BUITEINLAlNDSCIIË BËKIGTKN. veueenigd en maakt zijn verlies te treffender. Ter naauwernood kon men het hier ontvangen telegram uit Indië gelooven; het berigt is echter maar al te waar. Pijnlijker zal het ieder Nederlander, die den omvang van dat verlies beseft, aandoen, dat Koolemans Beynen op eene noodlottige wijze moet zijn omgekomen. De omstandigheden deswege z(jn nog niet met volle zekerheid bekend, doch er is geen twijfel aan, dat hij door een of ander accident het leven verloor. In de zeedienst werd hem tweemalen gelegenheid gegeven tot het doen van verkcnningstogten in de Poolstreken. In het jaar 1872 verkreeg hij verlof tot het deelnemen aan den logt naar de Noordelijke IJszee onder leiding van den Engelschen kapitein Alten Young; in 1876 voer hij, zoo men weet, met het vaartuig de ft illen Barendsz een sèliip onder zijne lei ding gebouwd, nogmaals naar de Noordelijke IJszee henen. Den 31>t,D October II. is te Brussel door Zr. M*. gezant, baron Gericke van Herwijnen, en den minister van buitenlandsclie zaken, den heer Frère Orban, eene overeenkomst geteekend, betreffende de uitvoering van som mige w ei ken tot verbetering van het kanaal van Gent naar Neuzen en be- trrffende de naasting der baanvakken Antwerpen—Moerdijk en Roosendaal— Breda van den Grand-Cenlral-spoorweg. -- De ingediende begrooting voor het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren bedraagt 1.625 800. Op 1 Januarij 1879 behoorden tot het fonds 12335 ambtenaren. Hun pensioensbijdrage zal over 1879 vermoedelijk 840,000, over 1880 855.000 bedragen. Het kapitaal van het fonds be droeg op 21 Augustus II. ƒ24.376.100 2& pCt. en ƒ2.932.450 3 pCt. Nat. Schuld. De renten worden voor 1880 geraamd op ƒ750.000. liet stoomschip Torringtonvan Rotterdam naar Bataviavertrok op 17 Nov. van Aden. De Koning der Nederlanden, van Batavia naar Amster- i dam is op 18 Nov. van Suez vertrokken. Naar gemeld wordt blijlt er thans bijna geen twijfel meer over of liet Nederl. stoomschip Pallas, van Kroonstad naar Amsterdam bestemd, dat 9 Nov. van Kopenhagen vertrok, is in den storm, die in het laatst der vorige week op de llollandsche kust woedde verongelukt. De Pallas was een der grootste sloombooten van de kon. Ned. stoombootmaatschappij, gebouwd in 1871. Van het Nieuwe Diep meldt men dat bij Vallega is gestrand de Cornelia, van New-Casile naar tlarlingen bestemd en met steenkolen geladen. De bemanning is gered. Ook is nabij Nes op Ameland gestrand de Hannover- sche kof Andreas, geladen met klaphout en aardappelen, komende van 'Steltiu en bestemd naar Dokkum of Sneek. Niettegenstaande de holle zee gingen de reddingsbooten van llollum en van Nes in zee, en mogtmen de voldoening smaken de opvarenden, bestaande uit drie mannen en eene vrouw, die reeds in het want gevlugt waren, behouden aan wal te brengen Te Delft is door een werkman bij de policie aangegeven, dat hem uit een blikken trommel, aanwezig in eene koffer, twee stuks Oostenrijksche zilveren metalliek, ieder groot 1000 fl.en 4 coupons, verschijnende 1 Jan. en 1 Julij e. k., waren ontvreemd. De dader, een werkman, die in dezelfde woning als de bestolene als kostganger verblijf houdt, had van de omstan digheid, dat de koffer open stond, gebruik gemaakt om de trommel open te breken. Een derde had getracht het gestolene te 's Hage te gelde te maken, en dit had tot de ontdekking geleid. Te Schiedam is gisteren morgen brand ontstaan in de branderij van den heer Verboom. In korten tijd was het geheele pand in de asch gelegd. De oorzaak van den brand schijnt te moeten worden gezocht in het af springen van den helm van den distilleerketel. Te Amsterdam mogt gisteren de heer Bruno Tideinan zijn vijftigjarig notariaat vieren. Het hoofdbestuur van de broederschap van notarissen kwam hem complimenteren en van 53 notarissen uit het arrond. Amsterdam werd hem een fraai geschenk aangeboden. Ook van vele andere zijden ont ving hij blijken van belangstelling. Omtrent de vechtpartij in een calé chantant te Utrecht wordt aan de N. II. C. van daar het volgende gemeld: In een café chantant hier ter stede ontstond op den avond dat de rijpartij der novitii was gehouden een ge schil lusschen de bezoekers, onder welken verscheidene studenten waren. De kastelein moet bij zulke gelegenheden de gewoonte hebben, welke de ervaring hem als proefhoudend heeft doen kennenom de dames van bet tooneel te deen verdwijnen en van het licht zooveel te laten branden, als noodig is om zonder al te veel stoelen en glazen om te werpen hel lokaal te kunnen verlaten. Zoo zou ook nu geschied zijnen bij het afstijgen van de trap moeten de twee jongelieden, die aanleiding tot den twist had den gegeven, reeds slagen op het hoofd hebben ontvangen. Een van hen verloor daarbij zijn hoed, en terwijl hij in de vestibule daarnaar zocht, hadden alle anderen het huis verlaten. Toen hij buiten kwamvond hij zijn makker op de stoep liggen kermend dat men hem zoo geslagen had. Hij geleidde den mishandelde naar het huis diens vaders, een geacht bur ger, die de zaak eenige dagen geheim hield, doch eindelijk, toen er levens gevaar bleek te bestaanaangifte bij de policie deed. Zoo werd de zaak pnbliek. Verscheidene personen zijn voor den gewonde gebragt, maar een ligt hoofdschudden was tot nu toe zijn eenig antwoord op de vraag of hij ben als de aanvallers herkende. Met zekerheid weet men dus nog niets. Daar allen wel eenigzins beneveld zullen geweest zijn, is het zeer goed mogelijk, dat zonder eenig opzet, bij het afspringen van trap op stoep, de een of ander op de borst van den op den grond liggende is teregtgekomen. Onder Wierden is dezer dagen een putbaas, werkzaam aan den spoor weg, onder een wagen van een zandtrein geraakt, met het gevolg dat hij weinige oogenblikken later is overleden. Ten gevolge van een verzoek gerigt aan den heer W. A. Scholten te Groningen, door zijne huurders bij het Compascuum. gemeente Emmen, om kwijtschelding van huur, alleen dit jaar, aangezien in die streken de eerste en voornaamste'icvensbehoelten zijn misluktheeft, naar men verneemt, genoemde heer dat verzoek toegestaan en dit jaar de huur geschonken, bedragende eene som van ongeveer ƒ2400. De heer S., notaris te Groningen, is dezer dagen het slagtoffer ge worden van een opligter. Iemand, die voorgaf te Zuidbroek te wonen, wenschte door den notaris het hem toebehoorende winkelhuis en eenig land te doen verkoopen. Nadat alles afgesproken was, wenschte hij als voor schot een som van 400. Bereidwillig werd door den notaris daaraan vol daan. Spoedig echter bleek, dat hij met een opligter te doen gehad had. want te Zuidbroek woonde niemand, die den naam droeg, door den be drieger opgegeven. In de memorie van antwoord op het verslag der tweede kamer over de begrooting van het dep. van binnenlandsche zaken, komt o. a. nog het volgende voor: Alles te zamen genomen zal in het eerste jaar harer in voering de nieuwe wet op het onderwijs eene vermeerdering van uitgaven ten gevolge hebben van 3% a 4 millioen; gaandeweg zullen die uitgaven toenemen. Op de begrooting van 1880 is ten behoeve van het lager onder wijs uitgetrokken ƒ1,825,150. Daarbij komt nog een bedrag van ƒ70,000; in het geheel alzoo een millioen en negen ton ongeveer. Bij de invoering der nieuwe wel zal het ejjfer tot ongeveer zes millioen klimmen om gaan deweg op 8 millioen te komen. De nieuwe wet vordert zes algemeene maatregelen van inwendig bestuur. Voor het oogenblik heeft de regering geen voorstellen te doen naar aan leiding van de opheffing van het collegie van rijks-adviseurs. De minister zal de uitgave van het woordenboek ondersteunen. De minister wenscht zich te onthouden van een technisch en artistiek debat aangaande de waarde van de eene of andere bouwkunst of van hetgeen als oud-Holland- sche bouwstijl bestempeld wordt. De betrekkelijke post wordt met 1200 verhoogd, om in het volgend jaar met de vervaardiging van eenen algemeenen catalogus der kon. biblio theek een aanvang te kunnen maken. Op het verslag over de staatsspoorwegbegrooting voor 1880 antwoordt de minister van waterstaat o. a. het volgende: Verlenging van de concessie voor den Hollandschen ijzeren spoorweg komt z. i. niet te pas. Zoolang het rijk geen gebruik maakt der bevoegdheid van naasting van den weg, die in het volgende jaar aanvangt, blijft de concessie van kracht. Aan den koning is voorgesteld om aan de maatschappij te doen weten, dat van de bevoegdheid op 3 Junjj 1880 nog geen gebruik zal worden ge maakt, dat de termijn voor die bevoegdheid voorloopig wordt verlengd lot 31 Mei 1881. Gaarne geeft de minister de verzekeringdal in geen geval de staten-generaal door hem omtrent plannen met den Iloll. ijzeren spoor weg voor een «fait accompli" zullen worden gesteld. 'sGRAVENIIAGE, 19 November. Aan den heer E. A. Sunier is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te Groningen. De kapitein C. van Lemmeren, plaatselijke adjudant 1' kl. té Leiden, is, op zijne aanvrage, op pensioen gesteld. De scheepsklerk G. Belle, dienende aan boord van het opleidingschip Admiraal van IPassenaarwordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den scheepsklerk J. A. Grootendorst. De minister van koloniën zal Vrijdag aanst. geen gehoor verleenen. De tweede kamer heeft hare werkzaamheden hervat In de heden ge houden zitting heeft de minister van justitie ingetrokken het ontwerp hou dende nadere bepalingen omtrent de verjaring van strafzaken. Vrijdag is een tiental kleine ontwerpen aan de orde. Daarna zal de uominalie voor de vervulling der vacature bij de rekenkamer opgemaakt worden. Maandag komt de staatsbegrooting in behandeling. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad is o. a. ook besproken de exploitatie van de gasfabriek naar aanleiding van de bewering van een der leden, dat, als men de exploitatie-rekening van de gasfabiiek te Leiden met die te 'sGravenhage vergelijkt, men tot de slotsom kan komen, dal de kosten van exploitatie te 'sGravenhage ongeveer ƒ100,000 (e hoog zijn. De commissie tot onderzoek van deze aangelegenheid kwain insgelijks tot de slotsom, dat inderdaad de exploitatie der gasfabriek niet die gunstige uitkomsten oplevert, die men in vergelijking met andere fabrie ken zou mogen verwachten. BELG1E. De minister Frère-Orban heeft in de kamer van afgevaardigden, ten gevolge eener interpellatie, uiteengezet wat tot den tegenwoordigen toestand van spanning aanleiding heeft gegeven. Hij las depêches voor van den ver tegenwoordiger der Belgische regering bij den Paus, waaruit bleek, dat de Paus en de kardinaal Nina de aanvallen tegen de constitutie betreuren en laken. De heer Frère verzekerde, dat de regering haar programma ten einde toe zou ten uitvoer leggen. De correspondentie met het Vaticaan was aan de kamer overgelegd. In eene depeche van 17 Maart verklaarde kardi naal Nina, dat de bisschoppen onafhankelijk zijn, dat hrj niet tusschenbeide komen kon, en zelfs het protest van de bisschoppen niet kon alkeuren. Uit hetzelfde stuk bleek, dat in eene nieuwe bijeenkomst de kardinaal Nina op zijnen eersten indruk teruggekomen was en de noodzakelijkheid van eene daad van den Pauseljjken Stoel erkende, om de gemoederen tot bedaren te brengen. De heer Frère erkende, dat er volkomen overeen stemming lusschen den Paus en de bisschoppen bestond over het beginsel van de onderwijswet, maar wat de middelen aangaat, waarvan de Belgische geestelijkheid zich bediend heelt, bewijzen de officiële stukken, dat de bisschoppen, die in hunne dogmatische opvatting van hun standpunt gelijk hadden, uit juiste beginselen ontijdige en overdreven gevolgtrekkingen ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2