Toortreffe
krachten,
en waara
HET STERFBED.
Ontbloot uw hoofd, gjj kleine, maar trouwe schaar van lezers dezer
courant, afstammelingen van roemrijke voorvaderen, kern van Leidens
burg erg.
Ontbloot uw hoofd, want gij staat aan de stervenssponde der Leidsche
courant, eerbiedwaardig door haar hoogen leeftijd en haar glorierijk verleden.
Reeds werd u gedurende veertien dagen haar naderend einde aangekondigd.
Het uur van haar verscheiden is thans aangebroken.
Zelve voelende, dat de stonde geslagen is, waarop haar polsslag, weleer
zoo krachtig, thans verzwakt en verminderd, zal ophouden te kloppen,
wenscht zij, alvorens grafwaarts te dalen, n een korte schets van haar
leven en werken aan te bieden.
Haar laatste wil geschiede.
Ontbloot uw hoofd en luistert.
Burgers van Leiden t
Daar is een wet, waaraan geen sterveling zich onttrekken kan, en
waaraan ook ik onderworpen ben. Die wet heet de vergankelijkheid. Grjjs
geworden in mijn werkkring is het oogenblik daar, dat ik mjjn hoofd moet
nederleggen om te gaan rusten bij uw voorvaderen, wier leven ik gekend,
in wier glorie ik me verheugd en aan wier graven ik geweend heb. Maar
alvorens den laalsten ademtocht uit te blazen wensch ik te voldoen aan den
drang mijns harten U mijn lotgevallen gedurende mjjn veelbewogen leven te
verhalen, opdat gij daaruit kunt zien, dat ik eens een andere was dan die
ik nu ben
Een tijdperk van bijna twee eeuwen ligt achter me, zoodat ik één der
oudste bladen van ons vaderland ben. Den 30" Maart 1686 aanschouwde ik
op het Rapenburg alhier bet eerste levenslicht. De boekverkooper Daniel
van Gaesbeeck deed me geboren worden en doopte me met den naam van
Ordinaris Leydse Saturdagse Courant". In den loop der tijden evenwel
werd mijn naam herhaaldelijk gewijzigd. Drie malen in de week; Dinsdag,
Donderdag en Zaterdag kwam ik geregeld uit, en zoowel in als buiten
Leiden mocht men mij wegens de vele «Nouvelles", die ik steeds te berichten
had, gaarne lijden. Mijn vader, die me in de eerste maanden zelf opvoedde,
vertrouwde de verdere leiding van rnjj toe aan een vreemdeling, Lodewijk
van der Saen, die aan deze hoogeschool in de philosophie studeerde. Men
kan dit in het Leidsche Geregts-Dag-Boek W. W. fol. 20 lezen, waar het
navolgende staat aangeteekend
«Die van den Gerechte der stadt Leyden hebben bjj desen Lodewijk van
der Saen aengenomen ende geadmitteert tot Ordinaris Courantier der stadt
Leyden in plaetse van Daniel van Gaesbeeck"
Um couranlier destijds te zijn, moest men namelijk de vergunning der
stedelijke autoriteit hebben, en werd die vergunning verkregen, hetzij om
niet, hetzjj tegen een overeengekomenen prijs, dan had men het uitsluitend
recht een plaatselijk blad Ie drukken of uit te geven.
Maar ook Lodewijk van der Saen gaf de door hem aanvaarde taak al
spoedig op. Onder zijn opvolger Jacob Huysduynen brak voor mjj een
moeilijk tijdsgewricht aan. Want daar kwam een bevel van de stedelijke
overheid, dat ik me nergens meer mocht vertoonen. Tot de uitvaardiging
van dat wreede bevel had aanleiding gegeven een schrijven van Zijne Ko
ninklijke Majesteit van Groot-Brittannien aan den Oud-Burgemeester dezer
stad, waarin gene betoogde, dat den Leydschen Courantier Jacob van Huys
duynen absolute behoorde verboden te werden van nu af aen eentge cou
ranten alhier te drukken of doen drukken. Gelukkig was dit verbod slechts
van korten duur. Het was echter mijn pleegvader niet gegund de opheffing
er van lang te overleven, en mij uit den staat van verval, waarin ik toen
geraakt was, op te beuren. Hij stier) en liet me hulpeloos achter, zoodat
ik omgekomen ware, wanneer zich niet mijner ontfermd had een «coffij-
schenker" Felix de Clopper genaamd, van wien de voormalige Hoofd Com-
missaris van Politie te Amsterdam wijlen Mr. F. de Klopper, een afstammeling
was. Hij kocht voor de som van 1000 het privilegie ad vitam (welk privi
legie later in zijn familie erfelijk werd) tot uitgifte van een «Nederduylse"
courant ter dezer stede. Tot redacteur werd benoemd Joan Michael Schutz,
een bekwaam stilist, die in weerwil van de lasteringen, welke door kwaad
willigen tegen hem verspreid werden, en ondanks de moeilijkheden, waar
mede hij te worstelen had, de courant tot het beste Nieuwspapier van die
tijden verhiel, zoodat volgens Ie Francq van Berkhey zij niet alleen de
goedkeuring van het algemeen wegdroeg; maar zelfs de aandacht van staats
lieden en professoren trok. Geen wonder, dat menig couranlier, ten einde
Schutz aan zich te verbinden, hem de meest voordeelige aanbiedingen deed,
maar deze bleef daarvoor doof, te meer, toen de uitgever zijn jaarwedde
aanzienlijk verhoogde. Maar niet alleen in Nederland, ook over de vader-
landsche grenzen trok ik veler aandacht. Ten bewijze daarvan moge strek
ken, dal in 1730 uit naam van Hare Majesteit de Keizerin van Rusland bij
de Staten-Generaal een klacht legen mjj was ingekomen, welke hierop
neêrkwam: «dat hare Majesteit seer geindigneert was over de exorbitante
en onverdraagelijcke stoutheydt en buytensporigheidt der Utrechtsche, Am-
sterdamsche en Leydsche Conrantiers, door het debiteeren van soo een haa-
telijcke Nouvelle, als die van Haere Majestcyts huwelijck met den Prince
Dolgoroukei. Ten gevolge van die klacht deelde ik den 15" Mey de volgende
rectificatie mede:
«Volgens Advisen uyt Rusland, waren de Geruchten, die voor eenigen j
tjjd verbreid, en in sommige Hollandse Nieuws-Papieren ingevoegd waren I
Rust d
vladen da
Voor u
bestaan I
Ga tol
gevonden, als of de Keyserinne van Groot-Rusland zouw trots
Prins llolgorukki, volkomen ongegrond, en door kwaljjkgezitil
verzonnen, alzoo hooggem. Haare Keyzerljjke Maj' diergeljjk
nooit gehad heelt".
Vier jaren na dit incident, hetwelk, zoo het niet aldus ges|ter en r(
ernstige gevolgen voor mijn bestaan had kunnen na zich slepJ ga tot
Schutz. aan wien ik hoofdzakelijk mijn roem te danken had.
een zekere Johannes Levinus Stammetz, Oostenrijker van gehoon
zich nu met de zorg over mij, en hoewel ik over het heengal
ouden Schutz nog vaak treurde, had ik toch over den jonget
medewerker geen reden van klagen. Maar dat ik het niet had
uit, dal anderen het wel hadden, of juister gezegd, vermeenden
Zoo werd den 29" Aug. 1746 door den Heer C. d'Ammon, reside
Koning van Pruissen. een memorie bjj de Staten-Generaal ingedie
uit ik wegens de eigenaardigheid eenige zinsneden zal aanhalen
«Hauts et Puissants Seigneurs"
«Les insolences reitérées de l'Auteur de la Gazette Hollandoise1
ont été poriées a tin point, que Ie Roi n'a pit, qu'en nessen
grande indignation."
Mo
iruikelijl
tan het
komman
Eet
biddag
Werd, z
politieag
- G
f370,47!
leiaald
terschill
e som
loop de
lekjes
ekjes
BI
M'.
len kap
Ier 1' 1
ten aan
«Votis êtes trop justes, Hauts et Puissants Seigneurs, pour ti
licence aussi eflrenée, et pour souffrir, que dans le sein de voi|
ose imptinement manquer de respect une Tête couronnée, et a
que depuis le commencement de son Regne, s'est fait une étude
ticuliere de vous donner des marques de l'afleclion qu'il porttj
République."
«C'est .dans cette persuasionque le Roi m'a ordonné d'en port
Vos Haules Puissances, et d'insister sur tin chatiment severe dn
et sur Tinterdiclion de sa Gazette pendant trois mois".
De regeering der stad Leiden, in wier handen de klacht gt
veroordeelde den Leidschen courantier om den resident d'Ammi
nederigst zijn verontschuldigingen aan te bieden en te betalen* gj
van ƒ600 ten behoeve van de armen dezer stad. werden
Met deze veroordeeling, die meer om redenen van staatkHndepi|„rain
gronden van recht en billijkheid geschiedde, vormt het getuigen ie|f|Sha
fende mij, voorkomende in hel tijdschrift de Vaderlandsche g{(]ei
achouwert', onder redactie van Mr Elie Luzac, een aangenaam
lk zal het u voorlezen. 'gj
«De Leidsche tXederduitache Courant leezen we heel greetij a5terjj
hij ons vooraf onderricht van hetgeen zoo ter tafel van hun Hoog Kt y0mer
als van hun Ed. Groot Mog. gebragt zal worden; wanneer daarlg j
op genomen zullen worden; alsmede, hoe die zullen vallen, wti
opmaakendat deze vooruitloopende nieuwsverteller eene nauwe t jn„tn
houding moet hebben met eenige, of een dergenen, die tot eet 1 y
conclave, alwaar alles, geprepareerd, geresolveerd, en gearresteet; ell ya[
behoord." taei|
De gewichtige politieke gebeurtenissen van het jaar 1795 blevei
niet zonder invloed. Mijn naam werd in dien van «Hollandsche t
veranderd: op mijn hoofd de tijdleus «Vrijheid, Gelijkheid, Broedt er0D»
gedrukt, en al wat maar revolutionair was door rnjj aangeprezet -]
mijn naamsverandering voelde ik echter al heel spoedig diep berouw, |ofn
ik een jaar later mijn nieuwen naam afwierp en den ouden weêr ai
Alhoewel bij de nieuwe orde van zaken, die na de omwenteling tyri
volge van de algeheele verandering der tijdsomstandigheden en de itler
dige wisseling van ons staatsbestuur, in het leven geroepen werd, erl.,
was, hetwelk volkomen mijn instemming wegdroeg, zoo was er tl n,ot
niet weiuighetwelk in hooge mate mjjn ontevredenheid wekte. Zi |ie|
de oprichting der Balaafsche Slaats-Courantwaarin tot groote scha (e y
mij ook advertenlién werden opgenomen, mij een doorn in het oog. Z ,rffj
het Keizerlijk decreet, waarbij ik gedwongen werd om ook in de
den volke te berichten, een
1 trongi
Ff
dol
itreti
t
au v
taal de «Nouvelles" van den da;
voor mijn vaderlandlievend hart. Maar wat me nog het diep%jn(
en het zwaarste griefde, was het liranieke keizerlijke decreet,
hetwelk in elk departement slechts één dagblad mocht uitkomen
decreet was mijn doodvonnis, en het zoude aan mjj voltrokken
wanneer ik me niet onder den valschen naam van Dagblad van
teutien, Aankondigingen en Berigten van Leyden" had schuil gehoudetj
1813 wierp ik mijn masker af en vertoonde ik me weêr in mjjn on Ot
daante. Mijn reputatie goede berichten en heldere overzichten te
herwon ik weldra, dank zij de onvermoeide medewerking van den
gen Nicolaas Godlried van Kampen, dank zij de voortrefleljjke leidin
den ijverigen Jan Cijfveer.
In 1819 was hel leest voor mij. Het was toen honderd jaar geledeo
ik een plaats om den huiselijken haard van de familie de Klopper In
genomen. Dit zeldzaam en gewichtig feit ging niet onopgemerkt
In een opzettelijk vervaardigd feestgewaad verscheen ik met mjjn pap
lieg
Het belangrijk werkje «De Hollandsche .Leidsche courant" van den geleerden
geschiedvorscher der Nederlandsche journalistiek, Mr. W. P. Sautfia Kluit, heeft
tot hoofdbron van dit levensbericht gestrekt.
Met het oog op de politieke rol, welke de Kepubliek der Zeven Prot
in Europa vervulde, verscheen hier ter stede ook een Fransche Leidsche
welke van zeer oudeu datum is, vermoedelijk den 5" Oct. 1677 voor het eersll
uitgegeven, en zich van lieverlede wegens haar toenemend gezag een mini
in het buitenland wist te verschaffen. De bekende Luzacs, afstammelingen
Fransch refuge, Jean Lnzacen eigenaren der courant, hebben van het jat:
af tot 1800 toe haar met zooveel talent geleiddat zij een groote Europeesb1
maardheid verkreeg, alom tot zelfs in Amerika en China gelezen werd, ca af
waarheidlievend en krachtig orgaan gehuldigd werd. Door Lodewijk Ni
tijdens dienB regeering over het Koninkrijk Holland aangekocht, hield het bl>|
de inlijving van ons land bij Frankrijk ten gevolge van een keizerljjk deert
30» Nov. 1811 op te bestaan.