BIJVOEGSEL, behoorende lot de Leidsche Courant van Maandag Augustus 088%JVU. d89. BUITENLAN DSCHE BERIGTEN. zorg gedragen, dat door groen, liefelijke bloemen en sierplanten het nage bootste kermisplein een uiterlijk aanneemt in harmonie met het natuur- tooneel daar buiten. Aan deze zijde is het magazijn gevnld met handwerken, aan gene met linnen goederen en manufacturen, elders, in den hoorn van overvloed, worden comestibles en andere versnaperingen te koop aangeboden. Ginds, nabij den inganghebben bloemenmeisjes standplaats gekozen. Te midden van dat alles verrijst het beeld, hetwelk allen, die tot dit weldadigheidsfeest medewerkten, vereenigt en de ware beteekenis van het zamenzjjn uitdrukt, namelijk het symbool der godsdienstvrijheidvoorgesteld door een vrouwen figuur met een keten in de hand. De estrade is ingeruimd voor een buffet, alwaar ververschingcn verkrijgbaar zullen zijn. Door de vriendelijke tusschenkomst van den heer de Niet te Scheve- ningen, zullen door den schipper Vrolijk Maandag morgen 100 duiven, ge stempeld «Ncderlandsche Oorlogsduivenpost", ter oefening, in zee worden losgelaten, van wegc de Postduiven-vereeniging «de Ooijevaar" enz. te 's Gravenhage. Een paar dagen geleden is alhier aangehouden de persoon van C. K., als verdacht van diefstal van rood koper uit de fabriek der heeren E. enC"., in wier dienst hij 20 jaren was geweest. Men vermoedt, dat hij zich ge durende de laatste 2 jaren oneerlijk jegens zijne patroons heeft gedragen. K. moet zich aan diefstal hebben schuldig gemaakt ten gevolge van het wangedrag zijner huisvrouw, die zich aan misbruik van sterken drank over gaf. De verdachte is naar het huis van arrest overgebragt. LUXEMBURG. Voor het geregtshof van Luxemburg wordt een belangrijk proces be handeld in zake de vervalsching van wissels. Sedert 15 jaar had de beschul digde (Jacquemin), directeur der bank van Marche, zich aan eene reeks van vervalschingen van wissels schuldig gemaakt en van 4 Mei 1875 tot 29 Jan. 1879 voor een bedrag van bijna 3 millioen fr. valsche wissels uitgegeven. De bank van Marche werd in 1866 gesticht, met een kapitaal van 1,500,000 fr. De besch. werd toen bestuurder en alleen verantwoordelijk. Van den beginne waagde zich de nieuwe bank op een gevaarlijken weg. De uitgifte van de aandeelen was niet gelukt, op 31 Dec. 1866 was er slechts voor de som van 80000 fr. ingeschreven en des ondanks deed de bank groote zaken en deelde den aandeelhouders een dividend van 8 pCt. uit. De vervalsching van wissels kon niet verborgen blijven. De boekhouder deed aangifte aan een der leden van den raad van loezigt. doch daar men het grootste vertrouwen in Jacquemin stelde, werd de boekhouder weggejaagd. De zegepraal van Jacquemin was echter van korten duur. De geruchten van vervalschingen hielden aan; avontuurlijke plannen werden door Jacquemin op touw gezet, het blad le National opgerigt, doch alles eindigde met een aanzienlijk tekort, dat betaald zou zijn met het geld der bank. In twee jaren zou Jacquemin uit de kas der bank door middel van vervalsching eene som van 555,750 fr. getrokken hebben. ENCtELAND. LONDEN. 11 Augustus. Woensdag is een bronzen standbeeld voor Gladstone, een geschenk van den heer Theodore Bryant aan de inwoners van Oost-Londen, onder toeloop van eene groote menigte op het plein vóór de Bow Church onthuld. Op het met vlaggen en bloemen versierde terrein zaten tal van genoodigden, onder welke Gladstone's familie en lord en lady Granville. Lord Carlingford, door den heer Byrant uitgenoodigd tot het onthullen van het standbeeld van «den grootsten staatsman, dien Engeland ooit gezien had", verrigttedepleg- tigheid, en hield vervolgens eene korte toespraak. Lord Granville voerde mede het woord. De heer Byrant, zeide hij, was het nageslacht voor ge weest met dit huldeblijk aan een man, van wien de geschiedenis getuigen zou, dat er geen reiner jen edeler ooit de teugels van het Britsche rijk in handen had. Omtrent een ongelukdat de Duitsche stoomboot iltosel op de Engelsche kust is overkomen, wordt nog gemeld, dat de boot met volle kracht op de rotsen is geloopen. De geheele kiel schoof op de rots, zoodat de passagiers met de lading, het goud en de brieven, zoodra mogelijk in veiligheid moesten worden gebregt. Ondanks de zware mist kwam alles, dank zij de hulp der stoomboot Rosetta, behouden te Falmouth aan. Het schip zelf schijnt verloren, doch men hoopt de geheele lading nog te kunnen redden. Volgens berigt uit Alexandrië zijn de eerste verzoeken om schadeloos stelling wegens brandstichting en plundering der Arabieren reeds J)ij het gcregtshoi aldaar ingediend door de «Société Egyptienne financière et com- merciale" en door de //Société anonyme frangaise des Monts de Piétc ëgyptiens". De Parnell-afdeeling der Iersche Land-leaguete Philadelphia, heeft eene resolutie aangenomen, waarbij zij hare ingenomenheid met de pogingen van Arabi-pacha betuigt om de Engelschen uit Egypte te verdrijven. Ook werd besloten, hem eene som van 250 dollars over te maken ten behoeve van zijn leger. Eene andere afdeeling heeft dit voorbeeld gevolgd en er zullen ook door meer dergelijke vereenigingen tot hetzelfde doel bijeenkomsten worden gehouden. FRANKRIJK. De president der republiek is voornemens zich naar Mont-sous Vaudray te begeven en aldaar drie weken te vertoeven. - De nieuwe minister van binnenlandsche zaken zal geen circulaire aan de prefecten zendendoch deze ambtenaars naar Parijs ontbiedenom hun persoonlijk zijne instructiën te geven; het wachtwoord zal ook hier zijn: verzoening van alle partijendie de republikeinsche beginselen zijn toe gedaan. Aan de vertegenwoordigers van Frankrijk in het buitenland is per telegraaf de optreding van het nieuwe kabinet medegedeeld, onder bijvoe ging der bekende verklaring, welke in de kamers is voorgelezen en als het programma van het kabinet moet beschouwd worden. Hun wordt opgedra gen, daarvan officiële mededeeling te doen aan de regeringen, bij welke zij gevestigd zijn. Ook aan de vertegenwoordigers der mogendheden le Parijs is dit stuk ter kennis gebragt. Het ministerie is thans voltallig door de benoeming van den heer He'risson, afgevaardigde, tot minister van openbare werken. De Mon. univ. zegt, dat deze oud-president der radicale linkerzijde zich liever de prefectuur der Seine had zien toewijzen; doch daar de tegenwoordige titularis Floquet geen tegenstand bood aan de pogingen, die b(j hem gedaan zijn. om hem prefect te doen blijven, kon zijne nalatenschap niet als opengevallen beschouwd worden. Den heer Hérisson bleef dus niets over dan openbare werken aan te nemen. De regering toonde hem de grootste welwillendheid in deze zaak, daar zij de keus van een onder-secretaris van staat van openbare werken aan hem overliet. De heer Hérisson zou reeds den afgevaardigde Baïhaut als zoodanig hebben aangewezen. De uilkomsten der jongste volkstelling zijn thans volledig openbaar gemaakt. Het aantal zielen is 37,672,048, tegen 36,905,988 bij de vorige volkstelling in 1876. De bevolking is aldus toegenomen met 766,060 zielen. In het tjjdvak van 1851—1856 was de bevolking slechts vermeerderd met 256,158 inwoners; daarentegen van 1856 tot 1861 met 1,342,861. De be volking van Parijs is vermeerderd met ruim 14 pCt., zoodat het cijfer van 1,988,806 geklommen is tol 2,269,023. Cetewayo, de ex-koning der Zulu-kaffers, wordt in het laatst dezer maand te Parijs verwacht. Te Parijs is een regtsgeding ten einde gebragt tegen eene bende van zeven booswichtenvan wie de oudste 27 en de overigen 21 en 22 jaar oud zijn en die beschuldigd waren van in de maand Febr. II. zekere weduwe Galsterer vermoord en eene som van 950 fres. gestolen te hebben. Zij had den gehoopt tusschen de 8000 en 9000 fres. in haar bezit te vinden. De twee der zeven, die eigenlijk den moord bedreven, zijn ter dood veroor deeld, drie respectively tot levenslangen, vijftien-jarigen dwangarbeid en een hall jaar gevangenisstraf; de zesde kreeg 5 jaar gevangenisstraf, de zevende werd vrijgesproken. Sedert eenigen tijd worden de commissarissen van politie te Parijs be stormd met aangiften betreffende in omloop gebragte valsche 20 francs stukken. Zij zijn goed nagemaakt, dragen de allegorische beeldtenis van de republiek en zijn alleen aan hunne matte kleur en doffen klank te herkennen. Het gewigt komt tamelijk wel met dat van de echte overeen. Het verhoor van den apotheker Fenayrou, van zijne vrouw Gabrielle en van Lucienden broeder van Fenayrouvoor het hof van assises te Ver sailles is afgeloopen, en daarna is een aanvang gemaakt met het verhoor der getuigen. Gabrielle hield vol, dat zij bij het plegen van den moord niet aanwezig is geweest. Zij heeft, naar zij verklaarde, zich in eene andere kamer begevennog vóórdat haar man aan Aubert een slag met den hamer op het hoofd had gegeven. Die bewering was echter weersproken door Lucien, die bij de instructie verklaard had dat Aubert, na den eersten hamerslag ontvangen te hebben, zich op Fenayrou heeft geworpen en hem meester zou geworden zijn, indien Gabrielle zijn éénen arm niet vastge houden had, onder het uitroepen der woorden: «Ellendige, wilt gij mijn man vermoorden?" Lucien heeft ook verklaard dat Gabrielle bij hem in de andere kamer gekomen is, waar hij bij het plegen van de misdaad was gebleven, en lot hem gezegd heeft: «Lucien, gij kunt nu binnenkomen. Alles is gedaan. Moed gevat, uw broeder kan niet alleen het lijk op de kar dragen". Het is niet gebleken, dat Lucien bij den moord tegen woordig is geweest. Wel dat hij de gereedschappen tot den moord en die tot het wegvoeren van het lijk heeft helpen bezorgen. Hij verklaarde dat hjj zijn broeder herhaaldelijk heeft aangemaand om van zjjn misdadig voor nemen af te zien. Volgens berigt uit Saint-Jean, Newfoundland, zijn er nieuwe verwik kelingen ontstaan tnsschen de Newfoundlandsche en de Fransche visschers op het zoogenaamde «Fransche strand", ter westkust. De Franschen be weren uitsluitend het regt te hebben op het visschen aldaar; en de tegen partij handhaaftop grond van het tractaathaar regt om er ook de visch- vangst uit te oefenen. Naar men zegt gaan de Franschen zeer willekeurig te werk en zijn ernstige moeijelijkheden te vreezen. ITALIË Het proces tegen de drie bibliothecarissen van de Victor-Emmanucl- bibliotheek te Rome, wegens verwaarloozing der hun toevertrouwde boek werken of verduistering daarvan, is dezer dagen geëindigd met vrijspraak van de drie bedoelde hoogere ambtenaren, doch met veroordeeling van den custos, den gewezen priester Bartolucci, tot zes maanden, wegens bewezen ontvreemdingen, alle van weinig waarde. Aan wien hel verdwijnen van zeer kostbare handschriften en wiegedrukken en van duizenden vlugschriften te wijten is, is niet uitgemaakt kunnen worden. DUITSCHLAND. De Duitsche keizer is te Ischl, waar hij Woensdag met den keizer van Oostenrijk aankwam, aan het spoorwegstation ontvangen door keizerin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1882 | | pagina 5