NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 5 Cent.
Dinsdag 19 Mei 1885. N°. 116.
ADVERTENTIEN:
Bureel: Sclieepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Bericliten.
Kostelooze Vaccinatie.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BOETVAARDIGE.
Leidsche ïiurant
2-=
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, it contant, zonder rabat, per regel/'0.10.
199e Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente LEIDEN brengen ter kennis van belang
hebbenden dat gelegenheid bestaat tol koste
looze vaccinatie en revacclnatle voor
onvermogendenin het lokaal der Stads-Waag
op eiken Woensdag. des namiddags te een
uur.
Leiden, 6 Februari 18B5.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Vergadering van den gemeenteraad van Leiden
op Donderdag 21 Mei 1885, des namiddags te
twee uren.
1. Benoeming van een lid der Commissie van
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Idem van een lid der Commissie van Financiën.
Idem van eene eerste onderwijzeres in de vrou
welijke handwerken aan de scholen n». 1 van
de 3de en 4de klasse. (60)
Idem van een derden onderwijzer aan de school
n°. 1 van de 4de klasse. (61)
Idem van twee leden van het Bestuur der
Practische Ambachtsschool. (55)
Verzoek van het Bestuur der Weerbaarheids-
vereeniging Neerlandia om vergunning tot het
gebruik van de Waag. (53)
Idem van J. Paulus, om terugbetaling van
schoolgeld. (54)
Voordracht betrekkelijk de benoeming van een
Archivaris. (57)
Verzoek van Gebr. Van Wijk en C0., om een
tapkraan en uitloozing te maken aan de Uiterste-
Sracht. (58)
iera van H. P. J. Van Wensen, omeenaan-
voerbuis te leggen aan den Zuidsingel. (58)
Idem van L. Van Es, om een stoep te leggen
aan de Janvossensteeg. (59)
Idem als voren van P. Van Hoon aan de Haar
lemmerstraat. (59)
Staat van af- en overschrijving op de begroo
ting, dienst 1885. (Kosten van het huis van
bewaring). (62)
Verzoek van L. Sillevis, te Leiderdorp, om een
boom te doen rooien aandenHoogenRijndijk.(63)
Idem van J. G. Noordman, ter bekoming van een
stukje gemeentegrond aan de Varkenmarkt. (64)
STADSNIEUWS.
Sommige nieuwspapierenen in na
volging van deze ook een alhier verschijnend
dagbladweten nu reeds mede te deelendat
door de Antirevolutionairen en Katholieken
bij de op handen zijnde verkiezing ter ver
vulling van het vacante lidmaatschap van
onzen gemeenteraad de heer F. J. Los can-
didaat is gesteld.
Die mededeeling is onjuist en voorbarig,
omdat over die vraag, wien men thans
naar den gemeenteraad zal afvaardigen
noch de kiesvereeniging „Nederland en
Oranje" noch die van „Recht voor Allen"
vergaderd, laat staan beraadslaagd heeft.
Volgens loopende geruchten schijnt bij boven
genoemde partijen wel het voornemen te
bestaan den heer Los tot candidaat te pro-
clameerenmaar zoolang dat voornemen niet
door een uiterlijk waarneembare daad een
zekeren vorm heeft verkregenheeft niemand
het recht de beslissing der bedoelde kies-
vereenigingen vooruit te loopen en van een
bepaalde candidatuur te gewagen.
Op een adres van het bestuur der
Weerbaarheids-Vereenigiug „Neerlandia" om
het gebruik van een der lokalen van het
Waaggebouw gedurende twee avonden per
week, geven burg. en weth. aan den ge
meenteraad in overweging gunstig te be
schikken, met dien verstande, dat daarvoor
een huurprijs worde betaald van ƒ10 per
jaar.
Ingevolge art. 9 van de statuten der ver-
eeniging „de Praktische Ambachtsschool"
wordt door het bestuur de volgende voor
dracht gedaanter benoeming van twee leden
der commissie van die schooldr. M. J.
De Goeje, aftr. lid, en dr.E. F. Van Dissel,
uit de leden van den gemeenteraad, en W.
A. Van Lith, aftr. lid, en P. J. Groen, uit
de leden van „Bouwkunst en Vriendschap."
Door het overlijden van jhr. W. J. C.
Rammelman Elsevier, de betrekking van
archivaris dezer gemeente vacant geworden
zijnde, adviseeren burg. en weth. aan den
gemeenteraad hen te machtigen tot het doen
eener voordracht ter benoeming van een
archivaris op eene jaarwedde van ƒ800 voor
den tijd van twee jaren. Het bestuur van
de Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde heeft zich naar aanleiding van deze
vacature met een adres tot den raad ge
wend waarin het bespreekt het hooge belang
dat de wetenschap heeft bij het openstellen
der verschillende archieven hier te lande.
Een gerucht, als zoude zich reeds stemmen
voor de opheffing van de betrekking van
archivaris in deze gemeente doen hooren,
noopte genoemd bestuur den raad in over
weging te geven, in plaats van tot de af
schaffing van het stedelijk archivariaat over
te gaan, deze veeleer tot eene blijvende be
trekking te maken. Ook zou het niet
gaarne zien dat deze betrekking aan eene
reeds bestaande werd verbonden. Door de
rijkheid en belangrijkheid tevens van het
archief zou een archivariaat als bijzaak hier
minder dan een halve maatregel zijn.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van
100, 50, 10 en 5 hectoliters, waten de hoog
ste prijzen ƒ35, ƒ18, 3.70 en ƒ1.85,
de laagste prijzen 35, ƒ18, ƒ3.70 en
ƒ1.85.
Ter vervanging van den door den ge
meenteraad tot waagmeester benoemden agent
van politie le kl. G. "Van Rijk, is tot agent
van politie le kl. bevorderd J. Den Nieu-
wenboer, agent van politie 2e kl., en tot
opvolger van dezen benoemd W. E. Vom
Hofe, agent van politie 3e kl.
In de plaats van den heer P. G. C.
Eigeman, die na veeljarigen dienst zijn ont
slag heeft genomen, is door het ooilege van
notabelen tot lid der gemeente-commissie van
het Ned. Herv. kerkgenootschap benoemd
de heer W. C. Mulder, architect alhier.
De Israëlietische gemeente alhier, wil
lende voorzien in een lang gevoelde behoefte
heeft besloten op haar aan den Vestwal ge
legen begraafplaats een lijkenhuis te doen
bouwen.
De vereeniging van den H.Vincentius
a Paulo is voornemens ten behoeve van de
arme huisgezinnen, die aan haar zorg zijn
toevertrouwd, een loterij te organiseeren.
In een door haar algemeen verspreide cir
culaire wekt zijwijzend op de ongunstige
tijdsomstandigheden, vooral drukkend voor
de armen, de ingezetenen op om door het
toezenden van prijzen en het nemen van
loten het humane doel der vereeniging te
helpen bevorderen. Met het oog op de om
standigheid, dat de tentoonstelling van in
gekomen voorwerpen en uitgeloofde prijzen
in de helft der maand September e. k. zal
gehouden wordennoodigt zij hendie
voornemens zijn een of ander in te zenden,
beleefdelijk uit de haar toegedachte prijzen
vóór dien tijd te doen toekomen aan het
gesticht der vereeniging, Hooglandscbe Kerk-
gracht of bij een van de leden der loterij-com
missie. Deze bestaat uit de navolgende
heerenJ. P. J. DriessenvoorzitterB. C.
Looyaard, penningmeester; J. P. P. Her
mans, Th. Van Meijel, N. Van der Spek,
G. Schlatmann, secretaris.
Wij hopen, dat vele stadgenooten aan de
hun gedane opwekking zullen gevolg geven.
Op 6 Mei jl. is alhier ter zake krank
zinnigheid aangebonden de zich noemende
doctor Charles Wieprecht, arts, 28 jaren,
geboren te Londen en laatstelijk wonende
te Oxford, die, op het einde der maand
April jl. in de gevangenis té M. Gladbach
gedetineerd, vandaar wegens krankzinnig
heid, althans volgens zijn verhaal, is overge
bracht naar een krankzinnigengesticht te
Coblenz of Mainz. Hoewel hij zegt vreem
deling te zijn, is het aan te nemen dat hij
Nederlander is, daar hij de Nederlandsche
taal zeer nauwkeurig spreekt en schrijft.
Men vermoedt dat hij zich onder een val-
schen naam voordoet. Hij is klein en tenger
van postuur, heeft een bleek en mager aan
gezicht, een donkerblonden knevel en dito
haar en draagt fatsoenlijke heerenkleeding.
De commissaris van politie alhier verzoekt
omtrent dien persoon inlichtingen, zoowel
wat betreft zijn identiteit als zijn antece
denten.
De minister van binnenl. zaken brengt
ter algemeene kennis, dat het rijks-museum
van schilderijen in het Trippenhuis te Am
sterdam, met ingang van 18 Mei a. s.
voor het publiek gesloten wordt.
Z. M. de koning is Donderdag-middag
te 2.10 uur te Karlsbad aangekomen. Het
D. v. Z. en 's Gr. ontvingen dienaangaande
de volgende particuliere correspondentie
„De extra-trein werd persoonlijk geleid door
den hoofdinspecteur Hartig. Hoewel Z. M.
volstrekt incognito reist en dus geeuerlei
ceremonieele ontvangst verwachtte, was de
chef der politieke autoriteiten, ridder Von
Kamers, aan het station om den vorst zijn
opwachting te maken. „In het gevolg van
FEUILLETON.
14.)
Helène De Noirmont was onvergelijkelijk
schoon. Noch te groot, noch te klein, had
rij een fijne, slanke, buigzame gestalte,
een heerlijken glans en bekoorlijke schouders.
Haar halverwege ontbloote, albasten armen
eindigden in kleine bevallige handjes met
spitse vingerswier toppen van rooskleu
rige nagels waren voorzien. Donker bruine
haren bekransten haar voorhoofd. Zij had
een kleinen mond; hare roode lippen, een
weinig te dik misschien, maar altoos lachende,
lieten het vlekkelooze glazuur doorschemeren
van twee rijen prachtige tanden. Hare roode
wangen hadden de frischheid der lente. Haar
neus, met doorschijnende en bewegelijke
neusvleugels, was volmaakt van vorm. Hare
fijne, bekoorlijke, omzoomde, doorzichtige
als hare wangen licht rood getinte ooren,
waren twee wonderwerken.
Maar wat bij haar boven alles aantrok,
verleidde, boeide, betooverde, dat was de
uitdrukking van reinheid en zuiverheid van
ziel, de aanvalligheden van haar engelachtig
figuur en nog meer de onbeschrijfelijke,
maar aanbiddelijke blik, die tusschen haar
lange oogwimpers uit haar groote heldere
oogen schoot.
Geen der zeldzame volmaaktheden van
Helène De Noirmont ontging graaf De
Lasserre.
Toen men een weinig later het salon ver
liet om een wandeling in het park te doen,
totdat het etensuur zou slaan, bood de graaf
Helène den arm.
„U heeft een heerlijke stem," dus sprak
hij tot het jonge meisje, „en u zingt be-
tooverend. Het is een voorrecht u te hooren."
„Ik weet dat u een goed musicus is,
mijnheer," antwoordde zij. „Ik voel mij
dus door uw lofuiting gevleid. Maar u
overdrijft wel wat mijn zwakke verdiensten."
„Mejuffrouw," hernam de graaf met
warmte, „u bezit een zeldzame eigenschap,
en die ik op den hoogsten prijs stel: de
zedigheid."
Noor het eerst van zijn leven toonde De
Lasserre zich beleefd, vriendelijk en voor
komend jegens de dames. Gedurende
den maaltijd was hij bijzonder opgewekt.
Begeerig om hem aan haar gezelschap te
doen kennen, deed de markiezin haar best
hem aan het praten te houden. Door zijn
kennis, zijn geest en zijn welbespraaktheid,
wist hij aller aandacht te boeien en aller
belangstelling te wekken.
Het feest werd met een bal besloten.
Zijn leeftijd en deftigheid van wetenschap
pelijk mensch vergetende, sprak De Lasserre
tot de gravin
„Om u te bewijzen dat ik niet meer men-
schenschuw ben, ga ik dansen."
En hij danste.
Wij behoeven niet te zeggen, dat hij
jegens Helène De Noirmont in het bijzon
der zich allervoorkomendst toonde.
In den geestestoestand, waarin hij ver
keerde sedert eenige dagenwas er niet veel
noodig om zijne verbeelding te overspan
nen en hem in geestdrift te brengen. Hij
had het jonge meisje hooren zingen. Zij
had hem geroerd. Daarna, wel verre van
te beproeven zich te onttrekken aan den
indruk, op hem door haar schoonheid
teweeggebracht, had hij integendeel zijn gan-
sche aandacht aan haar gewijd. Hij kende
haar pas sinds eenige uren en reeds be
minde hij haar.
Men ging laat ter rust. In weerwil daar
van was de graaf aan de slapeloosheid ten
prooitot aan het aanbreken van den dag.
Hij hoorde altoos de muziek in zijn ooren
ruisehen. Onophoudelijk stond Heléne's
beeld hem voor de oogen. Soms zag hij
haar met schoone witte vleugels aan de
schouders vastgehecht als een Seraphyn
altoos door hoorde hij haar zingen: „De
liefde alleen schenkt waar geluk!"
De graaf stond toen op, kleedde zich
verliet zijn kamer, en ging in het park een
sigaar rooken en wandelen.
Toen hij vermoedde, dat mevrouw De
Montperrey op was, keerde hij naar het
kasteel terug. En werkelijk een oogenblik
te voren had de markiezin om haar kame
nier gescheld. De graaf liet haar vragen
of zij hem ook ontvangen kon. De mar
kiezin liet antwoorden, dat zij den graaf
verzocht naar haar boudoir te gaan en dat
zij daar binnen een paar minuten zou
komen. En werkelijk een minuut of vier
later zag hij haar binnentreden.
VII.
GRAAF EN MARKIEZIN.
„Al op, waarde graaf!" dus sprak de
markiezin hem aan.
„Ja, en reeds heb ik wat gewandeld in
uw park."
Wordt vervolgd.)