is de rost aan het land te hergeven, dat zich uitstrekt tusschen Soeakim en Berbez. In de eerste plaats berust derhalve op hem de plicht om pogingen in het werk te stellen om door overreding, door verzoenende middelen dit doel zoo mogelijk te bereiken en indien dit faalt zijne toevlucht te nemen tot kracht van wapenen, ten einde de verschillende stammen te vereenigen. PARIJS, 18 December. Uit Saigon wordt onder dagteekening van gisteren gemeld, dat de gepantserde oorlogsbodem Bayard aldaar berichten heeft aangebracht uit Hué, dd. 13 dezer. Daarbij heeft men de bevestiging ver kregen van den moord op den koning van Anam gepleegd. In de hoofd stad zelf hebben echter geen rustverstoringen plaats gehad. De leden der Fransche legatie zijn aan geen gevaar blootgesteld. De Fransche bezetting van Thoeanan en van Hué zijn beide opnieuw van mondbehoeften voorzien. Courbet is op 11 dezer opgerukt naar Sontay. LEIDSCHE SCHOUWBURG. (Voorstelling van 17 December 1883). „Hannes" Drama in 5 Bedrijven en een Voorspel, door Rosier-Faassen. Mise-cn-scène van den Regisseur A. J. Le Gras. //Ongeveer een halve eeuw geleden, merkte een voortreffelijk schrijver op dat een van de hoofdredenen van het verval van het drama toen, juist als nu, een veel voorkomend onderwerp van beklag, in elk land waar het eens tot eene groote hoogte gekomen is lag in de ondergeschiktheid van den schrijver aan den tooneelspeler. Met onze eenvoudige acteurs was het stuk alles, zeide hij; maar nu gaat het publiek niet om den schrijver te hooren, maar om den acteur te zien. Hij gevoelt geen roeping om openlijk de waarde van den laatste te verkleinen, noch om de groote genieëndie van tjjd tot tijd in zijn vak geschitterd hebben, gering te schatten. Maar zonder uitzondering of aarzeling, geeft hij hem een plaats beneden den schrijver, beneden den wezenlijken schepper, zonder welken hjj niet bestaan kan. Deze verhouding is echter omgekeerd en het drama heeft er onder geleden. Zoolang de schrijver afhankelijk is van het geheele //Corps dramatique" ondergeschikt zoowel aan den machinist en aan den decoratieschilder, als aan den acteur. Zoolang als een wezenljjk goed stuk, middelmatig of onvoldoende opgevoerd, geen kans op succès heeft. Zoolang zal het drama ver beneden het ge middeld peil van een vroeger tijdperk blijven." Met deze woorden opent een schrijver in het tijdschrift voor "Het tooneel" van 23 Mei 1882, een artikel dat tot titel heeft //Waarom goede tooneel- slukken zoo zeldzaam zijn." Zeker, de klacht is niet nieuw, welke in dezen titel haar weerklank heeft. De acteur meester van den Auteur, waar het geldt den arbeid des laatsten onmogelijk te maken, door dien tot onvruchtbaarheid te doemen, dat wil zeggen door hem eenvoudig onvertoond te latenof wat erger is, onvolmaakt, slecht en onvolledig terug te geven, er een anderen zin in te leggen, dan de schrijver heeft bedoeld, dus den indruk van het geheel te schaden. Zie daar de plainte door den ongenoemden schrijver in het tijdschrilt voor het //tooneel" ingebracht. Is zjj gegrond? Ik waag het niet toestemmend te antwoorden. Ik heb daarvoor te diepe indrukken gekregen van zeker stuk van den onbetaalbaar aardigen Justus Van Maurik Jr.die in een zijner schetsen, een tooneeldirecleur een ongunstig gevoelen doet uitspreken over een /'reporter", die menigmaal om betere stukken vraagt, wetende dat de tooneeldirectie er van hem in handen heelt, welke slechts op den tijd wach ten, waarin de directeur lust en gelegenheid zal hebben, om met zijn product kennis te maken, om verworpen of aangenomen te worden, 't Is waar. dat ik tot dusverre verder mag een mensch niet spreken nimmer eenig directeur of eenig bijzonder acteur met mrjne manuscripten ben lastig geval len, maar een mensch blijft maar een mensch en gedachten zijn tolvrij. Van daar dat ik mij in de besproken quaestie geen partij stel en dat ik de min dere vooruitgang van het tooneel niet stel op rekening van den acteur, maar op dien van het publiek, dat toch altijd en overal de alleen rechtsprekende rechter is. Veeleer dan auteur of tooneelspeler lastig te vallen, ben ik ge neigd het denkbeeld van Leopold Lacour aan te kleven, waar hij in zijn Thédtre et la vérite', na eerst Heinrich Heine geciteerd te hebben, van het onderscheid tusschen parterre en tooneel sprekende, zegt: "En- ire ces deux mondes n'y a-t-il pas la rampe, frontière étincelante et magique? Derrière cette ligne de feu, un phénomène d'optique se pro duit, bien connu des hommes du métier, et qui fait de l'art théairal te plus compliqué, le plus décevant de tous les arts: les mots, par une sorte d'illumination féerique revétent une couleur quils n'ont pas dans la vieet les situations une prodigieuse intensité"Zeer juist. En van daar dat er slechts weinigen slagen in de groote kunst om hunne figuren belang wekkend te maken en ze door het publiek te laten toejuichen. Vandaar dat ik wel oorspronkelijke stukken ken, welke door het spel der acteurs gered zijn, wel de zoodanige welke door tooneeldirectiën zijn achtergehou den of doodgezwegen, niet de zoodanige welke door de acteurs, met hun slecht spel, zijn vermoord. Wie ook reden hebben over het min of meer volmaakt teruggeven zijner tooneelgewrochten te klagen, niet de Heer Rosier-Faassen. Zelf acteur heeft hjj de beste zjjner confrères te zijnen dienste en con amore wordt menig rol gespeeld, welke bij anderen slechts uit plichtbesef geaccepteerd en tot uitvoe ring gebracht wordt, 't Is waar, ook zonder deze omstandigheid is het vol doende dat een acteur eenige hooldrol op zich neemt om zijne eerzucht te prikkelen en tot goed weergeven dier rol uit te lokken. Maar de nevenka rakters. Ja, ze kunnen somtijds en onder zekere omstandigheden eenen scha delijken invloed uitoefenen|, maar toch niet voldoende om een stuk te doen vallen. Dan reeds genoeg van de klacht in de vorige regels uitgesproken. Consta- teeren wij liever dat de acteur van //Zwarte Griel" ook ditmaal geene reden had over het publiek en over zijne medespelers ontevreden te wezen. Zijn optreden, dat reeds met gejuich of handgeklap werd begroet, twee fraaie kransen, welke hem bij het einde der voorstelling werden aangeboden, waren het bewjjs van het tegendeel, Het drama was dan ook, van zekere zijde beschouwd, de eer het bewezen waardig. Een kort overzicht er van zij voldoende om de verdiensten er van te doen uitkomen. Hannes, wiens burgerlijkestandsnaam eigenlijk Johan Mulder is, na om zjjn liederlijk levensgedrag van zijn kantoor ontslagen te zijn, heeft een moordaanslag gepleegd op den persoon van zekeren Van der Meulen, aan wien hij zijn ongeluk wijl, hoewel hij dit eigenlijk alleen aan zich zeiven te wijten heeft. Hij wordt lot vijftienjarige gevangenis veroordeeld. Zijne vrouw, de lieve Louise, vindt bij geluk eene oude tante Neeltje, gehuwd aan zekeren Van Vjjgen, landbouwer in het Overmaasche, waar hij ziel k geboerd en zooals wjj later vernemen, zoo wal vier tonnen gouo elkaar gekregen heeft. Zij ontfermt zich harer en over haar eenig kind, j dat tot eene lieve maagd opgroeit, in ruime mate de attentie trekt der 'j Amsterdamsche jongelieden en dan ook verscheidene aanvallen harer deugd te verdragen heeft. Zij weet echter aan al die verleiding te ontsnappen en staat op het punt met een harer aanbidders een huwelijk uitliefde te sluiten, wanneer de vader, na uit de gevangenis ontslagen te zijn, tusschen beiden treedt en meer door eigen gewaarwordingen dan door de gedwongen afzon- deriug van de wereld der eerlijke lui, verbeterd zijnde, besluit naar Ame rika te gaandoch alvorens dit te volvoeren een trap van een paard krijgt en op de gewone wijze succombeert. Een en ander geeft tante Neeltje aan leiding om hare edele hoedanigheden te doen uitkomen, aan Van Vijgen zijne nulliteit te bewijzen en brengt eene menigte menschen op het tooneel, waarvan sommigen, zooals het in de wereld ook gaat, alleen bestemd zijn om te verschijnen en te verdwijnen, maar toch tot den goeden afloop van het geheel medewerken. Het valt niet te ontkennen dat er op het too- neelbiljet zelfs meer beloofd dan gegeven is, want Angèla, Pauline en Marie de modistes, welker discoursjes naar men zegt zoo aardig moeten zijn, wer den ons onthouden. Liever dan een dor geraamte te geven van een drama, dat vooral aan prachtige karakterteekening een reeds verzekerd succes dankt, liever ver klaar ik, dat ik het met genoegen zag en den Heer Faassen er geluk mede wensch aan een nieuwe spruit zijner tooneelmuze het aanzijn te hebben ge schonken. Waar bijna alle groote acteurs en actrices tot het welslagen van het stuk medewerkten, valt geene keuze te doen tusschen al het voortreffe lijke dat ons werd aangeboden, maar vermeld ik slechts het spel van Mejuff. Cath. Beersmans, als het glanspunt der voorstelling. Dat Mej. Jeanne De Groot, Mevr. De la Mar-Kley en Mevr, Poolman - Huysers, Egener-Van Eyken, de auteur en de Heeren Haspels voortreffelijk op hunne plaats waren behoelt ook geen betoog. Nog een aanmerking op het stuk. Schenkt Johanna niet al te veel vertrouwen aan een vaurien, die zij slechts als briefjesbrenger van een dilo kent Moet zij dien dadelijk al hare geheimen toevertrouwen? Of moet dat alleen dienen om indruk op den boos wicht te maken? 't Is maar een vraag en het antwoordblijveaan den lezer, voor wien ik een vriendelijke buiging maak, waarna ik dit vertoog, dat al lijvig genoeg geworden is, eindig zoo abrupt en //leuk" als sommige taferee- len van dit drama een einde nemen. Leiden, 18 December 1883. J. M. E. D. AKADEMIE-NIEUWS. PROMOTIE AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Den 18J" December de heer A. P. E. A. Wijnans, geb. te Gulpen, in de rechtswetenschap, na verdediging van zijn akademisch proefschrift': "De burgerlijke rechtsvordering ter zake van taster, hoon of beleediging". Benzelfden dag de heer J. H. C. Gallée, geb. te Vorden, in de rechts wetenschap. na verdediging van zijn akademisch proefschrift: Artt38 en 39 Strafwetboek." Zitting van het Kantongerecht te Leiden van 17 December 1883. Kantonrechter Mr. W. v. d. Kaay. Mr. P. A. van Buttingha Wichers. Griffier Mr. F. G. van Binsbergen. Ambtenaar van het openbaar ministerie. Uitspraak in strafzaken. Naam en woonplaats der beklaagden. Aard van bet misdrijf. Gevallen uitspraak. J. W.Leiden F. S.Katwijk H. V.idem, E. J. G.Hillegom, M. v. G.Leiden D. P., Rijnsburg, M. D., hvr. v. J. S.Leiden W. F. S., Voor schoten A. K., Wassenaar, J. S.Leiden J. v. D., Rijnsburg, H. v. G., Leiderdorp, J. v. K.Leiden, J. O., idem, vervoer van asch in een niet overdekte of gesloten wagen, Leiden wijziging in de dienstregeling van een stoombootonderne ming niet ter kennis brengen van het Gemeentebestuur Katwijk, idem rijden over den overweg van een spoorbaan nadat de hek ken waren afgeslotenSas- senheim vee op straat plaatsen zonder vergunning van Burg. en en Weth.Leiden, rijden in verboden richting en met ongemuilbande trekhon den idem markten op verboden plaats, id., paard en wagen los en zonder toezicht op straat laten staan idem boter markten in ongeijkt vaat werk idem plaats nemen op een door hon den getrokken voertuig, Zoe- terwoude idemSassenheim vuurwerk afsteken op straat zonder vergunning, Leider dorp, twee trekhonden los op straat laten rondloopenLeiden nachtgerncht verwekkenidem, vrijspraak. 5of 2 idem. ƒ15of 5 dagen. 1.— of 1 dag. f 3.of 2 dagen (tweemaal). ƒ3.of 2 dagen, idem. 3.of 1 dag en vat ver beurd. uitgesteld tot 24 Dec. a. s. ƒ3.of 2 dagen. ƒ0.50 of 1 dag. uitgesteld tot 24 Dec. a. s. Kantonrechter-plaatsvervanger Mr. F. Was. J. K.hvr. v. Th. B.Katwijk C. V.Leidschendam H. J.Leiden, E. H. v. H., idem, W. B.idem, J. S., idem, J. de H.idem J. H.idem P. L.idem J. de G.Leiderdorp, 1-,Katwijk nachtgerucht verwekken, idem, idem, rijden in verboden richting, id., idem, wateren buiten urinoir, idem, idem idem idem, idem en baggeren in Rijn lands boezemwater baggeren in Rijnlands boezem- Water Leiderdorp vee laten loopen in Rijnlands onvrij duin, Katwjjk, 5.50 of 3 dagen. idem. 8.of 2 dagen. idem. ƒ1-of 2 dagen, idem. idem. idem. ƒ1.of 2 dagen en f 2 of 2 dagen, vrijspraak. idem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 3