LEIDSC COC RAN 1884. ZATERDAG 26 JANUARI. 32. STADS-BERICHTEN. Aflossing Geldleening. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. 4; «irf, Ml»:» rt»jtyr.s.f De Courant verschijnt dagelijks, Zonen Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco ƒ2.— afzonderlijke nmimers zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prijs der Advertenliën is van l—4 regels I.—, iedere regel meer 25 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte. BZS rCT-ET-uIBCilST.t- ^,a BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter kennis van 'belanghebbenden, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invor dering der plaatselijke belasting op de HONfDEKT, ieder houder van een irl(0f meer honden, die aan die belasting onderhevig zijn, verplicht is, daar van jaarlijks vóór ol op den 3l,lcn Januari bij den Gemeente-Ontvanger aan- gilte te doen, door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet en dat bedoelde inschrijvingsbiljetten voor het rt/diensijaar 1884 kosteloos ten kantore van den Gemeente-Ontvanger verkrijg baar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 7 Januari 1884. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden roepen bij deze op alle leveranciers, werkbazen, enz., welke over het afgeloopen jaar 1883 ten jaste der gemeente eenige vordering hebben, om hunne rekeningen ten Spoedigste, uiterlijk vóór uit". Januari e. k. ter Gemeente-Secretarie _,afdeeling Financiën) in te leveren. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 7 Januari 1884 E. KIST, Secretaris. .1 It. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter algemeene tennis dat van de geldleening ad ƒ125000, ten behoeve van de gemeente eiden, aangegaan krachtens de raadsbesluiten van 21 November, 12 en 30 lecember 1878, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ij resolutien van 16 December 1878 en 14 Januari 1879. op Maandag den 8!l<° Januari 1884, des middags te twaalf uren in een der vertrekken an het Raadhuis, zal worden overgegaan tot de openbare uilloting van liegen en veertig obligatiën, leder groot een duizend gulden. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche "ourant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 25 Januari 1884. E. KIST, Secretaris. id id. P. iGt LEIDEN, 25 Januari De Maatschappij van weldadigheid heeft tengevolge van verschillende tnstandigheden, van welke ongetwijfeld het overlijden van II. K. H. mevr rinses Marianne der Nederlanden, die gedurende een tijdsverloop van acht en jaren de kapitale som van 117.000 guldens aan deze stichting had ge- thonken. wel de voornaamste mag heeten een dringend gebrek aan gereed «ld. Zij doet dientengevolge een beroep op dé weldadigheid der Nederlan- ers. Mocht bij iemand de vraag verrijzen of de maatschappij wel eene oortdurende ondersteuning waardig is, hij onderzoeke en oordeele zelf en ezoeke daartoe het grondgebied van Frederiksoord. Hij zal daar uitgestrekte et zorg bebouwde, uitmuntende vruchten voortbrengende akkers, wel angelegde en welig groeiende bosschen aantreffen, bewerkt door eene be- olking van 800 personen, in honderde huisgezinnen verdeeld, die wel ehuisvesteene gewenschte gezondheid genieten, aan orde en tucht ge rend en tot geregelden arbeid verplicht, eene zelfstandige maatschappij uit- D*-"1 aken. Het is derhalve te hopen, dat het in de weldadigheid der Neder- t ndsche ingezetenen gesteld vertrouwen niet beschaamd moge worden, en eerlang te houden collecte daarvan het bewijs moge leveren. De algemeene Maatschappij van levensverzekering en lijfrente, geves- gd te Amsterdam, heeft een werkje, gedrukt bij de firma C. A. Spin en Zoon, het licht doen zien, dat niet alleen wegens de keurige bewerking van Ize miniatuur-portefeuille-almanakmaar ook voor den inhoud bepaald ver- elding verdient. Niet alleen dat zij hierin hel belang en het buiiengewone it eener levensverzekering-maatschappij in het licht stelten zelfs door voor telden hare beweringen staaft, maar buitendien heeft zij ook verschillende elten, welke vooral op maatschappelijk verkeer betrekking hebben, ver lv. che mb. nl. .0. meldzoodat dit boekske ongetwijfeld voor velen eene aangename en tevens nuttige lectuur oplevert. In de Staatscourant van 25 dezer is door den minister van financiën een staat openbaar gemaakt van het bedrag der belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen in elke provincie. Het was op 20 October 1882 ƒ46.242.894 07% op 20 October 1883 46,280,538 73. Het bedrag der te hellen belasting voor het jaar 1884 is: Noordbrabant ƒ691.544.18. Gelderland ƒ616,373.44, Zuidholland ƒ922.230.66. Noordholland 610.506.19. Zeeland ƒ473,041,84, Utrecht 309.356,41Friesl. f 714,992.51Overjjsel ƒ291.08397, Groningen /486,565.74, Drenthe ƒ96,701.19, Limburg ƒ305,249.43, totaal ƒ5,517.645.56. Staatsblad n". 8 behelst het kon. besluit van den 21s,t0 Januari 1884, tot invoering van een algemeenen regel voor de berekening over gebroken tijdvakken van tractementen en verdere jaarlijksche vergoedingen aan bur gerlijke en militaire landsdienaren toegekend. Het luidt: Art. 1. In de gevallen, waarin een aan burgerlijke of militaire landsdienaren toegekend tractement, wachtgeld, pensioen, toelage of andere belooning over een ge deelte van een jaar moet berekend worden, geschiedt die berekening in dier voege, dat steeds het jaar op 360 en de maand op 30 dagen wordt gesteld. Dientengevolge zal ten aanzien van kalendermaanden van 31 dagen de laatste dag verwaarloosd worden, terwijl aan de maand Februari twee of, wanneer het een schrikkeljaar geilt, een dag worden bijgevoegd. Art. 2. Deze bepaling treedt in werking op den eersten Februari 1884. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belang hebbenden, dal bij zijn departement welhaast een vergelijkend onderzoek zal gehouden worden van hen. die tot tweeden klerk wenschen te worden be noemd. Die benoeming zal geschieden op eene jaarwedde aanvankelijk van 400. Het stoomschip C. Feltinger, van Amsterdam, laatst van Londen naar Java, passeerde gisterenmiddag te zes uur Dover. Omtrent het handelstractaat met Spanje vernemen wij nader, dat de artikelen, waaromtrent wij ons verbinden geen rechten te zullen invoeren, noch bestaande rechten te verhoogen, zijn: vijgen, rozijnen, olijfolie, ijzer erts, ruwe en bewerkte kurk. Daartegenover zou de Spaansche regeering niet alleen op ons het conventioneel tariel toepassen, maar dit tarief ook vast leggen teil aanzien van een aantal artikelen, voor onzen uitvoe" naar Spanje van belang, o. a. loodwit, steariuekaarsen alcohol, stijfsel, hennep, linnen garen en wollen en half-wollen stoffen. {Amst.) In de zitting van de kamer van koophandel van Katwijk is aan de leden mededeeling gedaan van het antwoord van het college voor de zee- visscherijenop een verzoek door de kamer voornoemd, aan dat college ge richt. De kamer namelijk was van meening, dat de achteruitgang der schrobnet-visscherij grootendeels te wijten was aan het vangen van eene enorme hoeveelheid zeer kleine, voor de consumlie ongeschikte visch. Zij meende, dat men tol eene verbetering van den toestand zoude geraken, zoo van regeeringswege de wijdte der mazen van het schrobnet in eene niet te kleine afmeting werd vastgesteld. Zij had de hulp van het college voor de zeevisscherijen ingeroepen, om tot het uitvaardigen eener wet te geraken, waardoor het bovenvermeld kwaad zou worden gestuit. Het antwoord daar op ontvangen, bevat onder anderen het volgende: Het college voor de zee visscherijen meent, dat er alle redenen bestaan om ernstig uit te zien naar middelen om hel kwaad tot zekere hoogte te bestrijden. Het kan nog niet beslissen of hel door de kamer aangegeven middel afdoende is en wenscht zich voor het oogenblik nog aan eene bepaalde beslissing omtrent het hoogst belangrijke vraagstuk te onthouden. Het college heeft aan eene commissie nit zijn midden het. onderwerp tot een punt van nauwgezet onderzoek opge dragen en zulks te meer omdat de zaak in quaestie in Engeland hel onder werp eener uitgebreide enquête uitmaakt. Wanneer het college tot eene meer bepaalde beslissing gekomen is, zal het der kamer daarvan nader ken nis geven. Van de eerste bomschuiten te Katwijk, die van het duin waren ge haald en met kalm weer verleden Maandag op de kustvisscherij zeewaarls zijn gegaan, is nog geen tijding ontvangen. Men hoopt dat zij ergens voor den storm eene veilige haven zullen gevonden hebben. Na eene voor- deelige stetirharingvisscherijbegint eerstgenoemde niet bemoedigend en de laatste storm heeft nog niet afgedaan. -- Uit Scheveningen wordt gemeld: Gelukkig is de wind legen den vloed weder ingekropen, zoodal het water niet zoo hoog liep als den 5° Dec. De schuiten, die beneden aan den dijk stonden, werden alle vlot, doch bracht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1884 | | pagina 1