wegstation binnen. Onmiddellijk, zonder ecnig oponthoud in dc wacht kamer der eerste klasse, verwisselden de vorstelijke personen en de leden van het gevolg hunne plaatsen in den salonwagon met die in de op liet buitenplein gereed staande liofrijtuigen, waarmede 1111. KK. 1111. zich naar hel paleis in het Voorhout begaven. HH. MM. de koning en de koningin hebben gisteren avond, kort na aankomst van H1I. Klv. HH. prinses Hendrik en prins Frederik Karei van Pruissen in het paleis van wijlen den prins, bij de vorslelijkc weduwe en HU vader een rouwbezoek afgelegd. IIH. KK. 1111. prins Frederik, dc prins en prinses van Wied braglen heden ten 12 ure hunne condoleances aan de gemalin van den ontslapen prins. Omstreeks 11% ure begaf zich Z. M. de koning heden voormiddag met een spccialen trein der Rijnspoorweg-maatschappij naar 's Heriogen- boscli tot het in ontvangst nemen en herwaarts begeleiden van den uit Luxemburg overgebragtcn vorslelijken doode. Z. M. droeg dc tenue van opperbevelhebber der marine, de krijgsmagtwaarvoor I1D. broeder van zijne prille jeugd de grootste voorliefde koesterde en waarbij prins Hendrik slechts weinige dagen voor zijn onverwachten dood lot de hoogste waar digheid was opgeklommen. Op dezen togt der rottwe werd de koning vergezeld van den adjudant- generaal der marine, tweeden chef van het militaire huis. schout-bij-nacht jh'. van Capelten. Hd. adjudanten in buitengewone dienst, den oud-minister van marine Pels Rijcken en Uhlenbeck, beiden gepensioneerde vice-admiraals. Ken vrij talrijke schare zag buiten het stationsgebouw den vorst de droe vige reis aanvaarden. De koninklijke trein werd begeleid door den president-directeur der Rijn spoorweg-maatschappij mr. Amesholl, en den ingenieur-werktuigkundige Verloop. De chef, sous-chef en verder het geheele personeel van het station droegen bij deze treurige gelegenheid een rouwband om den linker-arm. -- Voor het geregtshof alhier stond gisteren teregt de gewezen knecht van den Franschen wafelbakker E., die beschuldigd wordt zich aan twee valscliheden in geschriften te hebben schuldig gemaakt. Tijdens hij bij ge noemden wafelbakker in dienst was werd hem wel eens opgedragen het schrijven van bons, waarop dan door winkeliers het benoodigde werd gele verd, zonder dat dit ooit reden gaf om aan oneerlijkheid van den bediende te denken. Nadat evenwel van zijne oneerlijkheid was gebleken en hem zijne betrekking was opgezegd, schreef hij zoowel te Amsterdam als te Rotterdam biiefjes, even als toen hij nog bij den bakker in dienst was, en verkocht de daardoor verkregen hoeveelheid suiker aan een bakker te Rot terdam. Adv. gen. Gregory eischte de veroordeeling van besch. tot een jaar gevangenisstraf en twee boeten van ƒ50, terwijl mr. Reynst, die als ver dediger optrad, zijn cliënt in de clementie van het hof aanbeval. Uitspraak aanst. Donderdag ten 3 ure. Daarna werd aangevangen met de behandeling van twee zaken, waarin één persoon als beschuldigde betrokken was. Deze persoon, P. J. L. ge naamd, zonder vaste woonplaats en thans 33 jaren oud, werd reeds op 9 jarigen leeltijd wegens diefstal veroordeeld en heeft nu laatstelijk in België ruim vier jaren, mede ter zake van diefstal, in de gevangenis doorgebragt. Hem worden ten laste gelegd twee gequalificeerde diefstallen, in 1874 ge pleegd. De eerste betrof eene zwartbonte melkkoe, die hij in den nacht van 8 .lanuarij 1874 uit den stal van een landbouwer te lleilc (prov. Zee land) zou hebben ontvreemd en op Belgisch grondgebied aau kooplieden uit Brugge verkocht. De tweede diefstal, in den nacht van 25 Oct. 1874 be dreven. gold een groot bruin paard, ter waarde van 5 a 600 francs, dat den volgenden ochtend uil een stal te Eede (prov. Zeeland) werd vermist en mede in België door besch. bleek verkocht te zijn. Door de aanvanke lijk pertinente outkentenis van den besch. ten aanzien van beide diefstallen werd het getuigenverhoor zeer bemoeijelijkt. Nadat, de getuigen ten aan zien van den diefstal der koe waren gehoord, kwam besch. op zijne out kentenis terug en bekende hij haar te hebben gestolen, maar daartoe door den persoon, aan wien hij het beest had verkocht, te zijn aangespoord. Wat den diefstal van het paard betreft, dien bleef hij ontkennen. Adv.-gen. Gregory, die het bewijs van schuld aan beide diefstallen wettig en overtui gend bewezen oordeelde, requireerde de veroordeeling van besch. tot zes jaren tuchthuisstraf. De verdediger, mr. Wttewaall, beval zijn cliënt den hove aan ten aanzien van het feit door hem bekend en verzocht diens vrijspraak voor deu diefstal door hem ontkend, op grond dat wel was gebleken dat hij het paard had verkochtmaar in geenen deele dat hij het had gestolen. Uitspraak Donderdag aanst. UUITENLANDSCIIK RKIilGTKX 12IV 4ï E I; A. jV W. LONDEN, 23 Januarij. «I De groothertog van Hessen-Darmsladt en zijne kinderen zijn sedert een paar dagen de gasten van de koningin. Naar men aan de Standard mededeelt, zullen de vijf jongste kinderen van den groothertog in Engeland blijven. De koningin w il voor hun verdere opvoeding zorg dragen. Het zelfde blad maakt ook nog gewag van twee wenschendie de overleden groothertogin op haar sterfbed te kennen heelt gegeven. Zij verzocht, dat op haar lijkkist een Engelsche vlag zou worden gelegd en dat de groother tog haar zou beloven minstens om de twee jaren met de kinderen Enge land te bezoeken. Onlangs werd er bij herhaling gewezen op den ellendige» toestand der gevangenissen in Cyprus. In duistere holen en ijzeren kooijen werden, naar beweerd werd, de gevangenen zwaar geboeid aldaar bewaard. He secretaris van de Howard Institution" te Londen heeft lord Salisbury en den gouverneur van Cyprus, den heer Wolselcydaarop opmerkzaam ge maakt. De heer Wolseley heeft geantwoord, dat, ofschoon een weinig overdrevende gegeven beschrijvingen van den toestand der gevangenissen veel waars bevatten. Maar hij voegde er bijdat het Engelsche bestuur reeds een einde aan dien toestand gemaakt had. De beambten van den Great Northern-spoorweg hebben besloten, ia de tijdelijke loonsvermindering van 1 shilling per week te berusten. De werkstaking van dc Midland-spoorweg-conducteurs duurt echter nog altijd voort, ofschoon het getal der werkstakers reeds tot 86 is verminderd. Het fonds voor He restauratie van de door brand vernielde bibliotheek te Birmingham heeft reeds eene som van ƒ108.000 bereikt. Te Tackley, in de nabijheid van Woodstock, heeft dezer dagen een predikant van 72 jaar in eene worsteling met een inbreker bewijzen gege ven van op dien leeftijd ongewone ligchaamskrachl en kloekheid. Des avonds ten negen ure kwam zijn knecht hem zeggendat er een ladder legen een der vensters stond. De predikant ging alleen naar de aangewezen kamer, keek rond en vond een manspersoon onder bet bed. Deze wist er onder nit te komen, maar dc grysaard vatte hem bij de keel, wierp hem op het bed en dreigde hem te wurgen zoo hij zich niet rustig hield. Aan zijn dochter, die op het rumoer kwam aangesneld, gaf hij last, de bedienden te roepen. Bij het binden van den inbreker, die zich bleef verweren, ge lukte het dezen een pistool voor den dag te halendat in de worsteling afging en een der bedienden kwetste. FRANKRIJ K. Het Journ. Off. bevat het besluit, waarbij de senator Denormandie benoemd wordt tot gouverneur der Fransche bank. Tegen het einde dezer week verwacht men dc openbaarmaking, in het Journ. off., van besluiten, waarbij de prefect der Seine, verscheidene burgemeesters en andere stedelijke ambtenaren, alsmede een groot aantal hoogere staatsambtenaren, door republikeinschgezinde personen vervangen worden. Men verzekert, dat de senator Herold, van de republikeinsche linkerzijde, tot prefect der Seine zal benoemd worden. De minister Dufaure wil zijne beloften zoo spoedig mogelijk vervullen, daar hij hierin het eenige middel ziet om eene gevaarlijke crisis te voorkomen. In de kamer van afgevaardigden heeft de president den brief medege deeldwaarin admiraal Touchard, de eenige niet-republikeinsche vertegen woordiger van Parijsden dag voor zijn dood afscheid nam van zijn ambt- genooten: »Op het oogenblik dat gij dezen brief zult lezen zal ik niet meer leven. Wilt aan mijn ambtgenootenaan al mijn ambtgenooten mijn laatsten groet overbrengen. Pas in bet parlement gelreden, heb ik in uw midden noch hartstogt, noch wrok gebragt, ik bragt er alleen gevoelens van vrede en verzoening, terwijl ik aan de liberale en grondwettige mo narchie een onverwrikbare gehechtheid behield. Hoe dit ook zij, ik vermag thans niets anders meer dan dc vurigste wenschen te uiten voor den bin- nenlandschen vrede van mijn land, voor zijn geluk en voorspoed. Ontvang, mijnheer de president, de laatste betuiging van mijn eerbied." De kamer toonde zich zeer gel roden door dezen brief. Volgens berigten uit Nieuw-Caledonië, bij het dep. van marine ontvan gen, is het aan de Fransche mobile colonnes gelukt, de opstandelingen naar de steile rotskust bij Kaap Goulvain terug te drijven en zichna een hardnekkig gevecht, van hunne stelling aldaar meester te maken. Aan den kant der Franschen zijn slechts twee man gesneuveld. -- De generaal Grant, gewezen president der Vereenigde Stalen, is uit Parijs naar Marseille vertrokkenom aldaar aan boord tc gaan van la Bourdonnaisdie hem naar Bombay zal brengen. DBITSCHLAN». In het huis van afgevaardigden is beraadslaagd over het voorstel van den héér Heereman, dat het Pruissische ministerie zich zou verklaren tegen het wels-ontwerp betredende de disciplinaire regtspraak van den rijksdag. De heer Stengel stelde namens de conservative partij eene motie voor om over te gaan tot de orde van den dag. Zij werd met 299 tegen 62 stem men verworpen. De nationaal-liberale en de Fortschritts-partij stelden te zamen voor, dat het huis. het voorstel van den heer Heereman verwer pende, verklaren zou, dat de bestaande waarborgen voor de vrijheid van spreken, de zelfstandige regeling van de behandeling der zaken in het huis, en de handhaving der discipline over de leden door hen zeiven, onmisbare grondslagen zijn van de staatsinrigting zoowel van Pruissen als van het rijk, en dat, in strijd met het bij den bondsraad ingediend wets-ontwerp, de Duitsche rijksdag in het behoud der regten, welke hij volgens de con stitutie bezit, in goed vertrouwen moet worden gelaten. Dit voorstel werd aangenomen. Aan de IVeser-Zeit. wordt uit Berlijn gemeld, dat de regering niet het voornemen heeft opgevat, zooals door een Berlijnsch dagblad is gemeld, om de socialistische leden van den rijksdag uit de hoofdstad te verwijderen. Het spreekt vanzelf dat hierbij wordt uitgegaan van het standpunt, dat de bedoelde leden van hunne zijde geen aanleiding gevendat de regering zich verpligt ziet de gestrengheid der wet oj> hen toe te passen. Zoo zal de regering, om een voorbeeld te noemen, na de opening van den rijksdag er met de meeste zorg voor waken, dat de socialistische ledennaar ouder gewoontebuiten den rijksdag hunne opruijende pogingen voortzetten. Wat betreft het honden van openbare bijeenkomsten dit verhindert op voldoende wijze de socialistenwet. Wij meenen met grond te mogen onderstellen, dat de socialistische leden van den rijksdag niet voornemens zijn zich uit spattingen in de bekende rigting te veroorloven. In de eerste plaats zal de stemming in het huis vermoedelijk zeer gedrukt zijn; ten andere is het niet in hun belang, om aanleiding te geven lot het aanwenden van de bepalin gen der nieuwe wel. hetgeen uit den aard der zaak er toe zou leiden om als een bewijs tc strekken voor de noodzakelijkheid om dc wet te hernieuwen. Wel iting Sow :ie ierv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1879 | | pagina 2