LEIBSCHE
C O D It A H
188#.
1Ï7.
ZATURDAG 31 JÜLfJ.
De Courant verschijnt dagelijks, Zon- en Feestdagen uitgezonderd, De prijs der Courant is per vierendeel jaars j f.60, franco p. p. f 2.
met het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad 1.85, franco p.p. f 2.35. liet Verslag afzonderlijk is verkrijgbaar voor f 2.60
'sjaars, huilen, de expeditiekostenAfzonderlijke nommers der Courant zijn verkrijgbaar voor 5 cents.
De prijs der Advertent ifn is van 1—4 regels 1.iedere regel meer 25 cents.
Bij deze Courant wordt verzonden bladz. 45—46 der Handelingen van
den Gemeenteraad [Zit ting verslag).
ST A l)S- BERICHTE IN
De BURGEMEESTER, Hoofd van liet Gemeentebestuur van Leiden, brengt
bij deze ter algemeene kennis dat door hem aan den Ontvanger der directe
belastingen alhier is ter hand gesteld het op den 29""1 Jufijl. invorderbaar
verklaard kohier voor de personeele belasting van wijk VI, dienst 1880/81;
zijnde een ieder verplicht zijnen aanslag op den bij de wel bepaalden voet
te voldoen.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche
Courant.
De Burgemeester voornoemd,
Leiden, 30 Juli 1880. DE KANTER.
BINNEN LA NIKSC11K BE It IG T EN.
LEfDEN30 .Inlij.
Door het kiescolfegie der Ned. herv. gemeente is, ter vervulfing der pre-
dikants-vacature bij die gemeente, voortdurende door het bedanken van
d'. Velhake te Leeuwarden, de volgende nominatie opgemaakt: dd. C P. N.
Pffea.tr, pred. te Harmclen; J. J. A. Ploos van Amstel, pred. tc Reilznm;
P. Deelman, pred. Ie Kampen; G. Roer, pred. te Ouderkerk aan den IJssel;
G. van Goor, pred. te Oud-BeijerlandF. Lion Cachet, te Haarlem.
Gisteren avond had de tweede voorstelling der Rotterdamsche tooneel-
listen in den schouwburg alhier plaats. Men gaf een drama uit de oude
doos, getiteld: "Katharina Howard, koningin van Engeland, of de twee
schijndooden", van Alex. Dumas. Op dit stuk is de gewone spreekwijs: oud
maar goedweinig van toepassing, en hel is ons onbegrijpelijk boe liet
nog zooveel reputatie heeft verworven. Waarschijnlijk beslaat dat alleen in
de gelegenheidwelke eene eerste actrice vindt om in de hoofdrol te schit
teren. Dit drama is hoogst gebrekkig van zamenstelling, terwijl het histo
rische karakter van Hendrik VIII, den Engelscheu Blaauwbaard, op zeer
on-historische manier wordt voorgesteld. Katharina begaat zonder eenigen
strijd of weifeling de schandelijkste misdaad. Zij geeft haar man, Ethel-
wood, aan wien zij alles verschuldigd is, aan den hongerdood prjjs, om de
vrouw van den koning te kunnen worden. Elhelwood wordt door 'skonings
zuster gered en dwaalt nu als een soort van boozc geest door het paleis om
Katharina's leven te verbitteren. Hij bezit zeker een ring, die hem onzigt-
baar maakt, want anders zou hij toch wel eens door een der hovelingen
moeten gezien worden. Katharina wordt door zijn toedoen ter dood ver
oordeeld en eindelijk ook daar hij hel baantje van beul heeft overgeno
men door hem onthoofd. Als Elhelwood haar aan haar eigen geweien
had overgelaten, zou zjjn wraak veel waardiger zijn geweest. De kroon
had haar van zelf zwaar moeten vallen. Met zoo'n boozen geest naast zich
zou het immers onmogelijk zijn, aiware Hendrik VIII een engel geweest,
in grootheid en eere gelukkig te leven! Van 'skonings zuster maakt de
schrijver zich ook maar af. Zij had door écu woord alles kunnen ophel
deren. In weerwil van deze gebreken, mogen wij niet verzwjjgen, dat de
uitvoering prachtig en eene betere zaak waardig was. Mw. Beersmans ver
vulde hare. zware rol meesterlijk, terwijl ook de heeren Haspels, als Hen
drik VIII en Ethelwood, zich met den grootsten ijver van hunne taak kwe
ten. Aan de mise-en-scène was ook veel zorg besteed.
In den schouwburg «Tivoli", directie W. Pierre de Boer, zal morgen
avond nogmaals opgevoerd worden //De guitenstreken van Tijl Uilenspiegel",
een kluchtspel dat Woensdag 11. een zeer groot succès verwierf.
De Staatscourant bevat het verslag omtrent het rijksmuseum van oud
heden te Leiden. Daaruit blijkt o. a. het volgende: De toestand van den
bovenbouw op het aan de Breedestraat uitkomend gedeelte blijft gebrekkig
en wettigt den wensch, dat elders in de lagere verdiepingen de noodige
ruimte mogt beschikbaar zijn of komen, om de voorwerpen, waarvoor de
bovenbouw bestemd was, en nog vele andere, waarvoor plaatsing en ten
toonstelling verlangd worden, behoorlijk te bergen. Het is wel een groot
ongerief dat eene zaal van zoo groote afmetingen, met eene uitmuntende
verlichting en die eene uitgestrekte oppervlakte langs de wanden voor hooge
en ruime kasten aanbiedt, slechts voor betrekkelijk weinige, en dan nog
maar ligte voorwerpen, kan dienen, zelfs niet toelaat de noodige stellingen
en stutten aan Ie brengenomdat aan de draagkracht van balken en mu
ren. van hel voor zulk eenen opperlast oorspronkelijk niet berekend ge
heel, geen liooger eischen gesteld kunnen worden, welligl reeds meer in
dit epzigt gevergd werd dan bestaanbaar is met de veiligheid. De drie zalen
in het gebouw van de voormalige arrondisseinents-regtbank. voor het mu
seum door het dep. van justitie welwillend beschikbaar gesteld, leveren voor
de tentoonstelling van de thans aanwezige pleisterafgietsels der te Olympia
opgegraven beeldhouwwerken eene vrij voldoende ruimte; ol dit ook liet
geval zal zijn met betrekking tot de talrijke reeks aigiefsels van oudeKawi-
opschriflcn nit Java, zal nader kunnen blijken, maar schijnt betwijfeld te
moeten worden. De Olympische groepen zijn meerendeels va» zulke groote
afmetingen dat zij, willen zij tot hun regt kouien, volstrekt niet te zeer
op elkander gedrongen kunnen geplaatst worden; en voor de genoemde
Javaansche gedenkteekens is hel onvermijdelijk dat zij van alle zijde» toe-
gankeljjk blijven en goed verlicht worden, daar zij op alle zjjden met op
schriften bedekt zijn en eene plaatsing legen de wanden buiten bedenking
bljjvcn moet.
Slcehts door onafgebroken toezigi is hel mogelijk de nadeelige werking
van den steeds afwisselenden dampkring op vele voorwerpen in tijds te ont
dekken en tegen te gaan. Vooral levert de Papyrus-gaandcrjj in dit opzigt
veel zorg, daar het niet mogelijk is dit lokaal door kunstmiddelen in eene
steeds eenigzins gelijkmatige luchtsgesleldheid te honden. Voortdurend toe-
zigt en onmiddellijke venvjjdering van de eerste sporen van beschadiging
aan de oppcrvlakienzijn eerste vereisciitenwaaraan dan ook steeds naauw-
kenrig wordt voldaan. De overige voorwerpen van het museum verkeeren
in de verschillende lokalen in voldoenden staat. De vochtige toestand van
het lokaal in de gelijkvloersche verdiepingwaarin de zware Egyptische
monumenten geplaatst zijnbeeft in het laatste jaar geene vermeerdering
van bezwaar opgeleverd, elders is het gevaar van de zoo nadeelige huis-
zwam met goed gevolg bestreden eu hel voortwoekeren van die plaag te
gengegaan.
Eigen middelen bezit het museum niet. De verhooging van de beschik
bare gelden wordt, vooral nu zoovele uitgaven waarin vroeger langs ande
ren weg werd voorzien, ten laste van liet museumbeheer gekomen zijn,
eene onmiskenbare noodzakelijkheid. In het afgeloopen jaar, zegt de diree-
teur, zou een uitnemende vooruitgang zich hebben doen kennen, ware het
niet, dat gebrek aan beschikbare gelden een, naar het schijnt volstrekt
onoverkomelijk, beletsel geweest ware.
Een Duitsch geleerde, dr. W. Vclten, had gedurende zijn verblijf in Zuid-
Amerika, meestal door eigen nasporingen in de bouwvallen van de Huacas,
oude gehouwen en graven in Peru, eene zeer rijke, door verscheidenheid,
zeldzaamheid, kunstige bewerking en goede bewaring uitmuntende verza
meling van de tijden der Inca's bijeengebragteene naauwkeurige naamlijst
der voorwerpen, met aanwijzing van de plaatsen waar zij gevonden waren,
en van andere bijzonderheden, verhoogde de waarde van bet geheel, dat,
onder ruim 1600 nommers beschreven, wegens de vaak voorkomende ver-
eenigirig van zeer vele stukken onder één nommer, wel een aantal van on
geveer 2000 voorwerpen zal omval hebben. De heer Veilen bad in het voor
jaar zich aan den toenmaligen minister van binnen), zaken gerigt, met het
voorstel om zijne geheele verzameling voor eene som van 3000 Pr. Thaler
aan de regering over te doen.
Toen op dit punt mijne meening werd gevraagd mogt ik niet aarzelen om
eene onderhandeling tot aankoop teu sterkste aan te bevelen: Hit de my ia
handen gestelde omschrijvende Ijjst kon ik den aard en het belang van de
voorwerpen voldoende genoeg beoordeeleneen persoonlijk onderzoek scheen
mij dus overbodig. Intusschen ontving ik van den minister een opdragt om
mij toch tot zulk een opzettelijk onderzoek naar Bonn te begeven. Dit ge
schiedde; mijne bevinding beantwoordde geheel en ai aan mijne verwach
ting; ik kon dus het aanbod van den lieer Véllen allezins aannemelijk noemen
en den aankoop der geheele verzameling voor de genoemde som, die ik zeer
billjjk oordeelde, ten sterkste aanraden. Des gewenschl zou een aantal van
ongeveer 100 schedels, die meer regtsireeks in een anlhropologisch of anato
misch museum tc huis behoorden uitgezonderd eu daardoor ook de koopprjjs
verminderd kunnen worden. Daartoe bood zich werkelijk eene goede ge
legenheid en de heer Vellen verminderde toen zjjne vraag van 3000 tot
2000 tlialer. Geheel onverwacht echter was mijtoen ik die gunstige wij
ziging in den loop der onderhandeling en den uilslag van dc mij opgedra-