PER TELEGRAAF, gestelde ouders, die weldra in het huwelijk zou treden, met strijken bezig, toen hare huisgenooten plotseling een gil hoorden. Bij het omkeeren van een kleedingstuk had het meisje het strijkijzer schuins in de hoogte ge houden en de gloeijende bout was er uit gevallenjuist tusschen hals en japonwelke laatste open stond. Voordat men haar hulp kon verleenen had het ijzer reeds vreesselijke brandwonden aan hals en borst tocgebragt en de geneesheeren vreezen, dat die wonden den dood ten gevolge zullen hebben. OOST-I ND IE. BATAVIA, 21 Mei. Volgens de jongste berigten uit Atjeh heeit de vijand zich uit het door ons bezette gebied op den linkeroever der Atjeh-rivier tusschen Anagaloeëng en Indrapoeri teruggetrokken na de laatste gevechten. Omtrent weers- en gezondheidstoestand zijn de berigten niet gunstig. Volgens opgave in den Java-Bode, zijn bij de gevechten van den 7ieB dezer maand op Atjeh de volgende officieren gesneuveld: kapt. J. J. van Berg en de lile luit. J. J. G. Schuit. Gewond: de kapiteins L. Du Bus de Valempré en G. D. Ebell, de l,te luitt. G. C. Nieuwenhuis, H. Kuyk, F. D. Triobei, T. J. M. F. Mollingcr, J. A. H. Ivirchner en C. Stiemens; en de 2de luitt. M. C. Sitsen, G. A. Gennet en J. M. C. van der Bijll. Het getal min deren, die gesneuveld zijn, is 23, en die gewond zijn 113. De gouvern.-generaal, het noodzakelijk en billijk achtende de inlandsche i bevolking in de residentie Lampongsche districten mede te doen bijdragen in de kosten der huishouding van den staat, heeft bepaald, dat in de resi dentie Lampongsche districten onder den naam van //hoofdelijke belasting" eene belasting geheven wordt van alle mannelijke personen, behoorende tot de inlandsche bevolkingdie den vollen leeftijd van 16 jaar bereikt hebben, j Bij den aanslag wordt zooveel mogelyk gezorgd dat de belasting bedrage twee ten honderd van het inkomen, der belastingschuldigen. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschik kingen genomen: Civiel departement. Verleend: een tweejarig verlof naar Europa, aan den topograaf bij het mijnwezen J. F. Stremaijer. Ontslagen: eervol, de secretaris der resid. Preanger-Regentsch. C. W. Walbeehm. Benoemd: tot secretaris der resid. Preanger-Regentsch., de hoofdcommies bij het depart, van binnenl. bestuur J. A. van Rossem; tot ltn commies bij het depart, van financiën, de controleur 2e kl. bij het binnenl. bestuur op de bezittingen buiten Java en Madura jhr. W. H. W. de Koek; tot onderw. le kl. aan de openb. inlandsche school te Sonder (Menado), A. Pesik, cand.-onderw. Departement van oorlog. Ontslagen: op verzoek, eervol, de 2e luit.- I kwartierm. bij de milit. adminislr. H. \V. L. Couperus en de kapt. der inf. J. F. A. Noman. Bevorderd: bij het wapen der artillerie, tot kapitein, de le luit. B. C. van Gorkum. BRUSSEL, 27 Jung. In de kamer van afgevaardigden zijn heden door den minister van financiën wets-ontwerpen ingediend, strekkende tot het heffen van een regt op den tabaksbouw, verhooging van het invoerregt op tabak, verhooging der regten op hypotheek en successie en verhooging van eenige accijnsen. BOMBAY, 26 Junij. Het ruiter-standbeeld van den prins van Wales, door sir Albert Sassoon aan de stad Bombay ten geschenke gegeven, is heden, onder het lossen van het geschut, onthuld door den gouverneur van Bombay, die opzettelijk voor de plegtigheid uit Poonah was gekomen. De voornaam ste inwoners van Bombay, zoowel Europesche als inlandsche, waren door sir Albert Sassoon nitgenoodigd, om de onthulling bij te wonen. LONDEN27 Junij. Blijkens een heden verschenen bulletin heeft keizerin Eugénie een rustiger nacht doorgebragt en heeft zij meer voedsel kunnen gebruiken. LONDEN, 28 Junij. De Morning Post meldt: Het testament van prins Lodewijk Napoleon stelt prins Victor als zijn opvolger voor. De prins ver maakt zijn geheele vermogen aan zijne moeder, met legaten aan Rouher, Pielri en anderen. Lord Lawrence, voormalig onderkoning van Indië, is overleden. Een bezoek op het kasteel: „Oud-Wassenaar". Gaven de donkere luchten en de zich, van een stevigen wind vergezelde, regenbuijen der laatste dagen weinig hoop dat de dag van den 27«ten, dooi de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederl. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde vastgesteld om met hare leden een bezoek aan het buiten verblijf Oud-Wassenaar te brengen, door goed weder zou begunstigd wor den de uitkomst heeft gelukkig dien dag toe een waren aangenamen zomerdag gemaakt, 't Was dan ook op de gezigten der 48 leden, die zich 's morgen te tien uren in den tuin van den Voorziter der afdeeling, Mr. H. L. A. Obreen, vereenigd hadden, om straks in de op den straatweg gereed slaande rijtuigen plaats te nemen, te lezen, dat zij het liefelijk zon licht en den blaauwen hemel met welgevallen begroetten en gadesloegen, overtuigd dat hun voorgenomen togt, door zulke gelukkige voorteekenen be gunstigd, niet anders dan hoogst aangenaam en genotvol kon zijn. Nadat men door den Voorzitter met welwillende gastvrijheid ontvangen was. wer den de plaatsen in de rijtuigen op het vastgestelde tijdstip ingenomen en het doel van den togt onder gezellig onderhoud en aangenamen kout aanvaard. Den Haagschen straatweg langs, even voorbij de landgoederen van Prins Frederik, het huis de Pauw en Backershagenvoert, regts van den weg, eene brcedc lommerrijke laan naar het kasteel van den heer C. J. van der Oudermeulendie, op het verzoek van het Bestuur der afdeeling, bereid willig had toegestaan die uitgestrekte plaats dien dag le bezoeken. Pas heeft men de laan een eind weegs opgereden, of reeds vertoont zich in de verte het prachtige in drie jaren tijds (1876—1879), geheel in den stijl der 16e eeuw, nieuw gebouwde kasteel. Schijnt het van verre of het grootsche gebouw iets gedrukts, iets, zou men zeggen, al te kolossaals heeft, hoe digter men nadert, hoe schooner en rijziger de onberispelijke vormen zich voordoen, en, is men eindelijk het schoone en breede terras, dat den hoofd ingang omgeeft, genaderd, en ziet men daar het grootsche schoone gebouw in al zijne architectonische pracht onmiddellijk vóór zich, dan kan men een uitroep van bewondering voor zooveel schoons moeijelijk onderdrukken. Is de indruk, dien het gebouw maakt, op zich zelf reeds overweldigend, niet weinig waren het Bestuur en de leden verrast den vriendelijken gast heer zelf aan den voet van het terras aanwezig te zien om zijne gasten te ontvangen. Na de gewone pligtplegingen nam de togt door het uitgebreide landgoed spoedig een aanvang. De hoffelijke gastheer, die zich met het Bestuur aan het hoofd van den stoet had geplaatst, en beurtelings op welwillenden toon dan met deze dan met gene een vriendelijk woord wisselde, was onver moeid in het aanwijzen, zoowel der schoonste punten, die het landgoed ruimschoots oplevert, als de planten en gewassen, die de bijzondere aan dacht der bezoekers verdienden. De kassen en kweekplaatsen voor moes kruid en ooftgewas gaven den kenners volop stof tot bewonderingzoowel wat aanleg als behandeling betrof; terwijl zij, die minder op de hoogte waren om het botanisch gedeelte te apprécieren, inmiddels aan de stallin gen en koetshuizen genaderdopgetogen waren over de prachtige en doel matige wijze waarop hier de edele viervoeters en kostbare ekwipages wa ren gehuisvest. Zoo was men door een breede beukenlaan allengs het kasteel weer genaderd, en, meende men nu het einde van den togt bereikt te hebben, het bleek al spoedig dat men buiten de gulle gastvrijheid van den gelukkigen bezitter gerekend had. Aan het terras teruggekomenbleek het uit de daar inmiddels gemaakte toebereidselen, dat de vriendelijke gast heer zijn gasten niet op een droogje zou laten heengaan. Op twee tafels ter regter- en linkerzijde der breede vestibule geplaatst, waren op ruime schaal, in den vorm van wijn en gebak, ververschingen aangeregt, die de genoodigden zich op den vriendelijken aandrang van den gastheer wel lieten smaken; terwijl inmiddels de Voorzitter Mr. Obreen van deze gelegenheid gebruik maakte om den heer van der Oudermeulen voor zijn hartelijke ont vangst, ook namens de leden, een welgemeend woord van dank toe te brengen. Maar hiermede was men nog niet ten einde. De gastheer geleidde nu ook de talrijke bezoekers het inwendige van het grootsche gebouw binnen. Was men reeds opgetogen geweest over het wi'iwendige, het inwendige gaf niet minder stof lot bewondering. Door de vestibuledoor tien pilaren van Schotsch graniet geschraagd, waarboven eene galerij, door wit mar meren balustrade omgeven, zigtbaar was, werden de bezoekers in de ver schillende daarop uitkomende vertrekken geleid, die zoowel door correcte bouworde als meubelering op nieuw de bewondering der bezoekers op wekte; vooral was dit het geval in de werkkamer van den gastheer, die, geheel betimmerd uit een op de plaats zelve gevelden notenboommet volle regt een model kan genoemd worden van wat men zich van zoodanig kabinet zou kunnen voorstellen. Terwijl om strijd betimmering en inrigting door de gasten bewonderd werden, deelde de gastheer meê dat alles wat men hier zag, uitgenomen het stucwerk in de vestibule, door HoIIandsche werklieden was uitgevoerd; met regt mag dus het geheel een gewrocht van HoIIandsche bouwkunst en nijverheid worden genoemd. De ingenomenheid der gasten met hetgeen zij gezien hadden gaf den gastheer aanleiding te vragen of men nog lust gevoelde het aangrenzende buitengoed: //Rust en vreugd", toebehoorende aan zijne moeder, mevrouw de Baronesse douairière van der Oudermeulen, te gaan bezigtigen. Dat dit aanbod gretig werd aangenomen, behoeft geen betoog en weldra was de gansche stoet weer in beweging cn betrad men de breede paden van het uitgestrekte en lommerrijke landgoed. Ook hier werd het oog door menig schilderachtig of verrassend punt aangenaam getroffen, maar vooral de rijkdom en verscheidenheid van vreemde planten en gewassendie men hier aantrof, was zoo mogelijk nog ruimer dan die op den huize //Oud-Wasse naar", met het doel der excursie in overeenstemming. Met de opregtste betui ging van erkentelijkheid namen eindelijk de bezoekers van hunnen minza- men gastheer afscheid, en nadat ieder zijne plaats in de inmiddels terugge komen rijtuigen weder had ingenomen, reed men, onder begunstiging van het aangenaamste zomerweder, over Voorschoten huiswaarts. Bij de leden der afdeeling, die aan dit bezoek deel namen, zal de herin nering er van niet ligt worden uitgewischt, en wij vertrouwen dat menig een, die dit kort verslag gelezen heeft, zich aangespoord zal gevoelen om zich als lid aan te melden, ten einde wanneer, zooals wij vernamen, er dezen zomer nog een zoodanig togtje wordt gemaakt, mede van de partij te kunnen zijn. AK1BEMIE-MEEWS. PROMOTIE AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Den 28ste0 Junij de heer J. E. J. M. van der Kun, geb. te Rotterdam, in de regten, met stellingen. PROGRAMMA VAN MUZIEKUITVOERINGEN. Zomerzorg. Dingsdag 1 Julij, des avonds ten zeven ure, door de Stafmuziek van het 4e Reg. Infanterie, Kapelmeester de Heer A. Grentzius. le Afd.: 1. Marsch //An der Alma", Grentzius; 2. Ouverture //Freischutz", v. Webcr; 3. //Immortellen Walzer", Gung'l; 4. Concert pour Oboe (Solo), Kalliwoda, arr. Grentzius; 5. Grande Fantaisie Militaire, C. Coenen. 2e Afd.: 6. Ouverture van het Drama //Jan Wouters", J. Mann, arr. Grent zius; 7. //Les Chanteurs du bois (Polka de Concert pour deux flutes), Picolo, van Praag; 6. Liederen: a. //O, sie mich nicht so lachelnd an", Nicolai; b. //Adagio" aus der D-dur Suite, Bach; 9. Potpourri de l'ope'ra //Loreley", arr. Grentzius. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 6