BUITENLAN DSCHE BERICHTEN.
op den achtergrond is geplaatst, zoo is ook hier, naar zijne overtuiging,
Gerrit Struik de achleraislaande persoon. Uitvoerig stond spreker stil hij
alle hare manoeuvres tot oplichting van verschillende personen, ook van de
familie Woudhuizen. Hij erkent dat deze er veel van hebben geprofiteerd,
doch zij waren in de vaste overtuiging met eene schatrijke dame te doen
te hebben, zooals haar geheele levenswijze, cadeaux en opschik aantoonden.
l)e medeplichtigheid van Gerrit in deze zaak is ten duidelijkste gebleken,
daar hij heeft gezegd, dat hij mcde-erfgenaaui was en alzoo ter kwader
trouw die erfenis bevestigde. Kortom uit de verklaringen van alle getuigen
is duidelijk gebleken, dat Gerrit volkomen op de hoogte was van alles wat
Jaantje deed en haar voorthielp door allerlei gezegden, lloelink noemt
spreker een der eerste slachtoffers van Jaantje, maar later heeft hij haar in
alles geholpen om gelden van anderen machtig te worden en deze te ver
teren. Het staat vast dal toen besch. en Jaantje te Haarlem kwamen, zij
nog geen 1000 rijk was en niettegenstaande dit deed hij te Amsterdam
aanzienlijke inkoopen. In den lijd van vier maanden verteerde hij 20 a
30000. Mededeelingen hoe hij aan dat geld kwam, weigerde hij te geven,
liet is gebleken dat hij het van Jaantje kreeg. Een bewijs dat hij wist
hoe het met de zaak stond is de briel aatiAndraux, waarin ten duidelijkste
blijkt, dat alles wat van de erfenis verteld werd, leugens waren; ook dat hij
meermalen Jaantje voor eene oplichster heeft uitgemaakt. Wat zijne zaak
niet verbeterd, is zijne brutale houding en onbeschaamde antwoorden, zelfs
tegenover zijne familie. Vervolgens kwam spreker tot den diefstal van de
juweelen; deze achtte hij overtuigend bewezen. De verhuizing van Amster
dam naar Rotterdam moest dienen om den diefstal gemakkelijker te maken.
Juist het gehalte der getuigen, in deze zaak gehoord, wettigt, zeide hij,
een volkomen vertrouwen. Jaantje zelf ontkent alles; ze heelt ze los aan
Van Zullen gegeven, volgens hare verklaring, doch de geheel overeenstem
mende verklaringen bewijzen het tegendeel. Een afdoend bewijs, dat Jaantje
de juweelen niet gekocht had, is. meende spreker, dat zij ze overdag droeg
en 'savonds weder moest afgeven, alsook hare geheele houding in het tumult
lijdens den diefstal. Uit alles blijkt dat met list gehandeld is in deze zaak.
Van Zulfen is de eenige in deze zaak die iets bekend heeft. Hij wist dal
Jaantje ze gestolen had en maakte ze te gelde. Jools nam een armband
van hem en bij Van der Heem zijn de gestolen goederen gevonden. Consen-
lteim vernietigde het gekochte dadelijk en toen hij hoorde dat het gestolen
goed was,(gaf hij zulks niet aan bij de politie.
Alsnu volgde de eisch reeds gisteren medegedeeld.
Thans was het woord aan den advocaat mr. Haas. Deze verklaarde dat
liet langdurig debat, in deze zaak gevoerd, hem niet in zijne overtuiging
heelt geschokt, dat hier niet het leit van oplichting is gepleegd in den zin
der wet. Toen pleiter Jaantje de eerste vraag deed: wat heeft tt bewogen
uwe rol te spelen, zeide zij, ik wil niet arm zijn, ik wil geld hebben; alzoo
zucht naar geld. 't Is waar Jaantje heeft veel geld verkwist, maar zij
had ook een goed hart, zij heeft veel goed gedaan. Of hier een psycho
logisch raadsel valt op te lossen, gelooft pleiter niet; zoowel bedrieger als
bedrogenen was het allen om geld te doen. De gouddorst, welke allen be-
heerschte, daarin ligt de geheele oplossing van het probleem. Wat het
stuk van Eeltje Pelgrim betreft, toont spreker aan, dat in deze volstrekt
van geen oplichting sprake kan zijn. Wat de oplichtingen ten opzichte van
de Wildeboers, Van Vliet en Woudhuizen betreft, wijst pleiter op de zonder
linge rol door Broman in deze zaak gespeeld en trad ten deze in eene
beschouwing over den juridischen grond van oplichting. Dat Wildeboer haar
geld gaf, kwam, volgens get. zelf, dat hij hare praatjes gelooide. Valsche
qualiteiten heeft ze niet aangenomen, want erfgenaam is geen valsche
qualiteit, zij heeft eenvoudig een leugen verteld. Wat zij aangaande Van
Veghelen vertelde had iedereen dadelijk kunnen onderzoeken. Men gaf haar
eenvoudig geld, omdat men haar vertrouwde. Voorts is de plaats, waar de
stukken zouden liggen, niet aan Wildeboer zelf aangewezen, maar aan zijne
dochters, is dat nu iels wat geloof verdient, hare reis om de erfenis te
gaan halen is slechts een eenvoudige leugen, zoo ook kan het vertoonen
van den brief aan Van Vliet en het vertelsel, dat in het laschje van Gerrit
de stukken van de erfenis zouden zitten, geen manoeuvres fraudttleuses ge
noemd worden. De drijfveer tot het geven van geld is niets geweest dan
de zucht naar groole winsten. Vooral trad dit duidelijk in het licht bij de
Woudhuizen, die waren, evenals Wildeboer en Van Vliet, door Jaantje ge
biologeerd, wanneer dit waar is, mag Jaantje, die zulk eene hoogere macht
had in haar oog, niet worden gestraft. Wat de acceptatie betreft, of zjj
waarde hebben al dan niet, doet hier niets tot de zaak af, want zij waren
er mede tevreden en de Woudhuizens zijn ontwikkelde menschen. Wat
overigens hare aangevoerde praatjes betreft, niets was eenvoudiger dan zulks
te onderzoeken. Pleiter begrijpt niet dat beschaafde menschen zich niet
schamen voor de rechtbank te verklaren dat zij op die wijze hun geld zijn
kwijt geraakt. Het is hier lichtgelovigheid, groole zorgeloosheid en daar
tegen beschermt de wet niet. Wat die diefstal betreft, hier is, zegt pleiter,
mijne taak nog gemakkelijker. Hij begrijpt niet, hoe het openb. min. die be
schuldiging nog durlt volhouden. Bosch is een respectabel man. zijn zoon
is honorabel, maar ook zij wilden geld aan Jaantje verdienen en zochten
haar daarom zelve op. En wat nu de laatste koop van 115000 betreft, vindt
pleiter het ongerijmd te gelooven dat de ƒ2000 niet als albetaling zouden
zijn gegeven. Wie zal, zulk eene groole bestelling doende, zulke fooien
geven. Zij heeft gekocht, heeft het goed ten laatste behoudenheelt beloofd
te betalen en als ze dat niet heeft gedaan, kan men ze niet hier, maar
elders vervolzcn. De jonge Bosch verklaart zelf de juweelen eerst te hebben
gegeven en later in de vaas gezel te hebben. Omtrent den arglist kan
indien men 't wil, twijfel overblijven, maar er is noch bedriegclijkc op
lichting noch diefstal. Naar pleiters overtuiging moet Jaantje vrijgesproken
worden. Hoe réplimabel hare handelingen waren, zij vallen niet in de
termen der wet.
Volgens de Holl. Afrikaan, vereerde 11. K. H. prinses Hendrik der Ne
derlanden bij haar bezoek van de tentoonstelling te Amsterdam, ook de
Transvaalsche afdeeling met een bezoek, bezichtigde daar de verschillende
voorwerpen met veel belangstelling en liet zich omtrent de bestemming van
een en ander voorlichten. Onder de vele vreemdsoortige artikelen trok
vooral de aandacht de Kaflerpiano, waarvan H. K. 11. zich de behandeling
liet verklaren en zich overtuigde van de klauk door het instrument teweeg
gebracht.
Woensdagnacht heeft het te Staphorst zoo gevroren, dat bijna al te
veld staande boekweit vernield is en weer omgezaaid moet worden; even
eens hebben de aardappelen en boonen veel geleden.
's GRAVENHAGE, 22 Juni.
Door Z. M. is aan mr. J. Dutry van llaeften, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend als rechter in de arrond.-rechtbank te Dordrecht.
Door Z. M. is aan D. Grothc, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
als hoogleeraar aan de polytechnische schoolmet dankbetuiging voor de
vele en goede diensten door hem in die betrekking bewezen.
De officier van gezondheid 2' kl. dr. J. R. Kappeler, behoorendc tolde
rol van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met 26 dezer overge
plaatst aan boord van Zr. Ms. rammonitor Panter.
De luit. ter zee 2e kl. A. C. Van der Sande Lacoste. dienende aan
boord Z'. M\ wachtschip te Willemsoord, wordt met den laatsten dezer op
non-activiteit gesteld en met 1». Juli daaraanvolgende vervangen door den
luit. ter zee le kl. J. A. Kloek.
liet buitengewone gezantschap, dat Z. M. den koning vertegenwoor
digde bij de kroning van den Czaar en de festiviteiten, komt morgen voor
middag in de residentie terug.
Voor het gerechtshof werd gisteren behandeld de zaak van C. v. S.,
wagenmaker te Voorhout, die in den avond van den 26,tïn Dec. jl. in een
schoenwinkel in de Haarlemmerstraat te Leiden werd betrapt op diefstal
van een paar laarzen. Behalve dit misdrijf werd hem nog ten laste gelegd
diefstal van twee jassen, zes porceleinen kopjes en drie koperen gewichten,
ten nadeele van verschillende Leidsche winkeliers, in denzellden avond of
bij dag gepleegd, liet bleek, dat besch. in beschonken toestand zich aan
het goed zijns naasten had vergrepen, want hij kon zich thans niets van
het gebeurde herinneren. Dit nam evenwel niet weg, dat adv.-generaal mr.
Bijleveld het bewijs van schuld voldoende geleverd oordeelde. Het was wel
uit de getuigenverklaringen af te leiden, dat besch. door drank beneveld
was, maar diens handelingen waren van dien aard, dat hij wist, dat hij
misdreven had. Het requisitoir strekte lot veroordeeling van besch. tot 1
jaar celstral. Ilr. G. Belinfante droeg de verdediging van besch. voor. Aanst.
Donderdag uitspraak.
Heden stond voor het hol terecht de 27-jarige II. De Koning, beschul
digd van moord op Maria Greve, oud 52 jaren, echlgenoote van P. Mons-
houwer. De bekentenis, in de instructie afgelegd, komt in hoofdzaak hierop
neder. Besch. was eene warmoezierszaak begonnen welk bedrijf zeer wei
nig opnam, zoodat hij eenige dagen voor het feit zich genoodzaakt zag
van den ouden Monshouwer een bedrag van ƒ35 ter leen te vragen, welk
geld hjj bij de terugkomst van zijne vrouw uit Utrecht zou teruggeven. Van die
betaling kwam niets, vandaar dat de verslagene hem bezocht, op betaling
aandrongen met het zenden van een deurwaarder bedreigde Deze bedreiging
maakte besch. zoo driftigdat hij de vrouw met een ijzeren gewicht van drie kilo
een hevigen slag op het hoofd toebrachtzoodal zij ineenzakte en op den grond
viel. Vervolgens trok hij een dolkmes en bracht toen zijn slachtoller uit vrees
voor ontdekking nog eenise steken in de borst toe. Toen hij vermeende dat de
vrouw was overleden, waschte hij zich de handen en het mes schoon
en droeg vervolgens hel lijk naar de achter zijne woning gelegen wagen
schuur en verborg het daar in eene chicoreikast. Na de sporen van de
misdaad zoo goed mogelijk te hebben verwijderd, ontwaakte bij besch.
het plan ook den man en de zuster van de verslagene uit den weg te
ruimen en bracht hij zelfs bij de familie, in het bezit van een grooten
houten hamer, een bezoek, dat den geheelen nacht duurde, zonder dat
hij gelegenheid vond zijn doel le bereiken. In den ochtend naar zijne
woning teruggekeerd, ontvlood hij al spoedig de plaats der misdaad
en begaf hij zich naar 's Gravenhage. waar hjj al spoedig door den com
missaris van rijkspolitie, den heer Dietz, werd gearresteerd, bij welke ge
legenheid hij ongevraagd berouwvol bekende den moord te hebben gepleegd.
Thans ontkende besch. alles en hield vol dat niet hij maar een ander de
misdaad heeft gepleegd, wiens naam hij echter niet wilde noemen. Hij was
naar Den Haag gegaan om den proc.-generaal in kennis te stellen, maar
daarin was hij door zijne arrestatie verhinderd en nu noch den naam te
noemen van den .door hem bedoelden persoon, dit zou hem toch niet meer
baten. Na het hooren der getuigen en nog nader ondervraagd zijnde bleef
hij bij zijne ontkentenis volharden.
Advocaat generaal requircerde eene tuchthuisstraf voor den tijd van 20
jaren. Mr. Van der Linden Jr. trad als pleiter op en concludeerde tot vrij
spraak.
Aanstaande Vrijdag uitspraak.
Door de politie is alhier aangehouden een persoon, die zich aan dief
stal heeft schuldig gemaakt van gouden voorwerpen ten nadeele van eene
dienstbode in eene woning in de Zeestraat, alwaar hij werkzaam was als
stukadoor. Hij is naar het huis van arrest overgebracht.
LUXEMBURG.
Eergisteren middag zijn de graaf en de gravin van Vlaanderen met lalrjjk
gevolg te Luxemburg aangekomen. Met een extra-trein, die op last van den
koning-groothertog was beschikbaar gesteld, reden zij naar het kasteel Berg
om 11 LI. MM. een bezoek te brengen. Te 4 uren zijn zij van daar terug
gekeerd.
ENGELAXD.
In het lagerhuis zeide de heer Eitzmaurice, dat men eerst volledig
ingelicht moet zijn omtrent de laatste bewegingen der Franschen op Mada
gascar, eer men beoordeelen kan of het maken van opmerkingen noodzake
lijk of zelfs wenschelijk is.
Te Sunderland werden Dinsdag ongeveer 90 slachtoffers van de ramp
in de Victoria Hall ter aarde besteld. Er heerschte algemeene rouw in de
stad, niet slechts voor het uiterlijk daar alle magazijnen gesloten waren,
maar de treurige stemming stond ook op aller gelaat te lezen. Het blijkt
nader, dat het aantal dooden niet 197, maar 181 bedraagt.
Te Smarlsville, in California, is een waterreservoir doorgebroken,
waarbij vrijwat schade werd aangericht en ettelijke personen het leven
verloren.
De rechtstreeksche spoorwegverbinding tusschen Sydney en Melbourne
is nu voltooid. Ter viering van die voltooiing is te Albury, eene stad op
de grens van Nieuvv-Zuidwales en Victoria, een volksfeest gegeven, alsmede
een feestmaal van 1000 personen, waarbij de gouverneurs der twee ge
noemde koloniën tegenwoordig waren.
FRAMERIJ K.
De kamer van afgevaardigden heeft aangenomen het voorstel der
regeering, strekkende lot aanschaffing van geschut voor forten, nadat zjj
een tegen-voorstel vau Reilie, dat Thibaudin bestreed, had verworpen.
Eergisteren had te Versailles de inwijding plaats van de zaal der kaats
baan. De minister-president Ferry hield bij die gelegenheid eene rede. Hij
kwam op tegen het gerucht, dal er onccnigheden in den boezem van het
kabinet waren. Hij zeide o. a.de aanvallen onzer tegenstanders zijn een
bewijs, dat de zaken goed gaan. De minister verdedigde verder den senaat,
die de sterkste steun der republiek geworden is. Hij voegde er bjj, dat de
constitutie verbeterd, niet verbrijzeld moet worden. Ten slotte deed hij een
beroep op de eensgezindheid aller republikeinen.