LEIDSCHE
COIIIA*
M°. 180.
1883.
DONDERDAG 2 AUGUSTUS.
STADS-BERICHTEN
KOSTELOOZE INENTING.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN
Ue Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De pr\js der Advertentiën is van 14 regels f 1.iedere regel meer 26 cenlsgroote letters berekend naar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Brengen ter kennis van belanghebbenden dat op Donderdag 3 en
Vrijdag 3 Augustus 1883 de passage over den Ouden Singel van de
Janvossenbrug tot de Dare voor rij- en voertuigen zal zjjn af
gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden. 28 Juli 1883. HARTEVELT, Wethr. 1». Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEIDEN brengen ter
kennis van belanghebbendendat gelegenheid bestaat tot kostelooze
Vaccinatie en Rcvacclnatievoor onvermogendenin het lokaal
der Slads-Waag, en wel op de volgende dagen, als:
Zaterdag A Augustus
Maandag 13 M
Dinsdag 31
Woensdag 39
Donderdag 6 September,
Zaterdag 15
Maandag 31
Dinsdag 3 October,
Woensdag ÏO
Donderdag 18 n
Zaterdag 37
Maandag 5 November,
Dinsdag 13
Woensdag 31
cn zoo vervolgens met eene lusschenruimte van acht, of als die dag op
een Zondag of Vrjjdag valt, van negen dagen, telkens des namiddags te
Mn uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden, 1 Augustus 1883. HARTEVELT, Welhr. 1° Secretaris.
PROCES-VERBAAL
van de opening der stembriefjesdie ter benoeming van drie leden van
den Gemeenteraad van Leiden, den 31"en Juli 1883 zijn ingeleverd.
Op heden den eersten Augustus achttien honderd drie en tachtig in de gemeente
Leiden, is door het bureau van stemopneming in de ter inlevering van stembriefjes
bestemde zaal op het Kaadhnis plaats genomendes morgens te negen ure.
Het bureau is samengesteld uit den heer Louis Marie De Laat de Kanter, Bur
gemeesterVoorzitter, en de heeren Mr. Jacobus Bredius en Gerrit Wilhelmy
Damsté, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De Voorzitter plaat6t op de tafel twee stembussenbij hem den een en dertigsten
Juli 1883 overgebracht uit de beide afdeelingen der gemeente Leiden.
De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtereenvolgens geopend en bevonden twaalf honderd zeven
en twintig stembriefjes te bevatten.
Dit getal met de lijsten der kiezers die briefjes hebben ingeleverdvergeleken
zijnde, is gebleken te zijn even groot als het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn dooreengemengdworden zij door den Voorzitter één voor
één geopend en overluid voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard drie stembriefjeswaarvan twee onin
gevuld zijn en een niet van het vereischte zegel voorzien.
Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is mitsdien geweest twaalfhonderd vier
en twintig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren
G. A. De Geus 644 stemmen, W. F. Van Wijk Sr. 634, G, Wilhelmy Damsté
600, Mr. H. Van der Hoeven 595, L. C. Quant 573, H. L. A. Van Campen 568.
Mr. H. L. A. Obreen, F. J. Knaap, W. A. Van Lith, J. Plemp, J. Schoondor-
mark Jr., H. Van Hoeken, P. Van Cranenburgh, D. Blak, A. Werner Sr. en
A. Werner Jr., ieder ééne stem.
Hebben alzoo de meeste stemmen verkregen do heeren: G. A. DE GEUS, W. F.
VAN WIJK Sr. en G. WILHELMY DAMSTÉ.
Zijn derhalve verkozen tot leden van den Gemeenteraad de heeren:
G. A. DE GEUS,
W. F. VAN WIJK Sr. en
G. WILHELMY DAMSTÉ,
wonende binnen deze gemeente.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers
geene bezwaren ingebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces-verbaal opgemaakt in tegenwoordig
heid van allendie zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Leiden den eersten Augustus 1883.
DE KANTER, Voorzitter.
J. BREDIUS. c,„
G. WILHELMY DAMSTÉ, Stemopnemers.
LEIDEN, 1 Augustus.
Heden morgen werden voor het front der gelederen geïnstalleerd de
onlangs benoemde 2' luitt. bjj het 4« reg. infanterie jhr. G. A. A. Ailing von
GeusauW. F. Hartman en J. G. Kistna alvorens als zoodanig te zijn
beëedigd.
Aan het acte-examen voor hoofd aan eene school voor voorbereidend
onderwijs alhier is deelgenomen door 14 dames, waarvan 2 zijn geslaagd.
Mej. C. R. De Graaf te Delft is beroemd tot le onderwijzeres aan eene
bijzondere school voor meisjes te Leiden.
De 67e jaarlijksche algemeene vergadering van bet fonds ter aanmoe
diging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, is
op Woensdag 25 Juli 18F3 te Amsterdam gehouden. Het daarin uitgebracht
verslag bevat onder anderen de navolgende mededeelingen
De inkomsten over 1882 hebben bedragen eene som van 95238.95%.
Behalve de renten van het kapitaal op het grootboekdie ƒ50807.89 be
liepen en de opbrengst der jaarlijksche collecte ad ƒ29,156.73, zijn onder
het aangegeven cijfer der inkomsten begrepen: de renten van het nationaal
huldeblijk, ter gelegenheid van Zijner Majesteits 25-jarige regeering, ad
ƒ9070.33, en de subsidie van het rijk ten behoeve van het Invalidenhuis te
Leiden, groot ƒ5000.
Voorts eene gift van H. groot ƒ200.
In het bedrag der collecte zijn begrepen eenige bijzondere giften van de
districts-commissiën te Groningen, 'sHertogenboschRotterdam, Utrecht en
Zutfen, respectievelijk ten bedrage van ƒ30, ƒ12.90, 5.73,/200en ƒ16.15.
De uitgaven hebben het bedrag der inkomsten met 11353.87 over
schreden.
Aan 1994 deelgerechtigden keerde het fonds 87643.60% aan gratifica
tiën en toelagen uit de renten van 'skonings geschenk uit. Onder die deel
gerechtigden bevonden zich 4 verminkten en 3 nageblevenen van gesneuvel
den bij Waterloo, 264 verminkten uit Oost-Indië, 1 verminkte uit oorlogen
vóór November 1813, 72 verminkten en 6 nageblevenen van gesneuvelden
in den strijd met België, 1539 inflrmen, blinden en veteranen, 89 oud
strijders van Waterloo en 16 militairen van de Amsterdamsche landmilitie.
Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden staat. Tegen afstand van
hun pensioen en hunne gratificatie genoten 64 deelgerechtigden van het fonds
daarin doelmatige huisvesting en goede verzorging. De uilgaven ten behoeve
van dit gesticht beliepen ƒ21,509.95
Gedurende het afgcloopen jaar werden 95 nieuwe deelgerechtigden in het
fonds opgenomen, als 12 verminkten uit Oost-Indië, 1 verminkte van België
en 82 infirmen.
Het aantal sollicitanten bedraagt 1127.
Van het hoofdkapitaal moest ƒ20000 4 pCts. inschrijvingen worden ver
kocht. (Sic.)
Bij de regeering is bericht ontvangendat Z. M. de Koning der Belgen
een jaarlijkschen prijs van vijf en twintig duizend franken heeft uitgeloofd;
tot aanmoediging van de uitgave van voortbrengselen van den geest. Deze
prijs, bij den tweeden internationalen of gemengden wedstrijd, zal in 1885
toegewezen worden aan het beste werk over de middelen en maatregelen
welke tot de verbreiding onder het volk van de studie der aardrijkskunde
zijn aan te wenden, alsmede tot de ontwikkeling van het onderwijs in die
wetenschap aan de verschillende inrichtingen van onderwijs. Vreemdelingen
die aan dezen wedstrijd wenschen deel te nemenYnoelen hunne werken in
druk of in handschrift inzenden vóór 1 Januari 1885 aan het ministerie
van binnenl. zaken te Brussel.
Naar aanleiding van het door den gepensiouneerden luit.-generaal Van
Limburg Stirum c. s. aan Z. M. den koning gezonden adres in zaken den
tegenwoordigen toestand in Atjeh. is door mr. H. C. VanderWijck, oud-lid
in den raad van Nederl.-Indiëook een adres gericht aan Z. M. Na zijne
belangstelling getoond te hebben met het reeds gezondene, wordt door die
heer den tegenwoordigen toestand van Indië geschetst, waarbij hij verklaart,
dat de onderwerping van Atjeh thans verder verwijderd is dan immer. De
schijnbare rust van den Aljeher, waarin zich enkelen thans verheugen, staat
in verband met de te wachten rijstoogst. Zoodra deze voorbij is zal hjj
zijne aanvallen hervatten. Ofschoon de schatkist door de staat van zaken
aldaar reeds zeer is bezwaardtoch zijn wij in staatkundigen en militairen
zin in Indië nog nooit zoo zwak geweest, en heeft die oorlog ons zoodanig
uitgeput, dat het onmogelijk geworden is aan buitengewone omstandigheden
het hoofd te bieden. Na eeue uitvoerige beschouwing aangaande den on-
houdbaren toestand van ons leger, dat na aftrek van zieken enz. ongeveer
27000 man bedraagt, waarvan verreweg het grootste gedeelte op Atjeh, de
westkust van Sumatra en op de verre buitenbezittingen is verspreid, komt
de schrijver tot de conclusie dat hel wel geen uitvoerig betoog meer zal