BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsche Courant van Maandag 2ó November ó88éN°. 278. BUITENLANDSCIiE BERIGTEN. den loop van October jl. naar de residentie zijn geroepen om de algetneenc belangen van het onderwijs te overwegen. De wet bedoelt overigens elke Toorlichting door tusschenkomst van de inspecteurs niet. Op het aanbren gen van wijziging van het kon. besluit van 30 Augustus 1880 is de minister bedacht. Door de regering zijn aan de inspecteurs geen vragen gedaan be treffende het bidden en bijbellezen op de openbare scholen. In het eenige geval, den minister ter beslissing voorgelegd, ten aanzien van de aanwe zigheid van een kruisbeeld, heeft het belang van het onderwijs de tusschen- Itotnst der regering niet gevorderd. De regering kan niet verder gaan dan onderwijzers van het bijzonder onderwijs uit te noodigen in de examen-commissiën zitting te nemen. In stelling van afzonderlijke examen-commissiën acht zij niet overeenkomstig de wet. Aan eene speciale inrigting tot vorming van gymnastiek-onderwij- zers zijnnaar de meening des ministerste aanzienlijke kosten verbonden. De voorstellen van het schooltoezigt tot het openen van nieuwe normaal lessen en de uitbreiding van sommige inrigtingen tot den eersten rang zijn in onderzoek. De plaats van referendaris-hoofdredacteur van de Nederlandschc Staats- courant en de betrekking van redacteur van dat blad zullen vermoedelijk niet behouden blijven, nu de Ned. Staatscourant uitsluitend bcrigteu en mededeelingen bevat, zoodat de werkkring van den ambtenaar, met de uit gifte belast, beperkt is tot de zorg voor de technische uitvoering en het regelmatig verschijnen der courant. Het voornemen bestaat deze taak met 1 Januarij 1882 op te dragen aan een direcieur op eene jaarwedde van ƒ3000. 's GRAVENHAGE 19 November. Door Z. M. is verlof verleend: aan dr. W. F. R. Suringar te Leiden, tot hel aannemen van den titel //officier de l'Instruclion publique", waartoe hij door den minister van openbaar onderwijs en kunst in Frankrijk is be noemd; aan jhr. mr. J. B. A. J. SI. Verhejjen te 's Hertogenbosch, tot het aannemen van den titel //officier d'Acade'mie", waartoe hij door genoemden minister is benoemd; aan J. W. baron van Arkel d'Ablaing, tijdelijk te 'sGravenhagetot het aannemen van het ordeteeken van ridder le kl. «des Herzoglich Sachsen Ernestinischen Hausordens", hem verleend door den her tog van Saksen-Coburg-Gotha, en aan dr. Sf. W. C. Gori te Amsterdam, tot het aannemen van het ordeteeken van ridder le kl. der orde van Mili taire Verdiensten, hem door den koning van Spanje geschonken. Aan den heer mr. J. Kalff is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantongeregten te Rot terdam (eerste kanton) en Schoonhoven. Tot schoolopziener in het arrond. Hoorn is benoemd de heer dr. J. C. Matthes, in de plaats van den heer mr. J. G. A. Faber, aan wien, op zjjn verzoek, eervol ontslag is verleend. Aan den heer A. J. Groenemeijer is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van hoofdcommies bij de algemeene reken kamer, onder dankbetuiging voor de door hem bewezen langdurige dienst. Aan den heer M. B. G. Hogerwaard is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ingenieur van 's rijks waterstaat 2e kl. De luit. ter zee le kl. J. L. M. van Gorkum ister zake van indoch niet door de dienst ontstane ligchaamsgebreken, op pensioen gesteld, en tot luit. ter zee 1kl. is bevorderd de luit. ter zee 2e kl. D. J. Boom. Z. Exc. de heer J. Birney, minister van de Vereenigde Staten van Amerika, is heden in deze residentie teruggekeerd. De minister van justitie zal Dingsdag aanst. geen gehoor verleenen. In de zitting van de tweede kamer van gisteren heeft de minister van koloniënnaar aanleiding van het aangevoerde door den heer de Casembroot, zich nader over het incident van der Heyden uitgelaten. De heer de Casembroot toch deelde mede dat de generaal diep verontwaardigd was over 's ministers mededeelingen. De minister zeide te erkennen dat wij onder de burgers van ons vaderland hebben een man, die zich een grooten naam verworven heeft door het ten onder brengen van een weer barstig volk, een krijgsman, op wien de natie met eere wijst. Als nu die man als politiek man niet voldaan heeft aan de verwachtingen en in eene zaak niet gehandeld heeft zooals de minister meende dat hij moest, moet mco daarom op dien man een blaam werpen, door het wereldkundig maken ■van hetgeen minder goeds in dien zelfden man als civiel bestuurder viel op te merken Thans is de toestand veranderd. Van eene persoonlijke quaestie is aiet door 's ministers toedoen eene politieke gemaakte en het sieraad van het N.-I leger heeft de zwakheid gehad in deze kamer een pleitbezorger te zoeken voor zijne grieven. De gevolgen daarvan blijven voor rekening 'an lien, die herhaaldelijk in de pers en in de kamer hem hebben gepro voceerd. De minister herhaalde, wat hij gisteren zeide, dat de zaak van Se invoering van het civiel bestuur met het incident van der Heyden niets te maken heeft. Wat de boodschap van den heer der Kinderen betreftheeft de minister gezegd, dat eene instructie werd gegeven naar zekere klaglen, hij de Indische regering ingekomen, en dat het hem bedenkelijk scheen, Sen heer van der Heyden als getuige in die strafzaak op te roepeu. De klag len over den toestand waren zoo ernstig, dat de gouv.-generaal er niet 'oor kon instaan, dat generaal van der Ileyden, als getuige opgeroepen, niet op de bank der beschuldigden zou moeten plaats nemen. Dit heeft de mi nister gisteren in zijne rede, zonder het te zeggen, willen doen gevoelen, be gouv.-generaal moest het prestige van ons gezag redden en dat heelt ie minister willen doen uitkomen. De proc.-gen. heeft geadviseerd kapitein Kaufmann buiten vervolging te stellen. Maar waarom? Niet omdat de proc.-gen. overtuigd zou zijn van de onschuld van dien beheerder van de dwangar beiders. Zoo doet de heer de Casembroot het voorkomen, maar dit is minder joist. De min. is bereid het gehecle dossier in de zaak-Kaufmann aan de hamer over te leggen, alsmede het geheele dossier omtrent de instructie tegen twee andere beklaagden, een post- en een havenmeester. De min. gaf voorlezing van een uitvoerig rapport van den proc.-gen. mr. Silenius Trip, betreffende een onderzoek naar de handelingen van kapitein Kaufmann tegenover de dwangarbeiders op Atjeh, waaruit o. a. blijkt, dat met de meeste wreedheid aan de dwangarbeiders rietslagcn zouden zijn toegediend en de ziekten onder die kettinggangers het gevolg waren van brutaal ge weld, hetwelk, volgens eene gemoedelijke verklaring van Kaufmannwas j geschied op last; dat hij echter pertinent weigerde mede tedeelen, wie hem daartoe den last had gegeven, omdat hij nimmer zijn weldoener zou ver raden ook al werd hij het slagtoffer zijner dankbaarheidwaarop de proc.- generaal antwoordde, «dat hij met dien weldoener vermoedelijk bedoelde i den generaal van der Heyden, doch dat de justitie verpligt was zonder aan zien des persoons misdrijven op te sporen". Bij het waarnemen van zoo veel gruwelen, zegt het O. M., zou het pligt zijn den onmensch te straffen, doch het meende van eene vervolging te moeten afzien op grond van gemis van getuigenissen, omdat de dwangarbeiders aan de gevolgen der mishan delingen waren overleden en de geneesheeren te veel patiënten onderzoeken dan dat zij de identiteit konden staven. Nu van de vervolging is afge zien betreurt de min. zeer een niet schuldig verklaarden persoon te moeten bezwaren. Maar de minister werd gedwongen. Al de stukken en alle i afgelegde getuigenissen zullen aan de kamer worden overgelegd. Het geregtshof alhier heeft gisteren arrest gewezen in de zaak van j N. H. K. en M. T. H., wed. van J. A. K., die jl. Vrijdag teregtstonden, beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond huis en medepligtigheid daaraan. In den nacht van 6 op 7 Augustus jl. bezocht een heer in eenig- zins bedwelmden toestand zeker huis in de Koediefstraat alhier, in het bezit o. a van een gouden horloge en eene portemonnaie met goud- en zilvergeld, terwijl hij later, toen hij zich weder op de straat bevond, be merkte dat hij was beroofd, behalve van kleedingstukkenook van zijn geld en horloge. Na aangifte bij de politie werd aanvankelijk de hand op meer dere personen gelegd, maar de vervolgens ingestelde instructie betrof alleen de twee bovengenoemdendie, hoewel schoorvoetend, bekenden zich aan de berooving te hebben schuldig gemaakt. Het hof heeft K.ook met het oog op zijne vroegere veroordeelingen, wegens medepligtigheid veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf en aan de wed. K.met aanneming van verzachtende omstandigheden, ter zake van diefstal, 3 jaren gewone gevangenisstraf op gelegd. Een buitengewoon stoute diefstal heeft gisteren in den laten avond plaats gehaddie namelijk werd bedreven in de aanhoorigheid van het huis van arrest, alwaar de dief thans reeds is opgesloten. Ter zijde van de gevangenis in de Lange Lombardstraat bevindt zich eene localiteit voor de wachtdie daar zoowel bij nacht als bij dag dienst doet en steeds uit een twaalftal manschappen met een sergeant en een korporaal bestaat. Uit die verblijfplaats werd tusscheii elf en twaalf ure gestolen een zestal over jassen waarmede de schildwachten zich in de winter 's nachts kleeden. De dief heeft daarbij al zeer voorzigtig moeten te werk gaan, daar het hem gelukt is zijne daad te volvoeren en dus ook de militairen te verschal ken te meer daar de jassen niet zoo geheel voor de hand lagen. De dader heeft bij een uitdrager in de Vleerstraat getracht de jassen te verkoopenmaar, toen dit niet gelukte, verwijderde hij zich zonder klee dingstukken mede te nemen. Hierop volgde eene aangifte bij de politie en het is aan haren ijver te dankendat de bedrijver reeds naar de gevangenis is overgebragt. Hij is genaamd A. Wougrim, en maakte vroeger reeds met justitie en politie kennis ook wegens nachtelijke inbraken. Men gelooft vrij zeker, dat Wougrim aan de inbraken van den laatsten tijd mede niet geheel vreemd is. B E LCr IE. De koning heeft afgevaardigden van den gemeenteraad van Brugge ont vangen die hem een adres van dankbetuiging kwamen aanbiedenvoor de woorden die hij te Gent over Brugge-Zeehaven had gesproken. De koning zeide, dat men eerst moet onderzoeken, welk punt der kust het geschiktste is voor den aanleg van zeevaart-inrigtingen. Tot nu toe is daarover niets beslist. Binnenkort zal de jury, belast met het toekennen van den prijs des konings, uitspraak moeten doen in een wedstrijd voor den aanleg van zulke inrigtingen. Maandag is een treurig ongeluk voorgevallen in de suikerraffinaderij van de heeren Grafie C"., te St. Jans Molenbeek. Een werkman wilde een zak suiker in een ketel uitstorten, toen hij het evenwigt verloor en in den ketel viel. Ofschoon hij er aanstonds kon uitgehaald wordenhad hij reeds verschrikkelijke brandwonden bekomen. Hij is nog denzetfden dag overleden, eene weduwe met twee kinderen achterlatende. .2 E CELA E D. LONDEN, 18 November. Te Rochdale is de 70ste verjaardag van John Bright op feestelijke wijze gevierd. De stad was versierd met vlaggen en groenen verscheidene depu taties vervoegden zich ten huize van den jubilaris, om hem adressen van gelukwensching aan te bieden. De aanbieding van het adres der Rochdalcr burgerij had 's avonds in de Town Hall plaats. Daarbjj waren ongeveer 2000 personen tegenwoordig, die Bright bij zijn binnentreden begroetten met een eindeloos gejuich. De heer Bright voerde het woord. Hij trachtte met cijfers aan te toouen, dat, dank zij het vrijhandelstelsel., de werk- loonen sedert 1846 aanzienlijk gestegen en handel en nijverheid toegenomen waren. De diefstal aan het postkantoor te Halton Garden heeft vrij wal op zien verwekt. De eigenaars der diamanten lijden geen schade, daar alles verzekerd moet zijn. De assuradeurs hebben eene belooning van 1000 uit geloofd voor de ontdekking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 5