De Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen heeft, naar men
aan de N.R.C. mededeelt, eene som van ƒ10000 uitgekeerd aan de weduwe
en kinderen van den arbeider M. van Gils, die te Moerdijk bij het jongste
spoorweg-ongeluk het leven verloor.
De heer van Eeden, directeur van het koloniaal-museum op hel Pavilloen
te Haarlem, heelt het voornemen opgevat om, met medewerking van belang
stellende en deskundige landgenooleneen wetenschappelijk-industriëlen ont-
dekkingstogt naar Borneo voor te bereiden. Het doel is de rijke natuur
voortbrengselen van dat land te leeren kennen, en voorts te onderzoeken,
op welke wijze aldaar handels- en landbouw-ondcrnemingen met goed gevolg
kunnen gevestigd worden.
Te Haarlem is gisteren avond brand ontstaan in een perceel in de
Groote Houtstraat, laatst bewoond door Gebr. Brinkmann, koflijhuishouders,
en waarin sedert eenige dagen eene uitpakkerij van lakens en buckskins werd
gehouden De brandweer heeft het gevaar voor uitbreiding bedwongen en
den brand tot dit perceel, waarvan de benedenverdieping is uitgebrand,
bepaald.
Aan de Leidsche-vaart aldaar is eene nieuw gebouwde arbeiderswoning,
die eenige uren daarna betrokken zou wordeningestort.
Ouder het trottoir voor ent confectie-magazijn in de Kalverstraat te
Amsterdam heeft gisteren ochtend een gasontploffing plaats gehadwaar
door groote biokken trottoir vernield werden. Eene dienstbode werd daar
door ligt gekwetst.
Te Amsterdam, in de Bidderslraat, heeft eene stiefmoeder hel vijfjarig
kind van haar man zoo gekastijd, dal de kleine aan de gevolgen is over
leden. De vrouw is in hechtenis.
De op 12-1G December te Amsterdam verkochte fonds-artikelen en
papiervoorraad van den heer D Noothoven van Goor hebben ruim 122,000
opgebragl.
Volgens den Ulrechtsclien Studenten-almanak bedraagt het getal stu
denten te Utrecht thans 560. waarvan 334 lid van het studenten-corps zijn.
Te kampen is dezer dagen in den ouderdom van 81 jaar overleden
de heer J. G Blankenbijl. Hij was de oudste bij de compagnie vrijwillige
jagers der Utrcchtsche hoogeschooldie in het jaar 1830 ter verdediging
van het vaderland zijn uitgetrokken.
De trein, die eergisteren avond ten 7.58 van Leeuwarden naar Zwolle
vertrok, is even vóór de hrug te Akkrum ontspoord. De machine en goe
derenwagen zijn beschadigd geworden en de machinist van den trein werd
ligt gewond.
Eenige dagen geleden ontdekte de notaris Boschloo te Heerenveen, dat
hij eene vrij belangrijke som gelds van zijn kantoor vermiste, alsmede eenige
coupons, behoorende tot een aan zijne administratie toevertrouwden boedel.
Niet lang daarna werd bekenddat eenige van die coupons door zijn klerk
d. V. waren uitgegevenbovendien vervoegde zich een persoon bij den
notaris en stelde hem ruim ƒ200 ter hand, te kennen gevende, dat hem
die door diens klerk te bewaren waren gegevendoch dat hij die niet
langer onder zich wilde houden, daar hij wist, dat de klerk ze zijn patroon
had ontstolen. Naar men verneemt heeft d. V. zijn misstap aan zijn pa
troon bekend. Sinds is hij voortvlugtig.
tip het strandgebied der gemeenten Stavoren en llemelumer Oldephaert
en Noordwolde zijn honderden vaten petroleum aangespoeld, waarschijnlijk
afkomstig van een in de Zuidergrondcn gestrand Engelsch barkschip.
Volgens een Rijn-Pruissisch blad zijn den I4e0 dezer drie cavaleristen
met hunne paarden uit een Nederlandse!) garnizoen gedeserteerd, na zich
vooraf van hunne uniform ontdaan te hebben. Een hunner is aan het sla
tion Steele gearresteerd, waardoor men tevens te welen is gekomen, dal
de twee anderen de vlugt genomen hebben naar Westphalcn. Ook van de
paarden heeft men nog niets opgespoord.
Het Kaapsche FolksbJad deelt het volgende mede: Aan de weste
lijke grenzen van het Transvaalsche is een oorlog uitgebroken lusschen de
Bt'Chnana-opperhoofden Secheli, die onafhankelijk, en Linchue. die Trans-
vaalsch onderdaan, maar naar land buiten de grenzen verhuisd is. De re
gering zal zich er niet in mengen. In Zululand blijkt oorlog tusschen
een paar der aldaar gevestigde opperhoofden ontstaan te zijn, zonder dat
de Britsche resident er iets aan doen kon. Wat Celawayo betreft, de heer
P. J. Joubert beeft openlijk verklaard, dat hij geen kwaad er in zag, zoo
deze op den troon der Zulu's hersteld werd; want hij had nooit booze
oogmerken tegen de Boeren gekoesterd, behalve als hij door opslokerjj er
toe gebragt was.
Voorts wordt gemeld dat d\ J. Lion Cachet naar de Trekboeren in de
PvM'iugesche bezittingen ter Westkust is vertrokken. Indien zijne rapporten
over de nieuwe kolonie St. Januario gunstig luidenzullen vele Boeren uit
ile Transvaal en van de Kaap daarheen vertrekken, ook wegens den over
vloed van inlgndsche arbeiders, die er gevonden wordt.
v. 11
's GRAVENHAGE 23 December
Door Z. M. zijn benoemd: tot substituut-officier van justitie bij de
arrond.-regtbank te Leeuwarden, de heer mr. 11. D. van Kelwich Verschuur,
thans substituut-officier van justitie bij de arrond.-regtbank Ie Winschoten;
tol substituut-officier van justitie bij de airond.-regtbank Ie Winschoten, jh'.
mr. A. G. de Geer, thans ambtenaar vau het openbaar ministerie bij de
kantons Utrecht en Wijk bij Duurstede, ter standplaats Utrecht; tot ambte
naar van het openbaar ministerie bij de kantons Utrecht en Wijk bij Duur
stede, ter standplaats Utricht, de heer mr. J. C. G. Boot, advocaat en pro
cureur te 's Gravenhage.
-- De officier van administratie 3' kl. O. van Merkcstcyn is, op zijn ver
zoek eervol uit de zeedienst ontslagen.
Aan den heer J. Singel is eervol ontslag verleend als ingenieur-architect
bij de landsgebottwen.
-- Door den minister van koloniën is de heer mr. L. .1. P. J. Jeekel
gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, om
te worden benoemd tol reglerlijk ambtenaar daar te lande.
In de zitting van de tweede kamer van heden is de conclusie op |iel
adres van de Jong, uit Suriname, tot nader uitgesteld Het hoofdstuk
Waterstaat is aangenomen met 64 stemmen legen 1, na het toestaan van
hel subsidie van 30000 voor de internationale Pool-expeditic en van ƒ3000
voor de Zuidholl. Maatschappij lot redding van schipbreukelingen, doch na
verwerping van een voorgesteld subsidie van 30000, voor de oprigting van
een zoölogisch station aan de kust. Bij het hoofdstuk Koloniën vielen de
hit. Rutgers, de Casembroot en Insingcr den minister sterk aan wegens
zijne houding in de zaak van generaal van der Heyden en in die van de
Jong te Suriname. De minister beriep zich op provocatie wat van der ||ey.
den betreft, en constateerde, dat hij alles gedaan had om de afdoening van
de zaak de Jong te bevorderen. De begrootingen van Suriname en Curasao
zijn aangenomen, alsmede het hoofdstuk Koloniën met 54 tegen 5stemmen,
lieden avond wordt zitting gehouden.
Een drietal zaken werden gisteren door bet gereglshof behandeld:
In de eerste plaats verscheen voor het hof E. v. M.wonende te Kapelle
a/d IJssel. Besch. bevond zich omstreeks het midden der maand Augustus
II. te Rotterdam, terwijl zijne vrouw bij familie te Haarlemmermeer ver
blijf hield. Omstreeks middernacht van den 19 dier maand begaf hij
zich echter weder naar zijne woning en ging in de schuur van zijn huis,
welk huis ook nog door eene andere familie bewoond werd. In die schuur
bevonden zich een tweetal lakens, zoomede eene turfkist en eenig stroo;
daarop goot hij over het laken hel restant van eene fleschwaarin zich
petroleum bevond en stak dit met een lucifer aan. waarop hij ijlings naar
Rotterdam terugliep. De brand had geen voortgang, doordien door den
aanhoudenden regen het schuurtje geheel nat was en daardoor het vuur in
zijn voortgang gestuit werd. Besch. had voor den burgemeester en den
regter-commissaris eene volledige bekentenis afgelegd, doch voor het hof
ontkende hij thans zijne schuld. Adv.-gen. m'. Bijleveld geloofde, dat hier
opzettelijke brandstichting had plaats gehad en besch.'s vroegere bekentenis
volledig bevestigd was door de gehoorde getuigen. Hij requireerde mitsdien
de veroordeeling van besch. lot eene tuchthuisstraf van 7 jaren.Als verde
diger trad op de heer mr. van der Kun, die. op grond van het niet bewc-
zeue van het den besch. ten laste gelegde, diens vrijspraak verzocht.
Daarna verscheen voor bet hof de 26-jarige E. 11. B beschuldigd van
valschheid in ondcrhandsch geschrift en het des bewust gebruik maken van
dat valschc stuk. Deze persoon die onderwijzer was en naar zoodanige betrek
king te Boskoop solliciteerde, bevond zich te Gouda, zonder iels anders op
zak te hebben dan een retourkaartje naar Amsterdamterwijl hij door
honger gekweld werd. Ten einde eenig geld te verkrijgen begaf hij zich
naar den heer K. te Gondaaldaar voorgevende zoon van den boekhandelaar
B. van Amsterdam te zijn. Deze heer K. stelde hem 1.20 ter hand, maar
niet nadat besch. eene quitantie had geteekend met den valschen naam B.
Adv. gen. mr. Bijleveld vond in het gering geldelijk nadeeldat geleden was,
daar de heer K. nog een bedrag van ƒ0.87 had terugontvangen, die bjj
besch. bij zijne arrestatie gevonden was, aanleiding tol hel vragen van zjjne
veroordeeling tot 45 dagen celstraf en 2 boeten van 50. De advocaat m',
Roijer beval den besch. in de clementie van den hove aan.
Ten slotte verscheen voor het hof A. v. W.die als knecht bjj den tuin
man L.aan den Moerweg, onder 's Gravenhage, verblijf hield. In den avond
van 22 Oct. jl. vroeg hij aan de vrouw van L., terwijl deze zelf niet thuis
was, om melk, waarop hij van die vrouw een weigerend antwoord bekwam;
hierover vertoornd, nam bij na eenige oogenblikken de pook op en sloeg
daarmede de vrouw op het hoofd, waarna bij zich verwijderde. Tengevolge
van dezen slag ontstond eene bloedende wonde, waarvan de vrouw eerst na
een drietal weken volkomen hersteld was. Dienzelfdeu avond ongeveer
12 ure keerde hij naar den Moerweg terug, stak daar moedwillig eene schuur
van L. in brand, waarin zicli eene hoeveelheid riet en planken bevonden,
terwijl hij zich daarna naar het Haagsche Bosch begaf. Adv.-gen. mr. Bijle
veld geloofde, dat besch. als een gevaarlijk misdadiger moest worden be
schouwd en requireerde op dien grond zijne veroordeeling tot 7 jaren tucht
huisstraf en eene boete van ƒ8. De verdediger mr. Roijer wees op een brief
van den directeur der wees-inrigting Neerbosch, waaruit bjj opmaaktedat
besch.'s verstandelijke vermogens gekrenkt waren. PL wees den hove ten
slotte nog op eenige verzachtende omstandigheden.
De uitspraak in al deze zaken werd bepaald op a. s. Donderdag.
Heden namiddag om half drie uur verscheen voor het college
van burg. en welh. op het raadhuis de commissie, aan wie de laak werd
opgedragen om een huldeblijk te stichten voor Jacobus Jan Cremer in de
Scheveningsche boschjes. Nu dal huldeblijk voltooid was, had de commissie,
teregt begrijpende, dat het saizoen weinig geschikt was tot eene pleglige
overdragt op het terrein zelf, bij burg. en welh. audiëntie aangevraagd.
Die audiëntie was haar welwillend verleend. Vijf leden der commissie
waren tegenwoordig: de heeren A. L. II. Ising, H. de Veer, J. G. Vogel,
J. M. van der Star en P. Rahusen. Voorts werd de audiëntie bijgewoond
door de heeren M. P. Vogel en J. Kranenburg), die als ontwerper en als
bouwmeester van het werk de commissie met de welwillendste onbaat
zuchtigheid hadden ter zfjde gestaan, benevens de heer J. C. van Brakel,
Cremer's schoonzoon en vertegenwoordiger van zijne naaste verwanten.
Namens de commissie werd het woord gevoerd door haren voorzitter,
den heer Ising. Hij wees er op hoe het huldeblijk, waartoe uil alle deelen
van het land zoo velen hadden bijgedragen, wier harten warm klopten voor
den beminnelijken, talentvollen verteller, den boeijenden genialen spreker,
thans gereed was. Hij dankte het college, dat aan de commissie de gelegen
heid had gegeven om hare taak te vervullen, dat ook nu er in toegestemd
had om de overdragt aldus op het raadhuis te aanvaarden.
Hij hoopte, dat het huldeblijk beantwoorden mogt aan zijne bestemming,
niet beter uil te drukken, dan met Cremer's eigen woorden. Niet lang