LEID8C11E COURANT. 1884. N#. 204. VRIJDAG 29 AUGUSTUS. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2. afzonderlijke rummers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prys der Advertentiën is van 14 regels f 1.iedere regel meer 25 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte. LEIDEN. 28 Augustus. Met goed gevolg is het bronzen beeld van P. Az. Van der Werfl heden tegen den avond op het voetstuk geplaatst. In de heden gehouden raadsvergadering waren aanwezig de heeren Har- tevelt, Bool, GroltBredius, Juta, Zaayer, Van Dissel, Verster, Donner, Knappert, Zaalberg, De Goeje, Was en Le Poole, terwijl bjj afwezigheid van het hoold der gemeente het voorzitterschap door den oudsten wethouder, den heer De Fremery, werd waargenomen. Ingekomen waren: 1« eene missive van den heer Scheltema, waarbij hij te kennen geeft dat hij wegens verandering van woonplaats opgehouden heeft lid tan den gemeenteraad te zijn: 2e eene missive van gedep. staten der provin cie Zuidholland houdende goedkeuring van het vastgestelde kohier der plaalseljjke directe belasting. Ten slotte deelde de voorzitter mede, dal de ontvangsten en uilgaven by de begrooting voor 1885 vastgesteld waren op 748,780, waaronder de hoofdelijke omslag tot een bedrag van/115,500. Vervolgens werden in behandeling genomen de op de agenda vermelde onderwerpen en wel ten eerste de beide verzoeken van de heeren A. D. D. Schrellen en G. T. Alsche om een afvoerbuis te leggen door den Stationsweg, waarover niemand het woord verlangde, zoodat dezen zonder hoofdelijke stemming werden toegestaan, ditzelfde was het geval met het verzoek van den heer C. Wijnkool om een ijzeren hek te plaatsen vóór zyn huis aan den Stationsweg. De heer A. G. Mulié had, ter voorkoming dat zijn verzoek omtrent de verschuldigde retributie over gasaanleg in den Burg niet zoude ingewilligd worden, zich tot den raad met een nader schrijven gewend, waarin hij zijne bezwaren ontwikkelde tegen den thans bestaanden toestand. Oorspronkelijk meldde hij in zijn schrijven, had de gemeente de geheele gasleiding in het gebouw aangebracht. Een der vorige pachters echter, de gasornementen door de gemeente gegeven niet smaakvol genoeg vindende, had op eigen kosten nieuwe aangebracht, welke hij bij het eindigen van het huurcontract medenam, zoodat requestrant, welke hem als huurder opvolgde, zich eveneens op eigen kosten van nieuwe gasornamenten moest voorzien. Volgens zijn inzien was het dus zeer onbilljjk, dat door hem jaarlijks een huur van ƒ24 moest betaald worden voor eene gasleiding, welke hem zelf toebehoorde. De voorzitter beweerde dat requestrant in dit schrijven de waarheid niet geheel getrouw was gebleven; volgens hem was de leiding wel degelijk in hel gebouw aanwezig, slechls de ornamenten niet en hierover mag adressant zich niet beklagen, daar in het contract van geen ornamenten sprake is geweest. De heer Juta geloofde dat het punt in geschil slechts zijn bron heeft te wjjlen aan een misverstand. Requestrant beweert dat er geen leiding in het gebouw aanwezig was. Burg. en wetli. daarentegen wel. Deze tegen strijdigheid van gevoelens laat zich volgens spreker hierdoor verklaren, doordat requestrant onder het woord leiding ook de ornamenten bedoelt, terwjjl het dagelijksch bestuur dezen van dit begrip uitsluit. Volgens zijn oordeel heelt echter requestrant wel eenige aanleiding om te geloo- ven dat zijn gevoelen het juiste is, vooreerst omdat de vorige huurders in het genot der ornamenten geweest zijn en vervolgens in den huurprijs Mn ƒ24, hetwelk toch aan interessen een kapitaal vertegenwoordigt van ƒ500, waarvoor wel degelijk ook ornamenten konden gekocht zijn. Uit billijkheid zag spreker daarom gaarne dat de huurprijs zoude gereduceerd worden. De voorzitter antwoordde dat nooit of nimmer de bedoeling van de gemeente geweest is om onder het woord leiding ook ornamenten te 'erstaan; het verwonderde hem bovendien dat thans eerst, nadat reques trant reeds zes jaren huurder geweest is, deze hierover zich beklaagt. De beer De Goeje was het volkomen met den heer Juta eens. Evenals deze reeds had gedaan vroeg ook h(j nadere toelichting. Heeft de leiding alleen ƒ500 gekost, dan is het ook zeer billijk dat de vastgestelde huurprijs ge handhaafd wordt, is dit niet het geval, dan is het vorderen dezer som eene onbillijkheid. Dat adressant gedurende zes jaren gezwegen heeft, doet niets tot de zaak af, dit maakt volstrekt het onrecht niet tot recht. De heer Juta stelde voor dit punt der agenda naar burg. en weth. te renvoyeeren, met verzoek tot verdere toelichting. Dit voorstel werd ondersteund door he heeren Le Poole en Was. Deze laatste, ofschoon volkomen eens zijnde met den voorzitter dat het aangenomen contract in alle opzichten duidelijk was, en requestrant zich derhalve niet kon beroepen op eene vroeger aan gegane verbintenis met vorige pachters, achtte het toch wenschelijk, en wel u't gevoel van billijkheid, dat den tegenwoordigen huurder eenige reductie werd toegestaan, omdat deze by het aangaan van het contract hoogstwaarschijn lijk in de overtuiging verkeerde dat ook de ornamenten door de gemeente zouden geleverd worden. Het voorstel van den heer Juta werd daarop aangenomen. Omtrent de voordracht betrekkelijk den aanleg van een park op de Ruïne vroeg de heer De Goeje eenige inlichtingen en wel eerstens of uit de/7000, door het rijk gegeven, de kosten der inrichting moeten bestreden worden, of wel of deze som als subsidie moet beschouwd worden, zoodat het de ge meente vrijstond meerdere kosten er aan te besteden. De voorzitter ant woordde, dat dit laatste het geval was, zoodat de gemeente niet definitief aan deze som gehouden is. Vervolgens meende dezelfde spreker nog eene drukfout te zien in de laatste alinea van art. 3 van het ontwerp-contract tusschen den minister van binnenlandsche zaken als vertegenwoordiger van den slaat en burg. en weth. van Leiden handelende namens deze gemeente; in stede toch van «het voor de weder oprichting van het monument in te nemen terrein zal bij contractant ten eenre (van den slaat) in eigendom verblijven, moest volgens hem staan ten andere. In artikel 1 toch van dit zelfde ontwerp was uitdrukkelijk bepaald dat de grond, door het standbeeld van Van der WerfF ingenomen, in eigendom zoude verblijven aan de gemeente. Mocht men tot verplaatsing van het monument ooit overgaan, dan werd vol gens art. 3 het hiervoor vrijvallend terrein het eigendom van den staat. Het kon derhalve niet anders dan billijk genoemd worden dat de gemeente als het ware bij ruil eigenaar werd van het alsdan nieuw ingenomen terrein. De heer Was had tegen het concept ontwerp nog eene andere bedenking; en in het reeds meergenoemd art. 3 was eveneens bepaald dat by eventueele noodzakelijkheid van verplaatsing van het monument de staat bevoegd is hiertoe over te gaan, zonder dat echter hierbij bepaald is waar de nieuwe plaatsing zal geschieden, zoodat dit geheel aan de willekeur van den staat wordt overgelaten; burg. en weth. stelden daarop voor, ook de behandeling van dit punt tot nader behandeling aan te houden om daarvoor de gelegen heid te hebben omtrent de gemaakte aanmerkingen op het concept-contract met den minister in nadere bespreking te treden. Met algemeene stemmen werd dit aangenomen. Na eene enkele aanmerking van den heer Bredius op de rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1883, werd deze zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. De rekening van de kamer van koophandel en fabrieken over 1883 en die van het stedelijk werkhuis konden niet in behandeling genomen worden, daar by verwijdering der commissarissen, het door de wet vereischte aan tal leden niet aanwezig was. Door de welwillendheid van het bestuur der sociëteit 'Concordia" wer den wjj gisterenavond in de gelegenheid gesteld de proefverlichting met elec- trisch boog- en gloeilicht, welke aldaar plaats had, te bezichtigen. Onge twijfeld heelt in dezen de uitkomst aller verwachtingen verre overtroflen. Het groote lokaal van genoemde sociëteit werd door een betrekkelijk klein aantal lampen schitterend verlicht, terwijl slechts eene enkele gloeilamp noodig was om aan den geheelen tuin als het ware het daglicht te schen ken. Niet alleen dat bij vergelijking het veel minder mat bleek te zyn dan het gaslicht, het overtrof dit bovendien door de constante lichtsterkte, welke het verspreidde. De ingenieurs voor electro-techniek, de heeren A. Reding en P. Van Cappelle, te Amsterdam, onder wier leiding de proefne ming plaats vond, hebben op klaarblijkelijke wijze getoond, dat de dynamo machines voor boog- en gloeilicht, zijnde het systeem Bürgin, dat door hun is toegedaanin alle opzichten voldoet en ten volle beantwoordt aan de ver- eischlen van een goed, helder en tevens niet kostbaar licht. Een navorscher doet ons het volgende weten: Waarschijnlijk als een bewijs voor de kracht eens paards of om de wonderbaarlijke manier te doen uitkomen hoe men in het eertijds zoo benarde Leiden een standbeeld binnen brengt, zet het L. D. voorop dat het standbeeld van den oud-burgemeester van Den Haag naar Leiden is vervoerd per wagen getrokken door één paard, dus niet per spoor (sic.) en dat er planken moesten worden gelegd (bij het aflaten op de Ruïne) anders zou het beeld in den grond zijn gezakt (sic.). Waarom er ook niet bijgevoegd welke onderneming voor deze 1300 kilo metaal gebezigd werd tot vervoer, b. v. 'per" van Gend Loos, ol de af levering /ranco-thuis bedongen was en of het paard onderweg nog een broodje heeft gehad? Tot een eewige gedachtenesse dat die Stadt op sulcken ongehoorden wysen in dit Schrickel-Iaer van soo schoon een Statue begiftight werdt, ende andere saken daer aen clevende, mocht dese inne de Chronycke gebocckstaeft werden in voege van een laer-ghedicht. Daar de mangelwortelen of suikerbieten in den Haarlemmermeerpolder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 1