PEK TELEGRAAF. over de aanslaande sluiting der Jezuïlen-scliolendie volgens de bekende besluiten 1 September geschieden moet. Men ziet belangstellend uit naar de maatregelen, waardoor de regering de openlijk aangekondigde wets-ont- duiking zal trachten te voorkomen. Dc regtbank van correctionele politie te Bourg, hoofdplaats van het depart. Ain heeft een redacteur van bet Journ. de din vrijgesproken, die den president der republiek //eene machine om besluiten te teekenen" had genoemd en gezegd had, dat hij «iemand is die niet meêtelt". Ite correctionele regtbank van Yvetot beeft den mairc van Valmont veroordeeld tot 200 Ir. boete en 50 fr. schadevergoeding, omdat bij zijn adjunct in volle zitting slagen had toegebragt. Er dient hier bijgevoegd te worden, zegt een dagblad, dat deze laatste de onbeleefdheid genomen had van aan den maire eenige inlichtingen te vragen over het gebruik der gel den van de gemeente. Te Clichy nabij Parys zijn drie gebroeders Dubois, de jongste zestien, de oudste achtien jaren oud, groenten- en fruitverkoopers van beroep, we gens het stelen van meloenen bij verschillende kweekers aldaar en teSaint- Ouen en Asnières gevangen genomen. Men vond honderden dezer vruchten ten hunnent. De drie broeders hebben er dit saizoen voor eene waarde van 8000 fr. gestolen. Donderdag was aan het Oosterspoorwegstation te Parijs een trein land verhuizers uit Tyrol aangekomen op reis naar Zuid-Auierika. Eene familie trok vooral de aandacht. Zij bestond nit een Tyroler, zijne vrouw en vijf kinderen, waarvan de oudste nog geen ell jaren telde. Eene groote lederen beursdie goed voorzien scheen te zijnhing hall uit den buitenzak van zijn zwaren lakenschen jas. Plotseling zag men den Tyroler verbleeken; hij merkte, dat zijne beurs verdwenen was. Naar den commissaris van po litie geleid, vertelde by met tranen in de oogen, dat hij alles in zijn land verkocht had om naar Amerika op reis te gaan. De beurs bevatte 2500 fr. in goud, de opbrengst van de verkooping van zyn goed. Thans bevonden hij en zjjne familie zich in de onmogelijkheid om de reis voort te zetten. Maatregelen zullen misschien genomen worden om deze ongelukkigen in de gelegenheid te stellen, naar het vaderland terug te keeren. In de vorige week ondernamen twee toeristen, in gezelschap van twee gidsen en een bediende, de beklimming van den Mont Blanc, langs een weinig bezochten weg, die op eene zekere hoogte geheel met gs bedekt is. waardoor het klimmen zeer moeijelijk gaal. Toen zij reeds eene aanmer kelijke hoogte bereikt haddenviel een der toeristen en sleepte met het touw, waarmede hij en de anderen aan elkaar verbonden waren, zijne vier reisgezellen mede in zijn val. Zoo gleden de vijf mannen met duizeling wekkende snelheid langs de 1000 meter hooge helling, die op dengletscher van Taconnay uitloopt. Maar door eene gelukkige omstandigheid werd hun leven gered. Onder hun gewigt bezweek een sneeuwklomp, die een kloof «verdekte, zoodat zij in den 40 voet diepen afgrond stortten, waar zij, op zachte sneeuw teregt gekomen, wel gekneusd, maar geen van aljen gedood werden. Weldra waren zij uit dc kloof geklauterd, maar nu was hun toestand niet beter, want daar de afgrond bet onmogelijk maakte naar beneden te gaan, moesten zij de ijsmuur weer beklimmen, waarvan zy afgevallen wa ren. Eindelijk, na ongeveer een uur klimmens, werd de weg beter en konden de reizigers even stil houden om hunne kneuzingen te onderzoeken ■die bij twee hunner vrij ernstig waren. Daarop zette men den togt voort tot op eene hoogte van 4500 meter, maar daar was de berg door zoo digte wolken omgeven, dat zij vreesdeu te verdwalen; zy besloten dus langs den gewonen weg den berg af te dalen en kwamen uitgeput van vermoeijenis en pijn te Chamouny aan. j I» U T 8 C II L A Hf D. Te Posen heeft men een aanvang gemaakt met de toepassing der nieuwe kerkdijk-politieke wet. Het kerkbestuur by die parochiën, welke thans geen geestelijke hebben, zal de geestelijke funcliën kunnen doen ver- ligten door wettig aangestelde priesters uit naburige plaatsen, waarvoor 1 het een bepaald bedrag kan uitbetalen. Voorts zal aan verschillende vica- ri sen de inmiddels ingezonden toelage uit 'stands kas weder kunnen wor den uitbetaald, enz. In den nacht van 27 Aug. heeft in de mijn «Julie" te Herne bij Bochum eene onlplofliug plaats gehad, waarbij 3 arbeiders gedood en 7 zwaar ver wond werden. Verscheide mijnwerkers worden nog gemist, waarvan men alleen denkt de lijken te vinden. Bij eene gondelvaarl op de Aar bij Thun is de Duitsche professor Adolf Held verdronken. In dien gondel bevonden zich ook mejufvrouw Voigl uit Rotterdam, de zoon van prof. Dutzmann uit Weenen en de dochter van 1 den beer Schmidt, eigenaar van het Hotel Bellevue in Thun. Ook de Rol- terdamschc dame verdronk; de anderen werden met veel moeite gered. De vrouw van prof. Held, die aan den regter-Aar-oever wandelde, was getuige van het ontzettende voorval, waarvan zij den afloop echter niet kon zién, daar zij in zwijm viel. RUSLAND. Twee der Montenegrijnen, medepligtig aan den moord van mevr. i SkobelefT, zijn tot bekentenis gekomen. De bijzonderheden van den moord aanslag waren eenige dagen te voren geregeld door Uzatis, die er op aan drong het geheele gezelschap uit den weg te ruimen, ten einde ontdekking te voorkomen, llij moet o. a. gezegd hebben; «vreest niet, zij is als eene moeder voor my: niemand zal mij verdenken van moord op haar". Hg raadde mevr. Skobelell, Ivanofl achter te laten. Later echter kwam zij daarvan terug en nam Ivanofl mede. Deze Monienegrgnen ontvingen elk vele honderden ponden welke zij in den grond begroeven. Zy hebben nu geopenbaard, dat Uzatis zijn deel aan den buit nam in roebel-noten. De bergplaats is lot dusver nog niet ontdekt, ofschoon men onderstelt, dat zij bekend is aan den jongeren broeder. Hel biykt, dat drie van de Uzatis- familileedcn meer of minder in den moord betrokken zyn; en te oordeelen naar de geruchten, moeten er velen zijn, die. bij den nog ongeregelden toestand van Bumelië, zich aan roof en plundering schuldig rnakeu. J Volgens de Listok te Orenburg is Ie dier plaatste beriet ontvangen van een moordaanslag, op kolonel Bonsdorf, een Russisch stafofficier. be kend bij de geographen als .wetenschappelijk reiziger in Midden-Azië. Eene reis doende in de Kirghizen-steppenmoet hij daar door nomaden wreed aardig verminkt zijn. Tegen de kirghizen is een detachement troepen uit gezonden. Hetzelfde blad meldtdat de Kirghizen eenige kozakken aan vielen en vermoordden, die langs den weg naar llitsk een gevangene van hunne stam vervoerden. LONDEN, 30 Augustus. De Standard meldt uit Chaman van gisteren: «Generaal Roberts heeft den 25 Augustus Khelat-i-Ghilzai verlaten en het geheele Engelsche garnizoen medegenomen; dit had het fort ontruimd en aan den vertegenwoordiger van den Emir overgegeven. Roberts hoopt den 30™ te Kandahar te komen en den volgenden dag Ayub-Khan aan te vallen. LONDEN, 30 Augustus. Ter publicatie is aan zes bladen medegedeeld het volgende telegram van den onderkoning van Indië: Berigt van Sanda- minuit Quetta dd. 27 Augustus. Ik heb berigt gekregen dat Ajub-Khan zijne krijgsmagt heeft teruggetrokken uit de stelling voor Kandahar, en geretireerd is op Sangiri, acht mijlen westelijk van Kandahar. Roberts is den 24™ te Khelat-i-Glulzai aangekomen. Ik heb uit Khelal-i-Ghilzai eeu briel ontvangen dd. 10 Augustus. INGEZONDEN. VAN DEN HAK OP DEN TAK, Hel toeval, niet de berekening, is dikwijls bevorderlyk aan het schoone en doorgaans liet eenvoudige. Er heeft een sierlijke steiger gestaan om den toren op het transept van de Hooglandsche Kerk. Dit zij tot lof van de timmerlieden gezegd. Rank, regelmatig, trapsgewijs tot boven den haan opklimmend en spits eindigend, gaf die steiger het aanzien of.de toren zich zooveel meer had uitgezet, zich zooveel zwaarder voordeed, waartoe het doorzigtig, naar gothisch ornament zweemend bindwerk, zooals ten deele door den steiger verkregen werd, zeer medewerkte. Er zijn verscheidene lezingen gemaakt op een der gebeitelde opschriften die voorkomen op de toetssteenenwelke «genomen" zijn van liet door graaf Willem gestichte altaar in de Sint-Pieterskerk en geplaatst werden voor het raadhuis. Daarom mag de verwer, die van tijd tot tijd die opschriften wat «ophaalt" wel toezien dat er geen fouten gemaakt worden. Wat den steen betreft, die boven bet ambts-lokaal der openbare orde staal, ik heb nooit vertrouwd of boven de daarop voorkomende y's wel punten gebeiteld waren die door hel penseel des verwers verduidelijkt, altijd als overtollig aange merkt werden. Orlers noch van Mieris hebben die punten, maar makén toch fouten. Van het op dien steen voorkomende sulx, maakt Orlers sulex en van Mieris, wat nieuwerwetscher, sulcks. Nu schrijft de verwer: sulc: U heijl sulc hil. Straxblixem, ryxkroon (bij Vondel), zoo ook suli, schreef men toen. Het is met eene kleinigheid in gothisch letterschrift ge makkelijk te verhelpen. Dat de verwer van de c eene x make en de eer des penseels is gered. De eer des penseels zou ook gered zijn geworden bij de opschildering van Éhet koninklijk wapen voor liet postkantoor, als dc pijlenbundel, dien de leeuw in zijn linkerpoot houdt, niet van zilver maar van goud, gebonden van zilver, niet van goud, was voorgesteld. Over oliphantstrompen met gouden blokjes, die eigenlijk lot een ander wapen behooren en waarover al genoeg is geredekaveld, zal ik niet struikelen, maar over onze gegoten yzeren koninklijke, wapens voor post- en andere kantoren kan ik onmoge- lyk de loftrompet steken. Daarbij komt dat er niets ondankbaarder is dau ijzeren leeuwen als schildhouders leeuweiikleur te geven, zooals thans be proefd is geworden, doch, als uit één potje gesopt, op Rolterdamsche peperkoek-kleur uitloopt. Wat de schildhouders, die eigenlijk meer naar keffertjes, waarvan men zegt: blaflers zijn geen bijters, gelijken, te kort schieten aan dtichliglieidwint de leciiw in liet wapen aan welgedaanheid. Ilet fs of wij er maar nooit toe kunnen komen heraldieke, dat zijn dood- magere, hoekige, lang gelongdc en fel geklauwde leeuwen voor te stellen. Gelijk eens ren Engelsch wapenschilder, die nooit lieusclie leeuwen gezien had, bij een bezoek aan de koninklijke menagerie uitriep: «dat leeuwen, bah, welke beesten, zij hebben geen zier gratie!" zoo krygen wij kip- pevel, als wij ons een beraldieken leeuw met ruigen kop en middeltje, zoo dun als er ooit middeltje was, moeten voorstellen. Edmondo de Amicis deed in Rotterdam de bevinding op dat de Nederlanders veel eten en meer waarde hechten aan de quantiteit dan aan de qualiteit. Als de bevinding opgaat, is het raadsel verklaard waarom wij eene zoo medelijdende natie zijn, die niet dulden kan dat het anderen niet goed gaat, dat ook de Ne- derlandsche leeuw zich zou voordoenalsof bij het niet heelheel goed by ons had. Daarom spreken wy juist, denk ik, altijd van het leeuwendeel. De stevigste leeuw is die op Nederlandsche bankbiljetten, altoos in het wapen, voorkomt. Over den anderen, die eigenlijk meer naar eene oude ^nevrouw met eene «tour'' op gelijkt en even mak is, spreek ik niet. Dan. volgt die op 'srijks munt, daarna op bovengenoemde wapens, en dan, zoo voortgaande zou men dien, welke op dc pakjes met Opregle Zeeuwsche cho colade voorkomt, met verscheidene andere leeuwen, want ons land is ryk aan die dieren, er bij kunnen balen, als het pas gaf ook over provinciale leeuwen te spreken. Maar gezegd behoort het te worden: onze Ncderland- sjche leeuw kan men uit zijn vet schudden. iemand, die als hij zijn neus buiten het raam steekt terstond een oog kan slaan op den leeuw van den stadhuistoren, betuigt dal hij namelyk tie leeuw niet met alle winden draait. Voor eenige weken moet de wind hard nit het noordwesten hebben geblazen en van dat oogenblik af slaat de leeuw paalvast te turen over Katwijks duin naar de Noordzee. Voegt dat nu den hoogst geplaatste in de siad, wien hel gegeven is over alle andere leeuwen, slrdemaagdriiengelen, hanen, Minerva's, pugno pro palria's, hazewindjes, scheepjes, vanen en vaantjes been te kijken? Daarom zou ik dien stramiiien leeuw eens snieereu. 28 Aug. 1880. A. J. K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 3