LEID8CH
V'. 18,
"wo' 1884.
DINSDAG 22 JANUARI.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Nien-
'esuf
het
wast
hiei
I met
doel
te be<
'ledet
1 zjjn
en te
i. De
torst
tl--
locl De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per*vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.—, iedere regel meer 25 cenls, groote letters berekend naar plaatsruimte.'
tr hei
anlei
ingev-.
tgeet
ovei
as. -srz.'s:i ri y.- r
ccsw?55iTtS3ss
LEIDEN21 Januari
de begraafplaats aan de
Huge
ienige
tenen Heden morgen werd op de begraafplaats aan de Groenesteeg aan de
ïhenkaarde toevertrouwd het stoffelijk overschot van den in de vorige week
overleden hoogleeraar H. Schlegei. directeur van 's rijks museum van na
tuurlijke historie. Toen de lijkkist, die met een viertal kransen was ge-
dekt. in de groeve was neêrgelaten, nam al aanstonds de rector-magnificus
i "j'der Leidsche universiteit. dr. D. Doijer, het woord en trachtte aan te too-
®n^'iien het groote verlies ook thans weder door de boogeschool geleden.
h de ambtenaren van genoemd museum sprak de heer dr. F. A.
11 Jentink een woord van waardeering ten aanzien van den mandien zij
lweltzoo in zijn werkzaam leven hadden leeren hoogschatten en werd door hem als
eene laatste hulde een krans van frisch groen op de lijkkist nedergelegd. Vervol-
in lSgens werden nog door de hh. dr. llnbrecht, hoogl. te Utrecht, oud-ambtenaar
;n weiman het museum, en Frang. Pollen, te Scheveningenwoorden van warme
nnge-jyoipathie aan de nagedachtenis van den waardigen overledene gewijd. Uit
jailer ontboezeming bleek de ware vriendschap die zij voor den ontslapene
le zfjigevoelden. Diep geroerd dankte de hoogleeraar dr. G. Schlegei voor de op
rechte hulde zijnen waarden vader toegebracht. In diepe weemoed verlieten allen
jden doodenakker. het bewustzijn met zich voerende dat een werkzaam man
der wetenschap was ontvallen.
da1 De heer F. A. Verster Van Wulverhorst, administrateur van het mu-
Masseum van natuurlijke historie, is tijdelijk het beheer van genoemd museum
opgedragen.
Ten aanzien van de onlangs ten raadhuizc alhier gehouden openbare
al be verpachting van de opbrengst der bruggelden aan het Leiderdorpsche hek.
moNlM woning, ingericht voor koffiehuis, waarvan de gunning werd aange
bonden, hebben burg. en weth. dezer gemeente thans besloten de pacht toe
te wijzen aan den hoogsten inschrijver, den heer P. J. Ramaker, te Zwol-
Jerkerspel, voor de som van ƒ1102 'sjaars. Een inschrijvingsbiljet, hetwelk
niet aan de gestelde voorwaarden voldeed, werd van onwaarde verklaard.
Jl. Vrijdag zijn door de politie alhier twee personen aangehouden, die
n ee(
ie oir
n me
a de
hen
soeakliedjes betredende de bekende vergiltigingszaak ventten zonder vergunning
isz eivan den heer burgemeester; tegen den drukker dier liedjes is mede proces
verbaal opgemaakt, daar op dezelve noch den naam van den drukker of
I. Hidie des schrijvers voorkwamen en eerstbedoelde personen den drukker had-
regeden genoemd.
Zaterdagavond jl. is, tengevolge van het uit de zoldering vallen eener
ihnathanglamp, een begin van brand ontstaan in eene bovenwoning aan de
hus-Langebrug, welke echter onmiddellijk door eenige buren met emmers water
lij diis gebluscht.
en 5 De loting voor de nationale militie voor 1884 geschiedt Dinsdag,
schipfVoensdag, Donderdag 12, 13 en 14 Februari
kindt gjj eene |lec|en aan ilet ministerie van justitie gehouden aanbesteding
tet leVoor hout, waren o. a. minste inschrijvers voor buitenlandsche houtwaren,
aa''ad ƒ6913 57, de hh. sebr. Van Hoeken, voor binnenlandsche houtwaren,
ad 1453.61, de hh. J. Van der Kamp C°.heide alhier.
Aan het Weekblad voor P/iannacie wordt van vertrouwde zijde
uit Leiden, betreffende de bekende vergiftigingen, medegedeeld, //dat het
'esMscheikundig onderzoek heeft geleerd, dat eene oplosbare arsenik-verbinding.
nvertnoedelijk in opgelosten staat, als vergif is gebruikt. Aan prof. Van der
Burg is het gerechtelijk scheikundig onderzoek der organen van 16 lijken
opgedragen. Hiervan zijn er 13 opgegraven, waaronder 11 van oudere dag-
[teekening, zoodat ook de aarde uil de naaste omgeving dezer 11 kisten
moest worden onderzocht. Voorloopig wordt het opgraven, van vermoede
lijk nog meer slachtoffers, gestaakt. Ongetwijfeld za! zulk eene omvangrijke
expertise wel schier eenig zijn in de annalen der toxicologie!"
>ogst De drie niet opgegraven lijken zijn die van Frankhuizen, vrouw en kind,
adie vóór de begrafenis reeds zijn onderzocht. Berichten van verdere opgra-
l0.5fl?Tingen zijn derhalve onjuist.
Omtrent de Leidsche vergiftiging deelt het PI. BI. de volgende bijron-
9,-derheden mede uit verklaringen voor den rechter-commissaris te 's Haee
7.-afgelegd:
6.25 Uit de verklaring door dr. Rutgers van der Loeff afgelegd, blijkt, dat hij
6.-op een Zondag morgen door Van der Linde, de man van de beschuldigde
7.-geroepen werd om bij Frankenhuyzen te komen, in wiens huisje reeds de
5,-vrouw en een kind ontzield ter neder lagen.
4.- Frankenhuyzen was lijdende aan zware buikpijn en braking, hetgeen, in
8.7*erband met eenige andere verschijnselen en de reeds gestorvenenbij den
8.-geneesheer het vermoeden deed ontstaan van vergiftiging door middel van
78.—Tattenkruid.
70.- Voorloopig gaf hij den zieke eenig pijnstillend middel en wilde hij zich
1.95verwijderendoch v. d. Linde hield hem staande, met het verzoek om een
1.751ijkenbriefje voor het overleden kind.
Aangezien deze geneesheer zulk een bewijs van overlijden slechts gewoon
is af te geven voor patiënten door hem zeil behandeld of ingeval de oorzaak
tier sterfte met zekerheid kan aangewezen worden, en daar bovendien het
=i»ermoeden van vergiftiging bij hem was gerezen, was hij terecht huiverig
aABBte voldoen aan dit verzoek.
Na ernstige overweging begreep dr. v. d. Loef! de noodzakelijkheid, zijn
vermoeden aan de politie te moeten openbaar maken.
Hij zeide aan v. d. Linde, dat hij -het briefje gereed maken zou, en dat
deze om 2 uren maar eens bij hem moest komen vragen.
Hierbij dient in aanmerking le worden genomen, dat een geneesheer er
niet gemakkelijk toe zal overgaan, een vermoeden van vergiftiging aan te
geven.
Indien zijn vermoeden juist blijkt te zijnbrengt dit hem meestal in last
en moeite. Is het daarentegen onjuist, wat toch zeer wel mogelijk is, dan
wordt hem zijne aangifte door het groote publiek allerkwalijkst genomen.
In zooverre p de daad van dr. v. d. Loeff eene daad van moed geweest.
Toen Van der Linde des middags bij hem kwam, gaf hij hem dan ook
een oningevuld lijkenbriefje, maar tevens een gesloten bericht aan den com
missaris van politie, ten wiens kantore dit briefje moest worden afgeleverd,
waarin hij zijn vermoeden mededeeldedat dit sterfgeval aan misdaad was
toe te schrijven.
Van der Linde begaf zich naar het politiebureau, onwetend van de vree-
selijke beschuldiging betreffende zijne vrouw, die hij zelf in handen der jus
titie stellen zou. Wat er vervolgens op het commissariaat behandeld is tus-
schen hem en den commissaris ligt nog in het. duister: maar zeker is het,
dat oogenblikkelijk daarop, terwijl hij in het politiebureau bleef, zijne vrouw
gehaald, en in verhoor genomen werd, nog voor er eene gerechtelijke lijk
schouwing was geschied. Waarschijnlijk is het, dat Van der Linde ten ge
volge van de ondervraging van den commissaris, eenig vermoeden tegen
zijne vrouw moet hebben opgevat en geuit.
Opmerkelijk is daarom de rol, die de echtgenoot der beschuldigde in dit
geval heeft vervuld. Hij riep den geneesheer bij het slachtoffer zijner vrouw.
Hij vroeg den geneesheer om het lijkbriefje van het gestorven kind, hetgeen
het vermoeden van den geneesheer aan misdaad nog versterkte. En ten
slotte was hij het, die onwelend bet. eerste bericht van de vreeselfjke mis
daden aan de justitie bracht.
Uit dezen toevalligen samenloop van omstandigheden wordt het zeer waar
schijnlijk. dat op hem geen schuld kleeft. Onmiddellijk na de inhechtenis
neming van vrouw Van der Linde kwam bij de politie het bericht van het
huisgezin Hamerling, dat ook daar, bij nader inzien, vergiftigingsverschijn
selen waren voorgekomenofschoon de personen genezen waren door be
hulp van denzelfden geneesheer.
De rechter van instructie stelde daarom Hamerling de vraag: //Hoe komt
het, dat gij eerst met dat bericht bij de politie kwaamt, toen vrouw Van
der Linde gevangen genomen was?" Het antwoord op deze vraag luidde:
//dat de dokter hem bij zijn eerste bezoek wel gevraagd had, of zij ook iets
nadeeligs gegeten of gedronken hadden?"
//Ja, dat was wel mogelijk, want in hetzelfde potje, waarin gekookt
werd, werd wel eens kalk en petroleum gehaald. Zoo gaat het dikwijls bjj
menschen van ons slag," verklaarde Hamerling. Werkelijk heelt de dokter
de familie gered, maar bij elk bezoek dat hij daar bracht, werd hij ver
sterkt in zijne overtuiging, dat de menschen iets nadeeligs gebruikt moesten
hebben.
//Maar hoe is het mogelijk", vroeg de rechter daarop den geneesheer, //dat
u de justitie toen reeds van zoo iets niet in kennis steldet?"
//Omdat.'' was zijn antwoord, //er in het geheel geen vermoeden aan eene
misdaad kon bestaan, daar hier mijns inziens eene drijfveer ontbrak. Immers
menschen wier dood voor geen sterveling van belang kon zijn, worden vaak
door een geneesheer ongesteld bevonden en somtijds meent men dan ver
schijnselen van vergittiging waar te nemen.
//De eerste vraag is dan natuurlijk: heb je ook iets ongewoons gebruikt
Dan luidt het bescheid: Och ja, meneer dat kan wel zijn; maar een misdaad
wordt dan niet zoo spoedig gedacht, vooral wanneer er bij de slachtoffers
niets te halen valt."
Door deze opmerking tot nadenken gebracht, herinnerden de Hamerlings
zich vervolgens voor de» rechter, dat zij juist kort vóór hunne ongesteld
heid eenige kleine geschenken, als wat pap, chocolade enz. van vrouw Van
der Linde gekregen hadden en begrepen nu maar al te wel, dal de ziekte
daaruit voortgekomen zijn moest.
Intusschen is het opmerkelijk dat vrouw Van der Linde hardnekkig alle
schuld ontkennen blijft, liet vermoeden is daardoor bij de justitie gerezen,
dat de reeks harer misdaden buitengewoon groot moet zijn
Vandaar dat een lal van haar gestorven familieleden, ja zelfs hare ouders
uit hun graf zijn genomen om scheikundig te worden onderzocht.
Het aantal lijken, dat thans in de scheikundige werkplaats van prof. Van
der Bursh in onderzoek is. bedraagt niet minder dan twaalf.
Bij de meesten schijnt de vergiftiging te kunnen worden aangetoond. Niet
bij allen
Uit het feit, dat vele lijken na langen tijd nog vrij wel ongeschonden en
zeer goed herkenbaar uit het graf zijn gekomen, is de gevolgtrekking le
maken, dat zwavel-arsenicum of auri pigment is aangewend, dat de eigen
aardige kracht heeft ontbinding tegen te gaan.
De roodachtige kleur van de vergiftigde pap komt ook met de kleur van
dit vergif overeen."
In een afzonderlijk bijvoegsel van de Staatscourant wordt medegedeeld
een tabel, bevattende de statistiek der geboorten en der sterfte naar den
leeftijd en de oorzaken van den dood in Nederlandover October 1883.