liibsii 01 1SS4. N°. 275. YR1JDAG 21 NOVEMBER. STADS-BER IC II TEN. BINNEN LA NDSCHE BERICHTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeels jaars f 1.50, franco p. p. f 2.- ajzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prys der Advertentiën is van 14 regels I.—, iedere regel meer 25 cenls, groole letters berekend naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 6 der Verordening van den 27"'° November 1879 [Gemeenteblad n°. 10); Brengen ter algemeene kennis dat aan den heer PETRUS JOU ANNES VAN HOEKEN, op verzoek, eervol ontslag is verleend als lieer der gebuurte n". 37 of n°. 4 van wijk VIII en dat in zijne plaats is benoemd de heer Willem Frederik Filippo Hz. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTËR, Burgemeester. Leiden, 20 November 1884. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden, Gezien het adres van V. J. F. VAN DEN BERGH, Smid, wonende alhierhou dende verzoek om vergunning tot oprichting van eene smederij, in het perceel aan de Haarlemmerstraat n'. 11 uitkomende in de Jan Rannensteeg. Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n°. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de bylagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 4tn December aanst., 's voormiddags Ie elf uren, op het raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dal verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 20 November 1884. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 20 November. In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad waren tegenwoor dig de hli.Harlevelt, Boot, Groll, De Fremery, Bredius, Wilhelmy Damsté, Land, Zaalberg, v. d. Hoeven, Knappert, De Geus, De Goeje, Was. Driessen, Jula, Le Poole, Van Dissel, Verster, Cock en de voorzitter. De hh. Van Wensen, Buys en Zaaycr hadden schriftelijk kennis gegeven, dal zij verhin derd waren deze vergadering bij te wonen. Ingekomen was eene missive van ged. staten, waarin le] kennen wordt gegeven, dat zij berusten in het raadsbesluit om in 1885 een subsidie te verleenen aan instellingen van weldadigheid; verder was nog van hetzelfde lichaam eene missive ontvangen, betreffende de regeling der traclementen van burgemeester en weihouders. De voorzitter deelde vervolgens mede dat eene som van ƒ85000 in prolongatie was belegd. De geloofsbrieven van het nieuwgekozen lid dr. P. J. Kaiser werden door eene commissie, bestaande uit de hh. Was, Le Poole en Van der Hoeven, onderzocht en in orde bevonden, zoodat dientengevolge dr. Kaiser als lid kon worden toegelaten. Vervolgens was aan de orde de benoeming van een derden onderwijzer aan de leerschool. Door den heer Van der Hoeven werd opgemerkt, dat niet overgelegd was het bewijs, dat de heer J. Den Uuden aan het examen, voor zijne benoembaarheid vereischt, reeds had voldaan, liy stelde derhalve voor deze benoeming aan te houden, welk voorstel door burg. en weth. werd overgenomen. Aan mej. J. F. Peyster, geb. Berk, werd, op haar verzoek, continuatie verleend als adsistente sladsvroedvrouw. Voorts werden benoemd: als leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de hoogere burgerschool voor jon gens, de heer J. De Jong, en als leeraar in het schoonschrijven aan diezelfde inrichting, de heer C. J. Leendertz. Eene voordracht tot het verleenen van eene toelage aan de waagwerkers werd goedgekeurd, en het verzoek van A. G. Mulié over de verschuldigde retributie voor gasaanleg, nadat de heer Juta had verklaard, na de uitvoe rige mededeelingen in deze zaak, thans met burg. en weth. mede te kun- ken gaan, afgewezen Bij de bespreking over de inlichtingen van commissarissen der gasfabriek naar aanleiding van de opmerkingen gemaakt bij gelegenheid van de behan deling der rekening dier fabriek, gaf de heer Cock zyne afkeuring te kennen over de vergunning den directeur der stedelijke gasfabriek verleend, om met de hh. Solvay en C°. in eenige onderhandelingen te treden. Er be stond, zeide spreker, tusscben de gemeente en de hh. Solvay en C°. een tegenstrijdig belang, er bestaat een contract van koop en verkoop; deze verbintenis nu moge voor beide partijen voordeelig zijn, onwederlegbaar is het belang van beide partijen geheel tegenover elkander en in casu gaat het niet aan, aan een ambtenaar van de gemeente de vergunning te verleenen als bemiddelaar op te treden. Hij kan zulks niet volkomen onpartijdig d'ien; hij kan geen twee heeren tegelijk dienen met evenveel yver. De heer De Fremery voerde hiertegen aan. dat steeds de handelingen van den direc teur der gasfabriek de goedkeuring van den raad hadden mogen wegdragen, dus dal men in casu ook wederom ten volle dezen ambtenaar volkomen vertrouwen kun schenken. De heer Van Dissel zeide, dat in beginsel de heer Cock volkomen in het gelijk was, het aangenomen beginsel kon echter hier niet gesteld worden; integendeel, in het uitgebreide verklaarde hij: 1°. dat de raad volkomen bevoegd was te handelen, zooals thans was ge schied; 2". dat in casu van tegenstrijdig belang geen sprake kon zyn, maar dat integendeel de belangen volkomen zamengaan. liet verzoek van E. J. Van Sonsbeek, om ontslag als eerste onderwijzer aan de jongensschool le klwerd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij de behandeling van'ihet verzoek van J. L. Iilikee, om teruggave van pacht voor het gebruik van een buffet op de Ruïne, kon de heer Was zich in het algemeen met het voorstel niet vereenigen, op 3 October 11. is het voor iedereen een feestdag geweest, behalve voor den heer Klikee. Door buitengewoon slecht weder heeft hij buitendien nog eene belangrijke schade gehad. Spreker vond het dan ook niet anders dan billijk, niet dat zijne schade wordt vergoed, maar wel dat hem in zijne schadevergoeding wordt tegemoetgekomen. Gaarne zag hij hier art. 139 der Gemeentewet, hande lende over vergoedingen by publieke aanbesteding, toegepast. Hij stelde derhalve voor aan den requestrant eene restitutie te verleenen van f 50. De voorzitter was hel in beginsel eens met den vorigen spreker, maar kon toch niet met hem medegaan, de raad kon niet afgaan op eene enkele ver klaring. dat er schade geleden was. De heer Was kon deze repliek van den voorzitter niet begrepen, in het door burg. en weth. gegeven verslag las hij de woorden: «hoewel wij de juistheid der aangevoerde feilen erkennen" en hieruit meende hij ten duidelijkste te kunnen opmaken, dat men het aangevoerde bezwaar niet slechts eene bloote verklaring mocht noemen. Nadat nog door de heeren Groll, Knappert, Bool en Was, hierover het woord was gevoerd, werd het voorstel in stemming gebracht en met 12 tegen 8 stemmen verworpen. Nadat hel verzoek van E. J. P. iPrivé, om teruggave van betaald school geld, was toegestaan, kwam in behandeling het verzoek van A. Klonne, om terugbetaling van ingehouden boete wegens le late oplevering van werken voor de gasfabriek. De heer Was verklaarde na de vorige afwijking van zijn voorstel niet veel moed meer te hebben omtrent dit punt wederom het woord te voeren. Toch zou hij zijne gevoelens te kennen geven, waarop hij ook thans niet met de voordracht van burg. en weth. mede kon gaan. Een gedeelte van de opgelegde boete is reeds den requestrant kwyt geschol den, omdat hij door force majeure verhinderd was het werk tijdig op le leveren. Dit kwijtschelden was echter niets anders dan een recht; volgens de wet had de aannemer recht om te vorderen dat dit gedeelte der boete niet zoude opgelegd worden. Rechtens hebben wij thans met hem afgehan deld; thans komt de billijkheid ter sprake, en niet te ontkennen valt het, dat hel bepaald onbillijk is, wanneer de gemeente slechts eene schade heeft geleden van 8000, zij een schadecijfer doet betalen van f 24000, een drie maal hooger bedrag. Billijk vond spreker de schade te deelen; hy stelde derhalve voor de aannemer Klönne eene restitutie te verleenen van 8000. De heer Van Dissel meende, dat het betoog van den heer Was niet geheel juist was. Wat de force majeure aangaat, waarop de requestrant zich rech tens, volgens den heer Was, zoude kunnen doen gelden, merkte spreker op, dat niet het aantal dagen, dat de force mijeure van invloed heeft kunnen zijn, in rekening is gebracht geworden, maar wel het dubbel aantal dagen. Billijkheid kan men niet in casu aannemen; de aannemer was met buiten gewone nonchalance en onnauwkeurigheid te werk gegaan. Spreker haalde ten bewijze hiervan verschillende bewijzen aan, kortom, zeide spreker, ware men niet met kracht opgetreden, dan zoude hoogstwaarschijnlijk de gashouder nog niet aanwezig zijn. De heer Was hield vol dat ook het dubbeltal der dagen een gevolg was van force majeure; tengevolge van de strike, die in Engeland heeft plaats gehad, moest hel werk gestaakt worden, totdat hel werk wederom een aanvang kon nemen in een tijd van regendagen, waarin lang niet zoo veel werk kan verricht worden. De heer Groll verdedigde het voorstel van burg. en weth. De heer Damsté vroeg, in geval het voorstel van den heer Was werd aangenomen, uit welke post dit bedrag dan moest gevonden worden. De voorzitter geloofde niet dat hier force majeure was in den zin van de wet, hij geloofde ook niet dat rechtens de requestrant ten dezen opzichte in hel gelijk zoude gesteld worden, de strikes in Engeland zijn zoo menig vuldig, dal een aannemer hier het oog op moet houden; hij geloofde dus wel degelijk, dat de hem reeds verleende restitutie zyn grond heeft gevon den; in billijkheidsgevoel, hij wist geen enkele reden waarom de raad nog verder zoude gaan. De heer Was geloofde dal de rechter de plaats gehad

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 1