waargenomen, dan wordt de straat langs de rails van tijd lot lijd nog her
steld, maar nu dit niet meer het geval is. wordt er niets meer aan gedaan,
waardoor voor paarden en rijtuigen groot ongerief bestaat, en grooteschade
wordt veroorzaakt;
dat zij hierdoor grootelijks worden verongelijkt en benadeeld, want hunne
belangen als belasting betalende burgers worden geheel ter zijde gesteld, en
voortdurend worden zij geplaagd, en hun materieel wordt mishandeldalleen
om een buitenlandsche maatschappij te gerieven; z(j veroorloven zich te
vragen of dit billijk is.
Reden waarom zij de vrijheid nemen zich tot Uwe vergadering te wenden
met het dringend verzoek, als nu een afdoend besluit te nemen, hetzij de
Tramdienst langs de llavenlijn weder te doen hervatten, of de rails van dien
lijn geheel weg te nemen en de straat weder in berijdbaren toestand te
brengen".
't Welk doende,
Leiden, 28 Aug. 1884. (volgen 22 handteekeningen).
Intusschen zijn er weer 3 maanden verloopen, en men hoort of men ziet
niets, men heeft zich niet eens verwaardigd een antwoord op het adres te
geven, iets waarvoor in het dagelijks leven een uitdrukking bestaat die
maar beter is hier niet te bezigen. Wel heeft een raadslid (den heer Donner)
in de zitting van 30 October den moed gehad den Burgemeester te interpel-
leeren aangaande de hangende tramkwestie, maar hij werd op eene in het
oogloopende onbeteekenende wijze met een kluitje in het riet gestuurd; de
andere raadsleden die het met hem eens waren zwegen, omdat zij begrepen
dat zij de minderheid hadden. Is dit geen allerpretligsten toestand? Sedert
jaar en dag vragen de ingezetenen in hunne rechten te worden gehandhaafd,
en daarvan wordt geen nota genomen, hunne billijke verzoeken worden
niet eens beantwoord alsof zij de verworpelingen der gemeente waren,
waarschijnlijk omdat zij tot het Noorderdeel der gemeente behooren. Als
dat zoo door moet gaan, waar moet het heen? Moet dat zoo blijven?
Of dat zoo blijven moet Kiezers, dat hangt van U zelve af. De tegen
woordige meerderheid van den raad, schijnt in casn de eed waarbij door
hem is gezworen de belangen der gemeente met al zijn vermogen te zullen
voorstaan en bevorderen, in dien zin op te vatten; dat daarmede bedoeld
wordt: 1°. de belangen van de aandeelhouders vau de Tram, eu vervolgens
die van het Zuiderdeel der gemeente, terwijl hel Noorderdeel der gemeente
alleen dan in aanmerking schijnt te komen, als er belasting moet worden
betaald, tot onderhoud van dure en onverplichte schoolpaleizen; tot bijdra
gen aan geschenken van 1000, aan een ambtenaar die dubbel en dwars
wordt betaald; tot het doel en noodeloos verhoogen van traclamenten, en
tot subsidie van de schouwburg enz. enz. enz.
Zijl ge die toestand moede en wilt ge daar in verandering brengen? zorg
dan dat de meerderheid tot de minderheid komt, en kiest leden voor den
raad van wie men kan verwachten, dat zij de belangen der ingezetenen,
zonder aanzien van rang of stand, zullen behartigen. Maar daartoe is het
noodig dat bij de verkiezing van 25 dezer niemand te huis blijveen zijn
stem uitbrengt op de candidaat die is aanbevolen door Nederland en Oranje.
Leiden, 22 November 1884. EEN MEDE-ADRESSANT.
WAT IS WAARHEID?
Reeds lang, maar vooral bij de laatste Gemeenleraads-verkiezingen be
stond verschil van gevoelen over het stijgen der plaatselijke uiigaven en
de daaruit ontstane verhooging van den hoofdelijken omslag eu den strijd
der meeningen neemt in felheid toe, omdat de toenemende kosten van het
openbaar onderwijs geacht worden zulks te veroorzaken.
Men heeft met juistheid opgemerkt, dat die kosten het gevolg zijn van
de wettelijke voorschriften, waaraan de gemeenteraad verbonden is en daar
tegen over gesteld de keuze van raadsleden, die op bezuiniging moesten
aandringen en niet meer gelden toestaan dan volstrekt noodzakelijk zijn,
ook in het belang der bijzondere school.
Onlangs schreef mr. De Beaufort een waar woord, dat ernstige behartiging
verdient en van algemeene toepassing is: «het zijn de behoeften der maat
schappij, die de theoriën wijzigen." En in den strijd der meeningen doet
zich dan ook de vraag op: NVat is waarheid?
Men zal moeten erkennen want het tegendeel wordt niet beweerd. -
dat de plaatselijke belastingen te Leiden niet buiten billijke verhouding staan
tot de draagkracht, nu een breeden zoom van de mindergesoeden bijna
geen belasting betalen en de meergegoeden worden aangeslagen naar het
aangegeven of vermoedelijk jaarlijksch inkomen. Maar is ook waar, dat
deze laatsten bijdragen voor het openbaar onderwijs als zij daarvan geen
maar wel van het bijzonder gebruik maken.
In het algemeen kan en moet op den voorgrond staan het beginsel, dat
de staat aanvult wat bijzondere krachten te kort schieten, geen staatsver
mogen, maar staatszorg voor het algemeen belang. Wat ten aanzien van
armenzorg blijkt mogelijk Ie zijn is ook toepasselijk op hel gebied van
onderwijs. De staat zorgt voor iedereen, zonder onderscheid van godsdien
stige gezindheid: een burgerlijk armbestuur, een openbare school, geen
gezindheidsscholen, een school voor allen, een gemengde school.
Het Gymnasium en vroeger de Latijnsche school voorziet in de behoelten
van voorbereidend hooger onderwijs van hare oprichting af. Voor iedereen
toegankelijk, lelt zij onder hare kweekelingen en leeraren mannen van naam
en roem in de geleerde en beschaalde wereld uit verschillende standen en
kerkgenootschappen. Een tal van namen, te veel om optenoemen en
niemand te vergeten, strekt daarvan ten bewijze. Zij bestond op kosten
der stedelijke kas, zij had enkele jaren de mededinging van het instituut
van li'. De Gelder. Zij heft een matig minerval en kost niet meer dan
1500 hoven den toestand in 1848. Men kan en mag daartegen geen ge
gronde grief maken, want de 8000 die het Gymnasium in 1885 na aftrek
der inkomsten, tot onderhoud bijdraagt, is een volstrekt noodzakelijke en
hoogst nuttige uilgaaf voor alle gezindheden.
De lloogere Burgerschool voor jongens kan en moet met het Gymnasium
gelijk staan en strekt voor middelbaar onderwijs, waarvan het nut en de
noodzakelijkheid niet kan of mag betwijfeld worden.
Reeds in 1857 schreef ProL Ackersdijk: «Dat onze werklieden bij de
«vreemden ten achter zijn is liet gevolg van meerderlei oorzaken, maar
«zekerlijk grootendeels van de volkomene verwaarloozing van alle opleiding
«voor hun beroep. En die verwaarloozing is zoo groot, dat zells in de
«hoogere kringen der Nijverheid de behoede aan kennis nog schaars gevoeld
«wordt en de meening nog bestaat, dat men door slender en overlevering
«even goed slagen kan als door grondige opleiding. Het cernge middel tot
«herstel voor onze nationale nijverheid utag men verwachten van de zelf-
«bewustheid, die hier en daar begint door te dringen van het besef, dat
«men leeren moet, dat theoretische kennis en practische oefening onder
alle standen behoort verspreid te worden." Recensent Juli 1857.)
Het onlangs uitgebracht verslag van den heer Directeur der Hoogere Bur
gerschool voor jongens levert overvloedige sterksprekende bewijzen op van
de vruchten van het middelbaar onderwijs op de gemeentelijke instelling.
Het nu gedrukt overzicht van het genootschap M. S. G., door den toen- I
maligen secretaris de heer C. G. Nicuwveen. doet het nut van die instelling
van bijzondere aard, in 1785 gesticht, uitkomen. De pas opgerichte Am
bachtsschool vult aan wal nog ontbrak aan praktische opleiding en is Leiden,
behalve academiestad ook een fabriekstad, dan mag zij er op bogen te
bezitten alle de bronnen van onderwijs, die in onzen tijd ook voor onze I
overzeesche bezittingen onontbeerlijk zijn, om tot elk vak en elke betrekking
zeer bekwameljjk en voldoende te worden opgeleid en gevormd.
De ƒ17000 die de Hoogere Burgerschool voor jongens kost, de 9450
voor de inrichting voor O. 1. ambtenaren, de ƒ4400 aan hel Genootschap
M. S G. en de 2500 voor de Ambachtsschool strekken derhalve tot bevor
dering van een algemeen plaatselijk belangtot voorziening in eene behoefte,
die jaren lang werd gevoeld en erkend, maken overbodig wat vroeger het
geval was. buiten- en siadsinstttuten of kostscholen te bezoeken, komén ten
bate van de mindere standen en brengen rijke vruchten voort, die meu ziet
en die men niet ziet
Maar nn het openbaar lager onderwijs; na aftrek der schoolgelden en
Rijkssubsidiën bedraagt de gemeentelastvoor 1885 86000 'sjaars, be
nevens 9000 voor de Hoogere Burgerschool voor meisjes, die der twee
hoogste klassen of eerste afdeeling der openbare school voor meisjes van de
eerste klasse heeft vervangen. Volgens de zeer belangrijke statistiek,
die door de zorg van den heer Wethouder Boni het licht zag, zijn
de uilgaven voor liet lager onderwijs van 1863 42692.55) in 1885 ge
klommen tot t 144.000, behalve <le kosten voor het bouwen en vergrooten
van schoollokalen. Uit de openbaar gemaakte staat der kosten van iedere
school blijkt, dat, na aftrek van de schoolgelden en de rijkstegemoet
komingen, met hijrekening van 1600 voor renten van het kapitaal, dat
de gebouwen en meubelen hebben gekost, nog jaarlijks 93412 te kort
komt, dat. omgeslagen per schoolgaand kind, de kosten van het openbaar
onderwijs nog van 1798 tol 41.67 'sjaars boven het schoolgeld en de
rijkstegemoetkoming doet klimmen.
Waardoor?
Volgens art. 17 der schoolwet van 1857 werd tot regeling van het open
baar lager onderwijs met goedkeuring van Gedeputeerde Staten der provincie
Zuid Holland, geheel in overeenstemming met het aangenomen beginsel tot
aanvulling van liet bijzonder onderwijs, het aantal openbare scholen be
paald op:
drie voor onvermogenden,
één voor minvermogenden gewoon ouderwijs,
twee voor uitgebreid lager onderwijs tot de Fransche taal,
twee idem voor de moderne talen.
De opheffing of sluiting van de Hervormde, de Walsche en de Luthersche
diaconiescholen, de overgang van een bekwaam hooidoiiderwijzer eener bij
zondere school tot een openbare, en de behoefte aan meisjesscholen ver
oorzaakte die vermeerdering in 1861terwijl sedert dit jaar nog zijn ge
sticht één school voor minvermogenden en één- voor on- is veranderd in een
voor minvermogenden, terwijl bovendien is opgericht een kweekschool van
onderwijzers en onderwijzeressen met een leerschool tol voorbereiding voor
de scholen van meeriiitgebreid liger onderwijs.
«liet zijn de behoeften der maatschappij, die de theoriën wijzigen", maar
het beginsel is behouden, openbare school aanvu ling van de bijzondere.
't Is zeer opmerkelijk, dat men nog sieeds voor onvermogenden de open
bare school laat zorgen, 880 leerlingen toch kosteloos genieten openbaar
onderwijs en ruim 150.) tegen één cent per schooltijd. Van de 5650 binnen
Leiden schoolgaande kinderen genieten 3600 openbaar onderwijs en daarvan
ongeveer J on- en minvermogenden. Door wie en hoe dat nu beoordeeld
wordt, de toegang voor de kostelooze of minvermogende school? kan wel
licht worden verdedigd. In elk geval kan men vaststellen, dat de openbare
school telt 1200 betalende leerlingen en de bijzondere scholen hebben 2000
leerlingen, waarvan de helft Ruomsch Katholijken kosteloos onderwijs ge
nieten.
De openbaar gemaakte opgaven der kosten van het openbaar lager onderwijs
geven een duidelijk overzicht van hetgeen elke school kost aan schoolgeld
en rijksbijdragen in mindering verkrijgt en ten slotte Ie kort komt. Dat
tekort bedraagt in hel geheel een som van 93412, waarvan voor onver
mogenden ƒ23841 54 en voor minvermogenden 35884 81, zoodat voor de
meergegoeden overblijft 33686, of voor elk schoolgaand kind ƒ23.64 en
28 83 van de 1« klasse. 34.18 en 41.67 van de 2e klasse. Daar bij
gevoegd de bijdrage van het Rijk, die ook uil belastingen wordt gevonden,
verkrijgt men ƒ44 en 50 voor de 1' klasse, ƒ50 en 57 voor de 2'
klj«se. terwijl het schoolgeld gemiddeld o; brengt per schoolgaand kind ƒ50
voor de le klasse, 15 en ƒ12 voor de 2' klasse.
Uit die berekening blijkt, dat de tegemoetkoming van het schoolgeld on
geveer de helft in de kosten draagt van de scholen der 1' klasse, en slechts
een vierde van die der 2* klasse.
Maar dal bezwaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de buitensporige
bezoldiging van de hoofden der scholen, die. van 2150 tot t 4000 bedragen,
behalve de buitengewone voordeden die sommigen wel tot een bedrag van
ƒ400 trekken als reis- en verblijlkosten voor de rijksexamina's, wanneer
zij zitting hebben in de commissiëu. Die bezoldiging overtreft die van de
leeraren voor het middelbaar- eu voorbereidend hooger onderwijs, van
officieren, godsdienst leerarende meeste rijks-, gemeente-en waterschapambte-
naren en bemoeielijkt de verkrijging van een behoorlijk onderwijzend per
soneel voor de bijzondere scholen. (Mot volgt.)
TER MARKT TE LEIDEN AANGEVOERD.
22 November.
verkochte
hoeveelheid.
prijzen.
Laagste. Hoogste,
Oude Tarwe
hectol.
Mindere soort
4
u
7.75
0
9.-
Nieuwe Tarwe
0
7.50
0
8 50
Oude Rogge
5
V
5 50
0
6.—
Nieuwe Rogge
0
5 50
0
6.25
Gerst (zomer)
6
0
5.—
0
5 75
Chevalier-gerst
5 50
0
6.75
Zware Haver
6
0
4
0
5
Lichte
0
2 50
0
350
Duivenboonen
f
0
725
0
7.75
l'aardenboonen
0
0
6 25
0
6.75
Boter (lsle qualiteit vat)
0
64 -
0
70-
(2'"
(l"e per kil.)
6860 kilog.
0
0
58.—
1.60
0
0
62.-
1.J5
(2'le
0
1.45
0
1.55
Turl haardbr. l,te soort
dubb. heet.
0
0
(grauwe)
0
0
0
Lange zwarte
4000
0
0.24
0
0.27
Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE, voorheen J. C. Draüe.