I' ER TEL li GRAAF. roo.- Het huishoudelijk Muziekfeest van de Maatschappij ter bevor dering; der Toonkunst, afd. Leiden. |>l j'V()föGSl2Lbehoorende lolde Leid soke Courant van Dinsdag Juni 38831 Li9. 336. RCITiCHLAK _-De keizér is voornemens in hel laatst der fölgélAde #éék zich óp reis te begevenin de eerste plaat? daar Ems. Van deri 25strt lot den 28s,(ö Augustus zal te Aken éen zang- en har- moniewedsiriid gehouden worden, waar verschillende prijzen zullerl worden "Uitgereikt. De burgemeester der Stad is lot het geven van inlichtingen bereid. K I N 1 Eenc schitterende revue heeft Zaterdag de feesten besloten. HH. MM. hebben zich naar Peterhof begeven. In diplomatieke kringen is men van -oordeel, dat de kroning «Ie conservatieve politiek naar binnen en de vrede lievende politiek naar buiten zal bevestigen. 'sGRAVENHaGE 11 Juni. Door Z. M is benoemd tot president van de arrondissements-rechtbank te 'sGravenhage. de heer mr. Wevè. thans vice- -|irrsident van dal eollegie. ST. PETERSBURG. 10 Juni. De keizer en de keizerin zijn in welstand hier aangekomen. Door de volksmenigte met geestdrift begroet, begaven zij zich in een open rijtuig naar de kathedraal van Kasan en vervolgens zonder oponthoud per stoomschip naar PeterhofT. Langs het Newski-prospect waren troepen geposteerd. Dé stad prijkt met vlaggen en heeft een feestelijk aan zien. Het weder is fraai. IÜIGEZOAIDKI. Misschien zal menig lezer er vreemd van opzien, dat ik persoonlijk enkele regels wijd aan llrahm's Trinmpltlied dat Zaterdag 16 Iftni aanst. Op liet Huishoudelijk Muziekfeest der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst teu gehoore zal worden gebracht, flet is waar men hóeft hier té lande de gewGonte niei van kunstenaars een inleidend woord voor de uit te voeren werken te zirn verschijnen. Toch is van dien regel van tijd tót tijd afge weken en ik meen men heelt goed gehandeld. Zoo schreef b. v. Rargiël, torn ter tijd directeur te Rotterdam, een inleidend woord bij gelegenheid der eerste uitvoering van Bach's Malihbus-Passion; Gerusheim schreef een rn ander bij gelegenheid der eerste uitvoering van Bach's Johaniies-Passion waarom zou hel werk van Brahms, dat ditmaal voor 'teerst te Leiden uitgevoerd wordt, niet door enkele regels mogen voorbereid wórden? Mis schien denkt menigeen, Brahms is niet Baclt en wat voor Bach passend is, mag nog voor Brahms niet als passend worden aangezien. Ware het te doen om eene reclame dan zeker zouden zjj. die zoo spreken, geljjk hebben; bier echter komt het op iels anders aan. Even als bij gelegenheid dér eerste uitvoeringen van Bach's Passie-muziekzullen de hoorders bij de eerste uitvoering van Brahm's Triumphlied op een voor hen onbekend ter rein gevoerd worden, en wanneer unn een onbekend land betreedt, is het niet overbodig in korte trekken Ie vernemen wal men eigenlijk in dat land zoo al werkwaardigs kan vinden. llit uit weuSch ik de Iczérs in deze regelen mede te deelen en hoop, dat ernstige kunstvrienden mjjn schrijven met welwillendheid zullen univaugen. W'at nu is het meest riterkwaardige in het Trinmpldied van Brahms? Hel meest merkWaafdige is, dat de componist, alle tonen van het men- sehelijk gévoel doorióopebdéals 'i ware liet «Halleluja" van de geheele schepping foor ohzê Ziél ttrovéH Van dit standpunt beschouwd, is Brahm's werk om zoó te zeggéii Bét taaiste woord der toonkunst nil den tegen- woordigeit tijd. In tegenstelling mét de ibeestrti der tegenwoordige componistendie trach ten zoo veel mogelijk hunne muzikale motiven te doen dienen h(j alle toe standen en die zelfs toestanden door muzikale motiven willen expliceren, fiéêmt Brahms éen denkbeelduitgedrukt in enkele woorden, en loont zijn' hoorders door zijne muzikale bewerking, welke gemoedsstemming door dat ééue denkbeeld in de ziel van de meest verschillende individual opgewekt kan wordm De tronkunsl bevindt zich hieibij op hel tiaar eigen terrein, want uit één motief kan de architectonische bouw ontwikkeld worden. En zoo heeft ook Braltms zijn Tritimplilicd Hit één motief saamiesteld. Het zou mij te ver voeren en voor de lezers vervelend zijn indien ik deze ont wikkeling in theorie duidelijk Wilde maken, hierover zwjjg ik dos en wend tnjjiie blikken alleen nair hetgeen als resultaat dezer ontwikkeling, nam. als kunstwerk voor ons slaat, even als men, staande voor een grootsch en schóón gebouw, niet begint met te ontleden, maar tracht den totaalindruk op het schoonheidsgevoel te laten werken Laat 'mij nu een oogeublik vet Wijlen bij de verschillende uitingen van lol too als'men die vindt in dit werk. Eene insiumentaal-inlcidiug van eeuige 't Bti®"itén doet eene uitbarsting van groote kracht verwachten, in plaats van dié groote kracht treedt ec-lttcf het koor alleen op met een uitgehouden accoord. De indruk «au reinheid door dezen vocaalklank verkregen is be wonderenswaardig. Aan deze intrede sluit zich eene voorbereiding van het hoofdmotief aait en eerst wanneer dit laatste verschijnt ontwikkelt Brahms de vole kracht van z(jtl achtstemmig koor en zijn stf jjkkwartelbeant woord en afwisselend gebruikt met de horens en trompetten, lil palyphone stjjl bearbeid, als zoudeïi koor en orkest in velerlei longen spreken voert ons dit gedeelte tol de plaats waar op de woorden «demi wahrhaflig enz voor het eerst in homophone akkoorden de geheele kracht van de koor- en tnslfumeutaal-massa ontwikkeld wordt. In hreedere groepen verdeeld, be weegt zich dit middendeel in de krachtige stemming waarheen de componist ïjj'n hoorders geleid heeft. Plotseling herval hel eerste motief, thans echter afwisselend piano in hel eerste koor, en fortissimo beanlwoord door het tweede koor en hel orkest. Met rijkere versieringen omgeven keert nu de éehste gedachte terug, eindigt in zeer gefigureerden rythmen dit eerste motief op glansrijke wjjze, daalt langzamerhand tot een pianissimo, als zocht het de 'gèhëimsie schuilhoeken der ziel en verrijst langzamerhand om in het streilo tot den grootsten jubel weder op te stijgen. In het tweede nummer wordt als 't ware de leedere snaar der ziel tot verheerlijking gestemd. Men zou haast willen denken aan het Halleluja van de ziel eener moeder hij 't beschouwen van hel gelaat van den lieveling ëie zij in de armen sluit. Tevens zjjn enkele oogenhlikken bijna weemoe dig, misschien zelfs gevoelt men hier en daar iets wat naar angst zweemt, als zou de lol van een' menschenziel te kort schieten. Doch als tegenstel ling treedt hel krachtige Halleluja, herinnerende aan het eerste deel op Hieuw op, en hieraan sluiten zich in een zee van muéiek ée woorden aan «Benn der allmhchtige Gott hat das Reich eingenommen." Onweerstaanbaar sleept het motief de« hoorder mede, alle angst, alle weemoed is verdreven en er blijft nog slechts plaats over voor het liéfcljj'ke, verbonden met hemel- 59.21 elf, 300.- 300.- 300.- 300.- 400.- 6100, 883: vard unl en den, C. Dt schë vreogdewaarboven ais een voorgevoel van éen voor den itienséh ««be vatbaar genót, enkele deelen van liet koraal «Nun danket allen Gott" zwe ven. Dit deel eindigt als zou het menschdom, steeds meer en meer door drongen «an de grootheid van het Ideaal, en beseHende eigene zwakheid, langzaam nederknielen en in ootmoed aanbidden. De sóhildcring in het derde deelWaarvoor de woorden «und slelte, em «weisses Pferd und der darauf sass hiess Treti und Wahrhaflig und richtet «und streilet mit Gerrchligkeit" de grondlage vormen, is een der meest groolsche oogenhlikken uit het geheele werk. Zoo is ook op heerlijke wjjze wedergegeven het denkbeeld «und er trilt die Keiier des Weins enz." De muziek toch wekt door zjjne groolschheid onwillekeurig de gedachte op als zou een reus zijne schreden doen hooren. Doch dit een en ander is slechts voorbereiding om te stemmen voor liet hoofdnogenblik «an het geheele werk en wel de intrede van de woorden «ein Kouig aller Kónigeii enz." Hoe llrahms deze woorden heeft weergegeven, hoe hij aan het in de vroegere deelen gebruikte motief uitbreiding en daardoor wijziging van karakter heelt welen te geven is niet met korte woorden te. zeggen. Dit kunststuk moei men hooren. men moet ouder den indruk geweest zjjn van de tooveraclttige kracht en schoonheid om ziclt bij benadering rekenschap te kunnen geven van hetgeen llrahms tol stand gebracht heeft. Het uitgedrukte gevoel is analoog het entliousiasmus van een geheele be volking wanneer een waarlijk groot man, na roemrijk volbrachte tochten terugkeert; het is analoog het enihottsiasmus dat de wereld aan de groolsle der grootste kunstenaars toontwanneer een daad uit hunnen ziel der we reld op nieuw een vermoeden van de eeuwige waarheid in de ziel getooverd heeft; hel is analoog het enthotisiasutusdoch waar eindig ik? «Het onbeschrjjfcljjke hier is het gedaan" zou men willen zeggen; Brahms, heell machtige gevoelens opgewekt en zoo plastisch is zijne uitdrukking dal men telkens zijne muziek zou willen illustréeren - doch zoodra men bet met 't woord tracht te doen gevoelt men hoe machteloos men is naast dien groo- len kunstenaar wien wij het werk danken. Meer wcnsch ik hier niet bjj te voegen, hetzij dan dal deze enkele vluch tige aanduidingen niet beschouwd moeten worden als iets anders dan een zeer kort résumé van den gedachtengaug van Braltms heerlijk Triumphlied. waarover vele bladzijden te schrijven zouden zijn, indien men ook slechts eenigsints op alle verschillende schoonheden wilde wijzen. DAN. DE LANGE. Zaterdag en Zondag a. s. zal ter opluistering der Jaarljjkschc Algemeene Vergadering der M. t. b. d. T., welke hier ter slede zal gehouden worden, door de Afd. Leiden en hare Zangverceniging een Huishoudelijk Muziekfeest gege ven wordenwaarvan liet programma door de Leidache Courant reeds werd vermeld. Dit programma is, naar ons voorkomt, eéne korte bespreking vooraf (en volle waardigen zullen we dus trachten in korte trekken het wezen der daarop voorkomende hoofdwerken te schetsen, in de hoop dat velen, dit door het zomerweder zich mochten laten weerhouden dit Concert bij t< wonennog van plan mogen veranderen en voor dien avond het genot dei heerlijke toonscheppingen mogen stellen boven dat der frissche buitenlucht. In de eerste plaats dan vinden we op het programma voor Zaterdag fvouit het «Triumphlied" Van Joh. Brahma, den Heros der tegenwoordig» Tooukiinslenarenvan wien in def tjjd Bob. Schumann zulke grootsch» voorspellingen deed. Al moge bjj deze profetieën nog niel geheel bewaarheid hebben, al mogi hij Bach en Beethovenwier beider genie in zjjn «Deulsches Requiem" t» ontdekken is. nog niet geëvenaard hebben, Brahma staal onder de meestert van den tegenwoordigen tjjd in hel voorste gelid. Brahma' werken ken merken Zich alle door den uitstekend scboonen bouw en ontwikkeling vat hel geheel, waardoor men (wat in de nieuwere muziek zoo zeldzaam wordt; niet recht kan spreken van werken uit eea stuk. Harmonische, organische ontwikkeling van muziekale gedachten, geschreven met een bedtiidrnd mees terschap over de middelen der kunst, is in elk zjjner werken te vinden, lijj heelt getoond dat met hel voldoen aan de eischen van den tegenwoordi gen tjjd, kan gepaard gaan de streng contrapuntische behandeliugswjjze, de strenge vornteu der ouden. Van Bach het strenge, van Beethoven het grcotsche, van Schutnann het lieflijke: hoe meer men met Brahma' toonscheppingen kennis maakt hoe meer men er dat alles in vindt. Het «Triumphlied". een werk dat de hoogste ei-cben aait de uitvoeren den stelt, is een grandioos gelegenheids-werkgewjji aan Wilhelm I, den Keizer van Doitsclilaiidter eere der overwinningen van 1870 en 1871. De tekst is ontleend aan de Openbaring van Johannes Cap. 19, waar hel triomf lied over den val van Babylon weérklinkt. Lofzangen, als uitdrukking van den dank des volks, ter eere van den Allerhoogsten onder wiens zegen de glorierijke daden werden volbracht worden vloor achtslemming koor met orchestbegeleiding gezongen. Hel werk bestaal nit drie deelen. Het eerste deel is het jubelgezang ter eere der overwinning: «Heil und Preis, Etire und Kraft sei Gott unsena Herrn Het tweede gedeelte kunnen wc splitsen in een drietal onderdeelen. die een eenigszins verschillend karakter hebben; hel eerste daarvan geeft in breede trekken het «Looft onzen God. gjj alie zijne dienstknechten, en gij die Hein vreest, beide klein en groot". Het tweede dier onderafdeelingctt geeft in heerlijk fugatischen vorm de verkondiging van de macht en de heerschappij van den bezongene, terwjji hel slot van meer lyrischen aard eene schildering der vrooljjkheid geeft: «Laat ons blijde zijn, en vreugde bedrijven en llem de heerlijkheid geven". In het orchest hoort men biet bjj het bekende Choraal: «Nun danket alle Gott" inlonceren. De enlrée van het derde gedeelte wordt gevormd door een BacRc-n- die het visioen beschrijft waarvan in de Openbaring gesprvo .tiet den Koning der Koningen, den lieer der lleeren, wiens r. etrt-w en waarachtig", wordt hier de Duitsche Keizer bedoeld. s wc boven vermeldden, het werk is opgedragen. Een jubelen li sluit het groolsche werk. Nog slechts tweemaal werd het hier te lande uitgevoerd, n 8' terdam en in 1880 te Amsterdam. Het tweede nummer van den eersten avond is liet dooi 8. M met goud gekroonde werk van den Dirigent der Zangve Rotterdamsche Afdeeling. Fried rich Geruaheim: nl. Agripp De tekst, een gedicht van Hermann Lingg, schetst ons >i Italië van de gade van den edelen Germauicus. die, nadat lij den opstand aan den Rjjn onderdrukt had, door den keiz» werd gezonden en -daar op diens last den dood door sluipmoord vond. De trouwe gade, de edele Agrippina (moeder van hare minder gunstig liftende zooais ttja be- Sol- •'.'-Tbü vao de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1883 | | pagina 5