hals afgesneden. De vrouw had haren broeder gevraagd, den Dacht bij haar door te brengen, omdat zij niet gaarne alleen was. De dader heeft reeds vroeger 'geruimen tijd in het krankzinnigengesticht te Deventer doorgebragt, wegens moord te üotmarsum gepleegd op zijne vrouw en zijn kind. Door den rijksveldwachter uit Annen is gevankelijk te Assen binnen- gebragt Lammegien van Rijn, verdacht van poging tot brandstichting in het werkhuis te Anlo, waar zij verpleegd werd. Een gedeelte van het gebouw begon reeds te brandendoch door de krachtige hulp der ingeze tenen van Anlo was men den brand spoedig meester. Daar echter de da- deres aan idiotisme lijdt, is zij weder naar Anlo teruggebragt. Onder Zuidlaren is, na den afloop van een zoogenaamd spinmaal, een jongeling uit Zuidlareu aangevallen door twee personen uit Zuidlaarderveen die, naar men zegt, een wrok legen hem hadden. De jongeling werd zwaar aan de dij verwoud. Men schrijft uit 's Hertogenbosch aan de IV. R. C.: De weg tusschen Oss en Dijle was reeds gisteren in den avond overstroomd en thans is de communicatie met verschillende andere gemeenten daar in den omtrek ver broken. Een aantal ingezetenen, die eerst pas hunne woningen weder be trokken hadden, moeten op nieuw vlugten en elders een veiliger schuil plaats zoeken. Jammer en ellende staan nogmaals velen te wachten. Te Stratum, nabij Eindhoven, is door de maréchaussee een jongeling aangehouden, verdacht van den sleutel te hebben ontvreemd van de kerk deur Ie Strijp. Uit zijne bekentenis bleek verder, dat hij zich aan verschil lende diefstallen in kerken had schuldig gemaakt. Voorts verklaarde hij de stichter te zijtt van drie in 1875 plaats gehad hebbende boschbranden. Na een brand, die dezer dagen bij den molenaar I.ouwste Vrouwepolder plaats had, meende de justitie termen te hebben, om aan opzettelijke brand stichting te denken. Zij heeft genoemden molenaar gevankelijk naar Mid delburg doen overbrengen. Naar men verneemt had hij voor zijn inboedel en koopmansgoederen, bij verscheidene maatschappijen, bij twee nog in den loop dezer maand, op dezelfde voorwerpen voor een aanzienlijk bedrag ver zekering gesloten, zonder die maatschappijen daarmede in kennis te stellen. 'sGRAVENHAGE27 Eebruarij. Aan den heer F. Gordon is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als kautouregier-plaatsvervanger te lieetsterzwaag. l!ij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs zijn benoemd: lot ka pitein 2' kl.. de 1' luit. C. W. van de Kasteele, van het corps; tot leo luit., de 2' Ittitt. A. E. von Brucken Fock, F. A. C. A. Pels Rijcken, C. A. Cikot, Th. t. baron Qttarles de Quarles, A. J. L. M. van Schevichaven en H. W. Braakman, allen van het corps. Bij het wapen der artillerie, bij de 1* afd. vesting-artillerie, is tot 1<« luit. benoemd de 2e luit. C. G. Boonzajer, van de VI' aid. vesting-artillerie. Z. D. 11. de prins von Wied zal heden avond ten half acht ure uit Duitschlaud alhier aankomen tol bijwoning der viering van den verjaardag van Z. K. 11. p'ius Frederik. Bij deze gelegenheid zal morgen op het "Huis de Paauw" een familie-déjeuner worden gehouden, waaraan llll. MM. de koning en dc koningin, benevens 11. K. H. prinses Hendrik zullen deel nemen. Het tot heden uitgegeven aantal loten in de algemecnc verloting ten voordeele der noodlijdenden door den watersnood bedraagt omstreeks 90.000. Door dc hoofdcommissie werd besloten de door haar bijeen te brengen gelden te storten bij de algemeene commissie voor den watersnood te Amsterdam. Reeds is door den thesaurier der verlotingscommissie een eerste bedrag van 25,000 naar Amsterdam overgemaakt.' Naar gelang de gelden van de sub-commissiën inkomenzullen d'e stortingen worden voort gezet. lie toevloed der prijzen houdt aan. In de zaak van Pincoffs—Kcrdijk werd gisteren voor den hoogen raad bjj het verhoor der getuigen a décharge allereerst gehoord de heer Bens burg, aansprakelijk vennoot der Commanditaire bankvereeniging en ten deele belast met de financiële leiding dier zaak. Hij verklaart datnaar zijn inzien, niet Kerdijk, ntaar Piucofis de financiële transactiën leidde tus schen zijne vercenigiug en de Afrikaaiisehe. De tweede getuise a décharge was de heer Besselaar, gewezen oudste be diende bij de Afrikaaosche en nog in dienst bij liqutdaleuren. Hij geeft uit voerige inlichtingen omtrent de uitzendingen. Er werden wel eens goederen aangekocht zonder dal de hoofdagent dit had aangeraden, maar dat was uitzondering en geschiedde alben om de sortering te completeren. Kerdijk drong aan de bestellingslijsten zoo accuraat mogelijk te houden. Dal er uitzendingen werden gedaan enkel om ze doen. daa. van heeft getuige nooit iets gemerkt. Wel heelt de hoofdagent meer dan eens over overlading vau goederen geklaagd, maar de bestelling van vele dier goederen was door hem zelf geprovoceerd. Dat de uitgezonden geweren niet voldeden en terug kwamen lag aan de grillen der wilden. Dikwijls heeft Kcrdjjk goederen te Rotterdam in magazijn gehouden totdat ze in Afrika noodig waren. Dat Kerdijk regtslreeks de financiële aangelegenheden voerde heeft getuige nooit gezien. Aan de b <eken heeft getuige Kerdijk nooit zien werken. Kerdijk sprak met makelaars en fabrikanten, sloot inkoopen, bevrachtingen, enga gementen met de geëmployeerden. Beschuldigde deelde mede dat de hoofdagent Pape zeer koortsachtig van gestel was en alles overdreef. Ilij deed steeds enorme bestellingen en als ze uitgevoerd waren en aan de kust kwamen en het gunstige oogenblik voor verkoop was voorbij of een misoogst was ingetreden, dan was hij zijn eigen bestellingen vergeten. Getuige Besselaar acht deze schets van Pape een juist portret. De derde geutize a décharge was Jung, gewezen inspecteur der zaken aan de kust. Hij is naar Afrika gezonden tijdens de hoofdagent Pape daar werkzaam was om de zaken na te gaan. Hij heelt aan Kerdijk verklaard dat Pape moeijelijk was te begrijpen en te voldoen wat diens bestellingen betrif:. Kerdijk heeft bij hem aangedrongen op goede sortering van goede ren aan de kust. Wel heeft Kerdijk bij Item aangedrongen veel goederen te zenden om veel remise te maken, maar Kerdijk heeft ook op gelnige's verlangen plein pouvoir gegeven tot verlaging van den prijs van onverkoop bare goederen. Uitzendingen om maar uitzendingen te maken, daarvan heeft get. niets bespeurd. De schepen vonden in het begin moeijelijk retour lading; de handel was slecht. In 1876 was de oogst aan de kust zeer klein, ntaar de directie hier kon dit vooruit niet weten, en kon dus daar naar vooral de uitzending niet regelen. De factuursverhoogingen 100 a 120 pCl. zijn ter goeder trouw volgens usance opgemaakt. Die verhoogingen geven de limite van verkoop aan; zij bevatten de onkosten en de winst die behaald werd. Op sommige goederen was de winst zelfs meer, op andere minder. De goederen, die die prijzen niet konden behalen, werden als incourant beschouwd. Dat hier in de boeken dadelijk die geraamde winst als eflectiel geboekt werd, vindt getuige niet goed. Getuige heeft nooit eenige kwade trouw ondersteld bij eenige handeling of instructie van Ker dijk aan den hoofdagent ol een spoor daarvan gevonden. In de woorden in den brief van Kerdijk: //alles moet op de uitgaande goederen gevonden worden", ziet hij niets kwaads. Z. i. beteekenen ze dat van de winst op de uitgaande goederen alle uitgaven moesten worden algetrokken. Beschuldigde Kerdijk legt zijne woorden aldus uit dat zelfs de verliezen op de retouren uit die 100 a 120 pCt. moesten gevonden worden. Het is eene verzuchting aan den hooldagent om toch duur te verkoopen. Wat in de wereld kan voor compromitteerends liggen in dat eenige schrift van besch. dat de experts hebben kunnen vinden. Hjj herhaalt dat de heer Pape een enorme hoeveelheid dure goederen heelt opgehoopt en daar er verandering was gekomen in qualiteitlengte en breedte der goederenzond de Afri- kaansche ook een groole hoeveelheid goedkoope goederen uit. Get. Jung erkent dat juist dit in 1875 en 1876 het geval was. Daarna werd dr. J. van der Hoeven als getuige a décharge gehoord. Deze is 15 Mei 1879 naar Antwerpen gegaan op verzoek van beschuldigde's familie om den verwonden beschuldigde te bezoeken. Kerdijk verlangde terstond naar Rotterdam te saan en verzocht getuige deu officier van jus titie kennis te willen geven dat besch. zich te Antwerpen bevond en terug zou keeren zoodra zijne wonden waren hersteld. De beweegreden door besch. voor de verwonding opgegeven was de schande voor beschuldigde's familie te besparen en dat hij naar Antwerpen was gegaan om zich daar van kant te maken. Tien jaar lang was getuige huisdoctor des beschuldig, den. Diens huisselijke iurigting was vrij eenvoudig. Hij leefde zuinig. De laatste getuige Edw. Jacobson, een der oudste huisvrienden van besch. die hem van zijn jeugd af gekend heeftgeeft ook inlichtingen omtrent be schuldigde's houding en gedrag. Getuige kan de gunstigste getuigenissen af leggen. Zijn levenswijze was zeer eenvoudig, hij en zijne vrouw waren zuinig. Geen luxe permitteerde hij zich anders dan eene goede sigaar. De inrigting was hoogst eenvoudig. Van het grootste gedeelte van het zilver dat gevonden is, is de oorsprong het vieren door besch. van zijn zilveren bruiloft. Besch. heeft getuige nooit gesproken over zijne verhouding tot Pincoffs. Maar getuige's indruk was. dat besch. te zwak van karakter was voor Pincolls. Deze domineerde Kerdjjk en juist dal was de reden waarom getuige in de laatste jaren op gespannen voet met Pincoffs leefde. Na deze met ingespannen aandacht aangehoorde verklaringendie Kerdijk blijkbaar diep trollen, werden nog eenige vragen aan enkele getuigen gedaan omtrent den post van /8C000, den eersten valschen post. Getuige Botermans acht dien post deu gczon.lsten van de ougezoudsten. iljj werd gecreëerd omdat er geen genoeg winst op dat jaar werd behaald. Als er eerlijk ware gehandeld had de winst 80000 minder moeten bedragenmaar om het nadeel te verbergen bragt men die som in het voordeel der Afri- kaansche en in het nadeel van K. en P lnlusschen konden de laatslen dien post niet anders herstellen dan door een promesse. Getuige durft niet zeggen of dien post in tegenwoordigheid van Kirdijk is besproken, maar deze heeft stellig niet den last er toe gegeven. Op verzoek des verdedigers werden voorgelezen de notulen der commissarisvergaderingen en van de al gemeene vergadering van 28 Julij 1871, waaromtrent volstrekte geheimhou ding door Pitrcofls was verlangd. De zitting van heden ving aan met het verhoor van den besch. Kerdijk. De beschuldigde gal snikkend antwoorden, zoodal vaak niets waste ver staan. Hij blijft volhouden dat Pincoffs de man was die een sterken invloed op hem uitoefende en hem een sluijcr voor de oogen hield. Van de valsche boekingen droeg hij geen kennis, Botermans maakte niet Pincolls de boe ken in orde. Besch. heeft de boekèn nooit onder de oogen gehad. Met ijver werkte besch. aan de zaken waarvoor hij stond; de inkoopen, de engagementen, den handel. Dal was zijn werk. In dc acte van beschuldi ging heeft hij voor het eerst gezien den eersten valschen post van 80000. Besch. meent zich te herinneren dat Pinccfl's Item toen gepersuadeerd heeft een klein gedeelte daarin bij te dragen en toen zei besch ga je gang. Van de terugboekingen weet besch. niets. Maakte hij soms aanmerking, dan zei Pincoffs altijd: jij hebt er niets mede te maken, ik sta voor de finan ciën, die zijn voor mijne verantwoording. Van dc zaken waarvoor besch. geen orders heeft gegeven, weet hij niets en kreeg hij zelf geen kennis. Van de boeken nam hij nooit inzage, omdat dit de zaak van Pincolls was. Dat de balansen opgedreven werden, zag hij, maar als hij aanmerkingen maakte, zei Pincolls: ik ben er voor aansprakelijk en het zal in orde komen, daarvoor zal ik zorgen. Besch. heelt hem geloofd en blind ver trouwen in hem gesteld. Over de balansen heeft besch. nooit in de com missarissen-vergaderingen gesproken. Pincolls zat aan het hoofd van de tafel. Besch. kende de cijlars niet en sprak dus alleen over de détails van den handel. Wel diende hij met P. de balansen in, maar te goeder trouw. Omtrent het oogenblik waarop Pincoffs hein des Zondags de catastrophe mededeelde, geeft besch. treffende mededeelingen. Pincolls droeg hem het plan voor later aan commissarissen ingediend en zeials de familie bet be- noodigde geld, zes ton, niet bij elkaar brengt, ga ik met vrouw en kinde ren naar Amerika. En toen besch. vroeg: en ik dan, toen zei Pincolls: ga jij ook maar. Besch. antwoordde toen echter: dat nooit, ik heb nooit een cent van de sommen in mijn zak gestoken. Toch gevoelde besch. diep zijn compromitlerenden toestand, en uil wanhoop ging hij naar België. Uit de zaak heeft besch nooit meer genomen dan hetgeen hem toekwam aan commissie en nog niet eens het volle bedrag daarvan. Van de boeken van K. en P. nam hij evenmin kennis. De cijfers heeft hij eerst uit de acte van beschuldiging leeren kennen. Botermans en besch. hebben zich vaak tegen de boekingen gekant, maar dan zei Pincoffs: ik doe hel, afgedaan, en dan had hij zooveel redenen, dal wij blij waren als wij rust van hem hadden. Genoten heeft besch. nooit iels anders dan wat hij noodig had vcor zijn huishouden en dat is gebleven ver beneden de 2 pet commissie. Zijn deel der dividenden en zijn winst op de aandeelen is wel geboekt, maar ncoit heeft hij dat ontvangen. Alles bepaalde zich tot de 2 pet. Op de vraag, waarom hij dan niet geweigerd heeft de balansen te onderteekenenantwoordt besch. dat ware een denunciatie van Pincoffs. Wel wist hij. dat dc cijfers onwaar waren, maar hij had in P. blind vertrouwen en deze zeide steeds: alles zal goed gaan, ik zal mijn gedrag aan commissarissen blootleggen als de zaak in orde is en alles wat ik doe is in 't waarachtig belang der aandeel houders. Commissarissen zullen mij later op hun bloote kniëen danken dat ik in moeijelijke dagen zoo heb gehandeld. Dan, zeide Pincofls, zal ik krachtig staan voor commissarissen en als hij daarover bezig was, dan viel er niet te pralen. Op de opmerking, dat het toch alles afdoende zou geweest zijn als hij geweigerd had de balansen te leekenen, zei besch.: dan zou ik 1'. niet in slaat hebben gesteld de zaak in orde te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1880 | | pagina 2