BIJVOEGSELbehoorende tot de Leidsehe Courant
van Maandag 28 October d878, Jf9. 254.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
Gisteren morgen moest de spoorwegarbeider C. Wellink den eersten
trein, van Rotterdam komende, geleiden op een gedeelte in reparatie zijnde
weg. Op de hoogte van de Kastanjewatering onder Rijswijk van de loco
motief springende, alvorens die geheel stilstond, geraakte hij met het been
er onder, waardoor de bovenenkel werd verbrijzeld. Onmiddellijk naar het
gasthuis te Delft overgebragt, werd hem het been beneden de knie afgezet.
Uit IJmuiden meldt men: Donderdag middag zou een loodsboot met
vier loodsen op de riemen een loods naar het binnenkomende stoomschip
European brengen, toen dit stoomschip binnen de pieren, door de hevige
deining, op de boot liep, waardoor deze omver werd geworpen en allen in
zee vielen. Door spoedig toegeschoten hulp wist men drie hunner te red
den: de vierde had zich aan de gekantelde sloep vastgegrepen en is, ernstig
aan de borst verwond, opgevischt.
De stad Hoorn is gisteren avond door eene groote ramp getroffen.
De bliksem is geslagen in den toren der Groote kerk. Tegen half 10 ure
zag men eene kleine vlam in den torenen binnen den tijd van drie uren was
kerk en toren een prooi der vlammen geworden. De belendende gebouwen
zijn behouden gebleven. Er zjjn geen ongelukken bij voorgevallen. De
brand was zoo ernstig dat men adsistentie uit Amsterdam verzocht. Toen
de drijvende stoomspuit van daar zou vertrekkenkwam het berigt dat de
brand genoegzaam bedwongen was.
In het Weekbl. v. h. liegt wordt door eenige heeren uit Vollenhove
en Zwolle medegedeeld, dat men een fonds wenscht te stichten ten behoeve
van de weduwe en de zes jeugdige kinderen van den rijksveldwachter-briga
dier-titulair J. J. Bottings, die te Vollenhove vermoord is in de uitoefening
van zijn pligt.
Zoowel in Overijssel als in Friesland staan reeds vele landen onder
water. De spoorreizigers ontwaren uren ver niets dan een uitgestrekte
watervlakte. Overal drijft een massa turf, hetgeen groote schade aan de
eigenaars berokkent.
Van den heer W. M. Logemante Haarlemvindt men in de H. C.
een beschouwing over de Amerikaansche berigten omtrent de uitvindingen
van den heer Edison in zake het electrisch licht. Hij zegt daaromtrent:
//Dit boek bevat veel waars en ook wel eenig nieuws; maar ongelukkiglijk
is juist wat daarin waar is niet nieuw, en wat daarin nieuw is niet waar."
Met geringe wijziging zou men deze uitspraak, welke ik vóór vele jaren
eens als recensie van een boek in een tijdschrift vond, kunnen toepassen
op de wetenschappelijke sensatieberigten aangaande Edisons nieuwste uitvin
ding, waarop de Amerikaansche dagbladen in den laatsten tijd huune lezers
vergasten. Na dit meer uitvoerig te hebben toegelicht, zegt de heer L.:
Het is met dit al toch nog zeer mogelijk, dat Edison aangaande het elec
trisch licht iets nieuws uitgevonden heeft. In de eerste berigten werd dit
ook gezegd: het heette daar, dat hjj het naar willekeur kon verdeelen en
dus door denzelfden stroomgever een willekeurig aantal nu zwakkere
lichten kon doen stralen op van elkadr verwijderde plaatsen. Bevestigt zich
dit in volle mate, dan heeft Edison gevonden wat velen lang vóór hem met
ijver en volharding, maar vergeefs, hebben gezocht. Maar ook dan nog
zal dit licht, veel meer dan nu zeker, nevens het gaslicht groote dienst
doen, maar nooit dit kunnen verdringen of zelfs de consumtie daarvan aan
merkelijk doen verminderen,
Blijkens het rapport van de commissie van financiën op de ontwerp
begroting voor 1879 heeft het hare aandacht getrokken dat het verschil
tusschen het inkomen der belastingschuldigen, volgens het kohier opge
maakt krachtens de laatstelijk vastgestelde verordening, en het vermoedelijk
inkomen volgens de vorige belasting zoo gering is (ƒ4442947 in 1878,
tegen ƒ3859060 in 1877), terwijl zij verwacht had dat, ten gevolge van de
invoering van eene belastinghefifiing direct naar het inkomen der belasting
schuldigen, een aanzienlijk hooger eindcijfer zoude zijn verkregen. Zij
drukt den wensch uit dat het kohier van het jaar 1879 in dit opzigt beter
moge beantwoorden aan de gunstige verwachtingen, bij de wijziging van
het belastingstelsel gekoesterd.
Gaarne zou de commissie eenige inlichting ontvangen op grond waarvan
thans de raming van het overschot van de exploitatie der gasfabriek j 8000
lager is dan het vorig jaar.
Bij de vaststelling van de begrooling voor dit jaar werd besloten het
bedrag dat, wegens voor schoolbouw enz. bestede kapitalen, aangewend
wordt tot belegging, te bestemmen voor den verkoop van inschrijving op
het grootboek, met het oog op de uilgaven ter zake van de duinwaterlei
ding. Hoezeer de meerderheid der commissie zich niet met dat beginsel, het
verkoopen van kapitaal ten einde voor een deel te gemoct te komen aan de
kosten der rentegaranlie, kan vereenigen, zoo meent zij in het eenmaal
genomen besluit te moeten berusten.
Bij hare beschouwingen omtrent de uitgaven is de commissie van oordeel
dat hoezeer zij van oordeel is dat enkele van de voorgestelde tractements-
verhoogingen van ambtenaren wenschelijk kunnen worden geacht, het haar
evenwel voorkomt dal het tegenwoordig oogenblik daarvoor allerminst ge
schikt is, nu de plaatselijke directe belasting tot een aanzienlijk bedrag
moet worden uitgetrokken, en zij acht zich alzoo verpligt in overweging
te geven alle voorgestelde verhoogingen voorloopig uit te stellen, alsmede
de niet dringend noodzakelijke uitgaven van de begrooting te schrappen.
Het besproeijen van de straten schijnt haar niet van zoodanig belang, dat
daarvoor eene jaarlijksche uitgave van ƒ1000 zoude zijn gereglvaardigd;
ook deze post zoude alzoo gevoegelijk van de begrooting kunnen vervallen.
Wat betreft de schietbaan meent de commissie dat de beslaande toestand
niet voortdurend kan worden gehandhaafd, maar dringende noodzakelijk
heid om thans tot de slechting over te gaan bestaat er niet. Nu ten ge
volge van de invoering van het gewijzigd belastingstelsel de schatters zijn
vervallen, is bij de commissie de vraag gerezen of inderdaad afzonderlijke
gelden voor het opmaken van de kohieren benoodigd zijn, daar zulks bij
de vorige belasting niet het geval was.
Aangezien over 1879 een zeker bedrag aan rente zal moeten worden uit
betaald, schijnt het, volgens de commissie, raadzaam daarvoor op de be
grooting de noodige gelden uit te trekkenten einde te voorkomen dat bij
de definitive regeling van de geldleening de middelen tot dekking van de
renten niet aanwezig zijn. Krachtens vroeger genomen raadsbesluiten zal
door middel van eene geldleening moeten worden voorzien in de uilkeering
van 100,000 ten behoeve van den spoorweg Leiden—Woerden; in eene
uitgave van ƒ10000 op de begrooting voor dit jaar voorkomende, die niet
meer door verkoop van inschrijving op het grootboek kan worden gedekt;
in de kosten van den aankoop van huizen voor de gasfabriek ad ƒ13000
H en eindelijk in die voor de oprigting van eene overdekte speelplaats bjj de
school n°. 3 voor minvermogenden ad 4250, te zamen uitmakende een
bedrag van ƒ127250. De rente berekenende tegen 4% pCt. zal alzoo een
bedrag van ongeveer 5500 op de begrooting moeten worden gebragt. De
gelden, voor de aflossing benoodigd, zullen eerst op de begrooting voor
1880 behoeven te worden aangewezen.
Naar de voorstellen der commissie zou het cijfer der begrooting, in ont
vangst en uitgaaf, met f4480 worden verminderd.
's GRAVENHAGE, 26 October.
Door Z. M. is benoemd tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw
de heer B. van Berkel, ontvanger van het buitengewoon zegel alhier, tevens
belast met de directie van het algemeen zegelkantoor. Genoemde heer ge
niet heden het voorregt zijn 60-jarige ambtsbediening te vieren.
Z. M. de koning heeft benoemd tot ridder 4de kl. van den Gouden
Leeuw van Nassau den thans tot kapitein bevorderden l'te0 luit. H. G. J. van
Hoogstraten, voormalig ordonnance-ofücier des konings.
De le luit. der infanterie van het Nederl. Indische leger P. D. W.
Wilken is voor den tijd van drie jaren gedetacheerd bij het wapen der in
fanterie van het leger hier te lande, en de 2e luit. H. A. du Croo, van het
5e reg. infanterie, is voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het wapen
der infanterie van het leger in Nederl. Indië.
Eergisteren is alhier in 70-jarigen ouderdom overleden de heer mr. J. E.
baron van Panhuys, oud-commissaris des konings in Friesland. Sedert
3 Nov. 1848 stond hij aan het hoofd van dat gewest, lot hij kort geleden
die betrekking nederlegde en zich alhier vestigde.
Een droevig ongeval heeft gisteren avond in eene woning in de
Nieuwe Schoolstraat plaats gehad. Eene jeugdige dienstbode viel met eene
brandende petroleumlamp in de hand van de trappenwaardoor hare kleede
ren in vlam geraakten en haar ligchaam met brandwonden werd overdekt,
ten gevolge waarvan zij na een hevig lijden is bezweken.
ENdfiLAND.
LONDEN, 25 October.
Lord Lawrence, oud-procureur-generaal van Britsch-Indiö, betoogt op
nieuw in de Daily News, generaal Havelocks argumenten weêrleggende
dat men den Emir, zoo het eenigzins mogelijk is, met vrede laten moet.
Hij is het niet eens met genoemden generaal, dat de Emir tot een offensief
en defensief'verbond met Engeland moet gedwongen worden, daar zulk
een verbond Engeland in al de twisten van den Emir met de naburige
stammen zou wikkelen. Lord Lawrence constateert dat ook volgens gene
raal Havelock de Emir Engeland niet beleedigd heeft. Naar zijne meening
moet men den Emir op vreedzame wijze tot eene vriendschappelijke ge
zindheid trachten te brengen. Dat is op dit oogenblik zeer moeijelijk,
maar men behoort thans geduld te oefenen.
De in hechtenis genomen directeuren van de //City of Glasgow bank",
zijn in de gewone cellen opgesloten. De nieuwe gevangeniswet veroorlooft
hun echterop hunne kosten eenige meubeleneen beter bed en het voed
sel, dat zij mogten verlangen, le verkrijgen. De afzondering wordt streng
gehandhaafd.
Het alhier gevestigde meteorologisch instituut van de New-York Herald
meldt: De cyclone, die de Amerikaansche kusten heeft geteisterd, heeft een
oostelijke rigting genomen en nam in hevigheid af. Zij zal waarschijnlijk
den 28en de Engelsche en Fransche knsten bereiken, vergezeld van en
voorafgegaan door lievigen regen.
FRANKRIJ li.
Een der eerste zaken, waarmede de senaat zich na de wederopening
der zittingen zal moeten bezighouden, is de verkiezing van drie onafzetbare
leden. De linkerzijde schijnt besloten le zijn eerst op het laatste oogenblik
met haar candidaten voor den dag te komen. De regterzijde is zoo geduldig
niet, doch de drie verschillende fraetiën hebben veel moeite om het onder
ling eens te worden. Men noemt zes namen, waarvan alleen de hh. Gui-
bert, aartsbisschop van Parijs, en Freppel, bisschop van Angers, zeer be
kend zijn.
De rede, door Mac Mahon bij de uitreiking der prjjzen Maandag 11.
gehouden, is in alle gemeenten des lands aangeplakt.
Be werklieden uit Marseille, die de tentoonstelling bezocht hebben,
zijn naar Gambetta gegaan met verzoek om werkzaam te zijn voor het
uitvaardigen eener amnestie ten behoeve der veroordeelden van de commune.
Naar men verzekert, heeft Gambetta hen aangemaand hunne taak, waar
voor zij naar Parijs gezonden waren, en die niet van staatkundigen aard
is, te vervullen en een rapport omtrent hunne bevindingen op de tentoon
stelling op te maken. Hij voegde er bij, dat hij de eerste zal wezen om