Burgerlijke ^tatib
AÜVEKTENT1EN
Dr. WELALTF's beroemde Pillen en Balsem
Kittsarmtm Vitne Ecclertmtn
woonachtig. heeft zij eenige jaren vroeger haar man verloren, door een
geweerschot, dal op hem, den brillaten smokkelaar, door den commies
douanier zegt de schrijver Noorman werd gelost. Deze "douanier" sedert
dien tjjd lot opzichter (rentmeester?) van Baron Van den Naegel benoemd,
«evoeli nog altijd leedwezen over eene handeling lot zelfverdediging nood
zakelijk; maar dit belet niet dal Griet hem haal met een bestendigen haat
en haar zoon Jozef met dienzelfden bitieren hartstocht vervult, terwijl zij
hem bovendien in hei bedrijl beter gezegd wanbedrijf - zijns vaders
opleidt. Nu schijnt de Noord-Brabantsche grensbewoner, omtrent de ver
plichtingen jegens den Fiscus van «Noord en Zuid" zijne eigenaardige be
grippen te hebben. Met strikte onpartijdigheid in de zucht lot «niet betalen"
voorziet hij zoowel in de behoeften naar Brabanlsche kant bij de dochleren
van het «Noord", als in die van Hollandsche tabak en jenever bij de zonen
,an «het Zuid". Op dat punt stemt hij dus overeen met de bewoners van
Van Lennep's «Dorp aan de grenzen", die ook zeer neutraal waren en zich
vermeiden in het denkbeeld:
«Met list kan men. in eiken nood.
De grens bewonen blijven."
Zoo Jozef in het fiscaal recht de denkbeelden zijns overledenen vaders is
toegedaan, ten aanzien van Noorman, wordt hij van die zijner moeder
afvallig; wat" hij bemint 'sniaus dochter Anna, die ook hem bemint. Even
als bij: «Les Bantzau" wordt de leer dat de lielde sterker is dan de haat
hier uitgewerkt en niet slechts dat «zij elkaer krijgen"; maar ook Zwarte
Griet bekeert zich en sterft als eene ordentlijke burgervrouw, ten huize
van dienzelfden Noorman en in tegenwoordigheid van den Pastoor, die. als
een trouwe herder, zijne kudde bewaakt, en in het dagelijksthe leven uit
stekend uiet de ietwat onzuivere een boer noemt dat anders schapen
weet om te springen. Wanneer ik bier gewaag van: «het dagelijksche
leven", dan spieek ik daarmede de overtuiging uit dat de werkkring van
een Roomsch Catholiek geestelijke nog uit iets anders bestaat dan wij
hier op het tooneel te aanschouwen krijgen en. wel verre van den Heer
Faasten hierover een verwijt te maken dat hij ons slechts een gedeelte
van des prirsters pastoraal te aanschouwen gal. begrijp ik dat dit niet
anders kan wezen; maar de auteur zal dan ook wel willen erken
nen). dat onder zulke omstandigheden ieder R. C. priester even goed op den
rabbi in »l' Ami Fritz" als op een dorpspredikant en de laatste op een knap
pen «P.ussischeu pope' mus zelfs liuaal vrij van slerkett drank zij kan
gelijken. Dan. dii daargelatenis deze pastoor een kostelijke type. De
wijze waarop hij met Jan De Kreyter omspringt, vooral in de kippenhok-
historie, is alleraardigst. Zijn gesprek met den nieuwen burgemeester
brengt ons in één oogeublik op de hoogte van de eigenaardige toestanden
in eene grens-gemeente. welker bewoners voor hel meerendeel bijgeloovig,
arm en sluw zijn. Zjjn damparlijlje inei Noorman en het gesprek daarbij
gevoerd is een «binnenhuisje" geschilderd met de schrijfstift van een waar
talent. Griet's optreden met hare vervolgers achter zich wordt door dat van
Fadelte in «De krekel" van George Sand niet overtrolïen. en ieder tafereel
boeit ons door waarheid en kracht van leckening. Jozefs berouw en zijn
alkeer van latere verzoening inet zijne moeder worden ons op treffende
wijze voor oogeu gesteld en het geheel laat een bevredigenden, aangenamen
indruk achter, welke niet eens wordt verstoord door de opvalling des
schrijvers, ook elders waar te nemen, dat militaire heldendaden als een be
wijs van zedelijke verbetering en grootheid moeten worden beschouwd. Ik, die
eene bepaalde genegenheid koesier voor den militairen stand - hoewel ik nooit
de eer iiad de wapenen voor den Staat te dragen weiger toch de conse-
quentiën uil heldhaftige bedrijven, door den Heer Faasseu geput of afgeleid,
voor waarheid aan te nemen. Te meer is dit het geval wanneer de strijd
niet de verdediging van eigen grond geldt.
Op eene kleine onjuistheid meen ik den schrijver nog te mogen attent
maken. Zjj betreft de gesmokkelde tabak. Zoo ik juist boorde dan wordt
den pastoor gevraagd: «En rookt gij die ook?" en deze antwoordt: «Mis
schien wel, maar dan weet ik het niet!" Mij dunkt, dat deze repliek wel
den herder van een dorp over- maar niet van «een dorp aan de grenzen"
kan worden in den mond gelegd. Immers tabak wordt niet uit Belgie hier
geïmporteerd. De vraag of de Heer Faasseu den Noord-Brabanter een ander
soort van erfpachtsrecht heelt toegedicht, dan wjj in den zevenden titel
11' boek, van ons Burgerlijk Wetboek omschreven vinden, laat ons voor 't
«ogenblik koel. Wie medische of juridische inlichtingen verlangt zal ver
moedelijk niet op het tooneel ter schole gaan.
Slaan wij liever nog een blik op de wjjze van uilvoering.
En wij hebben dan een woord van lof voor den Heer Lemmens, die den
Heer D. Haspels, aoor ziekte verhinderdzoo uitnemend verving en de
rol van Jozef even voortrefïelijk vervulde als de Heer Poolman Jan De
Kreyter voorstelde. Dat beide heeren juist nadat zjj (q. q.) hadden «inge
broken", met lauwerkransen werden begiftigd was eene verdiende hulde aan
hen (in privé) toegebracht. Dat Rosier Faassen er eene in folio oulving
zal wel niemand verwonderen die hem zoo waardig den Pastoor zag voor
stellen. «Man en vrouw zijn een" zegt een oud spreekwoord en van daar
dat Mevrouw Faassen Van Velzen (Noorman's zuster) niet ijverzuchtig
behoelt ie zijn op Mej. Jeanne De Groot (Noorman's dochter) die In t stellig
niet meer dan zij verdiende met een bouquet vereerd te worden en dal zij het
zeker niet zal wezen op Mej. Calharina Beersmans. die als «Zwarte Griet"
hare diie bloemruikers mei volkomen recht mocht lot zich nemen. Zelden
zag ik de gevierde Acirice zoo in hare kracht. Hare kleeding. haar kapsel
(juist geen liooldiooisel) hare gebaren, hare stem, dat alles was zoo vol
komen in overeenstemming mei bare rol, dat ik der tooneelkunstenaresse
mijn compleoient er over maak dal zij dus de vrouw in zich durfde ver
gelen. J. Haspels was een goede Noorman. De rol is niet dankbaar maar
oiiiiig. Ook de overige verlooners zijn tililiieiten en geven geene aanlei
ding lot lof oi blaam.
Dat de schouwburg vol was laai zich gemakkelijk begrijpen, en nog zijn
er vermoedelijk velen, wie eene tweede voorstelling van «Zwarte Griel"
welkom zal zijn. Ik ken er althans enkelen.
Leiue.v, 22 Januari 1883. D.
IIGEZDH; I® KIV.
Aan de Redactie van de Leidsche Courant.
Het droevig geval te Muiden heeil mij erg doen schrikken. Om tl de
waarheid ie zeggen, ik ben er zelfs nog niet van op mjjn verhaal gekomen
en, als ik er dit mag bijvoegen, ik gelool dat het Leidsch Dagblad daar
aan wel een beetje schuld heeft. O, die verschrikkelijke telegrammen, M.
d. U., ik word er nog naar van, heel Muiden een puinhoop! En toen
volgde de eene telegram op den anderen en alle waren even breedvoerig ake
lig. Verbeeld tl eens: men dacht in Amsterdam aan eene aardbeving, alsol
de telegraaf niets anders le doen heeft dan op zijn elf-en-dertigste er toe
'e gaan zitten nm eens over te seinen wat deze of gene wel zoo denkt. Dan
het aantal dooden; men spreekt van wel driehonderd. Er kwamen handen
te kort om de lijken weg te dragen. Rectificatie: Er komen handen te
kort om glazen te maken. Dan, ja, men spreekt, men zegt, men
wil welen, men deukt, men meent en men verneemt de waarheid
langs een anderen weg. Dan, inaar dat kwam toch heelemaal uit
den koker van liet L. D.. dat hier in .Leiden ook een schok gevoeld
was. Weet u ook waar? neen zeker, maar weet u hoe ik over dien schok
deuk? Dat als er niets gebeurd was dat aan eene ontploffing gelijk stond
er niemand hier zóó geschokt geworden, laat slaan, er over al dat schok
ken geen woord gerept zou zijn. Dat rare. vreemde geluid, kan ook zeer
goed uit de vlakte van Waalsdorp, bij liet beproeven van geschut, tot
Leiden zijn overgekomen, bij welke gelegenheid de ramen zells wel eens
rammelen. Ik weet inderdaad niet welk nut liet heeft om een angstig mensch nog
zóó den schrik op het lijf te jagen. Te denken dat de telegraaf zou seinen w at
men denkt, ik geloof er geen woord van en ik ben zoo vrij hierbij le twij
felen aan de waarheid van berichten dat huizen als deeg in elkander zjju
gekneed en hoornen niet de takken in den grond en de wortels naar boven
zijn gaan staan. Weet ti wat ik wel geloof? Um een dozijn telegrammen,
dat op een dag na elkander zou zijn algekomen, met men zegt, men denkt
en bijzonderheden volgenals Haariemscli taai-taai te verwerken, allemaal
lawaai is; dat er met de anecdoten. die er bij komen, een groote dosis
humbug aan den man wordt gebiacht in den geest van uitgeloofde premiën
legen gouden poiloodpeniieii; van telegrammen hij hoopen van «twee centen
maar de moord in de Haag, boeren, burgers en buitenlui", uit te venten
aan bureels en aan de straat, met daglicht en met lamplicht, van haal op
en haal neer, met den helrol-, waterrol- en nachtegaalslag, en wat er
verder wordt aangewend om door zeer omstandige en zeer omslachtige ver
halen, zonder slot of zin, het groote publiek kool te verkoopen. X.
tiehouden Verknoping van «nruereiule joederen,
in het Heeren-Logement aan den Burg, Zaterdag 20 Januari.
Notaris P. Muller.
Een Huis en Erf, aan de Turfmarkt, nabij de Oude Vest no. 3, Sectie H,
no. 4. Kooper J Vogelezang /4800.
ONDERTROUWD: B. Opdendrees, wedr. 57 j. en J Bannink, wed'.43j.
D. Heinis. jm. 25 j. en A. A. Bnskemper, jd. 23 j. P. Bink, jm. en G. Plu, jd.
11. Kerkvliet, jm. 23 j. en J de Haas. jd. 27 j. J. Bollee, wedr. 56 j en A. M.
Creyghiou. jd. 30 j. P. 11. Zandvliet, jm. 20 j. en M. P. Schols, jd. 21 j. H. J.
van der Meer, jm. 3i j. en E. D. Tremels, jd. 33 j:
Heden overleed te Haarlem, zeer onverwacht, onze geachte Vader en
Behuwdvader, de lieer JOHANNES LASSCHUIT, in den ouderdom van
bijna tachtig jaar.
J. B. VAN DER HEYDEN, Lasschuii.
Leides 21 Januari 1883. W. F. VAN DER HEYDEN.
Eenige kennisgeving.
De Ondergeteekenden betuigen door deze hunnen dank voor de harteljjke
belangstelling in de laatste dagen door hen ondervonden.
P. J. GOUVÉE Az.
D. A. H. COUVÉEMasthoff.
maken het gebruik van elk ander geneesmiddel overbodig. Ik heb die
gedurende mijn 50 jarige pracltjk duizende malen met een gelukkig gevolg
aan mijne patiënten voorgeschreven, en nog dagelijks verneem ik van een
«root aantal lijders de heilzame uitwerking dezer gelukkige vinding.
Lijders! aan welke ziekte gij ook laboreert, mijn veeljarige ondervinding
heeitmij overtuigend bewezen.dat er geen voortrellelijker ziektestof oplos
send middel beslaat: dat altijd zeker gunstig en onschadelijk op alle orga
nen va i liet mcnschelijk ligcliaam werkt, de vochten heilzaam verbetert,
alle onreine en scherpe gal-, slijm- en ziektestollen door een zachte cn
natuurlijke laxans aldrijft, het bloed zuivert, het hoofd helder en frisch
maakt, de bloedsomloop bevordert, de borst, maag en ingewanden en het
verzwakte zenuwstelsel versterkt, de grondoorzaak van elke ziekte spoe
dig wegneemt en bij een duurzaam gebruik waarborg ik den lijder een
volkomen herstel.
Lijders aan asthma, borst, maag, zenuwen, Koorts,
graveel en rhumatlek gevoelen zich door het gebruik dezer Pillen
zeer gelukkig. Dezelve zijn in verzegelde doozen met een onderteekende
gebruiksaanwijzing groot 20bladz. waarin de ziektetoestanden nader wor
den beschreven. Uoozcn van f 155 cn 30 Cents. Ook mijne
heeft bewezen te zijn het thans nog eentg bekende middel dat met zeker
heid zelfs het verouderdste Rheumattek zal doen genezen. Er zijn lijders
die jaren lang aan de smartelijkste pijnen cn tot krom wordens loc ten
gevolge van het rheumatiek hebben geleden en die thans bereidwillig ver
klaren hun volkomen herstel aan deze Balsem tc danken te hebben. Het
is mede een onfeilbaar middel legen winterhanden en voeten, nachtkram
pen, verlamming. jicht, zinkings, verstijving der leden en pezen, aange
zicht- en gewrichtspijn en bij alle plaatselijke pijnen is het een doeltreffend
middel. Prijs per flacon 50 en 30 Ccnls met gebruiksaanwijzing.
Alleen echt uitsluitend verkrijgbaar: te heiden, E. KOOKDMH lireè-
straat, en VERHOUW EK STOKIH V7.EV 's Dage, SNAB1LIE;
Gouda, A. WOLFF, Grootemarkt. en meer bekende Depóts in andere steden.
J. P. 15. GELAUFF, Geneesheer.
Gorresp. Lid van het Genootschap ter bevordering der Genees-
Heel-, Verlos-, Schei- en Natuurkunde, le I\ieutrer-Amslel.