IEIDSCHE OERAM 1880. V. 220.* MAANDAG 2D SEPTEMBER. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd, De prijs der Courant is per vierendeel jaars f 1.60, franco p, p. 2. met hel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad f 1.85, franco p.p. f 2.35. Hel Verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor 2.60 'sjaars, buiten de expeditiekosten. Afzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 cents. De prijs der Advertcnliën is van 1—4 regels 1.— iedere regel meer 25 cents. op MAANDAG den 20slen September 1880, tot opening van de gewone Vergadering der Sta ten-Generaal. Zittingjaar 1880—1881. De heer F. J. J. van Eysinga, die den voorzitterssloel bekleedt, opent, nadat de leden der beide kamers zich in de zaal, bestemd voor de zittingen der tweede kamer, vereenigd hebben, tegen half e'én ure de vergadering en laat een koninklijk besluit van den llde° September jl. n°. 6, houdende zijne benoeming tot voorzitter der eerste kamer, gedurende het aanstaand zittingjaar, door den griffier dier kamer voorlezen. De voorzitter, aan wien dientengevolge, overeenkomstig het voorschift van art. 103 der Grondwet, het bestuur der vergadering is opgedragen, benoemt eene commissie, zamengesteld uit leden der beide kamers, die Ziine Majesteit den koning bij hoogstdeszelfs aankomst in het gebouw der staten-generaal zal ontvangen en in- en uitgeleide doen. De ministers, hoofden van ministeriele departementen, de kanselier der beide orden en de leden van den raad van state vervoegen zich ten één ure mede in de vergaderzaal. Zijne Majesteit de koning, die zich met Z. K. II. prins Frederik der Ne derlanden op de in het programma voor de opening van de vergadering omschreven wijze, naar het gebouw van de tweede kamer begeven heeft, wordt, na een kort tijdsverloop aldaar aangekomen, in de vergaderzaal binnengeleid. Zijne Majesteit de koning plaatst zich op den troon en houdt, terwijl Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden naast Hoogstdenzelve gezeten is, de volgende openingsrede: "Mijne Heeren! Ik mag U dankbaar wijzen op de voorregten, die het Vaderland steeds geniet. De geboorte van eene Prinses heeft het geluk van Mijn Huis verhoogd. Met ingenomenheid ontving Ik. bij die heugelijke gebeurtenis, op nieuw de bewijzen van de gehechtheid Mijns Volks. Met de andere Mogendheden is Nederland voortdurend in de meest ge- wenschte verhouding. In handel en nijverheid is eenige verbetering op te merken. Landbouw en veeteelt bloeijen. De berigten omtrent den oogst zijn over het algemeen zeer gunstig; de besmettelijke longziekte is nagenoeg geweken. Van 's Rijks belastingen mag eene ruimere opbrengst dan ten vorigen jare worden verwacht. Met het oog op de onvermijdelijke toeneming der staatsuitgaven blijft versterking van 's Rijks middelen noodig. Met den aanleg van wegen voor handel en verkeer wordt ijverig voortge gaan. Nieuwe voorstellen tot verbetering van waterwegen zullen U worden aangeboden. Eene voordragt tot verdere beperking van den arbeid van kinderen zal U in deze zitting worden voorgelegd. Zee- en landmagt kwijten zich bij voortduring met loffelijken ijver van hare verpligtingen. Gewigtige maatregelen betreffende het krijgswezen, die de voltooijingvan 'sLands weerbaarheid ten doel hebben, zijn of worden voorbereid. Weisvoordragten nopens de nationale militie en de schutterij zullen U ter overweging worden aangeboden. Hoewel in Atjeh het gewapend verzet nog niet geheel werd bedwongen, is het Nederlandsch gezag toch in die mate aldaar gevestigd dat de Rege ring zich kan voorbereiden op de inrigting van een geregeld bestuur. De algemeene toestand van Nederlandsch-Indië zou bevredigend mogen heeten, indien niet in sommige streken verwoestende ziekten zoowel de be volking als den veestapel teisterden. Levendiger belangstelling in landbouw en nijverheid oefent op den flnan- cielen toestand der kolonie Suriname een gunstigen invloed uit. Belangrijke wetsvoordragten, in Uwe vorige zitting reeds onderzocht, tot welker afdoening de tijd heeft ontbroken, zullen nader Uwe aandacht bezig houden. De zegen van den Almagtige ruste op ons gezamentlijk streven naar bevordering van 's Lands heil. Ik verklaar deze vergadering van de Staten-Generaal te zijn geopend. Zijne Majesteit de koning verlaat, na het uitspreken dezer rede, mei Z. K. II. prins Frederik der Nederlanden, begeleid door de commissie, de vergaderzaal, om zich op de bepaalde wijze naar het koninklijk paleis terug te begeven. De voorzitter sluit, nadat de commissie is teruggekeerd, de vereenigde zitting der beide kamers. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 1