BIJVOEGSEL, behoorende tot de Leidsohe Courant van Dingsdag 30 Maart 3830, JY*. 74. Het Staatsblad n°. 32 bevat het kon. besluit van 16 Maart 1880 houdende goedkeuring van een reglement voor de dienst van den rijkstele graaf en intrekking van twee daarmede in verband staande besluiten. De Staatscourant bevat het voorloopig verslag van de werkzaamheden, die door den heer dr. W. J. Vigelius gedurende zijn verblijf te Napels aan de Nederlandsche werktafel in het zoölogisch station zijn verrigt. Het stoomschip Voorwaarts, van Amsterdam naar Batavia, is op 26 Maart van Napels vertrokken. De Willem Barends zal in het begin van de volgende maand verhaald worden naar de werf van de hh Huygens en van Gelder te Amsterdam, om voor den derden togl gereed gemaakt te worden. De vereeniging /'Eigen Hulp" heeft ten behoeve der afdeeling //zeker heidstelling voor ambtenaren en beambten" een beroep gedaan op de geld markt voor de uitgifte van ƒ250,000 obligatiën, verdeeld in stukken van ƒ1000, ƒ500 en ƒ100, rentende 4y2 pet. De uitgifte geschiedt tegen den koers van ƒ100. Van de door de Ned. toonkunstenaars-vereeniging bekroonde 3 fantasie stukken voor pia'no en viool is de maker gebleken te zijn de heer Leon C. Bonmanonderwijzer in de muziek aan de kweekschool te 's Hertogen bosch Een hoogst loflelijke vermelding werd verleend aan de ballade //Snowa", voor soli, koor en orchest, onder het motto: //Frisch gewagt is halb gewonnen", waarvan de componist is uitgenoodigd zich bekend te maken. In December II. werd het bestuur der vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap, te 'sHage, gemagtigd tol het brengen van eene schrif telijke hulde aan den luit.-generaal van der Heydenmilitairen bevelhebber van Atjeh. In antwoord op het bedoeld schrijven, ontving het bestuur onderstaanden brief: "Kotta Radja, 7 Febr. 1880. Hoogst dankbaar ben ik voor de betuigingen van sympathie, welke ik bij uwen brief van 25 Dec. 1879, mogt ontvangen. Ik stel dat schrijven op hoogen prijs, vooral omdat het komt van de ver eeniging ter beoefening van de krijgswetenschap, die een zoo groot aantal met eerc bekende mannen onder hare leden telt, en gepresideerd wordt door den, zoo om zijne kennis als om zijn karakter, algemeen geëerden gene raal Knoop. De goedkeuring, door uwe vereeniging gehecht aan de krijgsverrigtingen van land- en zeemagt in den laatsten tijd, was mij dubbel aangenaam, omdat daaruit blijkt dat door u geen geloof is geslagen aan de door enkele dag bladen verspreide insinuatiën, als zouden zij zich hebben schuldig gemaakt aan wreedheden en noodelooze verwoesting. Die insinuatiën, welke zelfs in de volksvertegenwoordiging eenigen weer klank vondenhebben mij gegriefdomdat zij een onverdienden blaam trachtten te werpen op de troepen, welke onder mijne bevelen den oorlog ter Noord kust van Sumatra, naar ik mij vlei voor goed, lot een einde hebben ge- bragt en evenzeer hebben uitgeblonken door dapperheid als door krijgstucht. Die troepen, welke mij in staat hebben gesteld mijne plannen ten uitvoer te brengen, hebben,- ik geef uwe vereeniging hiervan de verzekering niets gedaan waarover zjj zich zouden behooren te schamen. Zij verdienen slechts lof voor de wijze, waarop zij den oorlog hebben gevoerd. Zij hebben het bewijs geleverd, zoo van de voortdurendepligtsbetrachting van de zeemagt, als van de deugdelijkheid van het Indisch leger, dat, na een bijna onafgebroken strijd van een zestal jaren tegen een dapperen vijand en onder dikwjjls zeer ongunstige omstandigheden, nog kracht genoeg bezat om dien vijand beslissende slagen toe te brengenen daardoor op schit terende wijze de sombere beschouwingen wisten te weerleggen van hen die het leger voorstelden als uitgeput en gedesorganiseerd Gelief, mijne heeren, de verzekering te aanvaarden van mijne bijzondere hoogachting voor uwe vereeniging." De luit.-generaal, adjudant des koningsin buitengewone dienst, gouver neur tevens militaire bevelhebber van Atjeh en onderhoorigheden K. van der Heyden. Te Rotterdam had Vrijdag nacht een inbraak met diefstal plaats ge had, waarbij een der daders in een strik is geloopen. Twee personen hebben zich namelijk op het Weslnieuwland toegang weten te openen tot het manufacturen-magazijn en kantoor van J. van Raalle Zonen. De lessenaars werden opengebroken en, bij ongeveer ƒ40 aan geld, een aantal coupons weggekaapt. Ook op de brandkast werden die kunsten beproefd, maar daar wilde het niet gelukken. Nu zij eenmaal in het onbewoonde gebouw vrjj baan haddengingen zij op eene volgende verdieping mede eens een kijkje nemen. Daar toch stonden ook een paar lessenaars, maar er was niets in te vinden! Ondertusschen had de politie op de straat in het voorbijgaan een verdacht gekraak gehoord en bij een buurman aange scheld, om van daar poolshoogte te nemen. De inbrekers hadden echter op hunne beurt ook scherp geluisterd en waren met eene kennismaking van dien aard volstrekt niet gediend. Zij besloten, hel gebouw te verlaten, waartoe zij, om zekerheid te hebben van geen politiemannen te ontmoeten, een uitweg langs het dak zochten, hetgeen hun dan ook, na daar vrij wat j vernieling te hebben aangerigt, met veel moeite gelukte. Hier schijnen de j vrienden van elkaar afscheid te hebben genomen. De een kwam door uit- 1 en over- en nog eens overklimmenteregt in de binderij der firma M. "Wijt Zonenalwaar hijgeen andere kans ziende om van daar weg te slui pen, een ruit in stukken duwde en door die opening een uitweg vond in een gang, die in de Nieuwsteeg uitkomt, vanwaar hij zich onopgemerkt uit de voeten kon maken. Zijn kameraad was al klimmende teregt geko men op het dak aan het huis van den heer Driemeijer. Daar heeft hij be hendig weten binnen te bomen, om vervolgens eens beneden te gaan zien, alwaar hij dood op zijn gemak tot zelfs in den winkel heeft rondgewan deld. Daar zag hij een paar jassen hangen, waarvan hij den besten aantrok, j Evenwel hij kon daar niet blijven. Hij ging langs denzelfden weg terug naar het dak. en kwam al klimmende en brekende op den zolder van het j liuis der firma Gebr. Polak. De oude heer Polak bemerkte onraad, ging naar boven en vond daar den ongenoodigden gast. Op de vraag, hoe hij daar was gekomen en wat hij wilde, ontving de heer P. een antwoord, I hierop nederkomende: "ik ben bjj de brandweer; er is in de buurt een schoorsteenbrand geweest; daar moest ik bij wezen, en toen wij gedaan haddenben ik de anderen kwijt geraakt en op de daken verdwaald." De heer P. bemerkte aan alles wel dat dit slechts een voorwendsel was, maar hield zich alsof hij het voor goede munt opnam en verklaarde zich bereid om hem beneden bij de straatdeur uit te laten. De heer P. nam vervolgens de noodige maatregelen om hem in handen der politie te stellen, die ook, op zijne aanwijzing er in slaagde zijn makker aan te houden. Bij den burgemeester van Amsterdam is ofliciëel berigt ingekomendat Hunne Majesteiten de koning en de koningin verhinderd zijn ditmaal hun jaarlflksch bezoek te brengen aan de hoofdstad wegens den gezegenden staat, waarin zich H. M. de koningin bevindt. De machinisten der marine, met het stoomschip Prins Hendrik van Batavia gerepatrieerd en op hooger last wegens insubordinatie voorloopig te Amsterdam in arrest gesteld, zullen, volgens de IV. R. C., naar het wachtschip te Nieuwe Diep worden overgebragt, om zich daar voor den zee-krijgsraad te verantwoorden. Donderdag 11, is madlle Sara Bernhardt te Amsterdam aan het station door een groot aantal belangstellenden en afgevaardigden van genootschappen ontvangen. Een tal van bouquetten en kransen werd haar aangeboden terwijl de muziek van den heer Stumpfï de Fransche en Nederlandsche volks liederen speelde. In een met vier fraaije paarden bespannen rijtuig werd zij naar haar hotel gebragt. Op de straten die zij doortrok had zich eene groote volksmenigte verzameld. Bij hare aankomst in het Doelen-hotel liet zich op nieuw de muziek hooren. Des avonds trad de beroemde tooneelspeelsler op. Ofschoon het half tien was voor zij optrad, want er was allerlei tegenspoed en door het wegblij ven van costumen moesten eerst vier kleinere stukjes worden gegeven, begroete de zaal haar met groot gejubel Met ademlooze stilte, die slechts nu en dan, soms wel op wat ongelegen oogenblikken, werd afgebroken door uitingen van verrukking over haar spel. volgde men de //Phèdre" in de verschillende phasen harer hartstogtelijke rol. Dat het bouquetten regende, dat de fanfares zich mengden onder de toejuichingen, behoeft naauwelijks gezegd. Artisten en publiek vereenigden zich, om.der kunstenares de ver schuldigde hulde te brengen. Na afloop der voorstelling werd aan madlle Sarah Bernhardt en de artis ten van het "Thédtre Franqais", die haar vergezelden, ten huize Couturier door eenige heeren een souper aangebodenen zatenbehalve madlle Serah Bernhardt, slechts twee tooneelspeelsters aan. De anderen waren door het wegblijven hunner koffers verhinderd. Dit gezellig zamenzijn duurde tot half drie ure en de tooneelspeelster, die denzelfden dag uit Parijs was ge komen, toonde zich weinig vermoeid. Gisteren bragt madlle Sarah Bernhardt met haar gezelschap een hezoek aan het stedelijk museum te Haarlem, om daar de schilderijen van Frans Hals en andere meesters te bewonderen. Pogingen aangewend om de zoo vermaard geworden schilderijen van Hals, op het hofje van Beresteyn berustende, te kunnen bezigtigenschenen vruchteloos te zijn. Terwijl trein n'. 65 (sneltrein) van de II. IJ. spoorwegmaatsch. eer gisteren avond in volle vaart het station Wecsp passeerde, ontdekte de stationschef aldaar, de heer Wigman, dat van een der waggons een rem- blok in brand was geloopen. Onmiddellijk deed hij naar het eerste zooge naamde blok seinen, waarop de trein, die zich reeds op geruimen afstand van het station bevond, stilhield. De heer Wigman was inmiddels den trein achterna gesneld, en, na den machinist op het feit opmerkzaam gemaakt te hebben, werd het brandende remblok door het water uit den tender ge- bluscht, waardoor het heet worden van de as en daardoor andere mogelijke gevaren voorkomen werden. Uit Apeldoorn meldt men aan de Zutph. ClDe verkoop van de 27 jagthonden van den koning is niet naar wensch geslaagd. Er zijn slechts 6 gegund, te zamen voor ƒ260. Er was ook weinig kooplust. Een hoogbejaard geneesheer in de gemeente Lemsterland, die een patient in de naburige gemeente Doniawerstal had bezocht en van daar in den nacht met zijn rijtuig huiswaarts keerde, werd door een paar mannen, die zijn paard bij den teugel grepenvrij barsch aangesproken om een aal moes. De grijze doctor behield echter zijne tegenwoordigheid van geest. Hij stelde een der aanranders een nieuw 2%-centstuk ter hand met de woorden; "Zie hier een gouden tientje, maar vooral eerlijk declen hoor!" Overstelpt met dankbetuigingen kon hij daarop zijn weg vervolgen. Johannes Both, die beschuldigd wordt van door het opzettelijk ver keerd plaatsen van den wissel het ongeluk, dat den 2fn Jan. 11. aan het spoorwegstation te Breda plaats had, te hebben veroorzaakt, is van daar naar den Bosch overgebragt om aldaar teregt te staan. De locomotief van den trein, die van Zevenbergen te 1 u. 10 m. te Roozendaal aankomt, is eergisteren op een verkeerd spoor geloopen. De tender en drie bagagewagens werden zwaar beschadigd, en de stoker heeft, naar men zegt, een arm gebroken. De passagiers bleven ongedeerd. Een groot bosch, toebehoorende aan de familie Berger te Venlo, dat zich uitstrekt van even buiten Reuver tot aan de Pruissische grens, is ge heel afgebrand. Te Berg, gemeente Urmond, bij Sittard heeft zich het volgende voor gedaan: De maréchaussees te Beek moesten eenige personen, die vergezeld waren van acht beerenover de grenzen brengen. De beerenleiders verzet ten zich, en één hunner bragt met een groot stuk hout een der maréchaus- sées eenige slagen toe, terwijl de andere de beeren van hunne muilkorven ontdeden, ten einde deze met de maréchaussées zouden kennis maken. In- tusschen laadde een maréchaussèe zijn karabijndoorboorde met een kogel den beerenleider, die hem aangevallen had, en schoot een beer op de plaats dood. Het mag ongewoon zijn 25 jaar belangeloos eene betrekking te heb ben waargenomen, maar hooge waardering verdient het zeker, zoo in al die jaren met evenveel ijver als belangstelling zulk eene betrekking vervuld werd. Het bestuur van het genootschap "Mathesis Scientiarum Genitrix" alhier ontving op den 26sl<n Maart 1855 kennisgeving van zijn toenmaligen secretaris, den heer W. Wolters Jacz., dat hij wenschte ontslagen te wor den. Toen daarop tot de benoeming van een l»ten en 2d™ secretaris werd overgegaan, kwam uit.de gewone leden van liet genootschap ia aanmerking de heer H. J. Giezen. Gelijktijdig werd deze alstoen lot lid van het bestuur en 2d,'° secretaris gekozen. Met ingenomenheid aanvaardde hij de taak. Zelfs belastte hij zich geruimen tijd. bij ziekte van zijn ambtgenoot, den istrn secretaris, met diens werkzaamheden. Na het overlijden van dezen weid de heer Giezen met algemcene stemmen tol l8t,n secretaris gekozen. Hij bleef dit tot in 1863. Hoewel hij alstoen zich van zijne betrekking wenschte te ontslaan, en daaraan dan ook gevolg gegeven werd, hield hij als 2de secretaris zitting, doch verrigtle daarbij vaak dubbele werkzaam heden. Vele o. a. waren zijne bemoeijingentoen de burgeravondschool met de scholen van het genootschap zou vereenigd worden. Gewigtig in menig opzigt was zijn dienstbetoon. De heer Giezen kende als oud-leerling het genootschap en gevoelde er zich loc aangetrokken. Het genootschap was hem liet. In menig leerling waren de eerste kiemen van een onderwijs ge legd, dat voor het vervolg zou blijken vruchtbaar te zijn en vruchtbaar ge weest is bij de vorming van zoovelenbeoefenaars der beeldende kunst of bouwkundigen. Het genootschap wenschte niet stil te staan, maar gelijken tred te houden met den vooruitgang en de uitbreiding van het onderwijs. Het doel werd grootendeels bereikt. De uitkomsten waren doorgaans niet ongunstig. De heer Giezen werkte daartoe mede. Het faalde bij hem nooit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 5