LEÏDSCIIE
COURANT.
r.
V. It.
VRIJDAG 13 JANUARIJ.
ST A DS-BE RICHTEN.
P ATEH T BLADEN.
BINNENLAND8CHE BERIGTEN.
tm.
10
n,
de
en
n-
>r-
tje
en-
en,
4,
oot
van
ans
pt Cowa.nl verschijnt dagelijksZon- in feestdagen uitgezonderd. Ce prys der Courant is per vierendeel jaars f 1.50, franco pp. f 2
Afzonderlijke ntmmers sijn ver krijg haar voor 5 cents.
De prijs der Advertent ién is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
De WETHOUDER, Voorzitter van het College van Zetters te Leiden, brengt
ter kennis van belanghebbenden dat de ingevulde palentbladen over het
2' kwartaal, dienst 1831/2. bij het College van Zetters, in een der ver
van
trekken van liet Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het aanslag
biljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks, van een lot drie uren, van 11 tot en
niet 14 Januari eerstkomende.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsckë Courant afgekondigd.
De Wethouder voornoemd,
Leides. 10 Januari 1882. M'. P. C. L1BRECHT LEZWIJN.
8 lioi
0
1%
6
9 <4
0%
7 ft
■5 9£s
'454
15*
>0'/,
10
20%
29
18
30%
39 i*
92
21.15
.97 V
jslani
17.40
LEIDEN, 12 Januarjj.
By de opening van de heden gehouden zitting vau den gemeenteraad
hraït de voorzitter een geliikweusch lot de leden bij de intrede van het
nieuwe jaar. Het jaar dat achter hen lag had zich gekenmerkt door ge-
wiglige werkzaamheden, en in dit jaar zou het daaraan weder niet ont
breken. Belangrijke voorstellen van Onanciblen aard zouden den leden wor
den voorgelegd, welke hij hoopte dat ondersteuning zonden vinden. Het
dagelijksch bestuur zou die voorstellen zoodanig inriglen als het meest
overeenkwam met hel belang der gemeente. Bij verschil van inzigt zou
by de beraadslagingen dat belang ook bij allen toch zeker de rigt-
snoer zijn
Medegedeeld werd dat de heer mr. P. A. van der Lith ontslag had geno
men als secretaris van het collegie van curatoren der gemeente-inrigting
tot opleiding van O.-I. ambtenaren en dat iR zijne plaats als zoodanig is
opgetreden de heer mr. J. T. Bergsma. Voorts was ingekomen een adres
van het bestuur der Rijnspoorwegmaatschappij, ter zake van de verbinding
der gasfabriek aan den Hollandschen spoorweg.
De geloolsbrieven van het nieuw benoemd lid, den heer S. C. M. Knappert,
werden in handen gesteld eener commissie, beslaande uit de hh. Buys, Cock
en Wilhelmy Damsté, die, na onderzoek, bij monde van eerstgenoemde,
tot de toelating van den heer Knappert concludeerde.
Tot curator van het gymnasium werd benoemd de heer dr. T. Zaayer,
die deze benoeming aannam, en lot eersten onderwijzer aan de school n°. 1
van de 3"1' kl. werd benoemd de heer C. J. van den Berge, reeds aan die school
werkzaam. Ingevolge zijn verzoek werd aan den heer J. A. Uueber eervol ontslag
verleend als leeraar in het schoonschryven aan de hoogere burgerschool,
terwijl dat onderwas werd opgedragen aan den heer L. P. H. Eykman,
leeraar aan die school.
Aan de orde waren verder de verordeningen tot regeling van het lierha-
lings-onderwijs. Die verordeningen werden slechts bij enkele ondergeschikte
punten gewijzigd en met algemeene stemmen aangenomen. De heer Donuer
stelde voor het bij de verordening voorgeschreven toelaiings-examen te doen
vervallen, maar op de aanmerking van den heer de Goeje, dat hel herha-
lings-onderwijs dan gevaar zou loopen aanvullings-onderwijs te worden,
namelijk voor hen, die Ie vroeg van de school waren genomen, stelde de
heer Donner voor te bepalen, dat allen, die lol hun 12e jaar de dagschool had
den bezocht en van dat herhalings-onderwijs begeerden gebruik te maken,
zouden worden toegelaten. Door verschillende leden werd dit voorstel be
streden en ten slotte werd het met 14 legen 5 stemmen* verworpen. Bij
art. 5 werd, met 14 tegen 5 stemmen, aangenomen een amendement van
den heer Buys, volgens hetwelk burg. en weth. magtiging geven tot het
toelaten der ingeschrevenen op de school, voor zooverre liet blijkt, dal de
ingeschrevene het regt heeft de school te bezoeken. Bij art. 4, houdende
bepaling, dat voor elke school een boek of register wordt aangelegd, waarin
de namen der leerlingen enz. worden opgeteekend, stelde de heer Donner
voor weg Ie laten de gezindte waartoe de leerlingen behooren, als zijnde
dit in strijd met het karakter der openbare school en ook tegen de wet.
Dit voorstel vond zoowel bestrijders als verdedigers. Het werd ten slotte
met 10 tegen 8 stemmen verworpen.
Aan den heer dr. J. E. van Ilerson JAz. werd, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als lid van het bestuur van het 11. G. of arme wees- en
kinderhuis, onder dankbetuiging voor de vele en gewigtige diensten in die
betrekking bewezen.
Het verzoek van üurke en C*. te Parijs, om vergunning tot het plaatsen
vau kiosken voor den verkoop van dagóiadeu enz., werd bestreden door den
heer Wilhelmy Damsté. Deze vond dergelijke kleine gebouwtjes leelijk,
zooals men zag op de Hoogstraat met het politie-vvachlhuisje. Daarenboven
zou, werd de vourdragt aangenomen, een groot voordeel gegeven worden
aan een vreemdeling, die ook iu concurrentie zou treden niet de boekhan
delaren. Van hem toch zou slechts ecu regt geheven worden van 1 per
vierk. meter, terwijl ingezetenen voor een fijnen winkelstand van /80 tot
ƒ100 per vierk. meter moeten betalen, gelijkstaande met ƒ5. De heer
Quant stelde voor de vergunning alleen te bepalen bij den verkoop van dag
bladen en de tijdschriften enz. uit te sluiten, maar de heer Buys meende,
dat men de vrijheid op die wgze uiet mogt beperken. Hel amendement vau
den heer Quant werd verworpen met 15 tegen 3 stemmen, en de voordrjgt
tol het toeslaan van hel verzoek aangenomen met 14 tegen 7 stemmen.
Het voorstel tot het verleencn van ecne toelage aan de brugwachters,
en dal van commissarissen der bank van leening lot uilkeering van eene
toelage aau de beambten dier inrigting werden met algemeene stemmen
aangenomen.
Voor hei sluiten der vergadering vroeg de heer Zaayer nog het vvtlortl
tot het noen van enkele vragen.
De eerste vraag betrof de Ruïne-quaesiie. Na het besluit van de tweede
kamer der stalen-generaal was de zaak nu in ecne geheel andere phase
getreden. Hij wilde daarom welen of het dagelijksch bestuur daarin nog
grond had gevonden om zich te wenden lot den minister. De voorzitter
zeide. dat het bestuit der kamer was gevallen op 14 December en na
ontvangst van bet officiële Bijblad hadden burg. cn weth. zich op 22 Dcc.
lot den minister van biiinenlandsche zaken gewend om te weten of er bij
hem nu nog bedenkingen bestonden tegen den afstand der Ruïne. Op dien
brief hadden zij echter nog geen antwoord ontvangen.
De tweede vraag van den heer Zaayer betrof de veiligheid ia den schouw
burg en de gehoorzaal. Na de ramp, die te Weeneii had plaats gehad, waren
hier en daar de oogen geopend geworden. Hij vroeg dus, of ïn den schouw
burg en in de gehoorzaal de uoodige voorzorgen waren voorgeschreven om
brand te voorkomen en of er toezigt werd gehouden ul die voorzorgen wor
den genomen? (II iu beide gebouwen de noodige braiidbluschtniiidelen aan
wezig waren cn of de bediening daarvan aan een bekwaam persoon is toe-
verirouvvd? Of de uilgangen voldoende waren om bij eene paniek de snelle
ontruiming te doen plaats hebben? Of wanneer door de ecne of andere
reden bet gaslicht uiigaat er nog genoegzaam licht overblijll? De voor
zitter verklaardedal wat betreft de voorzorgen voor brand en de brand-
bluschmiddclen bij de ecrsle vragen bevestigend kon beantwoorden. Hg kon
echter niet verzekeren of de persoon met de bediening belast zelf nooit door
schrik zou kunnen worden aangetast. In den schouwburg zijn brandkranen
en vaste werklieden aanwezig om al de maatregelen te nemen, noodig hg
brandgevaar, in suuiuiige omstandigheden, bijv. bij schieten, stond er een
man met een extuicteur gereed. Wat betreft de vraag of de uilgangen
voldoende warenna de ramp le Weenen had de veiligheid van den schouw
burg dadelijk een punt vau onderzoek uitgemaakt, en hij geloofde le kunnen
zeggen dat weinige schouwburgen zoo gebouwd zijn als deze Er waren naar
buiten openslaande deuren en men kou zich ook nog verwijderen door het
buis van den concierge; daarenboven zou er nog een uitgang gemaakt
wordenuitkomende in den turn van het erf van den heer Groencveld. De
bovenverdieping staat in verband met de koffijkamer. Aan de gaanderij
wordt nog verandering gebragtten einde zij, die overliet loonccl zitten,
zonder bel nemen van een omweg zich regeiregl zullen kunnen verwijderen.
Iu een woordbij gelooide dat de toestand van den schouwburg alhier
buitengewoon gunstig was. Bij voltooijug zou waarschijnlijk aan het een cn
ander publiciteit worden gegeven en daarbij gegeven eeue schets, waaruit men
zich van de zaak eene duidelijke voorstelling zou kunnen maken. Wat de laatste
vraag, de verlichting, betrof, men bad reeds eene proef met lantaarns ge
nomen en die zouden zeker nu wel aanwezig zijn. Dat de gehoorzaal, in
geval van brand, gunstig ingerigt is. daarvoor had hij alleen le wgzen op
de vele ramen aan de slraatzgdc.
De heer de Goeje vestigde ten slotte nog de aandacht op een gedeelte van
het Rapenburg, dat, dezer dagen geheel verstraat, reeds nu in het midden
eene diepe kuil heeft. De voorzitter zeide dat de oorzaak hiervan te zoe
ken was in de late behandeling van de voorstellen betredende de gasfabriek,
ten gevolge waarvan liet leggen van nieuwe gasbuizen gelijk viel met den
tijd dat de aannemer met het straatwerk moest beginnen.