LEIDSCHE
COURANT.
1881.
VRIJDAG 19 AUGUSTUS.
N#. 193.
STADS-BERICHTElN.
BINNENLANDSCHE BERIGTE N.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uilgesonderd,
Afsonderlijke nommers lijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prjjs der Advertentifn is ran 1—4 regels 1.
De prijs der Courant is per vierendeel jaars fi.60, franco p. p. f 2.—.
iedere regel meer 25 cents.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN;
Gezien het adres van L II. B. Recther, spekslager, wonende alhier,
houdende verzoek tot oprichting van eene slachterij en rookerij in het per
ceel aan de Haarlemmerstraat n". 89.
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de
bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat
op Donderdag den l-'" September aanst., 's voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek
in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE FREMERY. Weth. K Burgemeester.
Leiden, 18 Augustus 1381. E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER, Hoofd van liet Gemeentebestuur van Leiden, brengt
bjj deze ter algemeene kennis, dat door hem aan den Ontvanger der
directe belastingen alhier is ter band gesteld het op den 171'"1 Augustus jl.
invorderbaar verklaard kohier van het patentrecht, dienst 1881/82, van
Wjjk VI, zijnde een ieder verplicht zijn aauslag op den bjj de wet be
paalden voet te voldoen.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche
Courant.
De Burgemeester voornoemd.
Leiden, 18 Augustus 1881. DE FREMERY, Wethr. 1°. Burgr.
LEIDEN, 18 Augustus.
Heden nacht vielen er regeiibnijen alsof eene hoos zich ontlastte. Hel
water stroomde bijwijlen van den hemel. Men was. schrijlt men ons, an
ders zeer voldaan over liet rijkelijk gevallen vocht voor weiland en tuinderij;
de regen begon zelfs voor eenige gewassen al kwaad te doen. Hel weiland
dat zeer was uitgedroogd, kon echter meer verdragen. Thans staan de
poldermolens in de zeilen, de stoomgemalen werken en Rijnland loost naar
zee, want de slooten zjjn gezwollen en de boezem rijst. Er is overlast van
water ontstaan. De boezem is door den overvloedigen regen verfrischt, dat
is het voordeel; maar vele landlieden hebben nog te hooijen en de koren-
bouw is begonnen, daarvoor is hel weer zeer nadcelig en verandering wen-
schelijk.
In eene vergadering van aandeelhouders in den stoomtram Leiden—
Katwijk is besloten het kapitaal met 100.000 uit te breiden.
Met 1 October dezes jaars is er gelegenheid lot plaatsing van 12 leer
lingen aan de rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam. Die
leerlingen genieten van het rijk huisvesting, voeding, verpleging en onder
wijs gedurende twee jaren, ten ware zij zich door wangedraz of door
gebleken ongeschiktheid voor de betrekking van vroedvrouw een verder
verblijf aan de school onwaardig toonen. Bovendien kunnen eenige uitwo
nende leerlingen aan de lessen deelnemen. Alleen zij worden opgenomen
of toegelaten, die van 20 tot 35 jaren ottd zjjii. Belanghebbenden zijn uit-
genoodigd van haar verlangen om geplaatst te worden voor 10 September
e. k. schriftelijk kennis te geven aan den voorzitter van den geneeskundigen
raad der provincie waarin zij hare woonplaats hebben; voor Zuidholland
dr. L. J Egeling, te 's Gravenhage.
Ter gelegenheid der harddraverijen en wedrennen, welke op 20 dezer
nabij Bussum zullen worden gehoudenwordt voor dien dag in de renbaan
aldaar een rijkstelegraalkantoor geopend, hetwelk van 9 ure voor- tol 8 ure
's namiddags zal in dienst zjjn.
Het stoomschip Prinses Marie, van Amsterdam naar Batavia, is op
17 Augustus van Porl-Saïd vertrokken.
Aan het Vtr. Dgbl. wordt het volgende medegedeeld: De minister
van waterstaat heeft bepaald, dat de verbetering van den waterweg van
Amsterdam naar de Merwede zal geschieden onder de algemeene leiding van
den inspecteur van den waterstaat J. F. W. Conrad te 'sGravenhage. De
uitvoering van het werk is opgedragen aan den ingenieur van den water
staat in het 4de arrondissement (beide Merweden en Dordsche waterwegen)
M. B. G. Hogewaard te Gorinchem, als eerslaanwczeud ingenieur, en aan
den ingenieur van den waterstaat in het 2d' rivier-arrondissement (Panncr-
densch-KanaalNederrijn, Lek en Nieuwe Maas) P. II. Kemper te Utrecht,
als tweede ingenieur. Beide deze ingenieurs zullen huune standplaats heb
ben te Utrecht.
Volgens de Midd. Cour. houdt zich te 's lhtge sedert eenige weken
een Amerikaan op, die, naar men zegt, ijverig in de weêr is om propa
ganda te maken voor de socialisten. Het is dr. Edward Nathan Ganz, te
Boston woonachtig en daar aan het hoofd staande van een revolutionair
tjjdschrift.
Hel Fad. bevestigt dit berigt in zoo verre, dat de bedoelde persoon hier
de zeebaden wil gebruiken, maar ten stelligste heeft verklaard, dat Neder
land buiten den kring zjjner werkzaamheden ligt, omdat men hier tevreden
is met den beslaanden regeringsvorm.
In de 24' zitting van de alg. synode werd uitvoerig rapport uitgebragt
door de commissie omtrent de voorloopig aangenomen wjjziging van art. 38
godsdienstonderwijs, dat afwijzing verbiedt wegens bezwaren tegen de ge
loofsovertuiging. Ter visie gelegd, zal het nader in overweging genomen
worden. Het debat over de poging, om. door wijziging van het reglement
op de erkenning van nieuwe gemeenten, langs meer gewenschten weg het
doel te bereiken, dat door het reglement op kerspelvorming werd beoogd,
gaf bljjk van velerlei bezwaren, die ondanks veel waardering bestonden.
Hel aantrekkelijke van dit voorstel is ook hierin gelegen, dat hel er naar
streeft, om de moeijelijkheden uit den weg te ruimen, die aan de aanne
ming van het reglement op kerspelvorming hadden in den weg gestaan.
Maar dat aantrekkelijke kan tot dusverre geen voldoend antwoord geven
op de vraag, of niet slechts vernuftig, maar ook wettig de wijziging voegde
in het reglement, en of zjj, wet geworden, op uitvoering zou kunlieii
rekenen.
Met den pleziertrein uil Leiden, Alphen en Bodegraven zijn gisteren
te Arnhem 1040 reizigers aangekomen.
Maandag II. heeft mgr. Snickers, bisschop van Haarlem, in zijn kathe
draal de volgende wijdingen toegediendvan het subdiaconaat aan de heeren
G. M. Dirken en J. Th. Theys; van het diaconaat aan de heeren H. J. A.
Coppens, J. A. G. Groen en C. J. JufTermans; en van het priesterschap aan
de heeren J. C. Clarijs, J. B. A. Diekmann, P. J. Geenen, 11. G. Klaphake,
J. C. 11. H. Launspach en G. M. A. van Leeuwen.
Door het geregtshof te Amsterdam werd gisteren eene belangrijke
quaeslie behandeld. Voor eenigen tijd had ter correciionele zitting der Arn-
sterdamschc regtbank een getuige geweigerd den gebruikelijken eed af te
leggen; zjjne gemoedsbezwaren op dit punt waren voor hem onoverkomelijk,
en in deze omstandigheden meende hij Gode meer te moeten dienen dan
de menschen. Het openb. ministerie echter requircerde tot toepassing der
strafwet, op grond van eedsweigering, maar de regtbank ontsloeg den be
klaagde van regtsvervolging, daar het te laste gelegde feit haars inziens
noch misdaad noch wanbedrijf opleverde. De wet toch (art. 183 strafvor
dering) beveelt dat ieder getuige den eed of belofte zou afleggen overeen
komstig zijne godsdienstige gezindheid, en dit woord //gezindheid" moest
worden opgevat in de beteekenis van persoonlijke overtuiging, afgescheiden
van de leer van eenig bepaald kerkgenootschap. Beklaagde had dus geen
strafbaar feit gepleegd, toen hij op grond zijner godsdienstige overtuiging
weigerde den eed af te leggen, ofschoon hij niet lol de doopsgezinde kerk
behoorde.
Het openb. ministerie kwam in appèl, en ter teregtzitting van gisteren
nam de advocaat-generaal mr. A. C J. Jolles het volgende requisitoir: Het
woord //gezindheid" of //gezindte" had eene meer beperkte beteekenis dan de
regtbank er aan had gehecht en zag zonder twijfel op de leerstellingen van
bepaalde kerkgenootschappen. Wie doopsgezind was, kou met eene belofte
volstaan. Al de anderen mogten zich niet aan de verpligting tot eeds-afleg-
ging onttrekken. Sinds jaren was dit de constante jurisprudentie geweest.
Wel had beklaagde later beweerd tot geen enkel kerkgenootschap te be
lmoren en als bewijs aangevoerd, dat hij nooit tot lidmaat was aangenomen,
maar uit het doopboek der Westerkerk bleek, dat beklaagde indertijd daar
was gedoopt, en dit was voldoende. Het reglement der Hervormde kerk
maakte nadrukkelijk onderscheid tusschcn leden en lidmaten. Leden waren
zij. die door den doop waren toegetreden en verder onder het Hervormde
geloof waren blijven leven; lidmaat werd men bovendien door het afleggen
zijner belijdenis. Volgens hetzelfde reglement kon men ook alleen door
uitdrukkelijke feitelijke opzegging van zjjn lidmaatschap uit het kerkelijke
verbond worden ontslagen, en daar de beklaagde zich vergenoegd had met
zich eenvoudig niet als lidmaat te doen bevestigen, moest hij geacht wor-