BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. naar vooruitgang op elk gebied, zoodat wij die leden, welke zicli bezwaard gevoelen over liet steeds stijgend bedrag van de bcgrooting, geen uilzigt mogen geven op eene vermindering van dat bedrag in lteL vervolg. Overi gens zollen wij er wel niet op behoeven te wijzen dat een tal van uitgaven uit wettelijke bepalingen noodzakelijk voortvloeijenzoodat, al mogt het gemeentebestuur in deze tot stilstand geneigd zijn, hoogere autoriteiten ge biedend tusschen beiden zouden treden. De klagt over de som aan plaatse lijke belasting op te brengen, wordt door ons niet gedeeld. Een bedrag van 120,000, zijnde nog 30000 beneden het maximum bij de verordening van 22 October 1877 bepaald, wordt voor eene gemeente als Leiden door ons niet te hoog geacht, te minder nu steeds met de meeste zorg en niet zonder gunstig gevolg er naar wordt gestreefd de verdeeling der lasten over de verschillende ingezetenen zoo billjjk en zoo min drukkend mogelijk te maken. Voornoemd bedrag kan zelfs als gering worden beschouwd, wan neer men in aanmerking neemt de aanzienlijke uilgaven voor de duinwater leiding en de rente en aflossing van het subsidie voor den spoorweg Leiden Woerden, en in vroegere jaren had men voorzeker niet mogen verwachten dat, niettegenstaande die uitgaven, het belastingcijfer niet hooger zoude zijn gestegen. Door enkele leden wordt een overzigt verlangd van de in de eerstvolgende jaren uit te voeren groolere werken en van de middelen waardoor de daar aan verbonden uitgaven zullen moeten worden bestreden. Wij zouden voor zeker volgaarne aan dit verlangen voldoen, zoo ons slechts eenigermate be kend was in welke behoeften in de eerstvolgende jaren zal moeten worden voorzien en welke uitgaven daaraan zijn verbonden. Wanneer tot de oprig- ting van eene hoogere burgerschool voor meisjes wordt overgegaan, zal uit den aard der zaak voor eene behoorlijke localileit moeten worden gezorgd terwijl mede een lokaal benoodigd is voor het gymnasium, Tot dusverre zijn wij evenwel niet in staat eene eenigzins voldoende opgave te verstrek ken van de kosten, vermits daarvoor het bestaan van plannen een nood zakelijk vcreischte is. Wal de andere in liet verslag genoemde werken be treft, als uitbreiding van de gasfabriek, verbetering van de bestrating, riolering, kunnen wij alleen medcdeelen dat bij toeneming van het gasver bruik zal moeten worden overgegaan tot de inrigting van eene nieuwe sto kerij, doch dat er gegrond uitzigt beslaat dat daarvoor in het jaar 1880 geene gelden uit de gemeentekas zullen moeten worden verstrekt, terwijl aangaande bestrating en riolering op dit oogenblik geene plannen aanhan gt" zijn- Wal betreft het in de sectiën in bet midden gebragte, ten opzigte der inkomsten, zeggen burg. en weth. o. a., dat, blijkens een van den minister van binnen!, zaken ontvangen berigt, de kosten van het gymnasium, die als maatstaf dienen voor de berekening van hel subsidie ad 50 pCt.ge raamd worden op 18525. De faecale stollen verzameld volgens het Liernur-stelscl vinden steeds ruimen aftrek. Plannen voor eene toepassing van liet stelsel over de geheelc gemeente zijn niet aanhangig. Intusschen is het buig. en weth aangenaam te kunnen verklaren dat de exploitatie van hel stelsel steeds bij uitnemendheid voldoet en dat nimmer eene belem mering in den afvoer der faecale sloffen wordt waargenomen, zoodat het, met het oog op de ondervinding gedurende meer dan 7 jaren, wenschelijk blijft eene toepassing op ruimer schaal in overweging te nemen. Burg. en weth. meenen ook dat eene vernieuwing van het plantsoen op liet Ra penburg tusschen de Kaiserstraat en het Noordeinde alle aanbeveling ver dient, maar, blijkens ingesteld onderzoek, zal het vooreerst niet doenlijk wezen een voldoend getal geschikte hoornen aan te schaffen. Ingevolge het te kennen gegeven verlangen is liet verslag betreffende de duinwater leiding over 1878 en de balans over het exploitatiejaar 1878, van 15 Mei tot 31 December, in de leeskamer ter inzage van de leden nedergelegd. 'sGRAVENllAGE24 October. Z. M. de koning-groothertog heeft den heer L. C. Leulz, pred. bij de Evang. Lulh. gemeente te Amsterdam, bij zijne 40-jarige dienstvervulling benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. De heer J. Goossens, controleur der invoerregten en accijnsen te Am sterdam, is benoemd lot provinciaal inspecteur der directe belastingen aldaar. -- Na afgelegd examen zijn benoemd tot surnumerair bij de administratie der directe belastingen en van het kadaster, J. A. O. H. G. Mijkamp, te Maastricht; G. J. W. Rosenkranz, te Maastricht; J. B. Craandijk, te Mid delburg, en W. N. Gooi, te Maastricht. Tot hoofdopzigter bij de landsgebouwen is benoemd de heer J. J. G. Rinkes, thans buitengewoon opzigter. Tot directeur van een der rijkstelegraafkantoren is benoemd de tele grafist 2e kl. bij den rijkstelegraaf E. Wind. Aan den O. I. ambtenaar mr. J. de Louter, laatstelijk leeraar in de Indische taal-, land- en volkenkunde aan het gymnasium Willem lil te Ba tavia, thans met verlof hier te lande, is. op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 'stands dienst in Nederl. Indië. De luit. ter zee 2C kl. jhr. J. A. G. van der Staal en de officier van administratie 3e kl. P. A. Molenaar, uit O. I. teruggekeerd, zijn op non- aciivileit gesteld. -- In de gisteren avond door de tweede kamer gehouden zitting was aan de orde het opmaken eener nominatie van drie personenter vervulling van eene der vacaturen onder de leden der algemeene rekenkamer. Na vele stemmingen zijn als candidaten op de lijst geplaatst: 1°. de heer J. L. Bec king. directeur der registratie voor Zuidholland, te 's Hage; 2°. de heer jhr. C. L. van Nispen, controleur der directe belastingen enz., te Arnhem; 3°. de lieer mr. D. J. Zubli, eervol ontslagen hoofdcommies bij het depart, van binnenl. zakente 's Hage. In de zitting van de tweede kamer van heden zijn de verschillende hoofdstukken der Indische begrooting voor 1880 met algemeene of bijna algemeene stemmen aangenomen. Door den heer van der Hoeven werd, naar aanleiding van de gunstige berigten omtrent Atjeh, eene warme hulde gebragt aan het leger en de vloot aldaar, en den uitnemenden leger-kom- mandant van der lleydenwelke woorden door de kamer werden toege juicht en waai bij de minister van koloniën zich aansloot, terwijl deze ver klaarde dat de jongste berigten gunstig luiden omtrent de houding der troepen en omtrent den toestand in Atjeh. De kaaicr is tot nadere bijeenroeping uiteengegaan. Behalve de reeds genoemde personen, hebben nog de volgende heeren hij adres aan de tweede kamer hun verlangen le kennen gegeven om in aanmerking te komen bij de vervulling der vacatures in de algemeene reken kamer: mr. A. M. Maas Geestcranus, redacteur der /Verf. Slaat, dr. W. C. van den Brandeler, burgemeester van Leiden; jhr. G. K. van Santheuvel, controleur der directe belastingen te Amersfoort; J. E van Iddekinge, le 'sGravenhage; m'. A. Greebe. te 's Gravenhage, oud.i gemeester van Zaandam; jhr. mr. J. K. W. Quarles van Ufford, te's venbage, oud-referendaris bij hel dep. van koloniënjhr. G. E. baron Asbeck, rijks-betaalmeester, te Almelo; L. M. van Kooien, ontvanger 's rijks belastingen le Harlingen. Voor het gereglshof alhier stond gisteren teregt II. v. Z.oud 20j; laatst wonende te Rotterdam, gewezen bode der maatschappij tol uitkee bij overlijden, te Utrecht. Hem wordt ten laste gelegd zich in zijne bei king te hebben schuldig gemaakt aan vijf valschheden in onderhandsche schriften door het namaken van handteekeningen en twee daarvan boii dien door het verzinnen van kwijtingen, het des bewust gebruik m* van die geschriften en aan opligting door met gebruikmaking van valsche hoedanigheid zich gelden te doen afgeven. Beschuldigde werd Januarij van dit jaar als bode aangesteldhij genoot geen vast salaris, kreeg voor elk lid, dat hij aanwierf, 25 cent en 1 cent per week voor lid bij wien hij de contributie ophaalde. Hoewel onbevoegd tot het ai stellen van nieuwe boden, plaatste hij in de IV. Solt. C. van 26 Ap eene advertentie, waarbij boden tot een vast salaris werden gevraagd ontving daarop onderscheidene brieven en ook een van een smidsknecht Rotterdam, die van betrekking wilde veranderen. Deze zou worden aai steld tegen een weekgeld van ƒ10 als bode van drie onderscheidene nu schappijen, le Amsterdam, Utrecht en Brussel gevestigd, maar moest borgtogt stellen van ƒ100, welke som voor de helft in eens werd bet: en voor de wederhelft in wekelijksche termijnen zou worden voldaan, dus overeengekomen, ontving de nieuw aangestelde bode drie aanstellinj een soort van reglement, toepasselijk voor elke maatschappij, benevens tantiën, waaruit moest blijken, dal de borglogtgelden aan de direct waren opgezonden, maar er was nog geen week verloopen of het bedi was ontdekt en bleek het dat besch. zich aan bedrog niet alleen, maar aan onderscheidene valschheden had schuldig gemaakt. Ilij ontkende echter geheel en al en deed het voorkomen, alsof hij gemagtigd was het doen plaatsen der bewuste advertentie en alsof hem de onderscheidt stukken in blanco, onderteekend door de betrokken directeuren der nu schappijenwaren toegezonden. Het openb. min. hield de beschuldiging en requireerde eene gevangenisstraf voor den lijd van 3 jaren en geldboelt De heer mr. J. Schouten trad als verdediger voor den beschuldigde op voerde eenige verzachtende omstandigheden aan. De uitspraak is bepas op aanst. Maandag. Een bankiershuis alhier ontving Dingsdag jl. een adviesbrief onderli kend met den naam van het hoofd eener voorname industriële inrigtii hier ter stede, houdende kennisgeving dat den volgenden dag over een drag van ruim ƒ300 op quitantie zou worden gedisponeerd. De zonderlin; handelsstijl en de zeldzame financiële relatie van de firma met den onè| teekenaar deed oogenblikkelijk de verdenking aan valschheid rijzen, wi vermoeden bevestigd werd, toen men later van den ingezetene, met wiens na: de brief onderteekend was, vernam dat de handleekening valsch was. fel volgenden dag werd de quitantie, volgens advies en van dezelfde handteeki ning voorzien, ten kantore van het huis aangeboden door een manspersoJ omstreeks 30 jaren oud. De chef wees den man een plaats in een vertrek aanin afwachting tot de kassier hem de aangeboden quitantie zi voldoen. In plaats echter van den kashouder vervoegde zich kort daai de chef in het vertrek. Op de vraag zijnen naam te willen vermeldeil bleef de quitantiehouder het antwoord schuldig. Toen hem de dnimschroew| nog vaster waren aangelegd, moest hij ten slotte lot de bekentenis komen dat hij èn den brief ên de quitantie valschelijk vervaardigd en onderteekei had. In plaats van met gevulde zakken, de vrucht der gepleegde valsi heden, huiswaarts te keeren, werd de schrijver van den briel en het oil vang-bewijs ten huize van den heer P. D. door eenige inmiddels ontbodi politie-ambtenaren in arrest genomen. Later is gebleken dat deze persoi genaamd is T.ongehuwd en le Delfshaven woonachtig. Te Scheveningen zijn heden ochtend weder twee haringschuiten aaitl gekomenmet goede vangst en gelukkig zonder verliezen te hebben geleden De stoombootwelke gisteren tusschen Scheveningen en Katwijk aan wal! raakte zou heden met hoog water in zee gekomen zijn. Als een bewijs van den bloei en vooruitgang, waarin Scheveningen alt visschersplaats zich mag verheugen, kan strekken dat de visschersvloot, met de heden in zee gestoken nieuwe haringschuit, tot een getal van 200 vaartuigen is gestegen. BELGIË. Onlangs is melding gemaakt van een diefstal van 63000 frs. in bank- billetten aan de //Banque Nationale" te Brussel. Dingsdag werd een der gestolen billetten van 1000 frs, aan de bank in betaling aangebodenwaarna de houder onmiddellijk in hechtenis genomen werd, hoewel hij verklaarde kantoorbediende te zijn en het billet van zijn chel in ontvangst genomen te hebben. K X SC I. BS. LONDEN23 October-. Volgens den Gaulois zou de heer Gladstone, tijdens zijn verblijf te Parijs, in een gesprek met een verslaggever van dat blad, als zijne meening hebben te kennen gegeven, dat in Engeland tie aanstaande verkiezingen eene meerderheid zouden geven aan de liberalen. Lord Derby's wending was een veelbeteekenend verschijnsel. Ilij voor zich hoopte niet weer lot het bestuur geroepen le worden. Lord Hartington en graaf Granville zon-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2