m^é je: jb sa - je: a w n A. m tt. BUITENLANDSOHE BERICHTEN. raadzoodat zij die voor spotprijzen van de hand doen. Aan de Klundertsche haven is op het droge gespoeld een kinderlijkje, dat blijk baar reeds verscheidene dagen in het water had gelegen. De justitie doet onderzoek; uiterlijke teekenen van misdaad waren niet te bespeuren bij de schouwing. Te Leur had eergisteren eene hevige vechtpartij plaats, met dit gevolg dat zekere B. ernstig gewond werd. J. v. N., die hem verschillende messteken toebracht, is, na kort geleden uit de gevangenis te zijn ont slagen opnieuw gearresteerd. De toestand van den gewonde is niet hopeloos. Misbruik van sterken drank schijnt ook hier weer aan leiding te hebben gegeven tot het ergerlijke tooneel. De N. R. Cl. geeft het volgende staaltje van slim overleg: Een kastelein te Reuzel, die tevens eene kruideniersaffaire heeft, welke onmiddellijk met het dranklo kaal in verbinding stondachtte zich verplicht, volgens de voorschriften der drankwet, in zijn dranklokaal zoodanige verandering te brengen, dat er geene gemeenschap met de andere affaire kon plaats vinden. De deur van het bedoelde lokaal werd daarom dicht gespijkerd. Maar nu ontdekte onze snuggere waard, dat het dranklokaal niet aan zijne roeping kon beantwoorden, daar er geene gelegenheid was om het binnen te treden. Op welke wijze zou hij nu de gasten binnen kunnen krijgen Fluks komt eene gedachte bij hem op, en van de gedachte tot de daad over gaande, nam hij een der buitenramen uit en zette eene ladder legen den muur. Daar langs ziet men nu de stamgasten, vreemdelingenkastelein en huisgenooten op en afklimmen, de één om zijn glaasje te ver orberen de ander om te tappen. 's GKAVË\II VCE. Door Z. M. is vergunning verleend tot aanneming van het ordeteeken 4e kl. van het Borstbeeld van den Bevrijder, aan den heer M. De Veer, oud-districtscom missaris in Suriname, en aan dat der 3e kl. aan de heeren E. D. E. Van den Bossche, oud-gezaghebber vail St. Martin, Nederlandsch gedeelte, W. E. Boijé, en A. D. Jesurun, geneesheer, beiden op Curasao, hun door den president der Vereenigde Sta ten van Venezuela geschonken. Door Z. M. is mr. J. C. Naber, te Amsterdam, benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de rijks universiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in het Romeinsche recht en zijne ge schiedenis, en mr. M. S. Pols, hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan ge melde universiteit, tijdelijk belast met het geven van ouderwijs in het oud-vaderlandsch recht en zijne geschiedenis. Door Z. M. is benoemd tot kanton rechter te Sittardmr. A. Th. H. G. baron Van Lamsweerde, thans griffier bij het kan tongerecht aldaar, en is aan den commies aan het departement van waterstaat, handel en nijverheid E. R. Van Weideren baron Rengers toegekend de titulaire rang van hoofdcommies. Voorts is aan C. Van de Weijergeboren te Tessenderloo (België), mits hij overigens aan de bij de wet ge vorderde vereischten voldoet, vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs hier te lande. De luitt. ter zee le kl M. J. P. Westveer en W. Romer, de luitt. ter zee 2e kl. W. P. Coofhaas en W. Noorduyn en de officier van administratie 2e kl. A. In een der laden van het kleine meubel, waarover we reeds spraken, vond hij de juweelen en kostbaarheden, welke hij de gravin had ten geschenke gegeven voor haar huwelijk en die, welke hij later voor haar had gekocht. Geen enkel stuk ont brak er. De trouwring zelfs was in het doosje. Er lag daar voor een waarde van meer dan drie-honderd-duizend francs aan diamanten en andere kostbare steenen, een klein fortuin. In een kabinetje, grenzende aan de kamer, hingen de japonnen der gravin aan de kap stokken. Haar lijfgoed, haar linten en kan ten, alles was in een groote kast netjes bijeen. De graaf was weldra overtuigd, dat de gravin niets had meegenomen dan de klee- ren, welke zij aan had, en waarschijnlijk in een handkoffertje een weinig linnen. Zeker had zij niet veel geld bij zich, toen zij vertrok. Op zijn hoogst kon zij een honderd of wat francs hebben gehad. Ten opzichte hiervan, wist hij waar hij zich aan te houden had. Hij had nooit W. Van den Worm, uit Oost-Tndië in Ne derland teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. De minister van financiën geeft ken nis, dat door hem eiken Donderdag des middags te 12 uren, aan het lokaal van het departement van financiën, zullen worden ontvangen diegenenwelke hem over zaken het gezegde departement betreffendewen- schen te spreken. Op het bekende bezwaarschrift der Haagsche afdeeling van de Ned. Vereeniging tegen de Prostitutie aan den Koning, vra gende vernietiging van een paar artikelen der Haagsche verordening op het toezicht, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken, namens Z. M.geantwoorddat de Raad van 's Gravenhage die verordening in het belang van de openbare orde en gezondheid heeft vastgesteld, krachtens de bevoegdheid hem uitdrukkelijk bij art. 135 Gemeente wet verleenddat de bestreden artikelen niet strijden met de wet of het algemeen belang; dat de beperking der vrijheid van doen en laten door de verplichting, aan publieke vrouwen opgelegd, om zich in zekere geval len te doen onderzoeken en te doen verple gen in een ziekenhuis niet strijdt met de algemeene vrijheid, aan de ingezetenendoor art. 2 B. W. gewaarborgd, omdat zij een voorwaarde is tot het uitoefenen van het eerloos bedrijf, dat deze vrouwen vrijwillig kiezen, en waardoor zij de gezondheid van anderen ingevaar brengenen dat de tweede afdeeling een voorzorgsmaatregel tegen ver spreiding van een besmetting is en niet strijdt met het belang der lijderes om weder gezond te wordenzoodat er geen termen zijn om aan het verzoek te voldoen. Gisteren had zich voor het hof ter zake van moedwilligen manslag te verant woorden de arbeider H. 't M., uit Rockanje. Uit het onderzoek dezer zaak bleek, dat deze besch. wel eens door de jongelui uit zijne medeingezetenen werd bespot en dat hem een bijnaam was gegeven, waarop hij niet zeer gesteld was. In den nacht van 31 Dec. op 1 Jan. jl. begaven eenige jonge lieden zich huiswaarts en passeerden de wo ning van den besch. Daar schijnt eenig ge weld gemaakt te zijn, waardoor diens drift werd opgewekt. Onder bedreiging van te zullen schieten, wanneer men hem niet met rust liet, gaf hij aan zijn voornemen, zon der dat men eenig geweld had aangedaan terstond gevolg en loste een schot uit «en met los kruit geladen geweer, dat hij vooraf nog van eenige ganzenhagels had voorzien, in de richting waarin hij de jongens had hooren wegloopen. De loop van zijn geweer had hij geplaatst tusschen de rietmatten, waaruit een tochthuisje voor zijne woning was zamengesteld. Besch. had daarna de deur van zijne woning gesloten en was toen naar bed gegaan. Een van de jongelieden E. S. genaamd, was na het schot op den dijk neergevallen en werd eerst in de wo ning van een hunner gebracht, maar later naar zijns ouders huis vervoerd. Eerst den volgenden dag werd ontdekt, dat S. aan de linkerzijde van den hals eene wonde had en bij het geneeskundig onderzoek bleek, dat het eene geschoten wonde was. De hem verleende hulp mocht niet baten, den 2en Jan. overleed J. S.eerst 18 jaren oud. Besch.die het deed voorkomen alsof hij van de jongelui veel te verduren had gehad, bekende het geweer te hebben afgeschoten alleen om schrik aan te jagen of een schamp schot toe te brengen, doch niet met de bedoe ling om iemand te dooden. geweigerd zijne vrouw het geld te geven, dat zij vroeg. Maar de gravin was niet veeleischend en als zijwat trouwens zel den gebeurde, aan haar man zeide: ,/ik heb geld noodig" en deze haar tot bescheid gaf: ;/neem zooveel als je wilt," maakte zij altoos met groote bescheidenheid van dat verlof gebruik. Dus was de gravin vertrokken met niets of zoo goed als niets. En de graaf De Lasserre was gedwongen dit te erkennen. Zag hij daarin een bewijs van overdreven kieschheid? Misschien. Maar hij gevoelde een nieuwe en diepe smart. Hij zou onge twijfeld liever gewild hebben dat zijne vrouw alles had meegenomen. z/Ik begrijp er alles van," zeide hij met bitterheid. De andere is rijk. O, voor haar en voor mijwelk een schande 1 Mijn kind, mijn eigen kind, zal dus ge kleed, gevoed worden door dien kerel! Is God rechtvaardig! Is Hij het! Maar wat voor kwaad heb ik dan in mijn leven be dreven om zoo zwaar te worden gestraft?" Te half twaalf, toen men hem kwam Adv.-gen. mr. Bijleveld geloofde, dat de bekentenis van besch., door van elders ge bleken omstandigheden voldoende was be vestigd, was het met de deskundigen van gevoelen eens, dat de dood het gevolg was van de toegebrachte verwonding en eischte, met aanneming van verzachtende omstan digheden, de veroordeeling van besch. tot 2 jaren celstraf. Na verdediging door mr. Van Geuns werd de uitspraak bepaald op Zaterdag aanst. In de Bagijnestraat werd gisterennacht eene vrouw door haar man op ergerlijke wijze mishandeld. De vrouw had haar man daar uit een verdacht huis gehaald, waarop de echt genoot haar zijn spijt, en boosheid op gevoe lige wijze door slaan en trappen te kennen gaf'. Op het geroep van „moord" werd de vrouw ontzet en naar haar woning ge bracht. De bliksem is eergisterenmiddag langs de telephoon ingeslagen in het Gebouw der Ned.-Ind. spoorwegmaatschappij op de Bees tenmarkt alhier. Er ontstond gelukkig geen brand. ESKiELAND. In het lagerhuis deelde lord Edmund Fitz Maurice gisteren het volgende mede: De heer Ridgeday is benoemd tot hoofd der commissie voor de Afghaansche grens regeling. De Belgische regeering richtte tot onze regeering een verzoek om deel te ne men aan de conferentie over de suikerpre mie welke in de aanstaande maand December zal gehouden worden. Wij antwoordden, dat onze deelneming zal afhangen van de vraag, of de andere lauden, welke bij die premiën zijn betrokken, vertegenwoordigers zullen zenden. Naar wij vernemen, is de conferentie hierna verdaagd. Volgens een telegram uit Teheran, gisteren te Londen ontvangen, hebben de Russeu Pendjeh door eene kleine afdeeling met 4 kanonnen doen bezetten. De Sarakhs- Turkomannen hebben zich openlijk aan Rus land aangesloten. De Afghaansche troepen, die bij Bala-Moerghab liggen, hebben de beloofde soldij niet ontvangen en zijn daar over ontevreden. De president van Columbia heeft den Columbiaanschen gezant te Washington be richt, dat de orde in zeven van de negen staten der republiek hersteld is. De Columbiaansche regeering heeft thans op de landengte van Panama den staat van beleg doen afkondigenals het beste middel om de orde te verzekeren. Admiraal Jouett, van de Vereenigde Staten, heeft bevel ontvangen, terstond de garnizoenen uit de bezette steden terug te trekken, als dit zonder gevaar geschieden kan. Te Culebra is Zondag onder de troepen van J amaïca een opstand uitgebrokende Columbiaansche troepen, die de orde kwamen herstellen, zijn eerst ontwapend, maar toen in grooten getale teruggekeerd terwijl die van Jamaica sliepen, en hebben eene groote slachting onder dezen aangericht. Eene latere dépêche van Panama meldt, dat tusschen Columbia en de Vereenigde Staten een tractaat gesloten is op grond van een gemeenschappelijk protectoraat en gemeenschappelijk recht van toezicht op de landengte. (D. v. N. nt VVKlt lJ K. De kamer van afgevaardigden heeft berichten, dat het ontbijt gereed was, had hij rijpelijk overwogen wat hem te doen stond. Zijn besluit was genomen. „Ja," mompelde hij met een hartver- scheurenden glimlach „ik moet eten ik moet leven Onze menschelijke natuur heeft hare eischen Hij begaf zich naar de eetkamer en zette zich aan tafel. Hij kon een dof gekreun niet bedwingen, toen hij alleen daar geze ten was, waar iederen dag de gravin en de min, met de kleine Lucie op haar schoot, mede aanzaten. De min had begrependat nu haar lieve voedsterling er niet meer waszij geen recht meer had om aan de tafel haars meesters plaats te nemen. De graaf had geen eetlust. Met beklemd hart en de tranen in de oogennuttigde hij het vleugeltje van een kip, en dronk een half glas Bordeaux. Dat was alles. Hij liet zijn koffie staan. Om een uur liet hij de dienstboden roe penen, toen allen voor hem in de zaal vereenigd waren, sprak hij hen aldus aan: het wetsontwerp, betreffende het tracts met Huë, aangenomen met 808 tegen 5' stemmen. Volgens een Parijsch correspond!) der Intl. Beige dan zoude veraudering tlj ministerie in Frankrijk, aan de spoedig totstandkoming van het Fransch-Hollandn handelstractaat niet bevorderlijk zijn. nieuwe minister van handel Pierre Legm geeft de voorkeur aan het statu quo bon eenige regeling, die schade zou kunnenlo brengen aan een of anderen tak der Franscl nijverheid. Voor Parijs is ook vanwege de rev, lutionaire socialisten een comité gevort voor de verkiezingen. Het heeft eene ci culaire uitgevaardigd aan de syndicale 1 mers van werklieden en aan de verschillen socialistische groepen. In dit stuk leest o. a.„Kameraden, komt tot ons, gij allt die het groote belang der vrijmaking vi den arbeid en de spoedige komst van i sociale revolutie stelt boven de personet en de winkelquaestie. Gij zijt uitgenood; u te laten vertegenwoordigen bij het eet traal comité van de sociale revolutionair unie in het departement der Seinedie or de volgende grondslagen rust: 1°. klassen strijd, 2°. onteigening der kapitalisten, 3°.so cialisatie der middelen van voortbrenging; Het stuk eindigt met den uitroep: „lej de sociale revolutie." De tekst van den brief, dien Louis Michel heeft geschreven aan den minists van binnenlandsche zaken om hem te kennei te geven, dat zij de haar toegedachte gratit weigert, is niet bekend geworden; ma den toon er van kan men afleiden uit de: brief, dien zij te dezer zake aan la Balailli en l'Ami du Petiple, twee bevriende bladen heeft gericht. Dat proza luidt aldus: „Burger redacteur, „Ik dank u. Het schijnt dat gij ge voeld hebt, dat ik, zonder eene laaghat- tigheid te begaan, de gratie, waarop il geen meer recht heb dan de anderen, uk kan aannemen. „Allen of geen enkele. Ik wil niet ds men mij het lijk mijner moeder betak Mijn dank ook aan de vrienden die mij bijtijds gewaarschuwd hebben. Ik aanvaard alle verantwoordelijkheid vou die weigering, en zoo mijne vrienden m- denken, zullen zij gevoelen dat, nu zij nieb meer voor mij kunnen doen, zij mij altham ook niet mogen beleedigen. De tegensta» ders hebben dit wel gevoeld." RlIfiLASB. Het Journal de St. Pelersbourg co» stateert met voldoening, dat in de jongsli zittingen van het Engelsche Lagerhuis dl militaire quaestie niet op den voorgroal werd gesteld en dat de onderhandelinga weder op het gebied der werkelijke belangei van de beide Mogendheden in Centraal-Aziê, teruggebracht zijn. Uit de jongste verkil' ringen van den premier in het Lagerhui: leidt het officieuse blad echter tevens af, dat er te Londen en elders lieden zijn, dit veel afhaanscher zijn dan de Emir zelf, om dat deze voor Abdoer Rahman op grond gebied aanspraak maken, hetwelk hij zeil niet begeert. Rusland kan echter den loop der zaken met dezelfde gerustheid afwachtei als die het tot dusver heeft betoond. GEMENGDE BERICHTEN. Er bestaat een plan om het bekendt reuzenstoomschip Great Pastern van Enge- „Mijne vrienden, gij allen zijt eerlijkeen trouwe dienaren. Ik heb mij nooit over o te beklagen gehad, en vaak hebt ge mij blijken van uw genegenheid en gehechtheid gegeven. Nochtans zie ik mij genoodzaakt u te ontslaan." De dienstboden verborgen een pijnlijke verwondering niet. „O, mijnheer!" sprak de kamerdienaar. De Lasserre hernam „Doet het u verdriet een meester te ver laten, die altoos goed voor u geweest is, wees er van verzekerddat het mij evenzeer leed doet mij van zulke voortreffelijke be dienden te ontdoen. Maar het moet. Morgei zal ik niet meer hier wezen. En binneo eenige dagen zal ik waarschijnlijk Parijs ei FTankrijk hebben verlaten. Evenwel zal ik niet van u scheidenzonder elk een gedachtenis te schenken. Zoo strak! zal ik aan Theodoor een wissel gevendiei hij zal gaan ontvangen aan de Fransche bank en ieder uwer, mijn vrienden! zal een bedrag van duizend francs ontvangen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1885 | | pagina 2