BUI TENLANDSCHE BERICHTEN.
hotel van den heer Flörke, waai' een gezamenlijke maaltijd was aangericht.
Natuurlijk droeg deze zamenkomst tlians geheel een intiem karakter. De
aangenaamste toon heerschte en een der bedoelingen van den kring werd
zeker bereikt, het kweeken van vriendschappelijke betrekkingen en bevor
deren van onderlinge waardeering tussehen de leden van den kring.
Zondagochtend begaf zich de predikant J. M. te Nijmegen in eene til
bury naar eene der omliggende dorpenom aldaar eene ringbeurt te vervui
len. In den Voerweg te Nijmegen gekomen, struikelde het paard en viel
voorover, tengevolge waarvan de boomen van het rijtuigje braken. De heer
M. stortte daardoor uit het rijtuig en bekwam belangrijke kneuzingen aan
armen en hoofd, zoodat de reis niet kon worden voortgezet. Zijne vrouw,
die met hem in het rijtuig zat, viel mede er uit, doch bekwam minder
letsel.
Uit Est wordt aan de Tielsche Ct. gemeld: In de afgeloopen week
werd ons dorp bezocht door een paar vreemdelingen, die hier en daar te
kennen gaven, dat het doel hunner komst was: antieke voorwerpen tegen
hooge prijzen te koopen. Verlokt door het aanbieden van groote sommen
geld, verkocht een geacht ingezetene alhier aan een van die twee heeren
eenige antieke meubels voor de niet geringe som van plus minus negenhon
derd gulden. Den volgenden dag zou mijnheer de kooper, die intusschen
zich flink aan de hem aangeboden spijs en drank te goed deed. de gekochte
voorwerpen met een meubelwagen in ontvangst nemente gelijkertijd zou
dan de bedongen koopsom voldaan worden. Toen dit zaakje tot zoo ver
beklonken was, geelt 't heerschap te kennen, dat de andere vreemdeling;
die niet mee binnen was gegaan, maar vóór de woning op en neer wan-
delde, een mooi horlogekastje, dat wel vijf-en-twintig gulden waard was,
ten verkoop had. Aangezien hij nu gaarne in 't bezit van dit ook antieke
kastje was, maar zelf liever niet met den bezitter er van in onderhandeling
trad, verzocht hij onder de vleiendste bewoordingen of men dit voor hem
wilde doen. Op verzoek kwam de andere heer binnen, versmaadde ook de
hem aangeboden ververschingen niet en voor de som van vijl gulden deed
hij afstand van 't bewuste voorwerp; hierop nam hij afscheid, 't Horloge
kastje werd nu den kooper van antiquiteiten overhandigd, die de voorge
schoten vijf gulden 's anderendaags met zijn verschuldigde in dank restitü-
eeren zou. Tot heden echter heeft hrj tevergeefs op zich laten wachten,
zoodat het vermoeden niet ongegrond is, dat men met een paar sluwe op
lichters heeft te doen gehad.
De rechtbank te Winschoten veroordeelde den veertienjarigen zoon van
den tolpachter Hoeve, te Blijham, gemeente Wedde, ter zake van moedwil
lige brandstichting, in de schuur van den landbouwer R. Bruggers aldaar,
tot opzending naar een huis van verbetering gedurende den tijd van zes
jaren.
- Uit Osch meldt men aan de IV. B. Ct.: Gisteren werd van 's Dosch
overgebracht de postbode I. B., verdacht eenig geld ontvreemd te hebben
op het postkantoor alhier. Deze persoon is ruim 30 jaren werkzaam geweest
als postbode tussehen Osch en Heesch.
's GRAVENHAGE, 24 Juni.
Door Z. M. zijn benoemd tot burgemeester: van Pernis, W. G. D. Mur
ray, secretaris dier gemeente; van Weesperkarspel W. BruynJz.; van Krom
menie K. Van Eden; tot notaris te Maarsseveen is benoemd, mr. I. J. J. Van
den Helm, candidaat-notaris en advocaat aldaar, en is L. D. Labberté, on
derwijzer te Sliedrecht, met ingang van 1 September c. k. benoemd tot on
derwijzer in de gymnastiek aan de rijkskweekschool voor onderwijzers tc
Maastricht.
Door Z. M. is de met verlof in Nederland aanwezige le luit. der inf.
van het leger in Ned.-Indië W. P. Haver Droeze, eervol uit Zr. M8. militairen
dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
Ter vervanging van den kapitein ter zee T. C. Gobée, is, als lid der
commissie voor het afnemen van het eindexamen aan de adelborsten 2e kl.
bij het kon. instituut voor de marine te Willemsoord, benoemd de kapitein
ter zee H. Dijserinck.
Bij resolutie van den minister van koloniën is de heer J. C. Stillebroer,
graveur te 's Gravenhage, gesteld ter beschikking van den gouv.-generaal
van Ned.-Indië, om te worden aangesteld tot civiel ambtenaar, tweeden gra
veur, bij het Iithographisch etablissement te Batavia.
De heer A. De Le'cluse Tre'voédal, benoemd tot consulair agent der
Nederlanden te Audierne, is in die hoedanigheden door de Eransche regee
ring erkend.
De minister van financiën zal op 26 en die van marine op 27 dezer
geen audiëntie verleenen.
Na lezing eu goedkeuring der notulen in de heden gehouden zitting
van de tweede tweede kamer rees de voorzitter, de heer Cremcrs. van zijn
zetel en hield, terwijl de ministers en alle aanwezige leden mede van hunne
zitplaatsen waren opgestaan, de volgende rede:
Mijne Heeren! Met het diepste leedwezen hebt gij allen, evenals ik, de ver
pletterende tijding vernomen van het overlijden van Z. K. H. den prins van
Oranje. Wjj hadden ons reeds gevleid met de hoop, dat de ramp, die Ne
derland bedreigde, van ons zou worden afgewend. Helaas het mocht zoo
niet zijn. De vreeselijke ziekte had 's prinsen krachten onherstelbaar onder
mijnd. Met een diep gevoel van weemoed, herdenken wjj zijn leven, zijn
lijden. Terwijl hij vroeger zich onverpoosd bezig had gehouden met de
voorbereiding van dé grootsche taak die hem wachtte, kon hij bij zijne
zwakke gezondheid, zijn zielelijden niet overwinnen en miste hij de kracht
zich op te richten van den slag die hem het verlies van zijne dierbare moeder,
daarna van zijn geliefden broeder heeft toegebracht. Zijn heengaan is een
zware slag voor den koning, voor het vorstelijk huis en voor geheel ons
vaderland. De koning verliest zijn derden en laatsten zoon en stamhouder
en het Nederlandsche volk, zoo innig aan het huis van Oranje-Nassau ver
bonden, treurt met zijnen koning en denkt met bezorgdheid aan de toekomst.
Als blijk van innige deelneming in 's konings smarten, als teeken van rouw
van het geheele Nederlandsche volk, stel ik u, mijne heeren, voor de zitting
op te heffen en te verdagen Pot morgenochtend te 11 uren.
Hierop ging de vergadering, te midden eener diepe en plechtige stilte, uiteen.
De afdeelingen van de tweede kamer der stalen-generaal hebben be
noemd tot rapporteurs over de wets-ontwerpen tot goedkeuring der han
delsverdragen met Frankrijk en Spanje, de heeren: Verniers van der Loeft,
Gleichman, Tak van Poortvliet, Bahlmann en Blussé, en omtrent het wets
ontwerp tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd, de heeren:
Borgesius, Mees, Schaepman, Van Houten en Gildcmeester.
De heer mr. J. A. M. Van llaeften, laatstelijk referendaris bij het
departement van justitie, beeft gisteren voor het gerechtshof alhier den eed
afgelegd als subst.-officier van justitie bij de arrond -rechtbank te Rotterdam.
Men zegt. dal Z. M. de koning aanstaanden Zaterdag of Zondag hier
ter stede zal aankomen.
Elk oogenblik komen ten paleize vau Z. K. II. den prins van Oranje
kransen aan ter versiering van de lijkkistwelke heden avond in een prach
tig bewerkte mahoniehouten kist zal geplaatst worden. In den loop van den
dag werden reeds tal van personen, uil de hol- en diplomatieke kringen in
de rouwkamer, alwaar het lijk van 's konings zoon op eene estrade rust,
toegelaten. Naar wij vernemen zal de afgestorvene morgenDonderdag, tus
sehen 2 en 4 ure zichtbaar zijn voor allen, die zich daarvoor ten paleize
aanmeldenevenals in 1879 het gelaat van 's prinsen broeder voor het publiek
te aanschouwen was.
Waarschijnlijk zal de begrafenisplechtigheid van Z. K. H. den prins
van Oranje 7 of 8 Juli plaats hebben. Bepaalde orders van den koning worden
elk oogenblik verwacht.
-- Naar aanleiding van het overlijden van Z. K. II. den prins van Oranje
is de heer Bonnaud, geheim-secretaris van laatstgemelden, gisteren hier ter
stede geweest.
Bij eene te dezer plaatse gehouden telling van perceelen is gebleken
dat 1147 onbewoond zijn.
Gisteren bij het naar zee gaan van de haringschuiten te Scheveningen
waren eenige jongens aan het plassen, waarbij een hunner eensklaps in de
diepte zonk. Gelukkig dat dit van het strand werd bemerkt en een man
geheel gekleed te water liep, die het geluk had den jongen te grijpen en
behouden aan land te brengen.
B E EE.
De gemeenteraad van Brussel heeft, in zijne gisterennamiddag gehou
den zitting, een adres van rouwbeklag aan de koninklijke familie van Neder
land aangenomen.
E IS Cf E li A Hf D.
Door den heer Gladstone in het lagerhuis en door lord Granville in het
hoogerhuis zijn gelijkluidende verklaringen over Egypte afgelegd. In hoofd
zaak zeiden zij te hopen, dat het plan, waarvan voor heden slechts een deel
werd bekend gemaakt, het vertrouwen des lands zou verwerven. Dat plan is
natuurlijk afhankelijk van de goedkeuring van het parlement. Frankrijk
heelt in de volkomen opheffing van het condominium bewilligd en zich ver
bonden om Egypte, na den aftocht der Engelsche troepen, niet te bezetten.
De bezetting zal duren tot 1 Jan. 1888, doch slechts voor het geval dat de
mogendheden de ontruiming zonder gevaar achten. De algemeene controle
over de Egyptische financiën, door de kas voor de schuld, houdt op, doch
hare volmacht wordt in zoover uitgebreid, dat de Egyptische regeering vol
ledige inlichting over den financieelen toestand erlangt en de overschrijding
van het budget verhinderen kan. Engeland en Frankrijk zijn het ook eens
geworden over het plan der neutralisatie van het Suez-kanaal, maar eerst
tegen het einde der ontruiming. De schikking met Frankrijk is afhankelijk
van de conferentie, en de besluiten dezer laatste zullen door het parlement
moeten goedgekeurd worden. De eerste bijeenkomst der conferentie is op
aanstaanden Zaterdag bepaald. Zoodra de conferentie een besluit heeft geno
men, zal de regeering de toestemming vragen van het parlement, dat dan
over het lot van het kabinet zal beslissen.
Volgens de Times heeft de Engelsche regeering, terwijl zij de hoofdpun
ten van Frankrijks voorstel goedkeurde, belangrijke concessiën verkregen.
Frankrijk zal de opheffing van de dubbele controle vormelijk erkennen, en
zich verbinden af te zien van gewapende tusschenkomst in Egypte, tenzij
Engeland eene daartoe strekkende uitnoodiging doet. Voorts meldt het
blad, dat Gladstone in zijne mededeeling in het lagerhuis, het financiëele
plan der Britsche regeering voor Egypte niet zal bespreken. Dit plan zou
inhouden eene vermindering van de rente der geünificeerde schuld met
pCt. Men geloolt dat de ministeriële verklaring niet door een vormelijk
debat gevolgd zal worden.
Uit Calcutta wordt aan den Standard gemeld: «■Kolonel Lockhart, van
het /'intelligence departement," is door den onderkoning van Engelsch-Indië
aan de overheid in het moederland aanbevolen als een officier, van wiens
bijzondere kennis met voordeel partij zou te trekken zijn in de zaak van de
schipbreuk der Nisero en van de gevangen genomen bemanning. Kolonel
Lockliart was een der officieren, door de regeering afgevaardigdom rapport
te doen omtrent de krijgsoperatiën der Nederlanders bij het begin van den
oorlog in Atjeh."
Naar uit Cairo wordt gemeld zijn nog eenige gewapende booten aan
gewezen om op den Nijl, tussehen Wadi-Halfa en Assoean, dienst te doen.
Volgens gerucht zouden de opstandelingen in aantocht zijn tegen Korosko.
In eene vergadering van obligaliehouders, te Alexandrië, werd besloten
zich schriftelijk tot de groote mogendheden te wenden met de verklaring,
dat vermindering van rente of van het amortisatiefonds onnoodig is, maar
daarentegen door bekrimping van uitgaven en verhooging van ontvangsten
een overschot verwacht kan worden.
FRAIHRUS.
In den aanvang der zitting van de kamer van afgevaardigden legde de
heer Jules Ferry de correspondentie over, welke tussehen Frankrijk en Enge
land over de Egyptische conferentie gevoerd is. Hjj trad in een geschied
kundig overzicht der quaestie en betoogde de noodzakelijkheid om tussehen
beide mogendheden de goede verstandhouding te handhavenomdat daarmede
de vrijheid der wereld gemoeid is. Hij deed eene opgave van de gewisselde
dépêches en deelde de voorwaarden mede, welke Frankrijk aan Engeland zal
stellen vóór het einde der bezetting, op 1 Januari 1888 bepaald. Hij vestigde
er de aandacht op, dat zoowel hel Engelsche als het Fransche kabinet wor
den beschuldigd te veel concessiën te doendoch was van meening dat der
gelijke beschuldigingen het aanzien der regeering niet kunnen verzwakken.
De interpellatie over de Egyptische aangelegenheden is uitgesteld lot Donder
dag. Aan de orde was het ontwerp op de grondwetsherziening. Op ver
zoek van den heer Jules Ferry werd het met 441 legen 91 stemmen urgent
verklaard.
Het belangrijkste document, dat de minister Ferry der kamer zal
mededeelen, is de dépêche van den heer Waddington aan lord Granville dd.
17 Juni, waarin de verbintenissen, die door Engeland in de nota van lord
j Granville dd. 6 Juni zijn aangegaan, geresumeerd worden. De verbintenissen
loopen voornl. over de terugroeping der Engelsche troepen in 1888 en de
uitgebreidheid der internationale commissie voor de schuldregeling. Tevens
beloofde Engeland aan de groote mogendheden en aan de Porie plannen tot
neutraalverklaring van Egypte en het Suez-kanaal voor te stellen. Frankrijk
had van het een en ander akte genomen, vereenigde zich met het standpunt,
waarop men zich in de nota van den 6,D Juni had gesteld en drukte den
wensch uit, dat het overleg de banden, die Engeland aan Frankrijk binden,
nauwer en inniger zou aanhalen.
Een bericht uit Toulon meldt, dat daar verschillende sterfgevallen heb-