NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A i 0 i 1 E 1 E i T:
Prijs per Nummer 5 Cent.
Maandag 18 Mei 1885. N°. 115.
ADVERTE1TIEM:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten.
DE BOETVAARDIGE.
13.)
beiden
rek
Aan!
rd.
Lei^
5
7.1
0»
8.5
5
lo.s
«t
II-
5
12,1
3f
2.0
5»
3.1
5
4.<
0
6.1!
3f
■M
5*
8.11
9.0
J*
9.(1
10,01
12.11
Leidsche Courant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel/'0.10.
199' Jaargang.
SCHUTTEItïïJ.
BURGEMEESTER «n WETHOUDERS tan LEIDEN
doen te wetendatter voldoening aan de wet van
den 11 April 1827 {Staatabl. n°. 17), een aan
vang val worden gemaakt met de inschrijving voor
den "Schutterlijken dienst, van degenen welke daartoe
dit jaar in de verplichting vallen.
Dat dere inschrijving zal geschieden in tien afzon
derlijke registers, mei dien verstande, dat de per
sonen, geboren in 1851 tot 1859 ingesloten, welke
xich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit
andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waar
onder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de
laatste inschrijving hun paspoort verkregen en zich
alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk
en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving
gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen worden in
geschreven achter-in de registers, waartoe zij volgens
hunnen oaderdom behooren; terwijl de geborenen
in het jaar I860 zullen worden geplaatst in een
nieuw register, te weten: het eerste van den jare
1885 cn het tiende, of dat der geborenen in 1850,
van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de
vrijgestelden of uitgeslotcnen te behooren, en dus ook
niet die personen, welke reeds hun Ontslag uit den
Schutterlijken dienst hebben hekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5
van het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828
[Staatsbladn'. C), zullen worden geopend op Vrijdag
den 15 Mei aanstaande, en op Maandag den 1 Juni
daaraanvolgende zullen worden gesloten.
Dat derhalve de personen, welke zich vdór gemelde
sluiting op den len Juni niet hebben doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen
wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd heb
bende vreemdelingen, alsmede de militairen, welke
hun finaal ontslag hebben bekomen en niet weder
zijn in dienst getreden), bij ontdekking, alsnog ach
ter de teekening tot sluiting, door het Hoofd van
de Uegeeringaan het einde van het register te plaatsen,
zullen worden ingeschrevenmet bijvoeging van het
woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den
Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarenboven dadelijk, zonder lotingbij
de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er,
tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot
vrijstelling of uitsluiting te hunnen aanzien heslon-
den; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun
ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse ge
bracht te worden; alles onverminderd zoodanige straf
bepalingen als, uit krachte der wet van den 31
December 1832 Staatsblad n°. 67), op hen moch
ten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel
hij niet van een geboortebewijs voorzien is, voor hen
welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen afha
len ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke
stand), van heden af, van des voormiddags 9 tot
namiddags 4 urenterwijl zij, welke elders geboren
zijn, zich dat bewijs vóór de inschrijving zullen moeten
aanschaffen zullende een ieder verantwoordelijk zijn
voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner ge
boorte-akte, door eene verkeerde opgave van het ge
boortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt her
innerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen moe
ten opgeven hunne woonplaatsbenevens het straat-
nominer hunner woninghun beroep en dat hun
ner ouderszoo die nog in leven zijn, alsmede den
tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschre
venen gehuwd of ongehuwd zijnen in het eerste
geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand om
zich van een ex tract uit het huwelijksregister te voor
zien, om daarop door den heer der gebuurte, in wiens
gebuurte zij wonen, het getal hunner kinderen te
doen cerlificeerenten einde daarvan bij de inschrij
ving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte
dier huwelijks-extracten van heden af worden geva
ceerd ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burger
lijke stand), van des voormiddags 9 tot 's namiddags
4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt
opgeroepenom zich te vervoegen in een der ver
trekken van het Raadhuisen wel
Op Vrijdag den 15 Mei 1885,
de bewoners van Wijk I, II en III;
Op Zaterdag den 16 Mei 1885,
de bewoners van Wijk IV en V
Op Maandag den 18 Mei 1885,
de bewoners van Wijk VI, benevens de bewoners
van de buitenwijk;
Op Dinsdag den 19 Mei 1885,
de bewoners van Wijk VII en VIII;
telken dage van des voormiddags 10 tot des
namiddags 2 uren;
met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich
stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten
einde men zich niet te wijten hebbe de gevolgenwelke
uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende
wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen
liggen, en de dagen der loting, welke volgens de
wet, vóór den 1 Juli aanstaande geheel zal moeten
zijn afgeloopen, nader worden hekend gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. M*.
besluit van den 7 September 1828 Staatsbln°. 55)
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd
of als weduwenaar met kind of kinderen, in het
afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit
dien hoofde in de tweede klasse van de algetneene rol
der Schutterij te worden gebrachtdoch sedert dien
tijd, door het overlijden van hunne vrouwen of kin
deren, de bevoegdheid hebben verloren om in die
klasse te verblijven, en dus alsnu in de cc-rste klasse
der voor dit jaar op te maken algemecne Schutters-
rjl geplaatst moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te
gevenof zich daartoe ter secretarie aan te melden
des voormiddags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van
aanvang der inschrijvingen dus uiterlijk tot den 13
Mei aanstaande; zullende, wanneer deze kennisge
ving door den belanghebbende mocht zijn verzuimd,
en hij dientengevolge niet hij de Schutterij zou zijn
ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces-
verhaal tegen hem moeten worden opgemaakt en aan
de Rechtbank ingezonden ten einde op de nalatigen
loe te passen de strafbepaling van art. 1 der wet van
den 6 Maart 1818 Staatsbln°. 12), houdende eene
geldboete van ten hoogste ƒ100, en eene gevangenis
straf van ten langste veertien dagen, hetzij afzonderlijk,
of wel beide straffen te zarnen genomen.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing
in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
DE KANTKR, Burgemeester.
Leiden, 1 Mei 1885. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Leiden; brengen bij deze Ieralgemeene kennis
dal de brug 3n de Groenestecg over de
Waardgracht, wegens herstelling, gedu
rende acht dagen, aanvangende op Maandag
18 Met aanst. voor rij- en voertuigen zal
zijn afgesloten.
Leiden, den 16 Mei 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
ITAD§NIEUW§.
Zooals wij reeds vroeger vermeld hebben,
is door eenige aanzienlijke dames dezer ge
meente een //Vereeniging tot verzorging van
kleine kinderen" in het leven geroepen.
Blijkens de circulaire, die door ben de
vorige week algemeen te dezer stede ver
spreid werd, zal de voorloopige werkkring
der vereeniging bestaan in de stichting van
een bewaarplaats voor kinderen beneden den
leeftijd van drie jaren, die, met het oog
op de hier talrijk voorkomende gevallen,
dat ook de moeders door werkzaamheden
buitenshuis tot het onderhoud van het ge
zin moeten bijdragen, geheel of ten deele
van een goede verzorging verstoken zijn. -
Het voornemen schijnt te bestaan dien
werkkring uit te breiden tot het verschaffen
van warme spijzen, van frissche lucht en
beweging voor kinderen ouder dan drie
jaren, wanneer eventueel de vereeniging in
een staat van bloei verkeeren mocht.
In weerwil dat het geacht bestuur der
vereeniging de plaatselijke pers in deze
aangelegenheid is voorbijgegaan, zoodat de
Nieuwe Rotterdamsche courant van de op
richting der vereeniging het eerst kennis
droeg en bericht gaf, kunnen wij, trouw
aan onze roeping alle edele en nuttige in
stellingen, die hier bestaan of ontstaan,
door openbaarheid en aanprijzing te steu
nen, niet nalaten onze warme ingenomen
heid met het beoogde doel aan den dag te
leggen, en Leidens burgeressen, die ter
verwezenlijking van dat loffelijk doel het
initiatief genomen hebben, onzen dank te
betuigen.
Met hen zijn wij van oordeel, dat ver
zorging van kinderen in hun eerste jeugd
een heilzamen invloed zal uitoefenen niet
slechts op de huidige ontwikkeling van
deze, maar ook op de toekomstige vorming
van een volgend geslacht.
En wat in dezen niet het minst mag
wegen is de omstandigheid, dat de moei
lijke taak, welke de arbeidende klassen in
deze gedrukte tijden te torsen hebben
eenigszins verlicht zal worden.
Wegens het onmiskenbaar groot nut,
hetwelk de instelling van een bewaarplaats
zal afwerpen, spreken wij den wensch uit,
dat de ingezetenen dezer gemeente aan de
hun gedane uitnoodiging toe te treden tot
bovengenoemde vereeniging in grooten ge
tale zullen gevolg geven, opdat de stichting
verzekerd zij.
Wij veroorloven ons de vrijheid aan dien
wensch een praktischen wenk toe te voegen.
De hoofdstad en de hofstad, Amsterdam
en den Haag, beide leeren ons, hoeveel
een fancy-fair, wanneer die maar goed ge
organiseerd en geexploiteerd wordt, kan
opleveren.
Zou het tot stijving van de kas der ver
eeniging, opdat de zaak zoo spoedig en
krachtig mogelijk haar beslag verkreeg, niet
doeltreffend zijn bij gelegenheid der aan
staande studentenfeesten met het oog op
FEUILLETON.
Maar de vreugde van u weder te zien,
doet mij mijn eerste plicht van vrouw des
huizes vergeten. Ge moet wel trek hebben
om iets te gebruiken!
.Neen, neen! ik heb te Tours wat ge
geten."
//In dat geval hebt ge slechts aan uw
toilet te denken. Ga u dus spoedig klee-
den; maar haast u wat. Ik wil u dade
lijk aan mijn gasten voorstellen."
De markiezin wendde zich tot een knecht
en zeide:
//Breng de graaf De Lasserre in de kamer
van Diana."
Terwijl de graaf bezit nam van zijn ver
trek en zich kleedde, meldde de markiezin
aan haar genoodigden de aankomst van graaf
De Lasserre,
De weinige personen, die den geleerde
kenden, poogden hun verbazing niet te ver
bergen.
z/Maar", hervatte de markiezin,//als mijn
heer De Lasserre een geleerde, dat wil zeggen
een ernstig en zelfs i stug mensch iszal hij
ons evenwel niet beletten ons te vermaken.
Daarenboven is hij een uitmuntend musicus
en hoort heel gaarne zingen.
„Laat ons zien", ging zij voort, zich tot
een jong meisje richtend, //juffer Helène!
ik geloof dat het uw beurt is om voor ons
iets te zingen."
z/Ik laat mij niet bidden, mevrouw!"
antwoordde het jonge meisje opstaande. //Zou
u mij wel willen zeggen, wat u wenscht
te hooren?"
;/Ja zeker, lief kind! en als je er niets
tegen hebt, moest ge ons eens die romance
laten hooren, die gij onlangs voor mij hebt
gezongen en die ik zoo mooi vond."
Wat de bloemen mij leerde''
„Ja."
Het jonge meisje ging voor de piano zitten,
en terwijl zij zich-zelve accompagneerde,
zong zij met een verrukkelijke stem en uit
gelezen smaak het eerste couplet der romance.
/Prachtig, prachtig!" klonk het van alle
kanten, terwijl men in de handen klapte.
Onder het preludium van het tweede
couplet ging de deur van den salon zacht-
kens open en verscheen graaf De Lasserre
op den drempel.
Doch op een wenk, dien de markiezin
hem gaf bleef hij roerloos staan en leende
het oor om te luisteren.
Wat vernam hij? Woorden die hem gre
pen tot in de ziel. De dichter schilderde
hoe het niet voldoende was voor een jong,
schoon en bewonderd meisje om te schitteren
op een baldat het menschelijk hart hooger
behoefte had en hooger eischen stelde; en dan
volgde het refrein:
De liefde alleen schenkt waar geluk,
Dat leerde ik van de bloemen.
Nieuwe toejuichingen deden zich hooren,
nog luider en langduriger dan straks.
De graaf had geluisterd met verrukking,
geheel onder de bekoring van de liefelijke
en melodieuse stem van het jonge meisje.
En toen zij met een niet weêr te geven uit
drukking de laatste regels zong, voelde hij
zijn hart bonzen in zijn borst.
Drukten die verzen niet al zijn gedachten
uit? Het scheen hem of die woorden,
welke hij gehoord had, voor hem geschreven
waren, en dat het jonge meisje het couplet
alleen voor hem gezongen had.
Evenwel was de markiezin opgestaan. Zij
trad op den graaf toe, vatte hem bij de
hand, en hem tot midden in den salon met
zich voerende, sprak zij:
,/Heeren en dames! ik gevoel mij ge
lukkig u den graaf De Lasserreeen mijner
beste vriendenvoor te stellen.
Aller blik vestigde zich op hem. Drie of
vier personen kwamen hem een hand geven.
Met meer ongedwongenheid dan men wel
van hem verwacht zou hebbengroette hij
de dames, die hem met vriendelijke lachjes
beantwoorden.
z/Maar het is niet meer dezelfde man,"
sprak de markiezin bij zichzelve „Hij is
geheel veranderd."
De graaf naderde de zangeres.
//Mejuffrouw", dus sprak hij met een
lichte trilling in zijn stem„ik wil hier geen
vreugdestoorder wezen, en het zou mij erg
leed doenals ik de dames en de heeren
beroofde van het genot om u te hooren. Als
ik u dus verzoeken mag, heb de goedheid
voort te gaan."
„Ja, ja, lieve Helène," sprak de mar
kiezin, „het derde couplet."
De graaf verwijderde zich op een kleinen
afstand. Maar hij ging zoo staan, dat hij
het gelaat van het jonge meisje goed kon
zien en al haar bewegingen waarnemen.
Deze zong, met een kleur als vuur, het
derde couplet der romance.
Wordt vervolgd.)