LEI IKS II
COL
DONDERDAG 2 OCTOBER.
STADS-BERICIÏTEN.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
1884.
lï*. 233.
Dt Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prgs der Advertentiön is van 14 regels 1.iedere regel meer 25 cenls, groote letters berekend naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Leiden brengen ter
kennis van belanghebbenden, dat de Beestenmarkt en de kaasmarkt,
die op Vrijdag 3 October a. s., den gedenkdag van Leidens
Ontzet, zouden aioeten plaats hebben, dit jaar zullen worden gehouden op
Woensdag 1 October te voren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden18 September 1884. DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris
Onthulling van het Gedenkteeken van Leidens
Ontzet op Vrijdag 3 October 3834
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Leiden brengen ter
algemeene kennis dat de toegang tot het afgesloten terrein op de Ruïne aan
de zjjde van de Garenmarkt bij de Groenebrug is bestemd voor de houders
van Oranjekaarten (gereserveerde tribune), het KinderkoorLeidens Mannen
koor en de deputatiën der verschillende vereenigingen; de toegang aan de
zjjde van de Doezastraat bij de Nieuwsteegsbrug voor de houders van de
andere kaarten, en de toegang aan de achterzijde voor de deelnemers aan
den optocht.
De onthullingsplechtigheid vangt aan te half eenterwijl vóór elf uren
niemand lot het afgesloten terrein wordt toegelaten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Leiden, 1 October 1884. DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER der Gemeente Leiden, brengt ter algemeene kennis,
dat het Bureel van den Burgerlijken Stand op aanstaanden Vrijdag
den 3'° October uitsluitend geopend zal zijn, van tien tot elf uren
des voormiddags.
De Burgemeester voornoemd,
Leiden, 1 October 1884. DE KANTER.
LEIDEN. 1 October,
lieden aanvaardde de heer dr. J. Van Leeuwen het hoogleeraarsambt
bjj de faculteit van letteren en wijsbegeerte aan de rijks-universiteit alhier
met het houden eener redevoering, getiteld: »De arte discendi".
Voor het tijdvak van 1 October 1884 tot en met 31 December 1885
is benoemd tot adsistent voor de sterrenwacht aan de rijks-universiteit te
Leiden, W. Massink, civiel ingenieur te Zutfen.
De toebereidselen tot de feestviering overtreffen de verwachting, er is
wedijver ontstaan zoowel langs aanzienlijke straten als aan eenvoudige
grachten of stegen, om door versiering of verlichting, de stad een feestelijk
aanzien te geven. Over het water op het Rapenburg zijn kronen opgehan
gen, in de wandeling crinolines genoemd, die 'savonds zullen verlicht wor
den. Op andere plaatsen doet men evenzeer in de verlichting mee of men
plant eerebogen en eerepoorten met vlag en wimpel en groen. Dan wordt
het daarbij nog half kermis. Er komen poffertjeskramen, koekkramen,
zelfs... oliebollenkramende schoorsteenen rooken al en het gebak snerkt
in den pot; en aan draaimolens zal het niet ontbreken. Dan komt er nog
veel meer, te veel om te melden en iedereen zal Leidens Ontzet jubelend
vieren-, niet één ingezetene zal nalaten de vlag te ontplooien. Haring en
wittebrood zullen ongetwijfeld op den 3dtn het hoofdgerecht uitmaken, de
fPÜs, die het uitgehongerde volk bij zijne redding werd toegeworpen, en
zulk een gerecht is dan ook voor den Leidenaar karakteristiek. Maar huts
pot dan? Dat was de spijs der Spanjaarden, witte peen met gekruid vleesch
door elkander, en zulk een pot vond Gysbert Cornelisz. Schaek, de wees
jongen, in de verlaten schans te Lammen. Niet dat wij onze ingezetenen
het genot van hutspot zouden willen ontzeggen of onsmakelijk maken, dat
zij verre; de helder roode peen, die de stad wordt binnengevoerd moet
iedereen tegenlachen en aan hoopen witte peen ontbreekt het ook niet,
naar wij eten eigenlijk, plus de aardappelen (zelfs geen Spanjaard deed in
1574 aan aardappelen) uit één pot met onze vijanden. Dat is nu wel voor
komend, maar met onze voorvaderen van eenzelfden stam haring en witte
brood te eten, valt toch nog beter. Hel is te wenschen dat de weerkun-
idigen nu niet al te slecht gemutst zullen zjjn en ons depressies op het dak
jagen, want dat zou droevig zjjn bjj zooveel eensgezinde feeststemming.
Een beetje vrees voor geen mooi weer bestaat er echter wel en op de maan
te rekenen, die anders nog wel eens meehelpt om de wolken te verdrjjven,
is wel wat gewaagd.
Bij de uitgegeven programma's van 3 October, roet gekleurd omslag,
waarop het monument is afgebeeld, werd opgemerkt dat het boekje verdient
als aandenken aan dezen feestdag bewaard te blijven. Thans is verschenen
eene plaat: Leidens wording en vergrooting; Optocht gehouden door werk
lieden van verschillende vereenigingen den 3den October 1884, bijgelegenheid
der onthulling van het standbeeld van Pieter Adriaansz. Van der Werf. De
plaat is niet groot, behoeft zelfs niet eens te worden uitgeslagen, maar
kost zelfs geen gulden, neen slechts het tiende daarvan en dan is wezenlijk
hare waarde niet geevenredigd aan den prijs, waarvoor zij te koop is. En
dat is niet te sterk uitgedrukt. De plaat is zeer aardig opgevat, de ver
schillende groepen zijn goed geteekend, daar is in de beweging der beeldjes
verdiensten zelfs en het geheel ziet er ook op getint papier behaaglijk uit.'
Verdient het opgemelde boekje als aandenken aan dezen feestdag bewaard
te blijven, niet minder de plaat; zjj behooren bij elkander, en dan nog
welk een prijsMoge zij bjj duizeudtallen verkocht en de heer P. J. Mulder
als uitgever, de heer H. Verlint als teekenaar en lithograaf, althans zooveel
voldoening hebben van hun arbeid, dat men niet zonder waardeering hieraan
zijne aandacht schenkt.
De onontbeerlijke hulp en aanwijzing verleend door een paar stadgenoten
en historiekenners bij het ontwerpen van zulk een optocht en deze zooveel
mogelijk historisch getrouw voor te stellen, heeft den teckenaar bjj het
samenstellen van zijne plaat ook niet ontbroken. Het laat zich aanzien
dat deze onze stadgenoten eer zullen hebben van hnn werk, geljjk van de
deelnemers aan dien optocht orde en regelmaat, zooals vroeger het geval
was, een volharden tot het einde toe, mag verwacht worden.
Daar zijn optochten geweest en zij zullen er nog zjjn, waar men van
wanorde en onregelmatigheid weldra in 't honderd liep, of waar geheele
groepen verdwenenalsof zij nooit bestaan hadden. En wat heeft men nu
aan een historischen optocht, waar b. v. een geheele eeuw als in nevelen is
opgegaan.
Gedurende het derde kwartaal dezes jaars is 's rjjks museum van
natuurlijke historie alhier bezocht geworden door 3097 personen.
Gisteren werd op de begraafplaats aan de Groenesteeg alhier het stof
felijk overschot van den heer II. F. Schlette ter aarde besteld. Een tal van
belangstellenden had zich om de groeve vereenigd, waaronder regenten,
weezen en oude lieden van het Evang. Luthersch weeshuis alhier, waarvan
de overledene bijna vijf en dertig jaren regent was geweest. Met gevoel
volle woorden schetste d'. Rümke in korte trekken de onvermoeide jjver en
liefde steeds door den overledene voor het gesticht aan den dag gelegd, tot
welks tegenwoordigen bloei hij zoozeer heeft bijgedragen en waardoor hij
zoovelen aan zich heeft verplicht. Door den president-regent van voornoemd
geslicht werd namens regentessen een prachtige krans op de kist gelegd als
laatste groet aan den zoo hooggeachten vriend en mederegent, wiens afster
ven voor het geslicht een gevoelig verlies is.
Gisterenavond werd uit het water der Langegrachtnabij de Houtmarkt,
een ruim 5-jarig jongentje opgehaald. Men kwam op het denkbeeld, toen
ontdekt werd dat het knaapje afwezig bleef, aldaar te gaan zoekenaan
gezien men meende hem op eene schuit te hebben zien spelen. Spoedig
bleek dat vermoeden niet zonder grond te zjjn geweest. Bij den apotheker
Fornara, aan de Haarlemmerstraat, werden alle mogeljjke pogingen aan
gewend de levensgeesten op te wekken, doch te vergeefs; men kon slechts
zijn lijk aan de bedroefde ouders overhandigen.
De minister van oorlog heeft o. a. benoemd tot adjudant bjj het corps,
den ritmeester R. F. G. baron Bentinck, van het 3' regiment huzaren, en
in aciieven dienst hersteld, den l" luit. T. P. Almerood; gedetacheerd bjj
de 2' afdeeling krijgsschool, de 2e luit. J. 11. Huisken, van het 4' reg. infan
terie; bij de militaire verkenningen den 1'° luit. R. G. Moerbeek, van het
4e reg. inlanterie.
De minister van oorlog heeft openljjk zijne tevredenheid betuigd aan
den kapitein C. A. H. Van Bart, van het 6e reg. inf., voor den jjver en de
toewijding, waarmede hij bij dat corps, zoowel practisch als theoretisch
werkzaam is geweest tot oefening van de officieren en het kader van
het corps.
Te beginnen met 1885 zal het toelatingsexamen voor de tweede afd.
der krjjgsschool en voor den intendance-cursus, voor zooveel betreft de in