NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 10 Cent.
Woensdag 8 Juli 1885. N°. 157.
ADVERTENTIEN:
Bureel: Sclieepmakerssteeg G.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van A6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groole letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel f 0.10.
199e Jaargang.
iiUROEtlKF.STi.lt en WETHOUDERS van
UI DENbrengen Ier kennis van belanglieb-
benden dal lal toelalings-eiamen voor
(Ie lloogere liurgerscliool voor meisjes, zal
plaats hebben op Vrijdag ÏO en Zaterdag
II Juli n. s. Iclkens des voormiddags le
y uren in liet Schoolgebouw aan de Garenmark 1.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
ÖE KANTER. Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 3 Juli 1885.
STADSNIEUWS.
Commissarissen der stedelijke werkin
richting hebben aan burg. en weth. mede
gedeeld, dat de toelage, ten behoeve hun
ner instelling uitgetrokken, niet voldoende
is en dientengevolge met 1000 zal moeten
worden verhoogd. Deze verhooging is een
gevolg van de lage prijzen, welke verkre
gen werden bij den verkoop van in die
inrichting vervaardigde goederen, alsmede
doordien in de eerste maanden van dit jaar
door vele personen van deze inrichting is
gebTuik gemaakt, tengevolge van de destijds
heerschende werkeloosheid.
Curatoren van het gymnasium geven aan
den gemeenteraad in overweging den heer
A. Hendriks wederom voor den tijd van
dén jaar als leeraar in de Nederl. taal en
letterkunde, geschiedenis en aardrijkskunde
aan genoemde instelling te continueeren.
Ter benoeming van drie leden buiten den
gemeenteraad in het bestuur van de stede
lijke werkinrichting, in de plaats van de
hh. J. Yan Heukelom Jr., C. J. Leem
bruggen en A. J. Krantzis door bestuur-
deren dier instelling de volgende voordracht
aan den gemeenteraad ingediendJ. Yan
Heukelom Jr. en P. Yan Bleiswijk Eis; C.
J. Leembruggen en M. W. Jaeger; A. J.
Krantz en J. B. Zuurdeeg. Yoorts worden
door burg. en weth., als commissaris der
Bank van Leening, ter vervulling van de
vacature wegens de periodieke aftreding van
den heer mr. C. Cock, aanbevolen, de bh.
mr. C. Cock, mr. H. Yan der Hoeven en
mr. S. Le Poole.
De commissie van financiën geeft den
raad in overweging, na enkele bedenkingen
te hebben gemaakt, de rekeningen van de
stedelijke gasfabriek goed te keuren. De
exploitatierekening in ontvangst tot eene som
van ƒ293,795.24, in uitgaaf/262.148.28,
saldo f 31646.96; de rekening van hetuit-
breidings- en vernieuwingsfonds in ontvangst
17923.93', in uitgaaf ƒ11829.95, saldo
ƒ6093.986. Zij stelt voor het batig saldo,
volgens de exploitatie-rekening ad ƒ84066.22,
in de gemeentekas te storten.
Daar den toevloed van beleeners aan de
stadsbank in de laatste maanden zoozeer is
toegenomen, dat het op den duur hoogst
moeielijk wordt op geregelde wijze in de
behoeften van den dienst te voorzien,
meenen commissarissen over te gaan tot de
oprichting van hulpkantoren, weshalve zij
aan den raad voorstellen op een nader te
bepalen tijdstip twee van die hulpkantoren
te vestigen. Zij wenschen deze vestiging
beschouwd te hebben als eene proef, op zoo
eenvoudige wijze ingericht, opdat de raad, zon
der bezwarende verplichtingen voor de toe
komst te aanvaarden op deze proef zou kunnen
terugkomen zoodra hem dit noodig zou toe
schijnen. In overeenstemming met dit plan
worden de beambten van de hulpkantoren
niet in vasten dienst aangesteld en ontvangen
zij ook geen ander loon dan een deel van
de inkomsten, welke het hulpkantoor zal
afwerpen. Geldelijke verplichtingen van
noemenswaardige beteekenis zullen alzoo voor
de gemeente uit de vestiging van de hulp
kantoren niet voortvloeien, behalve de ver
plichting om aan de bank de kapitalen te
verstrekken, welke voor de exploitatie van
de hulpkantoren noodig zijnmaar de renten
van die kapitalen worden door de interes
sen, welke de beleeners opbrengen, ruim
schoots gedekt.
Alhier werden in den nacht van Yrij-
dag op Zaterdag jl. in een in aanbouw zijnd
pand verschillende timmermansgereedschap
pen ontvreemd en zulks door overklimming
van eene schutting. Nadat enkele stukken
door de politie in beslag genomen waren,
bleek het, dat aan den diefstal schuldig
was zekere J. Y., die, daarop aangehou
den, alle schuld ontkende. Door de opkoo-
pers herkend, heeft hij ten slotte bekend
het feit in vereeniging met nog een ander
gepleegd te hebben. Hij is naar de gevan
genis te 's Hage overgebracht.
Donderdag aanst. hoopt de besteller
bij de Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij
W. Brune, den dag te herdenken dat hij
voor 25 jaren als zoodanig bij die maat
schappij in dienst trad.
Wij ontleenen aan het gedrukt verslag van
den toestand der gemeente Leiden over het
jaar 1884 nog het navolgende:
Het aantal leden der Maatschappij voor
Toonkunst nam belangrijk toe en is tot 372
geklommen. Tengevolge van deze toeneming
is de financieele toestand der maatschappij
gunstiger geworden. De kas sluit met een
voordeelig saldo van ƒ170.90.
Het totaal aantal schoolgaande kinderen
aan de muziekschool bedroeg 281. De gel
delijke toestand laat niets te wenschen over.
Met een voordeelig saldo van ƒ1241.915
sloot de kas. Gedurende het maatschappelijk
jaar werden drie concerten gegeven.
De afdeeling Leiden der Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst kan ook dit jaar
vooruitgang in haar ledental constateeren
dit getal klom tot 161terwijl dat der zang-
vereeniging 144 bedroeg. Onder leiding van
den directeur der zangvereenigingden heer
Dan. De Lange, werd een zangcursus ge
opend, die door 12 dames gevolgd werd.
De burgerzangvereeniging „Oefening baart
Kunst" onder leiding van den heer B. J. De
Goeij, telt 40 werkende leden en 20 dona
teurs. Zij houdt elke week ééne zangoe
fening.
De toestand der Liedertafel „Leidens
Mannenkoor" is steeds vooruitgaande. Het
ledental bedraagt thans 140: de financieele
staat is hoogst gunstig. De liedertafel ver
leende haar medewerking bij de feestviering
op 3 October 11. ter gelegenheid der ont
hulling van het standbeeld van P. Az. Van
der Werff.
De vereeniging „Nut en Genoegen" telde
op 1 Jan. 1885, 698 leden. Haar onder
steuningsfonds keerde in het afgeloopen jaar
2681.50 aan zieke leden uit: het weduw-
fonds ƒ136. Zij trad bij gelegenheid van
de onthulling van het Monument voor Lei-
dens ontzet, krachtig op om dien dag tot
een waren feestdag te maken.
De toestand van de Afdeeling der Maat
schappij van Fraaie Kunsten en Wetenschap
pen is dezelfde gebleven. Het benoemen van
een commissie tot opwekking van meerdere
belangstelling heeft tot geen gunstig resul
taat geleid. Door het overlijden van den
heer J. M. E. Dercksen werd een gevoelig
verlies geleden.
Ook is in den toestand van de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde geen
verandering gekomen.
De tooneelvereeniging Harmonie gaf in
het afgeloopen jaar haar uitvoeringen in de
Gehoorzaal.
De Leidsche Tooneelvereeniging Jacob
Cats telde 90 kunstlievende, 20 werkende
leden en 4 donateurs. Zij gaf twee tooneel-
voorstellingen en vierde haar tienjarig be
staan.
Het ledental der studenten-afdeeling Lei
den van het Nederlandsch Tooneelverbond
klom tot 191. Het aan de afdeeling ver
bonden Leidsch Studententooneel gaf den
27sten Maart zijn derde voorstelling in den
schouwburg.
Het aantal leden der studentenvereeni-
ging „Debating Society", onder voorzitter
schap van Professor Mr. J. T. Buijs, be
draagt omstreeks 150.
De vereeniging Litteris Sacrum, ten doel
hebbende onderlinge oefening in uiterlijke
welsprekendheid en in de kennis onzer vader-
landsche dichters en prozaschrijvers onder
ging in ledental geen verandering. Zij leed
door het overlijden van den heer C. H. Dee
een groot verlies.
De Leidsche Dilettantenclub, ten doel
hebbende het bevorderen van welsprekend
heid, telt 50 leden en 6 donateurs.
Het ledental van het correspondentschap
Leiden der vereeniging Volksonderwijs be
draagt slechts 19. Het correspondentschap
draagt bij tot de instandhouding van het
„Volksblad".
De afdeeling Leiden van het Nederl.
Onderwijzers-genootschap verkeert in bloei-
enden staat. Haar ledental bedraagt 57. Zij
hield 6 vergaderingen. Op verlangen van
het hoofdbestuur heeft de afdeeling zich be
reid verklaard maatregelen le nemen tot liet
houden der algemeene vergadering in 1886
binnen deze gemeente.
Men verzoekt ons aan welk verzoek
wij volgaarne voldoen nu er in den laat-
FEU1LLETON.
54.)
Vervolgens, na de deur te hebben dicht
gedaan, schrijdt zij langzaam in het kan
toor naar voren, alsof zij niet durfde, en
terwijl zij met een soort van ongerustheid
in het rond zag.
De klerken hadden opgekeken, een nieuws
gierigen blik geslagen op de bezoekster en
zich spoedig weder over hun werk heenge
bogen.
De dame was in het zwart, en zeer een
voudig doch smaakvol gekleed. Het was
moeielijk haar leeftijd te gissen. Want men
kon nauwelijks haar met een zwarte voile
bedekt gezicht onderscheiden.
Zij keek zeer beschroomd en zelfs vrees
achtig. Klaarblijkelijk was zij zeer ontroerd,
want zij beefde.
„Wat is er van uw verlangen, mevrouw?"
vroeg de eerste klerk.
„Ik zou mijnheer Corvisier gaarne willen
spreken," antwoordde zij met zachte en
zwakke stem.
„Mijnheer Corvisier heeft het op het oogen-
blik zeer druk mevrouw, ik ben zijn eerste
klerk; als u mij kunt zeggen wat u ver
langde?"
„Ik dank u, mijnheer! Maar ik wenschte
mijnheer Corvisier zeiven te spreken. Als
hij mij van daag niet ontvangen kan, zal
ik morgen terugkomen."
„Ik zal het hem vragen, mevrouw! Mag
ik uw naam weten?"
„Mijnheer Corvisier kent mijstamelde
zij.
De klerk raadde zonder twijfel haar ver
legenheid, want zonder verder aan te drin
gen stond hij op, en begaf zich naar het
kabinetje van den notaris.
„Mijnheer," dus sprak hij, „kunt u een
dame ontvangen, die mij haar naam niet
gezegd heeft, maar die gij kent?"
„Hmik heb het erg druken er is
haast bij mijn werk. Kent die dame mij
„Zij zegt het....
„Laat haar dan maar binnenkomen."
De onbekende haastte zich gevolg te ge
ven aan die uitnoodiging.
De klerk verliet de kamer en sloot de
deur weder achter zich toe. De notaris
was opgestaan en wenkte de onbekende
plaats te nemen.
Langzaam lichtte deze haar sluier wat op.
Te gelijk liet Corvisier een kreet van
verbazing hooren en boog daarop met al
de teekenen van een diepen eerbied.
„Is u hier, mevrouw De Lasserre!"
riep hij.
De gravin De Lasserre, want die was
het werkelijkkon haar tranen niet bedwin
gen, die de eerbiedige houding van den
notaris baars echtgenoots bij haar te voor
schijn riepen.
„U wenschte mij te sprekenmevrouw
en ik wil niet, dat men ons komt storen,"
hernam Corvisier.
En hij schoof een knip op de deur der
kamer, en daarna een gemakkelijken leun
stoel naar voren schuivende, sprak hij:
„Wees zoo goed daar te gaan zitten,
mevrouw."
Hij ging een voetkussen halen.
„Ik vraag u excuus," stamelde de gra
vin met een kleur van verlegenheid.
„Laat mij begaanmevrouwZet hierop
uw voeten."
„Mijn God! zou hij dan niets weten?"
vroeg de jonge vrouw zich-zelve af.
Corvisier ging vlak voor de gravin zitten.
En nu, mevrouw!" dus sprak hij, „kun
nen wij praten. Ik wacht tot dat gij mij
wel zult willen ondervragen."
I „Veroorloof mij dan, mijnheer! n een
eerste vraag te doen."
„Mevrouw! ga gerust uw gang."
„Mijnheer Corvisier, graaf De Lasserre
en ik zijn voor altoos gescheiden. Kent gij
de redenen daarvan?"
„In een langen brief van den graaf, dien
ik een week of zes geleden ontvangen heb,
sprak hij mij over vele dingen. Daaronder
zijn er welke ik vergeten moest. Ik heb
dat gedaan. Wat de andere betreft, die
de uitdrukking waren van zekere wenschen
van den graaf, die zijn in mijn geheugen
gegrift."
„Dus weet u alles?"
„Tegenover u mevrouwmoet ik en wil
ik niets weten."
j De jonge vrouw begon op nieuw te
schreien.
„O, u is goed, mijnheer! U is goed,"
sprak zij.
„Mevrouw! hervatte de notaris, levendig
ontroerd, „ik bid u, schrei niet...."
„Ja, u heeft gelijk, mijnheer! Waartoe
dienen die tranen?.... Helaas! ik kan niet
zeggen als gij: ik wil vergeten, ik wil mij
niets herinneren
Wordt vervolgd.)