In den loop der volgende maand zullen door de 3« divisie infanterie, onder leiding van den generaal-majoor F. J. Pfeiffer, kader-manoeuvres op groote schaal worden gehouden in den omtrek van Roosendaal en Etten. Hieraan zal worden deelgenomen door de officieren van het garnizoen Ber gen op Zoom onder leiding van den kolonel-kommandant van het 3e reg. inf. van der Schriecken door die van het garnizoen Breda onder den kolonel Sierevelt, kommandant van het 6e reg. inf. Door 41 machinist-leerlingen 2e kl. van de opleiding voor de marine j is te Hellevoelsluis deelgenomen aan het eindexamen. Allen zijn geslaagd en worden mitsdien binnen kort bevorderd tot machinist-leerling le kl. Te Rotterdam ontstond gisteren avond omstreeks 11 ure in de Goud- sche Wagenstraat twist tusschen twee onbekende personenten gevolge waarvan een hunner een steek met een mes of een dolk tusschen de ribben aan de linkerzijde ontving die bijna oogenblikkelijk den dood veroorzaakte. De verslagene, vermoedelijk zeeman, was in het bezit van Engelsche papie ren ten name van John Welson. De vermoedelijke dader is iemand van ongeveer 25-jarigen leeftijd, lang van persoon, met langwerpig en mager aangezigt, blond haar en dito wenkbraauwenzonder baard en knevel, j oogen donkerblaauw, voorhoofd lang, neus spits en lang, mond klein, kin spits, spraak Hollandsch, hoogen rug, gekleed als sjouwer, met donker- blaauwen korten ruigen jekker, ligte pilow broek en zwarte pet. Nader verneemt men, dat de verslagene was een Russisch zeeman; een der verdachten, een twintigjarige vischverkooperis door de politie gear- resteerd, de andere wordt nog gezocht. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Gouda is ingekomen eene aanbeveling voor tweeden onderwijzer aan de stedelijke muziekschool, tevens kapelmeester van het muziekcorps der schutterij. Als zoodanig wordt aanbevolen de heer J. G. Arentz, te Leiden. Daar de be trekking reeds 1 Mei a. s. vaceert, en het reglement van orde eene dadelijke benoeming verbood, besloot de raad het collegie van burg. en weth. uit te noodigen den heer Arentzreeds vóór dat eene benoeming geschieddevoor- loopig het onderwijs aan de muziekschool op te dragen. Ter benoeming van eene onderwijzeres in de Hoogduitsebe taal- en letterkunde aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Amsterdam, wor den aan den raad aanbevolen: mej. A. M. van Gorkom, onderwijzeres aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden; mej. A. Lewin, onderwijzeres aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Middel burg; mej. J. M. Kist, onderwijzeres aan eene bijzondere school te Leiden, en mej. A. M. E. Fles, onderwijzeres aan eene bijzoudere school te Nijmegen. -- Te Amsterdam is gisteren nacht door eenige agenten van politie uit een sloot van de Govert Flinekstraat gehaald een manspersoon, met zware bloedende wond aan het hoofd. In het gasthuis gehragt, gaf bij weldra den geest onder behandeling van den geneesheer. Men vond o. a. bij hem 62.28 aan specie, twee bankbilletten van ƒ25 en eene briefkaart, waarop het adres van een bewoner der Warmoesstraat. Men verneemt dat de heer Abraham Kogel Mzn.dezer dagen te Amsterdam overleden, heeft gelegateerd: aan het Ned. Israëlitisch oude mannen- en vrouwenhuis te 'sGravenhage ƒ500, aan het Ned. Isr. jongens- en meisjesweeshuis aldaar ƒ500, aan het centraal Israëlitisch weeshuis te Utrecht ƒ500. aan het fonds ter voortdurende ondersteuning der nagelaten betrekkingen van Scheveningsche visscherslieden te 's Gravenhage 1000, aan het doofstommen-instituut te Groningen 1000. aan het gesticht der volwassen blinden, Stadhouderskade te Amsterdam, 1000, aan het insti tuut tot onderwijs van blinden, Heerengracht aldaar, ƒ1000. aan het Ned Israëlitisch jongensweeshuis, Zwanenburgerstraat aldaar, ƒ30000. aan het Ned. Israëlitisch meisjesweeshuis, Rapenburgerstraat aldaar30000, aan het Ned. Israëlitisch oude mannen- en vrouwenhuis, Nieuwe Keizersgracht aldaar, ƒ30000, en het overblijvende heeft gelaten aan het Ned. Israëlitisch armbestuur aldaar. De jagtopzigter, tevens onbezoldigd rijksveldwachter aan het kasteel te Wehl, is Woensdag 11. per ongeluk door een kogel van den jager van het kasteel getroffen, ten gevolge waarvan hij den volgenden dag is overleden. Omtrent de verwijzing van R. Agema, oud 26 jaren, koetsier, wo nende te Oranjewoud, door het hof alhier in raadkamer naar de corr. teregtzitting van de arr.-regtbank alhier, vernemen wij nader, dat de proc.- generaal de verwijzing naar de criminele zitting van het hof heeft gere- quireerd, ter zake van het volgende: Beklaagde heeft zich in den avond van 4 Maart 1881, tusschen 11 en 12 uur, ten woonhuize van den heer Joh. Bieruma Oosting Jr. te Oranjewoud, bij wien hij als loontrekkend en inwonend koetsier in dienst was, na zich vooraf te hebben voorzien van een met hagel geladen revolver, begeven in de kamer, waarin zijn meester en diens echtgenoot zich bevonden, met het voornemen om zich wedereg- telijk en desnoods met geweld door zijn meester te doen afgeven eene som van ƒ10000 en bij weigering hem te dooden. Hij heeft daar aan dezen toegevoegd: «meneer, mag ik mijne uitschotten terug? en geef mij dan maar dadelijk mijn loon en ƒ10000", toen dreigend den revolver op zijn meester gerigt met de woorden: «en nou maar geen praatjes, want anders schiet ik jou dood en mevrouw en mijzelf; en geen mensch uit de kamer, want ik weet wel, meneer heeft ook zoo'n dingetje." Toen zijn meester, in stede van aan zijne vordering te voldoen, hem aangreep en trachtte hem den revolver te ontrukken, heeft hij dit wapen opzettelijk op zijn meester afgevuurd en deze daarmede in de linker borstzijde getroffen en verwond waarop voorts nog eene worsteling tusschen hen, bekl. en zijn meester, om het bezit van den revolver is gevolgd en laatstgenoemde nog aan de handen is gewond; in de volvoering van welk voornemen tot diefstal en doodslag bekl. is verhinderd door de toevallige en van zijn wil onafhankelijke om standigheden, dat de heer Oosting zich feiteljjk tegen hem verzette en de andere bedienden op het hulpgeroep van mevrouw toeschoten en de toe- gebragte wonde niet doodelijk is geweest. Het hof in raadkamer achtte geen voldoende bezwaren tegen bekl. aan wezig, om hem verdacht te houden dat hij in de kamer van den heer Oos ting is gegaanmet het voornemen om zich wederregtelijk en desnoods met geweld door zijn meester te doen afgeven eene som van ƒ10000 en bij wei gering hem te doodenen ook niet dat bekl. den revolver opzettelijk op zijn meester heeft afgevuurd enz.; maar wel dat hij mondeling met moord bedreigd heeft onder voorwaarde en dat gedurende de worsteling de revol ver driemaal is algegaan. Te Wittewierum had dezer dagen een treurig voorval plaats. Een paar werkvrouwen, die bezig geweest waren met mestschuddenplaatsten zich tegen den middag op den ledigen mestwagen, ten einde huiswaarts te keeren. Door het keffen van een hondje schrikten de paarden en geraakten op hol. Eene der vrouwen liet zich achter van den wagen vallen en bezeerde zich niet noemenswaard, doch de andere, de nog zeer jeugdige echtgenoote van een daglooner, werd zoodanig gekwetst, dat, niettegenstaande geneeskun dige hulp terstond verstrekt kon worden, binnen weinige oogenblikken de dood er op volgde. De voerman kreeg nog de paarden tot staan, zoodat deze gelukkig gespaard bleef. Te Born is gevankelijk binnengebragt een daar in den omtrek be ruchte dief, zekere B. K., uit Denekamp. Hij was juist bezig met in het klooster te Zenderen in te brekentoen men hem op heeterdaad betrapte. Reglstreeksche berigten uit Zuid-Afrika door het Ubl. medegedeeld bevatten o. a. het volgende: De vijl Hollandsche dokters door het Roode Kruis uitgezonden, zijn te Kaapstad aangekomen en plegtig verwelkomd; zij heb ben een diner bijgewoond, waarbij een der negentig dischgenooten, de heer Hofmeijer als voorzitter, toasten instelde op H. M. koningin Victoria en Z. M. den koning der Nederlanden, en er op wees, hoe Oranje, ofschoon bewind voerende over een klein land, bij de groote mogendheden hoog stond aan geschreven. Spreker herinnerde aan feiten uit de geschiedenis, hoe de vor sten van Oranje steeds aan de spits der vrjjheid hadden gestaan. Beide toas ten wekten veel geestdrift. Vervolgens bragt de Nederlandsche consul-gene raal een heildronk uit op het koloniaal parlementbeantwoord door den heer Janse van Rensburgparlementsliddie sprak van het nieuw leven on der de boerenbevolking, ook zigtbaar door de opgewektheid voor de Hol landsche taal. die hij hoopte dat de taal van Zuid-Afrika zou worden. De voorzitter wijdde nogmaals een toast aan het Roode Kruis en ontleende ook aan de uitzending van Hollandsche doctoren bet bewijs, dat tusschen de moeder Holland en hare dochter Zuid-Afrika nog verwantschap bestond Dr. Zeeman antwoordde voor zich en zijn collega's. Dr. Faure bragt een toast op de Transvaal uit, een land. dat thans de aandacht dergeheelebeschaafde wereld trekt; hij doorliep de geschiedenis der Transvaal. Wij zijn, zeine hij, loyale Engelsche onderdanen, doch daarom behoefde men zich niet voor mis slagen, door Engeland begaan, blind te maken. De annexatie was een on- regt, maar Engeland was misleid door zijne vertegenwoordigers in Zuid-Afrika. Hij wenschte den te herstellen staat alle welzijn. De aanvoerders der Trans vaal en ook president Brand werden herdacht. Op één rede na waren alle in het Hollandsch. De uitvoering, gisteren avond door «De Leidsche Zangvereeniging Caecilia" in de Stads-zaal, onder de leiding van de heeren A. J. Wetrens en B. H. Taylor gegeven, was, jammer genoeg, slechts zeer matig bezocht. Indien de oorzaak daarvan lag in de omstandigheid dat hetzelfde pro gramma, dat gisteren avond ten gehoore werd gebragtook vroeger al eens werd uitgevoerd, dan moeten wij in dat opzigt mei de afwezigen van ge voelen verschillenen meenendat juist eene herhaalde uitvoering van zulke stukken, als thans het programma uitmaakten, eer eene aanbeveling tot gaan, dan eene reden tot wegblijven mogt zijn. Zij, die aanwezig waren, gaven dan ook telkens, zoowel aan de solis ten als koren, door luide teekenen van toejuiching van hunne ingenomen heid blijk. Het eerste gedeelte van het programma: Die Kreuzfahrer van Niels W. Gade, werd gedirigeerd door den heer A. J. Wetrens, en de tweede afdee- ling: Psalm 95 van Mendelssohn Bartholdy eu het koor uit het Oratorium «der Messias" van Handeldoor den heer B. H. Taylor. De solisten: de dames Rappard en Kooreman (sopraan) en de heeren de Goey en van Hemert (tenor en bas), handhaafden allen hunne welverdiende gunstige reputatie en werden herhaaldelijk geapplaudisseerd. Zij hadden dan ook in de verschillende solo-partijen ruime gelegenheid zoowel om de rijke stemmiddelen waarover zij te beschikken hebben te doen uitkomen, als om hunne schoone voordragt te doen waardeeren. De koren werden over het algemeen met een aplomb en gemakkelijkheid gezongen, die niet slechts van grondige studie, maar tevens ook van juiste opvatting de overtuigendste blijken gaven. Het publiek wist dit dan ook door luide blijken van bijval wel te waarderen. Liet nu en dan het instru mentaal gedeelte wel wat te wenschen overig, het was toch niet van dien aard, dat het aan den totaal-indruk schade deed, integendeel gelooven wij, dat alle aanwezigen een genotvollen avond zullen gesleten hebben en zich zeker met onzen wensch zullen verecnigen, dat, bij eene volgende uitvoe ring der Leidsche Zangvereeniging Caecilia, de belangstelling onzer stadge- nooten grooter moge zijn. 'SGRAVENHAGE, 30 April. De heer mr. W. J. Triebeis, president van de arrond.-regtbank te Arn hem, is, op zijn verzoek, eervol ontheven van het lidmaatschap der bij kon. besluit van 28 Fcbr. 1880 ingestelde staatscommissie tot herziening van het burgerlijk wetboek, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen dienstenen tot lid dezer staatscommissie is benoemd de heer mr. B. J. Lintelo baron de Geer van Jutphaas, hoogleeraar in de regtsgeleerdheid aan de rijks-universiteit te Utrecht. Tot notaris te Sittardarrond. Maastricht, is benoemd de heer A. J, M. F. Janssen, cand.-notaris te Meerssen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 6