NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Dexe Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 5 ('ent.
ADVERTENTIEN:
Bureel: Sclieepmakersstee»' 6.
Maandag 15 Juni 1885. N°. 138.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Bericliten.
BINNENLANDSOHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leid sg
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden t 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meeri 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
199e Jaargang.
De Burgemeester, Hoofd van hel Gemeente
bestuur van Leiden; Brengt ter algemeene
kennis dal op heden aan den Ontvanger der
directe belastingen alhier is ter hand gesteld
een op den 12n Juni 1885 invorderbaar verklaard
kohier van het patentrecht, dienst 188586,
(schipperskramers enz.) en herinnert voorts een
ietier aan zijne verplichting om zijnen
aanslag op den hij de wet bepaalden voel te
voldoen.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Leidsche Courant.
l)e Burgemeester voornoemd
Leiden, 13 Juni 1885. DE kANTEIt.
stadsnieuws.
Het getal der in de Stedelijke Werk
inrichting opgenomenen bedroeg gedurende
deze week dagelijks van 46 tot 65 volwas
sen personen en 6 tot 10 kinderen.
Gisterenavond had in de Spilsteeg door
het omvallen van een petroleumkooktoestel
een begin van brand plaats. Doeltreffend
aangewende middelen tot blussching door
de geburen hadden een gunstig resultaat
ten gevolge.
Aan het Rapenburg viel gisterenavond
het zoontje van v. H. al spelende in het
water. Hoe moeielijk het ook was van dien
hoogen wal hulp te verleenen, slaagden er
toch een tweetal voorbijgangers in den jeug
digen snaak uit dien neteligen toestand te
verlossen.
Deze week werden op „Rhijnzigt"
genomen 1053 zwembaden door heeren en
114 door dames. Temperatuur van het water
20° Celsius.
..UNIVERSITEIT.
Bevorderd tot doctor in de rechts
wetenschap, de heer W. K. G. Dittlinger,
geb. te 's Gravenhagena verdediging van
zijn academisch proefschrift, getiteld: ,/De
zin der woorden Ambt en Ambtenaar".
De geneeskundige staatscommissie heeft
tot arts bevorderd den heer M. A. Oosler-
haven, doctorandus, en toegelaten tot het
eerste gedeelte de heeren J. Van Delden en
C. A. J. Krol, doctorandus.
Gisterenochteud nam prof. J. J. Prins
alhier in een laatst college van zijne leer
lingen met een hartelijk woord afscheid.
De onverbiddelijke wet dwong hemnu hij
70 jaar was geworden, zijn ambt vaarwel
te zeggen, waaraan hij bijna 30 jaren met
toewijding en liefde zijne krachten had be
steed. In korte trekken bracht de hoogleeraar
in herinnering hoe hij, na 17 jaren te Rot
terdam als predikant te zijn werkzaam ge
weest, in 1855 tot professor werd benoemd
om onderwijs te geven in de uitlegkunde
van het Nieuwe Testament. Met veel toe
wijding bereidde hij zijne leerlingen ook in
zijn college over practische theologie voor
hun toekomstige betrekking voor, tot de wet
van 1877 hem dit vak enhetNederl. kerk
recht ontnam en hem naast de exegese nog
de hermeneutiek van het Nieuwe Testament
opdroeg. Met dankbaarheid herdacht hij
ook nog de vele blijken van belangstelling,
die hij, vooral bij zijn 25-jarig professoraat
mocht ondervinden. En nu hij niet meer
rechtstreeks aan de studiën zijner leerlingen
kon medehelpenhoopte hij hen nog steeds
van dienst te kunnen zijn. En hiermede
riep hij een vaarwel toe aan zijne leerlingen
die in groote getale waren opgekomen. Des
avonds vereenigden zich tal zijner studenten
ten huize van prof. Prins, waar zij den
hoogleeraar als aandenken aan zijne laatste
leerlingen een geschenk aanboden, dat be
stond uit eene ets naar Munckaszy's /Chris
tus voor Pilatus." Uit naam der studenten
sprak de heer v. d. Meypraeses der theolo
gische faculteit, den hoogleeraar toe. (IV. R. C.)
De aandacht van belanghebbenden
wordt gevestigd op de in bijvoegsels der
Staats-Courant van heden opgenomen staten,
betreffende: den in- en uitvoer der voor
naamste handelsartikelen op Java en Madura
gedurende de maand Pebruari 1885, en ge
durende de eerste twee maanden van 1885,
vergeleken met dien over gelijke tijdvakken
van de beide voorgaande jaren; den invoer
der voornaamste katoenen en wollen manu
facturen te Batavia, Samarang en Soerabaia,
de eerste twee maanden van 1885 te zamen.
De minister van binnenl. zaken brengt
ter algemeene kennis dat het eindexamen
van de rijksnormaalschool voor teekenonder
wijzers in het openbaar zal plaats hebben
in het nieuwe rijks-museumgebouw te Am
sterdam, en zal aanvangen Dinsdag 16
Juni 1885.
De opbrengst van 's rijks middelen over
de maand Mei 11. bedroeg f 8,560.707.89
tegen 8,624,152.58^ in Mei 1884. De
vijf eerste maanden van dit jaar bracht op
ƒ41,477,539 12£ tegen 40,341,076.51-1
in gelijk tijdvak van 1884.5/12 der ra
ming beloopt ƒ44,704,322.95.
- Naar men aan de IV". R. C. mededeelt,
is er eerstdaags eene aanzienlijke promotie
bij de marine te verwachten.
Door de heeren W. A. Huygens, A.
P. Insinger, J. Veil), A. H. Meursing en
J, Ch. Reineke, reeders te Amsterdam en
te zamen uitmakende de permanente com
missie uit de Amsterdamsche reederijen, is
aan de staten-genêraal een adres gezonden,
ter ondersteuning van de bekende adressen,
waarin maatregelen worden gevraagd ten
behoeve der landbouwnijverheid in Ned.-
Indië.
Den len September a. s. zal het 40
jaren geleden zijn sedert de Nederlandsche
Rijnspoorwegmaatschappij werd opgericht,
met overname van hare eerste lijn uit han
den van den staat.
Uit het jaarverslag over 1883 van het
fonds ter aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst in de Nederlanden,
blijkt o. a. het volgende: Het tekort in
1883 bedraagt 8820.09^. De collecte bracht
ƒ27,743.55 op, tegen ƒ29,156.73 in 1882,
dus f 1413.18 minder. In het Invaliden
huis werden gedurende het jaar 1883 ver
pleegd: 2 verminkten uit de koloniën, 4
verminkten uit den strijd tegen België, 59
infirmen, en 62 kostgangers voor rekening
van het rijk. Te zamen 67 man.
Aan de Christ. Geref. gemeente te
Spijkenisse is door wijlen den heer E. Mol
ƒ20000 vermaakt, onder bezwaar van vrucht
gebruik.
Het Nederl. Landhuishoudkundig con
gres thans te Gouda vergaderdzal zijne
39e algemeene vergadering in het volgend
jaar te Leeuwarden houden.
Bij de gisteren te Gouda vanwege de
harddraverij-vereeniging //Eendracht maakt
macht" gehouden harddraverij met paarden
van zessen klaar, onder den man bereden,
werd de prijs, ƒ300 (of een voorwerp in
zilver van die waarde)behaald door het
paard Vitesse, van den heer Y. Aardenne,
en de premie van 100 door Alexander,
van den heer Doon, te 's Hage.
Uit Rotterdam wordt aan het Jlbl. "iet
volgende geschreven In een algemeene ver
gadering der Nieuwe Rotterdamsche Schouw-
burgvereeniging is besloten door afschrijving
van een deel van het kapitaal het voortbe
staan der vereeniging te verzekeren.
Of dit besluit beschouwd moet worden als
in het belang der kunst te zijnmoet be
twijfeld worden. De vereeniging werd in
dertijd opgericht ten behoeve van Willem
Van Zuylen, toen deze weigerde toe te tre
den tot de Rotterdamsoheafdeeüng van de
vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel",
en om hem voor Rotterdam te behouden.
Van Zuylen is thans toegetreden tot de
vereenigde Rotterdamsche tooneellistendie
den grooten schouwburg bespelen en het ge
zelschap der Nieuwe Rotterdamsche Schouw-
burgvereeniging bestaat nu louter uit middel
matige kunstenaars. Twee tooneelgezel-
schappen het blijkt uit eene langjarige
ondervinding kunnen te Rotterdam niet
naast elkander bestaan; het een doet het
ander afbreuk, en het eind is, dat beiden
een kwijnend leven leiden. Waarom dan
niet liever alle krachten vereenigd en ge
zamenlijk medegewerkt om één goed en
degelijk tooneelgezelschap behoorlijk te on
derhouden
Nadat gisterenmorgen te Amsterdam
het dagelijksch bestuur ten raadhuize, onder
dankbetuiging aan de commissie van uitvoe
ring, de opdracht had aanvaardis des mid
dags de buste van prins Hendrik op een
voetstuk van Zweedsch graniet in het plant
soen tegenover het nieuwe centraalstation
geplaatst, in allen eenvoud onthuld in tegen
woordigheid van de commissieleden en van
burg. en weth. Het borstbeeld is door
Stracké vervaardigd en gegoten door de
Belgische //Compagnie de Bronzes".
Ofschoon van het eiland Tessel in dit
jaar ongeveer 5000 lammeren meer worden
verzonden dan andere jaren, besommen de
veefokkers toch nog ƒ75000 minder voor
FEUILLETON.
"86.)
Dit beduidde, dat de kamerdienaar nog
iets in de stad te doen had.
Bijkans twee uren verliepen er. De paar
den hadden hun laatste korrels opgemuist
en de koetsier zijn derde of vierde pijp op
gestoken. Eensklaps werd een raam op de
eerste verdieping geopend en een vrouw,
de keukenmeid van den burggraaf zonder
twijfel, riep den koetsier en wenkte hem
om naar boven te komen. Deze laatste
spoedde zich om aan dien last te voldoen.
Hij kwam een oogenblik later te voorschijn
beladen met een ontzaehelijken koffer, dien
i hij met behulp van den portier op het rij
tuig zette.
„Ik begrijp het al," mompelde Gabiron
i/de aankoopen van sinjeur Ludovic gaan
van avond met den trein weg."
Een tweede kist door den koetsier van
den burggraaf gedragen, daarna een derde,
en nog een vierde werden op de koets ge
laden. Op elke kist bewees een vierkant
wit plakkaat het bestaan van een adres.
z/Ik moet weten waarheen dat boelje gaat,
en aan wien het is geadresseerdhad Gabi
ron bij zichzelf gezegd.
Het denkbeeld kwam bij hem op om den
koetsier voor te slaan hem een handje te
helpen. Op die wijze zou hij ten minste
een der adressen hebben kunnen lezen. Maar
bij eenig nadenken oordeelde hijdat het
voorzichtiger was zieh niet te vertoonen.
Hij moest geen kans loopen den argwaan
van den kamerdienaar op te wekken. Noch
tans verliet hij het koffiehuis en volgde,
met de beide handen in de zakken, lang
zaam het trottoir tot aan de Rue de Cliehy.
In dien tusschentijd was de kamerdienaar
gaan zitten in de vigelante en had de koet
sier den bok bestegen. Een paar zweep
slagen zetten de paarden in draf. Het rij
tuig reed Gabiron rakelings voorbij. Maar
het sloeg niet rechtsaf, zooals hij vermoed
had, om de kisten te brengen naar het
Lyonsche stationRue Saint-Lazare het reed
het plein over en sloeg de Rue de Chateaudun
in. Er kon niet geaarzeld worden: men
moest den kamerdienaar volgen.
Gabiron wenkte een koetsierdie met
zijn leeg rijtuig voorbij reedstil te houden.
„Waarheen?" vroeg den koetsier.
„Waar die vigelante met twee paarden
en beladen met kistendaar vlak voor ons,
heen gaat," antwoordde Gabiron.
En het tweede rijtuig volgde het eerste
op den voet.
Na verloop van een kwartier kreeg Gabi
ron de zekerheid, dat Ludovic zijn koffers
bracht naar het Lyonsche station. En wer
kelijk, na de Place du Chateau d'Eau te
hebben overgestoken, reed de vigelante de
boulevards langs.
Even voordat men aan den boulevard
Mazas kwam, liet Gabiron zijn rijtuig stil
houden, stapte uit, betaalde den koetsier
en ging te voet tot aan het station. De
koetsier en twee sjouwers waren bezig met
de kisten af te laden. Twee er van waren
reeds op een der kleine wagentjes op vier
wielen gezetwaarvan men zich aan de sta
tions bedient om de vrachtgoederen weg te
rijden. Gabiron liep er even om heen en
verwijderde zich terstond. Hij was thans
voldoende op de hoogte. De kisten waren
voorzien van dit adres
Bureau Restant.
Den Heer De Sanzac.
te Mentone (Alpes Maritimes.)
„Als nu met deze gegevens die mijnheer
Rousseau niet tevreden is," sprak Gabiron
bij zich-zelf, toen hij het station verliet,
„is hij al heel moeilijk te voldoen."
Hij wierp een blik op de stationsklok.
Het was vijf uur tien minuten.
„Uitnemend," mompelde hij. „Het is
juist de tijd, en ik heb slechts eenige schre
den te doen."
Een oogenblik later bevond hij zich in
tegenwoordigheid van den graaf De Lasserre
en ontving hij de gratificatie van duizend
francs, in ruil voor de mededeelingen, die
hij kwam doen.
Zoodra Gabiron hem verlaten hadschreef
De Lasserre den brief, dien hij aan de
markiezin De Montperry had beloofd. Hij
bracht dien zelf op de post. Hierna keerde
hij naar zijn woning terugliet zijn eten
op zijn kamer brengen, en te acht uur
zat hij in den sneltrein van Parijs naar
Marseille.
XV.
Graaf De Lasserre vertoefde niet langer
te Marseille dan noodig was. Hij wachtte
er op het vertrek van den trein, die hem
naar Nice moest overbrengen. Het was vol
slagen nacht, toen hij in laatstgenoemde
stad aankwam.
Wordt vervolgd.)