lijke bereidvaardigheid een ieder van dienst wilde wezen, en overal op zijn post was om voor ontwikkeling en vooruitgang te strijden. De krachtige en gezonde man werd in de vorige week door eene ziekte aangetast die hem na weinige dagen ten grave sleepte. Het getal mannen die weten wat zij willen en durven wat zij willen, is niet zoo groot dat wij dr. J. Van Vloten niet noode zouden missen. (/V. R. C.) Een 50-tal ingenieurs, meest Franschen, bezichtigden gisteren de merkwaardigheden van Haarlem, de Haarlemmermeer en de havenwerken van IJmuiden, begeleid door jhr. Van de Poll, dijkgraaf van den Haarlemmer- meerpolder. 4 Het Koninklijk Oudheidkundig genootschap, te Amsterdam, heeft Woensdagavond zijn 25jarig bestaan gevierd. Dr. 11. C. Rogge herdacht in eene feestelijke rede de geschiedenis van het genootschap. De hceren Witkamp, Scheltcma, Kaiser en Becker werden op deze feestvergadering tot eerleden benoemd, als een bewijs van dankbaarheid voor de sympathie en toe wijding, waarmede zij zoolang voor het genootschap waren werkzaam geweest. Het te Amsterdam binnengekomen stoomschip Prins Hendrik heeft op zijne thuisreis van Java nog eenige menschenlevens mogen redden. Het gold vier manschappen van de kolenhulk Ben Newiste Perim in de Roode Zee. Zij maakten den 18dtn Augustus met eene sloep een tochtje op de zee, doch dreven naar de golf van Aden af. Na 4 dagen honger en gebrek te hebben geleden werden zij den 22st(n Augustus in de golf van Aden gepraaid door de Prins Hendrik, en aan boord van dit stoomschip opgenomen en verzorgd. De Prins Hendrik stoomde langs Perimliet in het gezicht van den wal de boot neer en een stoombarkas uit de haven van Perim kwam de verdwaal den tegemoet. De heer Lhoste is met zijn ballon en zijne twee passagiers eergisteren avond te 6 tt. 20 m. behouden te Landsmeer neergekomen. De luchtreizigers klagen over de min aangename behandeling, welke zij aldaar moesten onder vinden. Gisterenochtend kwamen de heeren Snellen en verdere poolreizigers der Varna aan het station te Amersfoort, alwaar prof. dr. P. Marling met een aantal heeren en dames hen begroette. Na eene hartelijke ontvangst vertrokken de reizigers onder talrijke hoezee's eener toegestroomde menigte naar Utrecht. Omtrent den brand in de fabriek van de heeren P. F. van Vlissingen en C°. te Helmond worden nog eenige bijzonderheden, waaruit men ver neemt, dat de brand Woensdag omstreeks e'én uur na den middag ont stond. In minder dan twee uren werd het prachtige, in 1877 gebouwde en voortdurend vergroole en verbeterde fabrieksgebouw met kostbare machines en een kolossale voorraad katoen door het vuur vernield. De brand is ontstaan in een der droogkamers. Aan hlusschen viel niet te denken, te meer daar de stedelijke brandweer meer dan ooit een voorbeeld van verwarring en ongeregeldheid bleek te zijn. De schade is buitengewoon groot. Wel is alles verzekerdmaar op zich zelf is 't reeds eene ramp voor Helmond, dat de honderden werklieden der fabriek zonder werk zijn geraakt en een kommervollen winter te gemoet gaan. Eergisterenavond werd Helmond weder in beweging gebracht door de brandklok. Twee groote hofsteden, lien minuten buiten de stad gelegen, werden door de vlammen aangetast en in korten tijd was alles verbrand. Wegens gebrek aan water kon men niets blusschen. Oorzaak onbekend. Onlangs werd de persoon van M. V. te Winterswijk te Zutfen in arrest gebracht wegens mishandeling zijner huisvrouw. Uit het gehouden onderzoek is echter geblekendat hij in staat van krankzinnigheid heeft gehandeld zoodat de rechtbank verklaard heeftdat er geen voldoende termen voor vervolging aanwezig zijn en zijne invrijheidstelling heeft bevolen. In het open baar belang en in dat van hem zeiven is genoemde persoon als nuop den eiscli van het openb. min., naar een krankzinnigengesticht overgebracht. Het Kaapsche Volksblad van 23 Augustus zegt van het bekende ar tikel van de Patriot tegen dr. Jorissen: "Wij hebben geene plaatsruimte voor haar lang artikel, hel is onze zaak niet. het te weêrleggen, want, gelijk wij reeds vroeger hebben gezegd, wij zijn geene bewonderaars van de politieke loopbaan van den docler; wij kunnen niet belijden, dat wij hebben gedwaald, want aannemende, dat al de beschuldigingen geldig en gegrond zijn, zelfs dan zeggen wij, wat wij altijd hebben gezegd, dat de ex-staats-procureur onrechtvaardig behandeld is, omdat hij onverhoord en achter zijnen rug veroordeeld is. O, zegt de Patriot, maar dit is in het belang van dr. Jorissen zeiven geschied en om hem te sparen, en hij is derhalve met verregaande toegeeflijkheid behandeld. Wij zeggen, dat, als dr. Jorissen afgezet is wegens wangedrag en ontrouw aan den staat, dan bad de volksraad den moed moeten gehad hebben, dit openlijk te zeggen. De volksraad heeft zich aan plichtverzuim schuldig gemaakt door zulk een ambtenaar niet te exponeeren, en het was, om er het minst van te zeggen, laf en kinderachtig, een staats-procureur uil zijn ambt te ontzeilen op het voorwendsel, dat hij de noodige qualificatie niet bezit, terwijl hij in werke lijkheid als een landverrader werd afgezet. Zulke kinderachtigheden en lafhartigheid zijn beneden de waardigheid van den volksraad. Wij zouden het onzen plicht niet geacht hebben, een woord ter verdediging van dr. Jo rissen te zeggen, als hij openlijk beschuldigd was van misdrijven en als bij, na behoorlijk onderzoek en na te zijner verdediging gehoord te zijn, schuldig bevonden en ontslagen was. Het is de onderhandsche manier, waarop men te werk gegaan is, waarlegen wij sterk objecteeren, en te meer is dit afkeurenswaardig in een parlement. De Patriot verergert de zaak door thans beschuldigingen tegen dr. Jorissen in te brengen nadat het vonnis reeds uilgesproken en de straf reeds opgelegd is". 's GRAVENHAG6, 22 September. Door Z. M. zijn bij het departement van justitie benoemd: lot referen daris, mr. A. Teixeira de Mattos en mr. tl. A. Piepers, beiden thans hoofd commies bij dat departement; tot commies, mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, thans adjunct-commies bij dat departement, en tot adjunct- i commies, mr. J. A. baron De Vos van Steen wijk, doctor in de staats- en in I de rechtswetenschap te Drummen. Door Z, M. zijn benoemd: tot ontvanger der registratie en domeinen te Bolsward, S. W. Middelkoop, thans bewaarder van de hypotheken, het ka- daster en de scheepsbewijzen te Eindhoven; F. A. A. Bendt, ontvanger der invoerrechten enz., tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Uitgeest; W. H. J. M. Yske, verificateur der lste kathegorie bij de dir. bel. enz. te Amsterdam, benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Grave; en A. W. Linsen, ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Gemert tot ontvanger derzelfde middelen te Gulpen. Door Z. M. is jhr. mr. J. H. J. Quarles van Uflord benoemd tot adjunct commies bij het departement van binnenlandsche zaken. Door Z. M. zijn de funcliën van secretaris-generaal bjj het departement van marine opgedragen aan den hoofdcommies bij dat departement W. J. M. Asmus, chef van het bureel generaal-secretariaat, te rekenen van 17 Sep tember tot 1 October 1883. Door Z. M. is de kapitein M. J. Mos, van het 7' reg. infanterie, op pensioen gesteld, en aan genoemden kapitein de rang verleend van majoor. Door Z, M. is de luit. ter zee 2e kl. C. F. De Ruyter de Wiidt, die nende bij het eskader in Oost-Indië, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen. Door Z. M. zijn de officier van administratie le kl. M. D. L. Hertzveld, wegens langdurigen dienst op pensioen gesteld, en bevorderd tot officier van administratie le kl., de officier van administratie 2e kl. W. E. Muller. Z. M. de koning heeft op het adres van antwoord der eerste kamer, gisteren aangeboden, het volgende geantwoord: Mijne heeren! Met welge vallen ontvang ik van de eerste kamer der staten-generaal haar adres van antwoord, met de vernieuwde verzekering van hare medewerking tot be vordering van hel heil des vaderlands. Ik verzoek u, mijne heeren, aan de eerste kamer der staten-generaal daarvoor mijnen dank over te brengen. De van de Noordpool-expeditie hier te lande teruggekeerde luitenant ter zee 2e kl. Lamie vervoegde zich heden aan het departement van marine. ZExc. de minister van marine heeft zich geruimen tijd met den afgetreden bevelhebber van de Varna onderhouden en nam met belangstelling kennis van de gewichtige bijzonderheden die deze zeeofficier omtrent zijne reis naar en hel verblijf in de Pool-streken mededeelde. Gisteren kwam voor het hof in behandeling de zaak van mr. A. K. J. Van der Drift, advocaat le Schiedam, beschuldigd van valschheid in een onderhandsch geschrift en het gebruik maken van het valsche stuk. Zooals1 uit de reeds vroeger medegedeelde acte van beschuldiging is gebleken, had beschuldigde den 30s1"1 Maart, ter gelegenheid van den verkoop van een plaat in de Maas vóór Schiedam, aan den met den verkoop belasten notaris Slotemaker te Sliedrecht in het koffiehuis: "Koophandel en Zeevaart" le Dordrecht, een telegram gezonden, waarin aangedrongen werd op het niet te laag doen afloopen van den verkoop, welk telegram hij met den naam Van Velsen had onderleekend. Besch., die voor den aanvang van het getui genverhoor door den president ondervraagd werd, gal le kennen dat hij als lid van den gemeenteraad van Schiedam in de raadsvergadering van 29 Maart had vernomen dal na de openbare vergadering in eene besloten zitting eene bespreking zou plaats hebben over de plaat. Hij had zich echter na afloop van de openbare vergadering verwijderd en in den loop van den avond had hij kennis bekomen van het besluit in de besloten vergadering genomen en dat de heeren Vrijland en Visser, bepaaldelijk eerstgenoemde, de opdracht hadden ontvangen de plaat voor de gemeente aan te koopen. Wat het van valschheid verdachte telegram betreft, bekende besch. dat hij dat geschreven en onderteekend had. Het doel met het telegram was alleen geweest den verkoop aan de stad te verhinderenomdat hij het bezit van de plaat voor de stad schadelijk oordeelde. Met het gebruik van den naam Van Velsen was niet de minste bedoeling beoogd. Besch. erkende zeer verkeerd gehan deld te hebben door niet dadelijk de waarheid te zeggen; hij betreurde zulks en betuigde er zijn diep leedwezen over dat hij aanvankelijk den heer Van Velsen als afzender van het telegram had aangewezen. Het getuigenverhoor bracht geen andere dan de reeds bekende feiten aan het licht. Adv.-gen. uir. Bjjleveld, die in deze zaak het openb. min. waarnam, rele veerde de ter terechtzitting gebleken feiten. Daar het thans genoegzaam" bewezen was, ook door de volmondig gedane bekentenis, dat besch. het bedoelde telegram vervaardigd en ter verzending aangeboden had en hij in het openbaar zijn leedwezen had betuigd over zijne vroegere ontkentenis, zoomede den heer Van Velsen had bevrijd van de smet op hem geworpen, zou ZEGA. niet verder over besch®. vroegere houding uitwijden. Volledig oordeelde hij de vereischten voor eene strafbare valschheid aanwezig. Hoe afkeuringswaardig besch. handeling ook zijn moge, adv.-gen. kon toch op eene lichtzijde wijzen, nl. de meening van besch. dat hij handelde in het be lang der gemeente. Daarop lellende, oordeelde hij het niet noodig eene' zware straf te eischen en requireerde mitsdien eene veroordeeling tot zes maanden celstraf en twee boeten van 50. De verdediger, mr. J. Van Gigch, wees er op dat zijn cliënt heden had goed gemaakt wat hij in den aanvang der zaak had bedorven. Had hij vroeger gedaan gelijk thans, misschien ware zijne terechtstelling voorkomen. Ilij geloofde echter, dat, hoe laakbaar besch'. handeling ook moge wezen, hij van zijn standpunt eene goede bedoeling beoogde en die bedoeling moest als een onwrikbaar element voor eene vrijspraak worden aangemerkt. Het eenige punt dat nog betwist kon worden was z. i. de handteekening; maar ook daardoor werd geen valsch telegram geboren, omdat de onderteekening niet tot het wezen van een telegram mag gerekend worden. Het is voor een telegram onverschillig welke onderteekening heL draagt, daar 't zelfs zonder dat kan worden overgesèind. Mocht van benadeeling sprake zijn;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 6