid hielpen mede om den diksten visch aan te wijzen, die met zijn snuit naar lucht hapte, omdat het water hem niet aanstond, en men bezigde daarbij stokken om de dieren af te maken. „Leiden is de stad der visscherij", werd gisteren namiddag opnieuw bewaarheid. U NI V E R S I T EI T. De faculteiten van rechtsgeleerdheid en van geneeskunde aan de rijks-universi teit alhier hebben elk een antwoord ont vangen op de prijsvragen in 1884 uitge schreven aan beide schrijvers is een eer volle vermelding toegekend, indien zij hunne namen bekend maken, de een aan prof. Van der Lith, de ander aan prof. Heynsius, voorzitters der betrokken faculteiten. In de afgeloopen week had het gewone jaarlijksch examen plaats aan de rijks-vee artsenijschool te Utrecht. Bij het over- gangs-examen van het 3e studiejaar slaagde o. m. de heer L. J. Van Rhijn, van Kat wijk a. d. Rijn; bij het natuurkundig exa men voor aanstaande veeartsen werd van het 2e tot het 3e studiejaar bevorderd de heer J. W. Roeloffs, van Alkemade. Door den heer J. D. Van Nifterik, van Leiden, werd met gunstig gevolg het toelatings examen afgelegd. De Rotterdamsche correspondent meldt: aan het HandelsbladDe vrees voor ernstige onlusten op Zaterdagavond heeft zich ge lukkig niet bewaarheid. Onder den indruk van die vrees werden des avonds tegen 8 uur al de bataljons schutterij opgetrommeld terwijl het garnizoen der zee-soldaten in de kazerne, de hoofdwacht en de politiebureau geconsigneerd was. De kiosken werden reeds te 7 uur ge sloten en zoomede vele winkels in die buur ten waar men voor wanordelijkheden be ducht was. Het was den geheelen avond buitengewoon levendig op straat, voornamelijk bij de beurs, waar de schutterij zich bijeen verzamelde, en in den omtrek van het Van Hogendorps- plein, waar de Pauwensteeg uitkomt, de straat waar het politiebureau staat, dat de beide avonden te voren met keisteenen was gebombardeerd. Het geheele voorkomen van de stad had echter niets verontrustends. Er heerschte eene vroolijke stemming onder de volksme nigte, die zich langs 's heeren wegen be woog en niets teekende den oproerigen geest die aan de bevolking werd toegeschreven. Nadat eebter het avondduister gevallen was, begonnen de wanordelijkheden. De politie werd weder op alle mogelijke wijze getart en gedwongen, tot handhaving der orde, van hare wapenen gebruik te maken. Het regende nu en dan steenen. Op de groote Hoogstraat werden verscheiden winkelruiten ingeworpen, o. a. de kolossale winkelruit van Oostmeijer en een der ruiten van het koffiehuis der Passage. Ook aan de woning van den commissaris van politie in de Pauwensteeg werden ruiten stukgegooid. Herhaaldelijk moest de politie de straten schoonvegen, waarbij de groote menigte kijklustigen, die dan angstig op de vlucht sloegen, haar zeer bemoeielijkle. Om geen ontevredenheid te wekken, had men geen straten doen afzetten, wat echter ten ge. volge had, dat telkens weder die stra ten zich vuldenzoodat ook telkens weder de chargeerende dienders dezelfde moeite hadden om de kwaadwilligen te bereiken. Van halftien tot ruim 1 uur in den nacht duurde het tumult voort, ofschoon het reeds om halftwaalf aanmerkelijk begon af te ne men. Tal van agenten werden door steen worpen gewond, zes zóó erg, dat zij onder geneeskundige behandeling moesten worden gesteld. Ook een rustig burger werd gevaar lijk gewond door een keisteen, dien hij vlak in het aangezicht kreeg. De officier van justitie heeft proces-ver baal van het voorgevallene doen opmaken, zoodat waarschijnlijk de rustverstoorders, voor zoover zij bekend zijnstrafrechtelijk zullen vervolgd worden. Er is echter, vreemd genoegniemand gevangen genomen. De schutteiij is op de beurs gebleven, op eene kleine patrouille na. De mariniers zijn niet uitgerukt. Voor zooveel na te gaan iszijn het maar zeer enkelen geweest die de wanordelijkheden pleegden waarbij zich massa's kleine en grootere jongens uit speelschheid aansloten. Van onlusten, laat staan van een oproer, kan dus geen sprake zijn. Maar een groot deel der burgerij, ook uit de betere standen, heeft schuld, omdat zij deze ergerlijke rustverstoring als een pretje behandeld heeft, in plaats van de politie bij te staan in de handhaving der openbare orde. De verwoesting aan winkelruiten aange richt bij de wanordelijkheden van Zaterdag avond, is veel grooter dan men aanvanke lijk meende. Er zijn, vooral op de Koite Hoogstraat, tal van kostbare ruiten gebro ken. Men had het blijkbaar vooral op de groote koffiehuizen en de groote winkels gemunt. De spiegelruit in den kleerenwm- kel van Oostmeijer was, naar men zegt, de grootste, die in ons land gevonden wordt, en heeft niet minder dan 1750 gekost. In deze ruit is bovenaan een groot gat; overigens is zij heel gebleven, zoodat het grootste gedeelte nog te gebruiken is. Ter gedachtenis aan de plechtige ope ning van 's Rijks Museum te Amsterdam op heden heeft de minister van binnenl. zaken bepaald, dat daarvan eene oorkonde zal worden opgemaakt, die in het museum bewaard zal blijven. Deze oorkonde, ver sierd met wapenschilden en gekleurde hoofd letters, is op perkament geteekend door den heer Jos. Th. J. Cuypers, den zoon van den bouwmeester van het museum. Het prachtig uitgevoerde document is van den volgenden inhoud: »In den jare MDCCCLXXXV den XIII Juli, het XXXVIII jaar der regeering van koning Willem III, is namens Zijne Ma jesteit door Zijne Excellentie den minister van binnenlandsche zaken, mr. Jan Heems kerk Az. het Rijks-Museum geopend. De bouw, in MDCCCLXXV1I aange vangen, werd volgens de ontwerpen en onder leiding van den architect der Rijks- Museumgebouwen, Petrus Josephus Huber- tus Cuypers uitgevoerd. En is ter herinnering hieraan deze oorkonde onderteekend door dp hii de plechtigheid der opening aanwezigé"autoriteilen". Eergisteren was eene kleine verbete ring in den toestand van mevr. Kleine merkbaar, schrijft het Hbl., en volgens het D. v. N. doen zich nu en dan verschijnse len van beterschap voor, die nog niet het ergste doen vreezen. Ter gelegenheid van de feesten ter viering van 't 700-jarige bestaan van 's Herto genbosch, op 18, 19, 20, 21, 22 en 23 Juli aanstaande, zal bij J. J. Arkesteyn Zoon, uitgevers van de Provinciale Noordbrabanlsche en 's Hertogenbossche Courant aldaareen feestnommer verschijnen in kleurendrukdat o a. zal bevatten een Feestmarsch voor zang en piano, muziek des heeren C. F. W. Kriens, luitenant-kapelmeester van 't mu ziekkorps der dd. schutterij, woorden van den heer T. G. Heijmans, een beschrijving van den op 20 Juli te-houden grooten his- torischen optocht, met aanduiding van den weg, dien de stoet zal volgen, een volledig programma van al de feestelijkheden enz. enz. Tegen ontvangst van 11 cent zenden de uitgevers dit feestnommer franco toe. 's GRAVEND AGE. Door Z. M. is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandscheu Leeuw den heer P. J. H. Cuypers, architect van het Rijks Museum te Amsterdam. De luit. ter zee le kl. J. A. Kloek, dienende aan boord van Zr. Ms. fregat Everlsen, wordt met den laatsten dezer op non-activiteit gesteld. Met den Holl. spoortrein, die Zater dag ten 3 u. 24 m. van hier vertrok, ver liet de nieuwbenoemde gouverneur van Suri name, de oud-minister en voormalige staats raad, de beer mr. H. J. Smidt, deze stad, ten einde zich met zijne familie te Amsterim naar de kolonie in te schepen. Aan L station namen nog tal van regeeringspeR nenvroegere ambtgenootenvrienden belangstellenden afscheid van den landvoorf Allen koesterden, onder het wisselen handdrukken met den vertrekkende, de best, wenschen voor de gezondheid van den goa verneur en zijn gezin en ongetwijfeld 4 hoop, dat zijn bestuur tot heil der kolonj moge gedijen. HH. KK. HH. de prins en prinsfl Von Wied kwamen Zaterdagavond omstreek 8 ure met hun kroost uit Neuwied aai Reeds geruimen tijd voor dat het vorstel echtpaar wederom den voet op Haagscbg bodem zette, wachtten onderscheidene auto riteiten en vele dames en heeren, dievroe- ger aan het huis van wijlen prinses Xlarie'. ouders verbonden, in de omgeving van d- gemalin van den vorst Von Wied verkeerd hadden. Hartelijk werden de dames, onder de» van hoog bejaarden leeftijd, door deprinsa omhelsd en de heeren met sympathieke haul, drukken tegemoet getreden. HH. KK. HH. werden door de talrijk schare, die aan de buitenzijde en ink Rijnstraat hunne komst stond aftewachtu met vreugdeteekenen toegejuicht en de 1»! deren van I1H. KK. HH. deden naar 1». telust mede in het beantwoorden van al ij groeten door hunne ouders. ENGELAND. In de plaats van den lieer Winn.di i tot pair is verheven, werd als afgevaard'igi voor het graafschap Noord-Lincolnshire i heer Atkinson (conservatief) met 4028 sten men gekozen. Sir Thompson (liberaal) va kreeg 2872 stemmen. De lieer Brackenbury seinde Vrijdn uit Fatmeh, dat hij een brief had ontvai gen van een koopman uit Handak i. d. dezer, meldende dat de Mahdi dood is a zijne aanhangers onder elkaar slaags zijn. Een tweede dépêche van den heer Bra. kenbury, Zaterdagmorgen ontvangen du- mede, dat gisteren een Egyptisch soldij was aangekomen, die uit den mond vanea Arabier uit Khartoem de verzekering va den dood des Mahdi's had vernomen. TRANSVAAL,. De heer Pelletan verklaarde Zaterdag it de kamer van afgevaardigden, dat de radi calen het verbond niet kunnen aannema, hun door de opportunisten aangeboden,» dat hunne staatkundige inzichten verschil!» In eene dépêche van den gouverwr van Senegal, i. d. 9 dezer, wordt geiiï dat de negers op 31 Mei de Franschen aai- tastten op de bovenrivier tusschen Niagara! en Tiguire. Nadat versterkingen gezonds waren, werden de negers op de vlucht ga jaagd. Een nieuwe aanval op 22 Jut eindigde weder met het verslaan der neger. De begrafeniskosten van Victor Hug: zijn niet meegevallen. Er was voor t plechtigheid een crediet van 20.000 fnos toegestaan; nu alles is afgeloopen, blijk het echter dat zij niet minder dan 101.ld francs heeft gekost. Aan de kamer ia Is voorstel gedaanom in het tekort te voor zien. SPANJE. Dr. Ferran is naar Madrid |gegaa om te protesteeren tegen de bezwaren Is regeering ten opzichte van zijne inenting! proeven tot bestrijding der cholera; H dreigde zelfs, bij handhaving der aan k wetenschap gestelde hinderpalen, Spanje s zullen verlaten. De regeering antwoordt daarop met een formeel verbod der proeve Op verschillende plaatsen, voornat» lijk in Leridazijn ongeregeldheden ontsta wegens de accijnsen. Een soldaat is ged» en 3 werden gekwetst. De soldaten dr.' den drie der muitelingen en verwond; ernstig veertien anderen. A F R I H A. Uit Mekka wordt aan de Kusvet gr schreven: „De handelingen van den malt in Soedan en de willekeurige uitlegging" welke hij thans geeft aan de Sunnab (A wet bij mondelinge overlevering), vooral aan de onlangs door hem uitgevaardigd' Fetwaliwaarbij hij gedoogde de gelden t' kostbaarheden der moskeeën aan te wend" ter bestrijding van de oorlogskostenhebben nu ook het misnoegen opgewekt der ule- ma's hier ter stede, die steeds als eerste lichten van den Islam beschouwd en wi" adviezen zelfs door de machtigste mahout- daansche heerschers ingewonnen wórden- Zij beraadslagen thans over de houding welke zij tegenover den mahdi moeten aan nemen, ingeval deze een inval mocht doen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 2