BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsche Courant van Maandag H Mei dSSdiV". dOd. STADS-BERICHTEN. Bediening' der bruggen. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN; Gelet op de publicatie van 26 Maart, betrekkelijk de bedieuing der bruggen op buitengewonen tijd Brengen ter algemeene kennis dat de vastgestelde regeling van de be diening der bruggen op buitengewonen tijd ook van toepassing is op de Zon- en Feestdagen in art. 5 van het raadsbesluit van 2 October/2 December 1880 vermeld, zoodat voor de opening der bruggen op Zon- en Feestdagen steeds personeel beschikbaar is ten raadhuize en de belanghebbenden zich te dien einde aan het bureau van politie zullen behooren te vervoegen, terwijl in de gevallen waarin het uur waarop de vaartuigen de bruggen op Zon en Feestdagen zullen passeeren bekend is, de belanghebbenden worden uit- genoodigd daarvan tijdig aan den betrokken brugwachter opgave te doen, zullende alsdan de brugwachters op het aangegeven uur bij de te openen bruggen tegenwoordig zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 23 April 1881. E. KIST, Secretaris. SCWVTTKKTJ BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat, ter voldoening aan de wet van den 11 April 1827 Staatsbln°. 17), een aan vang zal worden gemaakt met de inschrijving voor den Schutterlijken dienst, van de genen welke daartoe dit jaar in de verplichting vallen. Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1847 tot 1855 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrij ving hun paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreem delingen, zullen worden ingeschreven achier-in de registers, waartoe zij volgens hun nen ouderdom behoorenterwijl de geborenen in het jaar 1856 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten: het eerste van den jare 1881 en het tiende, of dat der geborenen in 1846, van het vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren, en dus ook niet die personen, welke reeds hun ontslag uit den Schutterlijken dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijvingingevolge art. 5 van het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828 [Staatsblad n'. 6), zullen worden geopend op Maandag den 16 Mei aanstaandeen op den 1 Juni daaraanvolgende zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde sluiting op den len Juni met hebben doen inschrijven (en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de militai ren, welke hun finaal ontslag hebben bekomen en niet weder zijn in dienst getre den), bij ontdekking, alsnog achter de teekening tot sluiting, door het Hoofd van de Regeering aan het einde van het register te plaatsenzullen worden ingeschreven met bijvoeging van het woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den Schut tersraad zullen worden verwezen tot eene geldboete, en daarenboven dadelijk, non- der lotingbij de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstelling of uitsluiting te hunnen aan zien bestonden; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse gebracht te wordenalles onverminderd zoodanige straf bepalingen als, uit krachte der wet van den 31 December 1832 Staatsblad n". 67), op hen mochten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel hij niet van een geboortebewijs voorzien is, voor hen welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen afhalen ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van lieden af, van des voor middags 9 tot's namiddags 4 urenterwijl zij, welke elders geboren zijn, zich dat be wijs vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen zullende een ieder verantwoor delijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorte-akte, door eene verkeerde opgave van het geboortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij hij de inschrij ving tevens zullen moeten opgeven hunne woonplaatsbenevens het straatnommer hunner woninghun beroep en dat hunner ouderszoo die nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of ongehuwd zijnen in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om zich van een extract uit het huwelijksregister te voorzien, om daarop door den heer der gebuurte, waarin zij wonenhet getal hunner kinderen te doen certificeerenten einde daarvan bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke stand), van des voormiddags 9 tot 'snamiddags 4 uren. Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in-een der vertrekken van het Raadhuisen wel Op Maandag den 16 Mei 1881, de bewoners van Wijk I, If en III; Op Dinsdag den 17 Mei 1881, de bewoners van Wijk IV en V Op Woensdag den 18 Mei 1881 de bewoners van Wijk VI, benevens de bewoners van de buitenwijk; Op Donderdag den 19 Mei 1881, de bewoners van Wijk VII en VIII; telken dage van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 uren; met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet te wijten hebhe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de wet, vóór den 1 Juli aanstaande geheel zal moeten zijn afgeloopennader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbende op art. 7 van Zp. Ms. besluit van den 7 September 1828 Staatsbln". 55) roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd of als weduwenaar met kind of kinderen, in het afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te worden gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren om in die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar op te maken algemeene Schutters- rol geplaatst moeten worden, om van dusdanige verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te geven, of zich daartoe ter secretarie aan te meldendes voormid dags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van aanvang der inschrijving, en dus uiterlijk tot den 14 Mei aanstaande zullende, wanneer deze kennisgeving door den belang hebbende mocht zijn verzuimden hij dientengevolge niet bij de Schutterij zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moe ten worden opgemaakt en aan de Rechtbank ingezondenten einde op de nalatigen toe te passen de strafbepaling van art. 1 der wet van den 6 Maart 1818 Staatsbl, n°. 12),houdende eene geldboete van ten hoogste ƒ100, en eene gevangenisstraf van ten langste veertien dagen, hetzij afzonderlijk, of wel beide straffen te zamen genomen. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester. Leiden, 30 April 1881. E. KIST, Secretaris. LEIDEN. 30 April. In de plaats van den heer J. van 't Hooft, onlangs overleden, is tot commissaris van de Bewaarschool aan de Garenmarkt benoemd de heer M. H. Esser. De opening van den stoomtramweg van Leiden op Katwijk aan Zee, op Maandag 2 Mei bepaald, is uitgesteld tot Maandag 9 Mei. Het getal der in het Werkhuis alhier opgeiiomenen bedroeg gedurende deze week dagelijks van 47 tot 66 volwassen personen en 6 tot 10 kinderen. Bij de eergisteren te Amsterdam door den kommandant der marine aldaar gehouden aanbesteding is de levering eener partij vlaggedoek aange nomen door de hh. van Hartrop Zoon alhier, voor 1987.80. De 2e luit. jhr. Quarles van Uffordvan het 3e reg. huzaren te's Hage, is gedetacheerd bij het depot te Leiden. Bij de te 's Hage gehouden examens zijn gisteren toegelaten als onder wijzeres mej. M. C. L. Cremer en mej. C. J. Rijke, uit Leiden, en heden mej. E. G. Verbrugge, uit Leiden, en mej. G. Boorsma, uit Katwijk. Onze lezers vinden hierachter eene advertentie van de lJs-Compagnie gevestigd te Maassluis en te Amsterdam. Het ijs, door deze compagnie geleverd, biedt bij de zuivelbereiding zoovele voordeelen, dat wij er de aan dacht onzer landbouwers in het bijzonder op vestigen. In het verslag toch, namens het bestuur der Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier, opgemaakt en in de ver gadering van 15 December 1880 voorgedragen door den heer J. L. T. Gro- nemanover de proefneming op het gebied der zuivelbereiding, welke proef neming werd uitgevoerd te Berkhout in den zomer van 1880, leest men over het zoetwater Noorsch IJs het volgende: //De bereiding met ijs had plaats op de Deensche wijze en leverde op een zelfde hoeveelheid melk ongeveer één vijfde meer boter, terwijl de hoeveel heid en het gewigt van de kaas er niet door verminderd werd. Voor dit oogenschijnlijk onmogelijke leit is geene andere verklaring te vinden als deze, dat die mindere hoeveelheid boter vroeger met de wei verbonden bleef. »De ijsproeven werden genomen van 13 Augustus tot 15 September, met een tusschenpoos van 6 dagen. "Het Noorsche ijs werd aangekocht van de ijscompagnie te Maassluis en Amsterdam. "De heer A. de Vries, te Alkmaar, lid der vereeniging, had de beleefdheid zijne belangstelling te toonen, door den kosteloozen afstand van 200 kilo's uit zijn ijskelder. Dit werd verwerkt van 1113 October. Hierdoor ont stond de gelegenheid om de waardij en deugdelijkheid van het hier verza melde üs met die van Noorsch ijs te vergelijken, waarbij het voordeel aan de zijde van het laatstgenoemde bleek te zijn". In het begin van de verstreken maand April werd, gelijk reeds is ge meld, te 'sGravenhage ontvangen een bankbillet van /60. Het billet is ken nelijk valschomdat het den datum draagt van 3 Oct. 1878 en de handtee- keniilg van den heer Gleichman, die reeds op 6 Nov. 1877 eervol als secretaris der Nederl. bank werd ontslagen. Het onderscheidt zich voorts van de echte bankbilletten van zestig gulden o. a. door de kleur, die groen achtig grijs is, door de zeer slordige bewerking, door de omstandigheid dat de onderdruk horizontaal gestreept is in plaats van effen, dat de woor den "president" en "secretaris" en de strafbepaling te groot van letter zijn; dat op het schild van het wapen de leeuw het zwaard draagt in den lin- kervoorpoot en de druiventros geheel verkeerd is; terwijl op het billet alleen eenige sporen van nabootsing van het watermerk te ontdekken zijndat met de getallen "60" gedeeltelijk is mislukt. Op het billet bevindt zich een valsche stempel in ovalen vorm, met de woorden "J. Hoogland, in effecten te Amsterdam." De officier van justitie te 'sGravenhage verzoekt hun, die omtrent de ver vaardiging of uitgifte van meerbedoeld billet eenige inlichting kunnen ver strekken, hem daarvan onverwijld mededeeling te doen. In de plaats van den onlangs overleden eerw. heer P. J. van Leeuwen sedert 1853 pastoor aan de kerk van de If. Maria Visitatie, te Schiedam, is benoemd de hoog-eerw. kanunnik G. F. Drabbe, sedert 1869 regent van het klein seminarie Ilageveldte Voorhout. Tot regent aldaar is benoemd de eerw.-heer H. J. J. Prenger, sedert 1861 professor aan het groot semi narie te Warmond. De Staatscourant bevat het verslag der rijkscommissie voor graadme ting en waterpassing, aangaande hare werkzaamheden gedurende het jaar 1880. Genoemd blad beval ook het verslag betreffende den aanleg van staats spoorwegen over 1880. Het stoomschip Hampton, van Rotterdam naar Batavia, is op 27 April Gibraltar gepasseerd. De Conrad, van Batavia naar Amsterdampasseerde op 28 April kaap St. Vincent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1881 | | pagina 5