BUITENLANDSCHE BERIGTEN. Tot htilpstempelsnfjder bij's rijks munt is benoemd de heer W. Schammer. De heer J. J. F. Noordziekreferendaris, bibliothecaris van de tweede kamer, tevens belast met de uitgave van de vroegere handelingen der nveede kamer, is door Z. SI. den koning der Belgen benoemd tot officier der Leopoldsorde. BELCIE. Dingsdag avond heeft te Leuven een spoorweg-ongeluk plaats gehad. Een personentrein was juist het station binnengereden, toen met snelle vaart een goederentrein daarachter opreedmet het gevolg, dat vier waggons van den eersten trein verbrijzeld werdentwee passagiers op de plaats dood bleven, en een groot aantal min of meer zwaar gewond werden. De machi nist van den goederentrein, die ondanks de signalen niet gestopt heeft, is onmiddellijk in hechtenis genomen. BS «EI. A STD. LONDEN, 29 April. Het voorstel tot oprigting van een nationaal monument voor lord Bea- consfield in de Weslminster-abdij is van de koningin uitgegaan. Het ge- denkteeken, waarvan het ontwerp reeds is goedgekeurd, zal ongeveer 5000 kosten. Volgens de Echo zou de levensloop van lady Beaconsfield al niet min der ongewoon geweest zijn dan die van haren man. Dochter van een ge pensioneerd kapitein in het leger, Evans, moet zij in hare jonkheid den kost hebben verdiend als modemaakster te Exeler, totdat hare schoonheid baar de hand veroveren deed van een rijk oud heer, Lewis, die bovendien nog de welwillendheid had spoedig te stervenen haar een zeer aanzien lik vermogen na te laten. Daarna schonk zij hare hand aan Benjamin Disraeli. Dingsdag middag barstte alhier, ten huize van een boekhandelaar op Walworth road, een hevige brand uit, die binnen korten tijd het huis ge heel in de asch legde. De bewoner werd bewusteloos in eene bovenkamer gevonden en naar eene naburige woning gebragt. maar toen hij lot be wustzijn kwam en wanhopig naar zijne vrouw en zijne drie kinderen vroeg, bleek het, dat dezen in de vlammen waren omgekomen. Volgens berigten uit de Kaapstad heeft het Kaapsche lagerhuis met eene meerderheid van drie stemmen verworpen eene motie van wantrou wen, luidende: Het lagerhuis is van meening, dat het tegenwoordige ministerie, voornamelijk door de in Basuto-land gevoerde vijandelijkheden, de hoogste belangen des lands heeft in gevaar gebragt. Ondanks de ver werping dezer motie is de mogelijkheid van eene ministeriële crisis niet afgewend. De correspondent van de Daily News meldt uit Durban den hoofdin houd van het adres, waarmede het driemanschap de zitting van den volk- raad geopend heeft. Het werd door Kriiger voorgelezen. Wij hebben de volksafgevaardigden bijeengeroepenwerd daarin gezegdten einde u de vredesvoorwaarden over te leggen. Wij achten het noodig, in uwe tegen woordigheid, alsook voor de geheele wereld, te verklaren, dat onze eerbied voor Engelands koninginvoor Engelands regering en voor het Engelsche volk veel grooter is dan ooit. Wij kunnen door het vredestractaat bewijzen dat de liefde voor het regt en voor zachtmoedigheid een gewigtig deel ge had hebben in het tot stand komen van het tractaat. Wij gelooven dat de koninklijke commissie de edelmoedig begonnen daad van regt eervol en liberaal ten einde zal brengen. De Engelschen hebben de Transvaal in zijn eigen bestuur hersteld. Deze zitting van den volksraad is buitengewoon. Indien wij thans de gewone bestuurszaken behandelden, zouden wij ons regt te buiten gaan. Wij hopen in ernst, dat alle vijandelijke gevoelens tusschen Engelschen en Hollanders voor goed ophouden. Het Transvaalsche volk verklaarde meermalen: /'Wij zijn vrede- en ordelievend; wij wcnschen eene regering van vooruitgang". Welnu blijven wij consequent. Wij ver trouwen dat gij bij uwe kiezers op verzoening zult aandringen. Volgens den correspondent van de Standard heeft generaal Wood eene conferentie gehad met de aanvoerders der Boeren over eenige belang- rijke zaken. Wood schijnt aan te dringen op eene herhaling der belofte van de Boeren, dat deze zullen berusten in de beslissingen der koninklijke commissie. Er werd ook gesproken over de capitulatie van Potchefstroom doch die zaak is niet op bevredigende wijze afgehandeld. De aanvoerders hadden de Boeren gewaarschuwd, dat deze gereed moesten slaan om, zoo noodig, den oorlog te hervatten. De New-York Herald deelt iets mede, dat voor belastinghervormcrs van veel belang is. De wetgevende magt van den staat Indiana beraadslaagt op het oogenblik over het voorstel om iederen mandie het regt wil hebben sterken drank te drinken, ƒ25 per jaar patent te laten betalen. Voor dat geld zullen gasthuizen en verbeterhuizen voor dronkaards worden opgerigt. De gepatenteerde drinker verbeurt zijn patent den eersten keer dat hij dron ken wordt aangetroffen. FRAXKRUK, De zittingen der algemeene raden hebben nog weinig belangrijks op geleverd. De ministers, die leden van genoemde raden zijn, waren bij de opening tegenwoordig, maar alleen om zich wegens hun onmiddellijken terugkeer naar Parijs te verontschuldigen. De minister van oorlog heelt den opperbevelhebber van het expeditie corps in Tunis gelast om voortaan de correspondenten der dagbladen wat meer vrijheid jn hunne, bewegingen te laten. Het dagblad la Paixdat gehouden wordt voor een orgaan van het Elyséelaat zich omtrent de expeditie naar Tunis aldus uit: Wat zal ons expeditie-corps daar doen Wat maarschalk Bngeaud in 1844 in Marokko gedaan heeft. Toen was de veiligheid van westelijk Algerië bedreigd. Kui perijen, in Marokko op touw gezet, werkten in Algerië; den 30sttn Mei van genoemd jaar vielen de Marokkanen generaal Lamoricière aan. Maar schalk Bugeaud rukte op Marokkaansch gebied en bewaarde aan die zijde de rust van Algerië, doordien hij de Marokkanen bij Isly versloeg. Wat de Julij-monarchie in 1844 in Marokko gedaan heeft, dat zal de republiek in Tunis doen. Er moet op nieuw voor de veiligheid van Algerië gezorgd worden. Daar de Bey niet in staat is de orde aan zijne grenzen te hand haven, zoo moeten wij dat werk overnemen. Als wij met de Khroumirs af gerekend hebbenals zij onze magt gevoeld en eene tuchtiging bekomen zullen hebbenzullen wij zien wat ons verder te doen staat voor de toe komst. De materiële veiligheid onzer grenzen is noch het eenigenoch het gewigtigste, waarvoor wij te zorgen hebben. Het dagelijksch verkeer tusschen de Tunesiërs en de Algerijnen, de gelijkheid van godsdienst, van ras en van taal, zijn oorzaak, dat al wat in Tunis voorvalt, noodwendig zijn terugslag vindt in Algerië. Het handhaven der rust in Algerië hangt mitsdien af van de kracht van den strijd, dien wij in Tunis voeren zullen. Kortomwillen wij van de rust in Algerië verzekerd zijndan moeten wij noodzakelijk rekenen kunnen op onzen nabuur. Hjj moet öf onze beste vriend zijnen dan zullen wij voortgaan hem te beschermenöf hij moet onze verklaarde vijand wezen. Thans is hij noch het een, noch het ander. Aan dien dubbelzinnigen toestand moet een einde komen. De Parijsche correspondent van de Times betoogt dat er in de zaken van Tunis vrij wat weifeling en onzekerheid bestaat, een gevolg van de onnatuurlijke verhouding tusschen den alvermogenden en niet verant woordelijken voorzitter der kamer eenerzijds en den president der republiek en hel ministerie anderzijds. In den ministerraad, in de dagbladen en bij het publiek doel zich deze toestand gevoelen, waarbij het eigenlijk gezag achter de schermen wordt uitgeoefend en op den voorgrond personen staan vol goede bedoelingen, die echter schromen door te tasten uit vrees van met eenen wil in botsing te komen welke evenmin tegenstand duldt als zich met naauwkeurigheid laat doorgronden. Een Parijsche correspondent van de Köln. Zeit. schrijft, dat het plan vast staat om Tunis onder Frankrijk's voogdij te brengen, en dus een deel van het expeditie-corps naar Tunis vertrekken en deze stad bezetten zal. Van eene eigenlijke annexatie is nog geen sprakemaar zou het land der Khroumirs met eenige grensdistricten, onder voorwendsel, dat deze stam men anders niet te bedwingen zouden zijn, eerst door Frankrijk in bezit genomen worden. Eene openlijke inlijving van Tunis is nog niet beraamd, omdat met vreest, dal Engeland anders aanspraken op Egypte zou doen gelden. Dezer dagen werd te Parijs een politie-agent gewaarschuwd, dat er een klein meisje door een omnibus overreden was. Hij ging proces-verbaal opmaken en herkende in het kind zijn eigen dochtertje. Ook zij herkende hem nog, glimlachte hem toe en blies den adem uit. In het hospitaal van Bicêtre te Parijs had dezer dagen een kinderbal plaats voor de jongens en meisjes, die daar verzorgd worden. Het was een treurig gezigt, die ongelukkige wezentjes, meest aan idiotisme of Engelsche ziekte lijdende, te zien rondspringen; maar het deed hun blijkbaar zooveel genoegen, dat de toeschouwers weldra niets dan sympathie voor de kleinen gevoelden. Het bal werd geleid door de directrice mile. Nicole, de vrouw, die voor twee jaren, op voorstel van Jules Simon, den prijs Montyon be haalde voor hare zelfopofferende moederliefde. In den schouwburg te Rijssel is vóór eenige dagen weder eene paniek ontstaan doordat eene vrouw onder de toeschouwers, even na de pauze, "brand!" meende te hooren roepen en, opstaande, de naast haar gezetenen waarschuwde. In een oogwenk verkeerde de zaal in de onbeschrijflijkste verwarring. Dames sprongen over balustrades, de toeschouwers van de bovengalerijen drongen de trappen af enz. Te vergeefs trachtte de commis saris van politic de lieden tot bedaren te brengen, en het is onbegrijpelijk, dat er geene erger ongelukken dan onbeduidende kneuzingen zijn voorge vallen. Tot dusver is men er niet in geslaagd te ontdekken, of er werkelijk door dezen of genen kwaadwillige "brand" geroepen is. DUITICHLAXD. Te Koltbus is dezer dagen een sociaal-democratisch geschrift, van zeer opmijenden aard, onder de deuren der ingezetenen gestopt. RUSLAND. Op 29 Aprilden geboortedag van wijlen Alexander IIis de gedach tenis-kapel aan het Catharina-kanaal ingewijd. Er werd eene plegtige mis gelezen. Tegen alle verwachting aan heeft het regeringsblad nog geene enkele verandering in het hooge ambtenaarspersoneel openbaar gemaakt. De procureur-generaal Muravieff, die bij het proces tegen de moordenaars des keizers zoo schitterend het openbaar ministerie heeft waargenomenis ernstig ziek. Zijn toestand is bijna hopeloos. TURKIJE. Het onderzoek te Konstantinopel naar den in 1876 op Sultan Abdul Aziz gcpleegden moord wordt steeds voortgezet, Onder anderen zijn twee zwagers van den tegenwoordigen Sultan MahmudDamat-pacha en Nuri- pacha. in hechtenis genomen. De Sultan heeft hen zelf verhoord en was na het verhoor van plan hen zonder verderen vorm van proces ter dood te laten brengen. Later echter besloot hij het regt zijn loop te laten. Sulei man-pacha de verdediger van den Schipka-pas, die te Bagdad in balling schap leeft, is naar Konstantinopel ontboden, om eveneens verhoord te worden. Naar men zegt is de zaak uitgekomen bij gelegenheid van een kostbaar sieraad uit de schatkist van den Sultan, dat 5 millioen waard is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 7