LEIDSCHE
1883.
170,
ZATERDAG 28 JULI.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd. De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco p. p. f 2.
afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertentiën is van 14 regels 1.—, iedere regel meer 25 cenls, groote letters berekend naar plaatsruimte.
BINNENT \rnPPRE BERICHTEN.
-7 Juli.
Wij zijn in staat gesteld te endat de zalen met de afgietsels der
Olympische beeldhouwwerken enz. het gebouw van het kantongerecht op
het Rapenburg, te beginnen met Maandag den 30«l,n Juli, op dezelfde uren
als het rijks-museum van oudheden, dagelijks, wederom voor a.lgemeene be
zichtiging worden opengesteld.
Tot hoogheemraad vai) het hoogheemraadschap Rijnland, provinciën
Noord- en Zuidholland, is benoemd de heer J. Van der Breggen Az.
Naar men aan de Stand, mededeelt, is het openbaar ministerie bij het
kantongerecht alhier in hooger beroep gekomen tegen de uitspraak van den
kantonrechter in zake van den Katwijkschen kerkganger.
Wanneer wij zeiden dat de groote schouwburgtent van onzen Willem
Van Zuylen gisterenavond «rampvol waswe zouden eene onjuistheid zeg
gen. want inderdaad een dertig- of veertigtal plaatsen op den eersten rang
bleef nog onbezet, maar als wij verklaren dat zij om eens eene boler-
lettersuitdrukking te bezigen ioetgevuld, dat zij vol was, dan zeggen
wjj //niets dan de waarheid", en wanneer wij er bijvoegen dat stormachtige
toejuichingen cn herhaalde terugroepingen den spelers ten deel vielen, dat
er geestdrift, oprechte geestdrift heerschte op alle rangen, dan zeggen wij
alweder «de geheele waarheid". Geen wonder, het belangwekkende drama
z/Paillas", van Dennery en Dumanoir", dat zich op het répertoire van het
theatre de la porte St. Martin zoolang staande hield, werd vertoond, en de
titelrol werd door den directeur vervuld op eene wijze, welke den toeschou
wers nu eens schateren deed dan weder de tranen uil de oogen perste.
Blijkbaar had hij het hoog-comische en tevens tragische der figuur volkomen
begrepen; terwijl zijn zoontje Willem Van Zuylen, in de rol van Jaquinet,
blijk gaf van een gunstigen aanleg, welken wij dan ook in den zoon zijns
ouders mogen verwachten. Mevrouw Kley. als Magdalena, en mevrouw
Van Dam. als de goedhartige, maar lichtzinnige Flo.a, stonden hem daarbij
trouw ter zijde. Weder had er eene substitutie plaats, waarvan aan het
publiek geene opheldering werd gegeven. Immers zoo ons gezicht ons niet
bedroog was het de heer Moor, en niet de heer Alex. Faassen, die den
aartsschurk De Varennes, zich noemende De Rollac, voorstelde. Daar hjj
dit echter even goed deed, als de andere acteurs hun emplooi vervulden,
hebben wij geene reden van klagen en wij klagen dan ook niet. Integen
deel wij roemen en doen dit gaarne.
In den schouwburg «Frascati", van den heer H. W. Nieuwenhuis, was
mede een vrij talrijk publiek opgekomen, dat met groot genoegen de opvoe
ring bijwoonde van //De onechte zoon", tooneelspel in vijf bedrijvennaar
het Hoogduitsch, van Kotzebue. Ook nu weder wist dit gezelschap zijne
toeschouwers te boeien door eene degelijke voordracht, en viel het onver
deelde blijken van goedkeuring ten deel. Met veel succes werd ook het
blijspel //Een glas water" opgevoerd. Dat de toeschouwers zich zeer inge
nomen betoonden met dit stukje, daartoe bracht zeker niet weinig bij het
flinke spel van den heer Van der Mey (Bouman), welke zich in deze rol
zoo recht thuis scheen te gevoelen. Hedenavond zal een groot aantal leer
lingen van de kweekschool voor zeevaart, onder geleide, de voorstelling
bijwonen, onder voor die jongens zeer gunstige voorwaarden.
Het gezelschap onder directie van den heer Pierre De Boer, dat nog
steeds in den geest van de kermisbezoekers schijnt te vallengetuige de
trouwe opkomst in de Stads-zaal, zal, naar wij vernemen, Zondag nog eene
en wel de laatste voorstelling geven.
De Staatscourant van heden bevat het verslag der commissie van 1
Augustus 1882 lot 1 Augustus 1883 belast met het afnemen der praclische
examens voor apotheker.
De raad van toezicht op de spoorwegdiensten brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat ter aanvulling van het corps rijksopzieners op de
spoorwegdiensten, krachtens art. 34 van het kon. besluit van 9 Juli 1876
werkzaam, personen worden opgeroepen, die voldoende vereischlen bezitten
om voor bovengenoemde betrekking te worden benoemd. Allen die voor
eene benoeming tot de betrekking in aanmerking wenschen te komen, heb
ben zich bij gezegeld en vrachtvrij adres te wenden tot den raad te 'sGra-
venhage, vóór den ï5l(n September e. k. Zie verder dc Staatscourant ran
heden.
Door den gemeenteraad van Leeuwarden is benoemd lot leeraar in dc
Ned. taal en letlerk. en in de aardrijkskunde aan bet gymnasium de heer G. M.
Slothouwer, doctorandus in de Ned. letterk. te Leiden.
Het stoomschip Drenthe, van Rotterdam naar Java, vertrok 25 Juli
des avonds van Porl-Saïd. De Limburg arriveerde 25 Juli van Rotterdam
te Batavia. De Prins silexander van Batavia naar Amsterdam, arriveerde
te Frioul (de quarantaineplaats voor Marseille) den 26sl,n Juli. De Prinses
dmatia, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde te Southampton 26 Juli.
De heer Louis Apol verzoekt ons mede te deelen, dat ook hij bedankt
heeft voor de zilveren medaille hem door de jury voor de afdeeling schoone
kunsten op de internationale en koloniale tentoonstelling te Amsterdam
toegekend. (D. v. Z. en 's Gr.)
Als een voorbehoedmiddel tegen epidemische ziekten wordt in liet
Australian Medical Journal de Paradijsappel besproken. Deze vrucht, ook
appel der liefde, Adams appel, Tomate (botanisch Licopersicttm esculenbum)
genoemd, groeit in Zuid-Amerika, Oost-Indië, aan de Middellandsche zee enz
en in de Noordelijke landen van Europa wordt zij in tuinen gekweekt
Reeds lang was zij bij tuiniers en bloemisten er voor bekend, dat zij andere
planten tegen parasieten kon beschermen. Legt men b. v. den paradijsappel
in korenhoopen, dan zullen deze laatste van roest, brand en dergelijke
ziekten bevrijd blijven. Men schrijft deze merkwaardige eigenschap van den
Paradijsappel toe aan den zwavel die in groote hoeveelheid in de plant
wordt aangetroffen. Men vermoedt, dat dezelfde eigenschap misschien ook
diensten zou kunnen bewijzen bij epidemische ziekten onder de menschen.
(De Doll. Afrikaan).
Tot hoofd eener school voor meer uitgebreid lager onderwijs te Kat
wijk aan Zee is benoemd de heer J. L. Walter, onderwijzer te Amsterdam.
Woensdagochtend omstreeks 10 uur, kort voor een onweder, werd
door enkele personen aan het spoorwegstation te Dordrecht een luchtver
schijnsel waargenomen, waarbij stukken vuur ter grootte van een hoenderei
uit het luchtruim vielen.
De jury der klasse 42 zal de Nederlandsche afdeeling der tentoonstel
ling te Amsterdam bezoeken op 31 Julij en 1 Augustus.
Het buiige weder moge voor het verkeer op de tentoonstellingsterreinen
te Amsterdam min gunstig zijn, het bezoek aan dc tentoonstelling zelve
leidt er niet onder. Integendeel, dag aan dag wordt het bezoek grooteren
men heeft maar een kijkje te nemen in de plaatsen van openbaar verkeer
om te zien dat het getal vreemdelingen steeds toeneemt. Natuurlijk dragen
de werkzaamheden der jury daartoe bij. De beweging in de stad door de
gaande en komende inzenders uil de provincie en uit den vreemde is op zich
zelf reeds niet onaanzienlijk. In de laatste dagen stond het bezoek aan de
tentoonstelling gelijk aan dat van de beste Zondagen. Bbl
De heeren II. J. Schimmel, J. A. Alberdingh Thyrn, II. De Veer, T. II.
De Beer, mr. W. G. F. A. Van Sorgen, R. Faassen, J. II. Róssing, G. Keiler
en F. Smit Kleine, hebben Woensdag tc Amsterdam eene vnnrloopigc bijeen
komst gehouden ter bespreking van de vraag; of ook in ons land eene ver-
eeniging opgericht kan worden op de wijze van la Sociélé des gens dc
lettres, om financiëelen steun te kunnen verleenen aan bejaarde letterkundi
gen of aan hunne nageblevrn familiebetrekkingen. Het denkbeeld vond veel
sympa'hie, en de uitwerking van een plan, alsmede het ontwerpen van sta
tuten werd opgedragen aan eene commissie, bestaande uit de heeren 11. J.
Schimmel, II. De Veer en T. II. De Beer.
In de gemeente Smallingerland is het lijk gevonden van een 20-jarigen
polderwerker. Wonden aan dit lijk doen aan moord denken.
--De heer Ch. Smulders van Maastricht, die deze week den eersten prijs
voor orgelspel aan het Koninklijk Conservatoire te Luik behaalde, heeft
Donderdag den tweeden prijs voor piano verworven, met eenparige stemmen
door de jury toegekend.
Door een 17-tal onderteekenarenvoor het grootste gedeelte opper-
officieren der land- en zeemacht, aan wier hoofd staat de gep. luit.-generaal
M. D. graaf Van Limburg Siirum, is aan Z. M. den koning een adres inge
diend, bevattende eenige beschouwingen over den toestand in Atjeh, met
het doel die aan hoogdeszelfs oordeel te onderwerpen, naar aanleiding het
door den heer Rutgers van Rozenburg in de zitting van de tweede kamer
der staten-generaal van 21 Juni ter sprake brengen van het tegenwoordig
beleid in Atjeh. Naar de meening van de onderteekenaren doet het antwoord
van de regeering vreezen dal binnenkort het door ons in Groot-Atjeh bezette
gebied zal worden ingekrompen. Beducht dat zoodanige inkrimping zal
plaats hebben, die door velen in den lande met den afgevaardigde Rutgers
van Rozenburg //een stap van den noorilotligsten aard" wordt geacht, kon
het waarde hebben den toestand in Atjeh en zijne wordingsgeschiedenis in
't bijzonder na te saan. Zij herinneren wat van 1874 tot Juli 1879 is ge
daan om ons gebied in Groot-Aujeh uit te breiden. Had de verovering groote
krachtsinspanning gevorderd, de handhaving van ons gezag eischte onver
droten zorg cn waakzaamheid. Van toen af moest het in 't bijzonder ons
streven zijn: de bevolking aan ons tc binden, de veiligheid te verzekeren
en daarvoor haar steun en medewerking te verkrijgen, en tegenover verzet
en aanval krachtig preventiet cn repressief op te treden, vooral preventief.
Sedert een tweetal jaren is de invloed van ons gezag aan het lanen geraakt
de onveiligheid nam hand o»er band toe, de toestand werd allengs die van
algemeen verzet tegen ons gezag; een gevoel van machteloosheid en moede
loosheid heeft onze bestuurders aangegrepen, waarvan de slotsom schijnt Ie
zullen zijn: inkrimping van ons gebied, dal wil zeggen: verlaten van het
meerendeel onzer posten, prijsgeven van de bezette landstreeken onttrekken
onzer bescherming aan dc bevolking die zich na zwaren strijd en goed ver
trouwen aan ons onderwierp, met de hoop dat zij onder ons rechtstreeksch
bestuur rust en veiligheid zou genieten en tot welvaart en rijkdom zou
kunnen geraken. Dat zulk «ene handelwijze, zoo in de onderhoorigheden
van Atjeh als elders op Sumatra en in onze overige bezittingen eene ge
duchte uitwerking zal hebbendat hare heillooze gevolgen niet te overzien
zijn, ja! dat ons koloniaal bestaan cr door bedreigd zal worden, mag als
zeker worden aangenomen.
Na eene uitgebreide beschouwing hoe die inkrimping zou kunnen lot
stand komen, wil men niet dat inkrimpen teruggaan of wijken zal genoemd
worden, brengen zij in herinnering hoe de toestand van Atjeh sedert Mei