ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff ff RECLAMES. Slecht en onvoldoend voedsel verstoort en vernietigd het leven van duizen den eenvoudig omdat de zenuwachtige en ongezonde toestand der goede huis vrouwen haar niet in staat stellen haar best te doen. Eene flesch Hop-Bilter door ieder van haar genomen, zal dit alles voorkomen. HOOGST GEWICHTIG. De uitstekende uitkomsten welke wij dagelijks door de Zwitsersche Pillen verkregen zien; toont ten duidelijkste de buitengewone voorliefde die alle klassen van onze bevolking voor deze Pillen hebben. Maar wat zeggen de hoogepriesters der geneeskundige Wetenschap er van? Eene beantwoording dezer vraag wordt onnoodig door het openbaar maken van den volgenden brief van den zoo hoog geschatten Professor Reclam te Leipzig. Hij schrijft aan den Heer Apotheker Brandt te Zurich onder meer: «Uwe Zwitzersche Pillen hebben mij, vooral bij vrouwelijke patiënten hunne deugdelijkheid bewezen en werden (2 stuks een uur na den morgendrank) gaarne ingenomen daar zij zeker werken zonder eenigen last te veroorzaken. Ook bij mannen die óf een stilzittend leven óf hoog bejaard zijn en die aan traagheid van darmbeweging lijdentoonen zij uitstekend te zijn." De doos kost 70 cents en is toereikend voor verscheidene Weken. Als tee- ken van echtheid moet zij voorzien zijn van den naam Rich. Brandt in een wit kruis op rooden grond. ISrCfEZCtDfDEA. ,,'T IS ERASMIAANSCH" Verzorgers van het H. G. of arme wees- en kinderhuis vonden er beha gen in de poort met de gevelsteenen en de beelden met bonte kleuren te doen beschilderen en dat werk werd ook door latere verzorgers voorgestaan. Om de vijf jaar, het mag iets langer zijn geweest, werden Kaatje en Kootje, naar het volk deze poppen noemt, die op de poort staan, in een nieuw pak gestoken. Bruin was de grondtoon voor Kootje, Kaatjes rok werd rood en heur voorschoot wit en de hoed van Kootje werd zwart. De overige kleu ren aan deze beelden besteedhingen blijkbaar meer af van den gemoedsaard dan van den smaak des ververs. Soms toch was het gelaat van Kaatje heel bleek, van eene heusche Kaatje zou men gezegd hehben: ik vrees voor 't kind, maar viel zij dan weer bij eene volgende schilderskuur in handen van een blijgeestig verver, wel, dan bloosden Kaatjes wangen van het gloeiendst karmozijn en Kootje kwam er even frïsch en gezond af. De kindertjes die den H. G. in het boogschild boven de deur aanroepen, werden ook in een nieuw pak gesloken van het glimmenste zwart, welk eene weelde voor arme weesjes, en de H. G. ontving bij die gelegenheid een nieuwen stralenkrans, liefst zoo geel en zoo dik mogelijk, want hij moest uitblinken. Op zekeren tjjd echter brak men met al deze en dergelijke traditioneele schildersver- tooningen en alle verf werd van den gehouwen steen aan het hervormde weeshuis weggewasschen. Ik laat Kaatje en Kootje varen, ofschoon aan die kinderen heel wat moeite is gedaan om ze ordentelijk voor den dag te bren gen, maar ik bepaal mij even bij de gevelsteenen, die nu als knap beitel- werk van de 17e eeuw zoo goed uitkomen en ik waardeer daarbij het moeite volle werk der restauratie van den bouwmeester, die zich belastte meer ver beteringen aan dat weeshuis te doen. Als ik mij niet vergis, was hij de baanbreker, maar dat hij zich altijd meegaande beloonde, daaromtrent ver gis ik mij niet. Of die herstelling nu juist met den zin en smaak van anderen over eenkwam, kan ik zoo gaaf nog niet aannemen. Lang hadden de gevoelens uiteen geloopen wat beter was gehouwen steen in natuurstaat te behouden, of steeds van eene verflaag te voorzienen men volgde het voetspoor der vaderen van voor honderd jaar, die alles, tot het keurigste beeldwerk in hout of steen, door middel van den verf- en witkwast opluisterden. Men zwoer bij geduchte potten met gele oker, benevens andere roerselen van wit en zwart en wat zwart was moest wit heeten, dat is, men sloot zijne oogen voor de waarheid. Doch goed voorgaan, doet goed volgen en de meening dat bergsteen tegen ons vochtig klimaat niet bestand, zonder verf verteert, werd verdrongen toen het bleek dat men toch er toe overging den verf kwast af te weren en liever waar gehouwen steen vergaan was, dezen te herstellen. In die dagen was ik zoo vrij geweest ook eens mijn gevoe len te zeggen, maar ik heb er nog spijt van. Wel lieve tijd, wat wa ren trawantengeest- en aanverwanten van vermaarde mannen van hel vak soms op mij verbolgen als ik het waagde te beweren dat men er zich met de borst op toelegde alles te bekladden. De juist der kinder schoenen ontwassen handlangers kreeg ik ook o zoo tegen mij en de piepjonge Vilruviusjes, die door hun ^superieuren" ook weer waren inge licht, verklaarden dat ik er niets van wist. Die van het vak is, mag mee praten zeiden de snaakjes en met edeler zwaai dan gewoonlijk zwaaiden zij hun bamboezen rottinkje. Achik was een steen des aanstoots gewor den, omdat ik in de verflaag op gehouwen steen geen behagen kon scheppen. En toch hebben opzichters en andere hooggeplaatste lieden met hun na sleep, het nooit zoo kwaad bedoeld, stellig niet, zou ik denken. Sprak het weldra niet uit hunne werken dat zij zich met het klimaat verzoend hadden en tot de meening der voorstanders overhelden En dan zoo spoe dig achter elkander en zoo doortastend. Verbeeld u eens, de hardsteenea onderpui van het prenten, gravuren en pleisterbeelden kabinet op het Rapen burg, was geverfd, gezand en gekamd. Alleraardigst. De kopjes aan de fries en de leeuw aan de borstwering zagen er zoo bevallig, laat ik liever zeggen zóó appetijtelijk uit of zij geboterd, daarna door gestampte beschuit gerold waren, eene voorstelling slechts voor drie dagen te aanschouwen gegeven. Verandering van tooneel. De groote zorg aan het verven, zanden en kammen besteed, werd vernietigd onder schrapers, boenders en bijtende waterende blanke steen kwam te voorschijnwerd opgebeiteld en de verf. kwast hierbij voor goed afgezegd. Wie zou de loftrompet niet steken voor znlk een daad? Want dat er destijds order uit den Haag zou zijn gekomen! om den boel schoon te maken, zooals werd voorgegeven, is onaannemelijk, niet waar? Te Leiden waren de oogen reeds opengegaan. Het eene stoute stuk volgde op het andere. Na het rijk de gemeente en van het raadhuis werd nu ook onlangs het bordes in zijn oorspronkelijken staat vertoond, waarbij de Haarlemsch roóletterkleurige leeuwen ook een heel pak hebben uitgetrokken. Wie weet wal er nog volgt. Maar het zal lijd kosten en h geld als de geheele gevel van het raadhuis aan de beurt komt, waarbij dan veel steen zal moeten worden ingeboet. Ik stel mij voor dat deuren en vensterluiken dan ook stadskleuren zullen terugkrijgen: rood en wit en dat integendeel de roode leeuw op den Burch met zijne witte pluim deze mooie huid zal uittrekkenmet zulk een fleren leeuw voorjaar en dag zoo de draak te stekenAan de wapenschilden van Meermansburg is de beitel ook al toegetreden om de verf te verwijderen. Hel zal mij zelfs nu niet eens verwonderen dat de Stadswaag ook nog eens volgt en de Zijlpoort en de Lakenhal, waarbij dan de insluitmuur van het cementbekleedsel zal wordeo ontdaan; kortom, alle openbare gebouwen zullen zich nog eenmaal in het zachte, oorspronkelijke kleed van den bergsteen vertoonen. Met bijzondere woningen is echter nog geen spit te wenden. Is het niet te bejammeren dat de fraaie beeldengroep, gewrocht van Xavery, in het frontespies van de woning op de Breêstraat 84, ik weet niet voor de hoeveelste maal onlangs alweer geverfd is Alle scherpe omtrekken toch van den beitel moeten wel I onder eene zoo dikke verfkorst verdwijnen. If'ordt vervolgd). I AKADEMIE-NIEVWS. PROMOTIE AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Den 208t,D October de heer J. Kramers, geb. te Veur, in de rechtsweten schap, na verdediging van zijn akademisch proefschrift: De eisch in| reconventie. TER MARKT TE LEIDEN AANGEVOERD. Oude Tarwe Mindere soortI Nieuwe TarweJ Oude Rogge Nieuwe Roggef Gerst (zomer)i Chevalier-gerst Zware Haver1 Lichte uj üuivenboonen Paardenboonen Boter (ls,e qualiteit vat) (2da u (l«e u per kil.) (2de n Turf haardbr. l,le soort (grauwe) Lange zwarte DELFT, 20 October. Heden waren de prijzen der Kaas ƒ22 a 27.- 73 stapels, wegende 20175 Kg. hectol. f 9.— f 10.- 7 8.— 8.50 6 U 6.50 rt 7.- 5.50 6.50 f 5.— 5.50 D 6.— 6.50 8 4.25 4.75 3.— 3.50 7 8.— 8.50 8 7.— 7.50 72.- 78.- 7760 kilog. 64.— 1.80 70.- 1.95 1.60 1.75 dubb. heet. 8000 0.25 0.28 de 100 kilo. Verkocht Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURÉ, voorheen J. C. Djjabbb.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 8