1
;i
LEIDSCHE SCHOUWBURG.
(Vrijdag 16 Januari 1885.)
„Onze Soldaten", Nieuw blijspel in 5 bedrijven, naar hel Hongduitsch
van G. Braun en E. llildebrandl, voor hel llollandsch tooneel be
werkt door C. P. T. Bigot, en „In het voorvertrek
van den minister", Tooneelspet ml Bedrijf, naar
het Hoogdnitsch, door C P. T. Bigot.
Met het oog op het concert, gisterenavond door de Leidsche Kamermuziek-
vereeniging insgelijks hier ter slede gegeven, mocht de opkomst bij de bui
tengewone voorstelling van «Onze Soldaten", door het Hollandse!) Tooneel-
gezelschap, onder directie van A. Van Lier. niet bepaald gering genoemd
worden. De gunstige recensies, welke èn stuk èn opvoering reeds vroeger
herhaaldelijk te beurt waren gevallen, hadden voorzeker velen aanleiding
gegeven om liever aan deze opvoering iu het comediegebouw dan aan de
uitvoering in de Gehoorzaal de voorkeur te geven. Of aan de hoog gespan
nen verwachtingen in alle deelen is voldaan, óf ook het Leidsche publiek
na deze kennismaking volkomen mede gaat met deze vleiende persbeoordee-
lingen. meenen wij eenigszins in twijfel Ie mogen trekken.
«Onze Soldaten" is eene zeer vrije navolging van «Krieg in Friede", van
Moser en Schöntan, in het Hollandse!) getiteld «Inkwartiering", zonder
echter met dit laatste op geljjke lijn geplaatst Ie kunnen worden. Wel is
ook dit tooneelspel niet ontbloot van geest en humor, wel treft men ook
hier ren aantal aardigheden en bij wijlen wel eenigszins al te gekruide jeu
de mots aan, de gang van het stuk is cchier in lange na niet zoo geleide
lijk, zoo natuurlijk als zulks het geval is bij het werk van Moser en Schön
tan. De schrijvers van het gisteren hier opgevoerd stuk wisten blijkbaar
geen behoorlijk einde, geen bepaald slot aan hunne schepping te geven en
moesten dientengevolge hunne toevlucht nemen tot een dens ex machina, in
casu den rentenier Steen, vader van den luitenant van dezen naam.
In hoofdtrekken laten wij de intrigue van «Onze Soldalen" hier volgen.
De heer Snapper, oom van een tweetal lieve dartele meisjes, is weihouder
van een Geldersch dorp. dat met inkwartiering belast is geworden. Be
angst voor de lielde opwekkende oogen en knevels der bjj hem ingekwar
tierde luitenants, beducht dat deze de maagdelijke harten zijner nichtjes
stormenderhand zouden innemen, stelt hij al het mogelijke in hel werk
deze onschuldige wezens aan de blikken der krijgslieden te onttrekken.
Hjj melamorphoseert haar ten dien einde in boerinnetjes en toen hij hier
mede het gewenschte doel niet bereikte in boeren jongens. Echter ook
deze gedaanteverwisseling kan geen baat verschaffen. Getrouw aan het
II n'y a pas de grand homme pour son valet de chambre wijdt ook luitenant
Steen zijn gedienstigen geest, zijn oppasser, den soldaat Zalm, in zjjne ge
heimen en het is dan ook door dezen dat hij zelfs onder deze vermomming
de nichtjes van Snapper ontdekt. Natuurlijk hebben dan ook hier de pijlen
van Amor hun doelwit getroffen. Luitenant De Leeuw trouwt met het eene.
luitenant Steen met het andere nichtje, hetgeen tevens volkomen de wensch
geweest is van oom, wijl Sleen niemand anders is dan een ervaren land
bouwkundige, den zoon van zjjn intiemen vriend.
Wederom werd gisterenavond door deze opvoering het bewjjs geleverd,
hoe buitengewoon moeieljjk het is een stuk te localiseerenhet overbrengen
van toestanden in eene maatschappij waar deze niet Ie huis belmoren is
meestal zeer gevaarlijk, enkele malen zelfs onmogelijk; dit laatste is, vol
gens onze bescheidene meening, hier bet geval. De oplossing toch dat luite
nant Sleen niemand anders is dan een landbouwkundige kan wel den
Duilschen reserve-officier gelden, bij ons gaat zulks echter niet aan. Buiten
dien was ook aan de vertaling niet bijzonder veel werk besleed, de mili
taire titel «vaandrig" o. a. is ons ten eenenmale vreemd, het woord kame
raad, dat een oudere officier in Duitschland den jongere steeds toevoegt, is
bjj ons niet in zwang. Het meest ergerde ons echter de slordigheid der
moiileering, een officier in groot tenue maar zonder pluim, een gewoon
soldaat, die hel kommando voert, terwjjl een onderofficier tegenwoordig is,
zijn fouten, die des te meer alkeuring verdienen, wijl dezen zoo gemakke
lijk te voorkomen zijn.
Wat het spel aangaat, met uitzondering van dat van den heer Ruys,
kunnen wij niet anders dan met lol gewagen. De heer Lageman was een
uitstekende oppasser en boeren vrijer. Volkomen waar en natuurlijk gaf
hjj ons dezen weer; door hem kwam dan ook het komische element van
dit stuk volkomen tol zijn recht; op waardige wjjze werd hjj hierin bijge
staan door mevr. Albregt-Engelman. De dames Van Biene en L. Ktehl waren
beide los en bevallig, speelden met veel verve en actie. De wethouder en
grondeigenaar van een dorp uit den achterhoek werd door den heer Hesse-
link zeer goed weergegeven. Ook de heer Bigot verdient een woord van
bijzondere hulde voor de wijze, waarop hij den luitenant Steen typeerde.
Beantwoordt dan ook «Onze Soldalen" niet aan die vereischten, welke men
mag stellen aan een goed doorwrocht en degelijk tooneelspel, de opvoering
zelve maakte zeer veel goed. Een spoedige terugkeer van deze aldreling
van dit looneelgezelschap zal Leiden's inwoners dan ook niet anders dan
welkom kunnen zijn.
Thans rest ons nog met een enkel woord te gewagen van hel lever de
rideau; «In het voorvertrek van den minister". Enkele malen wordt een
tooneelspel geschreven voor één enkel persoon, voor één enkel acteur, ten
einde dezen in de gelegenheid te stellen zjjn talent, in al zijne kracht, aan
den dag te leggen. Het zoude ons niet verwonderen, of litver wjj achten
het zeer waarschijnlijk, dat dit ook hier het geval is geweest, liet bevat
hooldzakelijk slechts een monoloog van een armen grjjsaard, die om eene
betrekking solliciteert, maar zich ziet algewezen, tengevolge van zjjn
ouderdom. De tegenstelling tusschen hoop en wanhoop, zjj werd door den
heer Bigot zeer goed weergegevenhetgeen echter niet belette dat het geheel
te veel uitgewerkt en dientengevolge eenigszins langdradig werd gevonden.
U'. L. H.
IW G E Z a M D E W.
PENSIOEN VOOR GEMEENTE-AMBTENAREN.
[Slot).
Onwederleghaar is aangetoond, dat de pensioensbijdragen van één pCt d
jaarlijksche bezoldiging, voor alle gemeente ambtenaren verplichtend geste
tegen vier pCt. rente belegd, een (orids zouden hebben kunnen vorme
dat in staat was de gevorderde pensioenen Ie dekken door de renten en
jaarlijksche bijdragen en wel hoofdzakelijk op grond, dat tot het verkrijgt
van pensioen voorwaarden zijn gesteld, die in onafscheidelijk verband stat
lot den leeftijd, den diensttijd, overlijden. eer«ol ontslag en onalgebroke
dienst. En bovendien slaat de bijdrage in verhouding lot het bedrag vi
het pensioen in verhouding slechts van 1: 1.66 pCt. van de bezoldiging, zot
dat van eene bezoldiging van /600 'sjaars wordt bijgedragen 6 'sjaar
om bij het verkrijgen van een pensioen te genieten 10 voor el
dienstjaar.
Onder meer gunstige voorwaarden is het deelnemen in levensverzekerin
maatschappijen, die de uitkeering alleen afhankelijk maken van den leven
duur; maar dan ook hooger bijdragen eischen en op eene kansrekenit
berusten, die de maatschappijen doen bloeien, de actiën in beursprijs dot
rjjzen en. wanneer rijks- en gemeentepensioenskassen zich daarna regels
in de tarieven, een overvloedig kapitaal opleveren, zoo als bljjkt uit i
burgerlijke en militaire rijkspensioenfondsen. Op dien grond kan dan oot
de nieuice bepaling, om voortaan van de nieuwe deelnemers eenepensioeni
bijdrage van 25k pCt. 'sjaars te hellen, zoo daarvan een afgezonderd lont
wordt gemaakt, later blijken diezelfde uitkomst te verkrijgen, dal b
matige rentebelegging de middelen overvloedig de lasten kunnen dekken.
En zulks strijdt met de voorbeeldige vrijgevigheid en mildheid, die steel
den Stedelijke en later de Gemeenteraad van Leiden kenmerktenom zondt
pensioensbijdragen aan de gemeente-ambtenaren uit de gemeentekas nat
het bedrag der bezoldiging in den duur van den diensttijd pensioen te vei
leenen en, wat niet mag vergeten worden, aan de echtgenoote van in dient
overleden gemeente-ambtenaren eene gratificatie toe te kennen, ten bedra»
van één vierde (één kwartaal) na den dag van het overlijden der genole
jaarwedde.
Zoo komt men geleidelijk tot de beantwoording eener gewichtige vraaj
«of het niet billijk en in overeenstemming met de beginselen van den Gi
«meenleraad zou zijn aan de weduwen van in dienet overleden gemeentt
«ambtenaren toe Ie kennen de helft van het pensioen dat jaarlijks aan dt
«overledene volgens zjjn diensttijd zou worden uitgekeerd, wanneer hjj o
«den dag van zijn overlijden werd gepensioneerd
Door dat overlijden toch is het doel der betaalde pensioensbijdragen vo
hem vervallen en geniet de gemeente of het pensioenfonds een voordei
waarop niet gerekend wordt; maar bestaat voor den Gemeenteraad eene ui
stekende gelegenheid, om dat aan de weduwe, die haar verzorger verloo
te vergoeden. De raadszitting van 4 December 1884 gaf een voorbeeld
blijk van waardeering aan de gemeente-ambtenaren en bjj de talrijke slollelijl
gemeentebelangen, die doorgaans behartigd worden, nu ook een schitterei
bewjjs van eene morele opvatting van het lidmaatschap van den Gemee
teraad. 't Zal voor de gemeente ambtenaren wel een spoorslag z(jn, o
zoolang lichaams- en geestkrachten zulks niet verhinderen, in dienst
blijven en een gewichtige reden, om eerst bij dringende noodzakeljjkhe
en plichtmatigheid een eervol ontslag te vragen, waardoor de pensioen
uitgaven niet worden bezwaard. Bovendien zijn de gevallen niet talrijl
waarin zulk een weduwenpensioen zich zal voordoen en het is trouwe;
niet zonder voorbeeld, dat bjj gunst de gemeentekas werd bezwaard, wai
meer dan 50 jaren geleden werd zulks verleend aan de dochter van dt
laatsten Engelscheu predikant en nog wordt eene toelage verleend aan
laatste Stadsknslschoolhonderesse, terwijl nog uit een afzonderlijk foil
oude Schoolmeesters worden begiftigd.
En ten slotte, moge het dan in sommiger oordeel zijn een oratio pi
domo, de belastingschuldigen trekken er voordeel en nut van, wanneer i
gemeente-ambtenaren met lust en opgewektheid, onbezorgd voor hum
toekomst hun betrekking waarnemen, hun ten dienst slaan, hun waar hi
uoodig is behulpzaam zijn en terecht wijzen, het genot van pensioen ti
een rustend leven zoolang mogelijk uitstellen.
Zonder mandat impéralief zullen de raadsleden zich toch voor huns
kiezers kunne en wille verantwoorden, als zij zich de vraag doen, di
Gregoritts de Groole deed: «Wat baat het, dat alle menschen u prijzen, al
uw geweten u beschuldigd?"
L. A. M.
1?
AKADEMIE-RUEUWg.
PROMOTIE AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
Den 17'1" Januari, de heer L. C. Kronenberg, geb. te Arnhem,
rechtswetenschap, na verdediging van zjjn akademisch proefschrift: £ent)
opmerkingen over de beteekening in het burgerlijk proces.
TER MARKT TE LEIDEN AANGEVOERD.
G
16«>'
tijd!
dez<
h
art.
doei
deel
ijk,
telk
1
van
de
rinc
bij
gen
I
•i0£
17 Januari.
VERKOCHTE
HOEVEELHEID.
PRIJZIK.
Laagste. I Hoogsti
Oude Tarwe
Mindere soort
Nieuwe Tarwe
Oude Rogge
Nieuwe Rogge
Gerst (zomer)
Chevalier-gerst
Zware Haver.
Lichte
üuivenboonen
Paardenboonen
Boter (1'" qualiteit 54
(2" 54
[1"« per kil
hectol.
1 4
(l"e
(2"'
Turl haardbr. 1'" soort
(grauwe)
Lange zwarte
vat)
;..j
4660 kilog.
dubb. heet.
va
Te Leiden ter Boekdrukkerij ven GEBROEDERS MORÉ, voorbeen J, C. Dub»» lei
1'
7.75
7.50
5.50
550
5.—
5 50
4.—
2.50
7.25
6.25
66.-
58.-
1.65
1.45
9-
8.5°
6.—
6.25
5.75;
6.75
4 50
3.50)
7.75]
6.75]
72.—I
64.-
1.80
1.60
lev
las
dig
dei