LEIDSCHE SCHOUWBURG. (Maandag 17 November 1884.) „De onechte Zoon", Cométlie in 4 Bedrijven en een Voorspel, van Alex. Dumas Fils. »Die naturliche Tochicr", »Le fils de Coralie". »Le colonel Ue Brian //Annemie", /'Zonder naam", ziedaar van verschillende bodem verschillende looneelsiuUkenmaar allen hel zelfde lot onderwerp hebbende als ons giste renavond werd te aanschouwen gegeven in «De onechte zoon". Ook dit maal waren het verleider, verleide en kind, die ons voor oogen werden gesteld. Claire Vignot, eene arme maar brave naaister, wordi bedrogen door Charles Sternay, bij wiens moeder zij werkte. Alle pogingen, die itet lielhebbende en zich zelf opailerende meisjes in het werk stelt om de vrucht van haar misstap, haar kind, door den vader erkend te zien. om bet den naam te geven, waarop hel recht heelt, zij stuitten af op den onwil van den be drieger, die steeds zijne familie op den voorgrond doet treden, voorgevende, dat dit de eeuige hinderpaal is om haar hare eer te mogen co te kunnen terug geven, om de schande, die op haar rust uit te wisschen. Op btdidegelijke wijze wendt hij voor een groot gedeelte van zijn vermogen verloren te hebben, zoodat hij dra naar Amerika moet vertrekken, ten einde daar te beproeven het verlorene te herwinnen, om dan, na eene afwezigheid van een tweetal jaren, hare lielsle. hare vurigs'e wenschen te bevredigen. Zij weet echter niet dat dit alles slechts huichelarij en bedrog is, zij weel niet dat dit tweetal jaren een eeuwig vaarwel was, zij weet niet dat hij een ander tot die waardigheid vetheden wil, waarop zij recht heelt, zij weet niet dat hij spoedig in het huwelijk zal treden; ziedaar dan den inhoud van het voorspel van dit tooneelstuk. Over hel algemeen is een voorspel niet in staal de waarde van een stuk te verhoogen. het is daarentegen een be vijs van mindere kracht, de schrijver heelt niet kunnen voldoen aan de regels door Boileau in zijn ari pnétique gesteld. Que dès les premiers vers i'aclion préparée Sans peine du sujet aplanisse l'entrée en heelt dientengevolge voor de inleiding tot hel voorspel zijne toevlucht genomen. Plotseling heelt men ons een drie en twintig jaren verder gelooverd. het kleine onschuldige wicht is man geworden, de natuur heelt zich bij hem doen gelden, zij heelt hartstochten bij hem opgewekt, zij heelt hem helde ingeboezemd en wel voor de dochter van den overledene broeder van den verleider zijuer moeder. Mevrouw Sternay, geboren markiezin d'Orgebac, moeder van Charles Sternay. eene trotsche hooghartige vrouw, verzet zich tegen eene verbintenis, die baar en hare lamtlie ten oneer zoude verstrek ken, zij duldt met dat haar kleindochter hare hand scheukt aan een man zonder naam, zonder atkomst, evenmin gedoogt zij dat haar zoon de lout zijner lichtzinnige en jeugdige onbezonnenheid hersteile, evenmin wil zij dat haar zoon zijn kind erkemie, die eveneens hiervoor geen bijzondere ge neigdheid aan den dag legde. Geheel tegenstrijdig hiermede was het ge voelen van haar broeder, den markies d'Orgebac. Deze heelt eene bijzondere achting voor den jongen man opgevat, deze koestert eene meer d u gewone sympathie voor den zoon der vroegere naaister hij weet door zijne relaties den talentvollen jongeling eene prachtige carrière Ie openen, hij beveell lietn aan bjj den minister, die hem tot zijn secretaris benoemt, in welke hoedanigheid hij zich op bijzondere wijze onderscheidde hij het overbrengen cener diplomatieke zending. Charles Sternay. wiens ideaal bet was politi cus Ie worden, lid van de kamer gedecoreerd Ie zijn. heelt thans de steun noodig van hem. dien bij vroeger niet, thans natuurlijk wel, als zijn zoon wil erkennen De markies d'Orgebac. zijn oom, het motiel van deze laag hartige berekening doorziende, tracht diens plannen in duigen Ie doen vallen. Hij zeil zal zijn naam, zijne titels, zijn fortuin schenken aan den jongeling dien hij lief heelt, dien hij hoogacht; hij is oncehuwd, lui kan derhalve hel kind van zijn neef niet alleen erkennen, hij kan het wettigen door met de moeder io het huwelijk te tteden. Charles Sternay waagt echter eene laatste poging, hij beloolt met zekeren ophef den inmiddels beroemd geworden Jacques Vignot lot zijn zoon te verhellen. Deze echter bedankt op dit oogenblik voor die eer, bij heelt onder den naam van Vignot zich eene luisterrijke positie in de maatschappij weten te verwerven, hij zal dien naam in hel vervolg zeil blijven dragen en tevens schenken aan de vrouw zijner keuze, aan Hermiue Sternay. Op de vraag echter van zijn vader: mag ik in het vervolg tl mijn zoon noemen? antwoordt hij: Ja oom. Dit einde was niet bevredigend; veel meer overeenkomstig met de intrigue ware het o. i. geweest. iuJien Jacques Vignot ten minste in kennis gesteld ware met het edele voornemen van den markies d'Orgebac. Terwijl men in zekere soort spanning verkeert, hoe dit vootslel zoude aangeboden en opgenomen worden, wordt dit eenvoudig doodgezwegen en wordt de per soon aan het geheel onttrokken, terwijl men in de overtuiging verkeerde, dat zijne rol niet ten einde was. En thans het spel. Reeds de namen der op het program voorkomende tooueelsi elers waren een waarborg, dat ons veel, zeer veel zonden te ge nieten gegeven worden. De gebroeders Haspels, de beer Rusier Faassen en Jan C. De Vos, in vereeniging met de dames Catli. Reersmans, Rurlage- Vcrwnert en mevr. Faasseu-Van Velzen, al deze dli en deae majores dezer aldeeiing van bet Nederlandsch tooneel, zij vormen een geheel dal veel schoons kan lol stand brengen. De markies d'Orgebac had ren uitnemende vertolker gevonden in II. Haspels; evenals in "De markies de la Seigltère", waarin hij de titelrol vervulde, had hij zich ibaus gegrimeerd, de lypeering was eveneens weinig gevarieerd, de half schertsende, half spuitende en toch zoo ernstige loon, waarmede hij de baatzuchtige doch met den mantel van lietde en zeifopoliering beuekte voor nemens van zijn neel aanhoorde en beantwooidde. was niet alleen aardig, maar tevens waardig; zonder eemge uiting van drilt, maar op eene meer ingrijpende, op eene bijlende satirieke wijze verweet hij hem zijn laag ge drag. Rosier Faassen, als notaris Aristide Fressaril, de bemiddelaar tusschen alle personen, de factotum, leverde het komische element in dit overigens zoo ernstig stuk. Allen, die deu la'enlvoilen tooneelspeler in dit emplooi heb ben gezien, hebben hem levens sleeds bewonderd, ook gisteren was dit wederom het geval, ook ditmaal wisl hij. niettegenstaande het geneel geen hilariteit beoogde, menige hartelijke lach den toeschouwers af te dwingen. Onnoodig is liet bijna te vernielden dal de rol van den bedrieger, van den huichelaar, van den man. sleeds trots op eigenbelangzells ten koste van het ouge.uk van anderen, in handen was van den marqué J. Haspels en on noodig le verklaren dal hij ouk thans voldeed De trilogie van deze heereu was dan ook o. i. een der aardigste en belangwekkendste scènes, welke wij gisterenavond mochten aanschouwen. De heer Jan C. De Vos. de beschaafde acteur, was eveneens gisterenavond in al zijne kracht, de kinderlijke liefde, die hij sleeds voor zijne moeder koesterde, zelfs toen haar val hem bekend was. de zellheheersching toen hem t el noodlottig geheim zijner geboorte weid geopennaard. de fiere houding tegenover den mail. die hem eenmaal zijn naam had geweigerd te geven, dit alles werd tnet gevoel, maar levens met natuur weergegeven. Mevr. Catharina Reersmans. als Claire Vignot, was gisterenavond te dramatischhare houding en geuaren (leden zells dan de tragedienne kennen wanneer zulks niet vereistht werd. Mevr. Rurlage-Verwoerl hebben wij reeds ge zien als meid, als soubrette, ais coquette, maar nog nimmer als eene trotsche fiere oude dame, zooais gisterenavond, maar tevens kunnen wij er bijvoegen, dat zij ook in dit genre uitmuntte. Hare gewone losheid en levendigheid had ditmaal plaats gemaakt voor al wal statig en ingetogen mag heeten. llare houding, spraak en gang waren die eener vrouw behoorende lot de aris tocratische la mi tien der koningsgezinden of legitimisten, zooals ons deze steeds in oude Fransche romans voor oogen worden gesteld. Ten slotte een woord van hulde aan de lieftallige verschijning van Marie Vink: een aange naam orgaan, een schalksch en levendig uiterlijk, bevallige kleeding, een lus en ongedwongen spel, met al deze hoedanigheden kan het niet anders ol ook zij bracht ruimschoots bij tot het welslagen van dezen avond, ünbe- grijpelijk mag Itet genoemd worden, dat, niettegenstaande de gunstige re censies, waarmede deze opvoering reeds elders vereerd is geworden, de opkomst van liet publiek niet talijjker was. Men klaagt, maar komt echter evenmin wanneer er geen reden tot klagen bestaat. Mr. L. H. I NG E 5E U NT D E KT. EEN LEIDSGH ORKEST. Dal het Leidsclt publiek bitter weinig voor de kunst over heeft zoodra hel op de dubbeltjes aankomt, is een treurig feit, vooral een Leidsch orkest is een luxe die zoo overbodig wordt geachtdat de verschillende pogingen welke reeds vroeger in het werk zijn gesteld, heizij om een orkest op te richten, hetzij een beslaande te behouden, meestal schipbreuk hebben ge leden. Toch is in den aanvang V3ii dit jaar bet bewijs geleverd hoe met door tastendheid en ijver een Leidsel) orkest zou kunnen lot stand komen, immers de twee Sijmphonie-concerlen onder directie van den heer Locher gegeven, hebben dit voldoende getoond. Natuurlijk was hulp en steun noodig, en hieraan heeft het van de zijde van liet publiek niet ontbroken, maar groot was die hulp niet, want de gestelde contributie was zóó laag, en zoozeer beneden de waarde van liet aangebodene (men denke slechts aan solisten als Joseph Cramer en Rosmans) dat het wel verwonderlijk was dat met zulke weinige middeien twee dergelijke concerten zijn tot stand gebracht, liet zal dan ook niemand verwonderen dat de kas een tekort aanwees niet tegenstaande een onbekende met krachtigen hand zijne belangstelling heeft doen blijken, maar om op deo langen dttur voor de pogingen om een Leidsch orkest in stand te houden, slechts de erkentelijkheid van het publiek en tckorlen te oogsten, gaat niet! Als men ziel hoe steden als Haarlem en Dordrecht flinke orkesten be zitten, dan is het werkelijk voor onze stad een zeer treurig verschijnsel, dat in gebrek aan belangstelling de oorzaak moet worden gezocht, welke het bestaan van een Leidsch orkest verhindert. Nog eenmaal zal de proef wotden genomen, in hoeverre ons publiek het op prijs weet te stellen indien uil eigen boezem een orkest kan worden gekweekt en behour/enhet zal daartoe de gelegenheid worden gegeven duor in ruime mate op de intee- keniijstwelke dezer dagen zal worden aangeboden, te teekenen. De con tributie is werkelijk zeer laag gesteld, echter een reden le meer voor het kunstlievend publiek om door vrijwillige verhoogde bjjdragen te toonen, althans de pogingen te willen ondersteunen, waardoor een Leidsch orkest wellicht meer levensvatbaarheid kan verkrjjgen. Wordt dit doel bereikt, dan moet, als de tijd daar is, wordeu uitgezien op welke wijze het leven van een eigen orkest niet gerekt maar verzekerd kan worden; voor het oogenblik echter is nog grooten steun noodig om het zwakke schepsel op de been le helpen. H. liet sluk van dr. G. moest door plaatsgebrek tot morgen achterwege blijven. OPGAVE VAN BRIEVEN, welke in de tweede helft der maand September door het postkantoor te Leiden zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wie zjj geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren. Geadresseerd aan: Mej. De Ruiter, Van der Ven, wed. Harmse. Huurman, allen te Amsterdam; mej. L Fischer (twee sinks), te Arnhem; M. Van den Rrandeler, le Rotterdam; Jolt. Buys, te Tilburg; Landry, Utrecht; Hendriks, plaats van bestemming niet vermeld. Verzonden geweest naar België. César Segers, te Arlon. Duitschlavd. Magnus en Comp., mej. P. Gevaarts de Nolutn, J. Humöller, allen te Berlijn; Reitenberg, Maintz. Zitting van het Kantongerecht te Leiden van 17 November 1884. Kantonr. Mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers. Ambtenaar van het openbaar ministerie Griffier Mr. F. G. v. Binsbcrgen. Mr. P. A. Van Buttingha Wichers. Uitspraak In strafzaken. Naam en woonplaats der beklaagden. Aard van het misdrijf. Gevallen uitspraak. R. v. 0.Leiden openbare dronkenschap, (3-maal) /1.50 of 3 dagen (driemaal). G. v. L.Havelte, idem 1 1.of I dag. P. C. K., Leiden, idem ƒ0.50 of 1 dag. P. le M.idem idem 1.of 1 dag. G. v. IC idem idem. f0.50 of I dag. P. P idem Mem ƒ1.of 1 dag. L. v. M.idem, idem 1.50 of 3 dagen. VV. Iv.Leiderdorp idem fO 50 of 1 dag. J. 0., Leiden, idem ƒ1.50 ol 3 dagen. M. S.idem idem 1.of 2 dagen. C. M. v. d. B.idem, idem, idem. J v. D., idem. idem J 0-50 of 1 dag. A. v. R Katwijk idem (tweemaal) 1.50 of 3 dagen (tweemaal) VV. B., Leiden, idem 11.50 of 3 dagen. 11. J. v. H idem idem, (tweemaal), idem (tweemaal). S. F. v. R.idem idem f 1.50 of 3 dagen. S. v. d. R. idem idem idem. If. A.idem, idem 1.of 2 dagen. A. II. J. de G.id. idem, I.of 1 dag. ,J. J D.idem, idem 0.50 of 1 dag. .J. 0., idem, idem idem. J. V., idem, idemna vroegere veroor 3 digen en ƒ1.50 of 3 da deeling, (viermaal). gen (i-maal). J, V.idem idem na idem 1 dag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 3