LEIDSCHE
C0ARAHÏ.
1889.
MAANDAG 17 SEPTEMBER.
STADS-BERICHTEN
HERHAL1AGSOADERWIJS.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
1°. SI».
De Courant verschijnt dagelijksZon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke ncmmers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.iedere regel meer 26 cents, groote letters berekend naar plaatsruimte.
By deze Courant behoort een Bijvoegsel.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 3 der Verordening van den 12 Januari 1882, tot regeling van
het Herhalingsonderwijs in de gemeente Leiden (Gemeenteblad n°. 11);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de inschrijving van leerlin
gen voor het Herhalingsonderwijs zal plaats hebben van den 17tn tot
en met den 21shli September a. s.voor meisjes in het schoollokaal in de
Van der Werfstraat, voor jongens in dat aan de Korte Mare telken dage des
namiddags van zeven tot acht nren.
Tot het herhalingsonderwijs kunnen worden toegelaten;
1' de leerlingen van de scholen der 3e en 4e klasse, die verkregen hebben
het getuigschrift, bedoeld bij art. 18 2 der Verordening van 11 November
1880 (Gemeenteblad 1881, n° 4);
2' zjj die, bjj een af te leggen examen, blijken goed aan de daarvoor
gestelde vereischten te kunnen voldoen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 12 September 1883. E. KIST, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Brengen ter algemecne kennis dat bij hen is ingekomen een bericht van
den Minister van Marine dat in de smederjj van het gebouw voor de veri
ficatie van 's rjjks zee-instrumenten aan de Varkenmarkt alhier een vuur-
haardje is geplaatst en dat de betrekkelijke stukken op de secretarie dezer
gemeente ter visie zijn gelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 15 September 1883. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 15 September.
Aan het Oriëntalisten-diner, gisterenavond in de Stads-zaal gehouden,
waren ook o. m. aangezeten de minister van oorlog en de burgemeesters
van Amsterdam en Leiden. In welsprekende taal werd de eerste toast uit
gebracht door den voorzitter, prof. A. Kuenen, op Z. M. den koning en
ea II. M. de koningin, Z. K. H. den kroonprins en het koninklijk huis,
waarop alle gasten van hunne zitplaatsen oprezen en het //vive le roi et la
maison royale" door de zaal weerklonk. Voorts herdacht spreker de minis
ters van binnenlandsche zaken en van koloniën, die helaas afwezig waren, en
den aanwezigen minister van oorlog. Ook deelde hij het verblijdend bericht
mede, even voor den maaltijd door prol. De Goeje, door tusschenkomst van
den secretaris van curatoren, ontvangen van den minister J. Heemskerk Az.,
dat hij de kostbare verzameling Arabische handschriften, door den Sjeich
Amin uit Medina medegebracht, mocht aankoopen voor de bibliotheek der
universiteit. Een daverend applaus bewees dat die beschikking op hoogen
prjjs werd gesteld. Voorts werden nog dronken gewijd door den minister
van oorlog aan de buitenlandsche geleerden; de heer Schéfer, gedelegeerde
van Frankrijk, aan genoemde minister, de hoofdstad van Nederland en den
voorzitter van het congres. Eene verrassing bracht daarna de heer Cust,
die aan de wetenschap de liefdadigheid wilde verbonden zien, en, denkende
aan de ramp op Krakatau, voorstelde door eenige jonge dames, die zijn oog
«p de galerij ontdekte, eene collecte te laten houden bij de gasten; het
waren mejj. M. De Goeje, J. Kern, A. Van der Lith, W. Vreede, Land, E.
en P. Pleyte en C. Kuenendie nu bij de feestvierenden rondgingen en eene
som van ongeveer duizend gulden ontvingen aan franken, marks, pounds
en guldens. Vervolgens deelde de voorzitter den inhoud van een telegram
mede, waarin Z. M. de koning zijnen hartelijken dank betuigde voor den
feestdronk op hem uitgebracht. Nog werd door den heer Hunfalvy een
toast uitgebracht op de Leidsche universiteit, die door den rector, prof. P.
Van Geer, welsprekend werd beantwoord. De heer Bool, van Leiden, dronk
°P de studie der Oostersche talen als een middel om beschaving en verede-
!'ng te brengen in die landen, die in het grijs verleden als de bakermat
onzer eigene ontwikkeling waren geweest. Door den Berlijner hoogleeraar
AVeber werd nog den Parijschcn stichter der Oriëntalisten-congressen, den
hoer Léon De Rosny, mede tegenwoordig! herdacht en den wensch geuit,
dat een volgend congres te Weenen de vruchten moge plukken van deze
zamenkomst te Leiden. Ten slotte herdacht de burgemeester van Amster
dam den voorzitter van het congres, prof. A. Kuenen. den man, zeide
spreker, wiens machtige wetenschap alleen overtroflen wordt door zijne be
scheidenheid. Deze toespraak werd met daverende toejuiching begroet.
Na afloop van het diner haastten de meeste aanzittenden zich een heen
komen te zoeken, ten einde nog eenige oogenblikken te kunnen vertoeven
in het koffiehuis Zomerzorg, om aldaar deelgenoot te zijn aan het Militair
feest «Leiden-Krakatau".
Heden morgen nam het hier in Leiden gehouden Oriëntalisten-congres
een einde in de Stads-Gehoorzaal, welke ook thans op prachtige wijze door
het aanbrengen van verschillende nationale vlaggen en Oostersche planten
versierd was. De galerijen waren door vele toeschouwers bezet. Ten kwart
voor twee uur opende prof. Kuenen, president van hel uitvoerend comité,
deze zitting. Hij begon zijne rede met zijnen oprechten dank te betuigen
aan allen, die door geschenken in boekwerken hunne belangstelling in dit
congres hadden betoond en wel in de eerste plaats aan den minister van
binnenl. zaken, den heer Heemskerk, die een dertigtal exemplaren van een
werk, getiteld: //Cataloque de Cylindres Orientaux du cabinet royal de
médailles a la Haye", par M. Joachim Menant, had afgestaan.
Vervolgens was het bij de opening van het congres door prof. De Goeje
gedane voorstel, om namelijk aan de Engelsche regeering het verzoek te
richten, opdat ook deze de manuscripten van het Britsch museum, in navol
ging van andere bibliotheken, ter leen zoude geven, aan de orde. Alvorens
gelegenheid tot discussie gegeven werd, deelde de voorzitter mede, dat het
voorstel in de vergadering der verschillende sectie-presidenten algemeenc
ondersteuning had gevonden. Het voorstel werd vervolgens ook in deze
vergadering zonder discussie met acclamatie aangenomen.
Daarna werd in behandeling genomen een voorstel van de 4de sectie
en wel van den hoogleeraar Schlegel, om namelijk aan H. M. de koningin
van Engeland een verzoekschrift te richten, dat zij eene commissie benoeme
tot zamenstelling van een Engelsch-ChineeschChineesch-Engelsch woorden-
denboek, in navolging van de reeds bestaande Duitsche dictionaire. Prot.
Schlegel lichtte vervolgens zijn voorstel toe; het werk, zeide hij, is voor
een persoon te uitgebreid en te omvangrijk en daarom zag hij gaarne eene
commissie benoemd, welker leden de verschillende takken van woorden
onder zich zouden kunnen verdeelen. Ook dit voorstel werd met acclamatie
aangenomen.
De voorzitter stelde daarop voor hel volgend congres in 1886 te Weenen
te houden, hetgeen eveneens met bijvalsbetuigingen begroet werd. Als
bestuursleden van het uitvoerend comité werden benoemd, baron Von Kremer
Friedrich Müller, Leo Reinisch, G. Buhler, David Heinrich Muller en J.
Kazabeek met bet recht van assumtie.
Hierna betrad prof. Kuenen het spreekgestoelte. Een volslagen verslag
van de handelingen van dat congres zoude hij niet gevenzulks zoude hem
te ver voeren, hij zoude zich beperken met trachten te betoogen het nut
dat dit congres had gesticht. Dat nut bestond niet alleen in de vergaderingen
zelve, maar ook daarbuiten. Door de gastvrijheid en vriendelijkheid der
inwoners waren nieuwe banden van vriendschap aangeknoopt en bestaande
veten bijgelegd. Hij bracht vervolgens hulde aan het Nederlandsch gouver
nement voor den aankoop van belangrijke Arabische handschriften van den
beroemden Scheik Al Madani. Bij het einde van dit congres kon spreker
niet nalaten zijnen dank te betuigen voor de vele blijken van sympathie
die hij van alle zijden had mogen oudervinden. Eenigeu tijd geleden had
hij gedacht, tengevolge van een vreeselijke slag. die hem door het sterf
geval van een zijner naaste betrekkingen getroffen heefthet voorzitterschap
niet te kunnen aanvaarden, die gedachte heeft hij echter laten varen, om
dat hij het een plicht rekende de eens op zich genomen taak te vervullen;
hij voelde zich thans ten zeerste daarvoor beloond. (Levendige toejuichingen).
Mocht dit congres spoedig zijn afgeloopenhet volgend is weder aan de
horizonhij roept hun dus allen toetot weerzien.
Hierop nam de burgemeester van Leiden hel woord. Hij durfde dit zesde
congres in volle gemoede een succes noemen, heigeen ongetwijfeld voor een
groot gedeelte te danken is aan de goede leiding van het uitvoerend eomité.
Namens Leidens inwoners brengt hjj dit comité zijnen oprechten dank
daarvoor.
Porf. Van Geer sprak in het llollandsch, omdat er gevoelens zijn, zoo
zeide hij, die men alleen in zijne moedertaal kan uiten, ook hij brengt
hulde aan den president en den secretaris van het uitvoerend comité, daar