NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
I&eze Courant verschijnt dagelijks, hehalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 5 t ent.
Zaterdag 6 Juni 1885, N°. 131.
ADVERTENTIE»:
Bureel: Sclieepmakerssteeg: (i.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
DE BOETVAARDIGE.
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden b 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenh contantzonder rabatper regel f 0.10.
199e Jaargang.
stadsnieuws.
Burg. en weth. gevenin overleg met
de coinmissiën van fabricage en van finan
ciën, den gemeenteraad in overweging gunstig
te beschikken op een adres van J. Van Veen,
tot het in het eigendom bekomen van een
gedeelte sloot, gelegen voor zijn eigendom
aan het Delftsche jaagpad, onder de ge
meente Zoeterwoude, ter grootte van 13
centiaren, tegen betaling van een koopprijs
ad f de centiare. Voorts adviseeren zij
gunstig op de adressen van R. J. Coronel
en A. II. Couturier, tot terugbetaling van
te veel betaald schoolgeld voor hunne kin
deren.
Ter benoeming van een regentes van het
H. G. of arme Wees- en Kinderhuis, wordt
door bh. regenten het volgend dubbeltal
voorgesteld: mevr. S. J. Zaalberg, geb.
Brutel de la Bivière en mevr. de wed.
P. C. Van Voorthuysengeb. Pleyte.
In de plaats van mej. G. M. Breebaartdie
tot 1ste onderwijzeres in de vrouwelijke
handwerken aan de scholen n°. 1 der 3de
en éde klasse is benoemdwordt door burg.
en weth. ter benoeming voorgedragen mej.
E. P. Loeber, als 2de onderwijzeres in de
vrouwelijke handwerken aan genoemde
scholen.
Nog is door het dagelijksch bestuur aan
den raad ter goedkeuring aangeboden een
staat bevattende verhoogingen voor enkele
posten der begrooting voor den dienst 1881,
tot een gezamenlijk bedrag van ƒ2162.02.
Ten gevolge van het voorstel van den
heer mr. J. Brediustot invoering van eene
contróle op de lichtsterkte van het gas, is
door hh. commissarissen der gasfabriek een
rapport dienaangaande uitgebracht, waarin
op duidelijke wijze eene beschrijving wordt
gegeven van de wijze waarop het onderzoek
naar de lichtsterkte aan de fabriek geschiedt
en ten opzichte van verschillende punten in
de gemeente, waar dat onderzoek plaats had,
waaruit blijkt, dat alle maatregelen welke
kunnen dienen om het gehalte en de licht
sterkte van het gas in alle opzichten vol
doende te houden, zijn getroffen, en zij
met volkomen zekerheid kunnen verklaren,
dat het tegen 6 ets te leveren product ge
heel wordt bereid en afgeleverd volgens
voorgeschreven gehalte, en zij niet de minste
vrees koesterendat de voorgeschreven licht
sterkte niet gehandhaafd zal worden. Er
bestaat dus naar de meening van de com
missie geen enkele aandrang tot zulke maat
regelen als het onderhavig voorstel beoogt.
Burg. en weth. kunnen zich met dit laatste
volkomen vereenigen en voegen er naar hunne
bescheiden meening de onnoodige verzekering
bijdat er noch bij hen noch bij den directeur
eenige toeleg hoegenaamd bestaat om in
strijd met de gegeven voorschriften gas te
leveren van minder deugdelijk fabrikaat of
onvoldoende lichtsterkte, ten einde de winst
der fabriek op te voeren.
Wat dit laatste punt betreft, willen zij
niet ontveinzen dat de toelichting van het
voorstel van den heer Bredius hun heeft be
vreemd. Zij herinneren zich niet ooit op
zettelijk nagelaten te hebben de besluiten van
den raad uit te voeren of te hebben ge
tracht op oneerlijke wijze de inkomsten der
gemeentekas te vermeerderen en evenmin,
indien wellicht deze of gene eene gegronde
klacht indiende, den klager te hebben afge
wezen met de ter kwade trouw geuite be
wering dat hijzelf wel de oorzaak zoude zijn
van hetgene waarover hij zich bezwaard ge
voelde.
Zij vertrouwen intusschen dat de heer
Bredius bij de openbare behandeling van zijn
voorstel in staat zal zijn aan te toonen op
welke gronden hij meent te mogen onder
stellen dat het college van dagelijksch be
stuur zich in dit bijzonder geval aan al deze
laakbare handelingen zal schuldig maken.
Wat aangaat de wederinvoering van de
contróle in het algemeen, komt het ook dit
college voor, dat het onderzoek naar de
lichtsterkte op voldoende wijze aan het doel
beantwoordt. Ook zoude de aanstelling van
een of meer met die controle belaste deskun
digen eene niet onbelangrijke uitgave ten
gevolge hebben. In aanmerking de vele
discussiën indertijd reeds over die zaak ge
voerd rekent het zich ontslagen van de taak
om daaromtrent thans in nadere beschou
wingen te treden, zijnde hunne meening
aangaande het overbodige van contróle op
het door de gemeente geleverd gas niet
veranderd. Het acht de behandeling van
dit voorstel te minder noodig, omdat het
alleen gegrond is op de prijsverlaging van
hot gas. De vrees toch dat het bestuur
der gasfabriek slecht gas zal leveren, ten
einde, niettegenstaande den verlaagden prijs,
dezelfde winst als vroeger te blijven behou
den schijnt volgens dit college de heer
Bredius bepaaldelijk tot de indiening van
zijn voorstel te hebben geleid.
Wijzende op de ongegrondheid van die
vrees en het ongemotiveerde van de boven
genoemde afkeurenswaardige praktijken, ge
ven burg. en weth. den raad in overweging
dit voorstel te verwerpen.
Aan het mathematisch-litterarisch exa
men voor aanstaande artsen en apothekers
te Groningen onderwierpen zich vijf leer
lingen van de 4e klasse der hoogere bur
gerschool alhier. Vier hunner hadden het
geluk te slagen, namelijk: H.J. F. Wanna,
P. De Graaf, P. L. Van der Harst en J.
T. Terburgh.
Hedennamiddag ongeveer half twee
uur kwam de landbouwer J. L., wonende
te Sassenheimmet een wagen met lammeren
van de Beestenmarkt rijden. Door een on
bekende oorzaak wendde liet paard zich
op eens naar den Morschsingelmet het
gevolg dat de bestuurder van den wagen
viel en bijna door een tweede zoude
overreden zijn. Een agent van politie greep
het paard en L. werd naar eene nabij ge
legen herberg gebracht. Het bleek echter
dat de man geen letsel bekomen had.
Zomerzorg opende 11. Dinsdag haar
zeven en veertigste jaar der zomerconcerten
en de muziek was even onveranderlijk als
Zomerzorg. Het is zeer gemakkelijk ieder
jaar van den lusthof, den aanleg, het kas-
tanjedak, den vijver met zijne goudvisschen,
de verlichting, het bekoorlijke oord; ieder
jaar van de hooge verdiensten der muziek
onder directie van den heer J, H. Völlmar
te gewagen; beschouwingen te geven over
het gunstige, min gunstige en in het ge
heel niet gunstige weer waaronder eenig
concert heeft plaats gegrepen, in den tuin
of in de zaal, waarbij „Moeder Natuur"
ter wille of niet ter wille van den onder
nemer gestemd was. Doch voor de zeven
en veertigste maal telkens hetzelfde en met
evenveel lof van ééne zaak op te geven,
zou waarschijnlijk eentoonig, zoo niet ver
velend kunnen genoemd worden. De avond
van den 2den was echter gelukkig zeer
zacht en kalm en de muziek, blijkens eenige
klassieke nommers, evenals de uitvoering,
onberispelijk; het bezoek met drie dames
of kinderen talrijk. Welk een genot wan
neer men een heel huishouden kan binnen
voeren en dan van muziek genietenDe
kinderen gedroegen zich dan ook héél zoet
en „taalden" er niet naar groen of bloemen;
zij keken of wezen slechts naar deze en
hielden de handen eerbiedig thuis. Ook
het wandelen als jeugdige prinsjes of prin
sesjes werd even eerbiedig nagelaten. Dat
de groote menschen geheel aandacht waren,
behoeft niet betoogd te worden. Reeds zeer
vroegtijdig, bijna met opoffering van het
middagmaal, begaf men zich naar gewoonte
met warme kleederen beladentegen eene
te verwachten Noordsche koude, naar Zomer
zorg om er eene goede plaats te bemeesteren.
En alles liep uitmuntend af.
Maar gisteren opende Musis Sacrum ook
weder hare zomerconcerteu bij den avond
met de muziek van liet 4e regiment infan
terie, onder directie van den heer H. A.
Grentzius. Ook déar was de avond bijzon
der zacht en kalm, zelfs warm en blijkens
het programma speelde de muziek er ver
scheiden hoog gewaardeerde nommers, zoo
als Le diamant de la Couronne van Dunk-
Ier, zeer verdienstelijk. Ook was er het
bezoek met een heel gezelschap van aan
verwanten, daar muziek een veredelenden
invloed heeft en niemand derhalve van muziek
mag verstoken blijven, zeer groot. Of ech
ter wel eens onderscheid gemaakt, met
grond over het gehalte van muziek geoor
deeld wordt, met reden toegejuicht of fou
ten aangewezen worden; of men niet dik
wijls optrekt naar plaatsen waar muziek ge
geven wordt, soms om den tijd te dooden,
is nog niet uitgemaakt. In ieder geval is
bij gebrek aan degelijke stof het luisteren
naar muziek toch nog altoos beter dan kwaad
spreken.
Bij de schietwedstrijd gedurende deze
week van wege het bond der rustende schut
terijen in Zuid-Holland te 's Hage gehouden
werd o. a. in categorie G. een prijs be
haald door den heer J. Van Bylandt te
Leiden, met 53 punten; in categorie H.
personeele wedstrijd op 150 meter door de
FEUILLETON.
29.)
Men voorziet nooit alle moeielijkhedeu
en het is slechts, als men ze kent, dat men
alle middelen kan gebruiken om ze te
overwinnen."
„Ge hebt mij het bedrag niet genoemd,
dat ik als gratificatie te geven heb."
Dat is geen verplichting; 't is een ge
bruik..."
„Ik ben niet van zins daarvan af te
wijken."
„Mijnheer Serpin bepaalt nooit het cijfer
van de gratificatie, mijnheer! U kan geven
wat u wil."
„Welnu," antwoordde de graaf„dan be
paal ik het bedrag vooraf. Als gij mij bin
nen de acht dagen de plaats hebt gemeld, waar
de burggraaf De Sanzac zich ophoudtgeef
ik duizend francs er bij."
De agent spalkte de oogen open. Hij
durfde zijn ooren niet gelooven.
„Duizend francs!" riep hij uit.
„Ja, duizend francs," herhaalde De Las-
serre, opstaande om den vertegenwoordiger
van den heer Serpin zijn afscheid te geven.
„Doe uw best om op de beloofde beloo
ning recht te hebben."
„Als mijnheer De Sanzac Parijs reeds
sedert een week had verlaten, zou ik u
stellig zeggenU zal binnen acht dagen
weten waarheen hij gegaan is. Maar hij is
pas eergisteren vertrokken. Indien hij een
beetje ver tuiten Frankrijk is gegaan, en
indien hij de plaats, waar hij zijn verblijf
nam, niet bepaald had, wat mogelijk is,
zal het wel vijf of zes dagen aanloo-
loopen eer hij behoorlijk ergens is geves
tigd. Eu dan nog, mijnheer! kan men
aannemen, dat hij onder weg zich hier of
daar ophoudt. Drie of vier dagen zijn spoe
dig voorbij."
„Dat is waar", antwoordde de graaf, het
hoofd schuddende.
„Ik elk geval, mijnheer!" hervatte de
agent, „kan u rekenen op mijn voortvarend
heid, waarbij nog komt mijn levendige be
geerte om u reden van tevredenheid te
geven."
De graaf antwoordde met een hoofdknikje.
„Voor het geval dat ik zekere inlichtin
gen u mede te deelen heb, zou ik gaarne
weten waar en hoe laat ik u vinden kan."
„Hier, eiken avond tusschen vier en zes
uren."
„Het kan ook gebeuren dat u mij iets
heeft te melden. In dat geval zou u kun
nen schrijven aan den heer Gabiron ik
ben Gabiron, firma Serpin en Co,, Cité
d'Antm."
Afgesproken."
„Tot weerziens, mijnheer Rousseau."
„Tot weerziens."
En de vertegenwoordiger van de firma
Serpin verliet de kamer.
De graaf De Lasserre sloot de deur en
ging weer zitten. Hij bleef lang in gepeins
verzonken. Het was donker geworden zon
der dat hij het bemerkte. Eindelijk hief
hij het hoofd op en mompelde:
„Laat ons wachten."
Den volgenden dag te negen uur nam
hij een vigelante reed naar het Wester-sta-
tion, Rue Saint-Lazare. Hij begon de na
sporingen, welke hij zelf wilde doen bij het
Wester-station.
Hij wendde zich achtereenvolgens tot alle
beambten, die in staat konden wezen hem
inlichtingen te verschaffen: aan dengeen,
die de plaatsbriefjes afgeeft, aan dengeen,
die de bagage inschrijft, aan de wachters
der wachtkamers. Men beantwoordde al
ziju vragen ontkennend, en hij vertrok met
de zekerheid, dat de gravin niet met de
Normandisehe lijn was afgereisd. Vervol
gens begaf hij zich naar het Noorder-station,
daarna naar het Ooster. De antwoorden,
die men hem gaf, lieten geen de minste
onzekerheid over: de gravin was met geen
der daar afrijdende treinen weggegaan. En
daar zij, toen zij het huis verliet, niet
meer den Lyonschen trein kon halen, was
zij dus vertrokken met den Orleansohen
trein. Want de graaf kon niet aannemen,
dat zij het overige gedeelte van den nacht
te Parijs gebleven was in een of ander
huis, om den volgenden ochtend eerst op
reis te gaan.
De Lasserre steeg weer in zijn coupé en
liet zich brengen naar het Orleansche sta
tion. Hij ging daar op dezelfde wijze te
werk ais op de andere stations.
Hier vernam hij eveneens, dat een geheele
coupé tot Vierzon was afgehuurd geworden
en waarschijnlijk door éen persoon; want
voor de vier plaatsen, die recht geven op
vrij vervoer van honderd twintig kilo bagage
had men maar een enkel stuk ingeschreven,
dat zes-en-twintig kilo woog.
[Wordt vervolgd.)