PER TELEGRAAF,
FRANKRIJK.
Naar men verneemt zou het ministerie Zaturdag op het Elysée verga
deren om zich bezig te houden met de middelenwaardoor de aanstaande
zitting van de kamers verkort kan wordenen met de maatregelendie in
verband staan met de opening der wereldtentoonstelling. Bij deze gelegen
heid zal ook de duurte besproken worden, die men vreest dat een gevolg
dier tentoonstelling zijn zal. De meeste restaurants hebben hun prijzen
reeds met 25 en de meeste hotels met 100 pCt. verhoogd. Men vreest dat
vele vreemdelingen hierdoor afgeschrikt zullen worden, doch de regering
zal er weinig aan kunnen doen.
Maarschalk Mac Mahon en zijn gemalin hebben de volgende beschik
kingen genomen voor feesten en receptien gedurende de tentoonstelling. Op
den openingsdag zal er groote receptie zijn. Den 2cn en 4eD Mei diners van
60 couverts. Daarbij zullen genoodigd zijn: de prins van Wallis, de kroon
prins van Denemarken, aartshertog Lodewijk, koning Frans van Assises,
prins Hendrik der Nederlanden, de hertog van Leuehtenberg en de hertog
van Aosta. Des Donderdags zullen beurtelings bals en diners plaats hebben.
Tusschen de Fransche beeldhouwers, die stukken op de wereldtentoon
stelling inzenden, en den heer de Chennevières, die met de plaatsing der
voorwerpen van beeldende kunst is belast, is een strijd ontstaan, die ten
nadeele van laatstgenoemde geëindigd is. Voor de schilderstukken had hij
een bepaalde plaats aangewezen, maar de beelden wilde hij plaatsen, zoo
goed en zoo kwaad als het kon, waar maar een plekje te vinden was.
Ernstig werd hiertegen door de beeldhouwers geprotesteerd, doch men vond
bij den heer de Chennevières geen gehoor. Er volgde een beroep op de
hoofdcommissie voor schoone kunsten, de jury dreigde haar ontslag te
nemen, indien aan het billijk verlangen der kunstenaars niet werd toege
geven. Zoo kwam de zaak tot den minister Bardoux en de heer de Chen
nevières zag zich genoodzaakt een paar zalen, waar hij oude portretten
wilde ophangen, die op de tentoonstelling niet te huis behooren, voor de
beeldhouwwerken in te ruimen.
De Union kondigt aan, dat eerlang in eene nabij Parijs gelegen, nog
te bepalen stadeen groot katholiek congres zal gehouden wordengelijk
dat van Poitiers in 1875. De bedoelde stad zal aan eene der groote spoor-
weglijnen liggen, zoodat bezoekers der tentoonstelling het congres gemak
kelijk kunnen bijwonen.
Barré en Lebiez hebben weder een verhoor ondergaan van den regter
van instructie. Het verhoor duurde ongeveer een half uur. Lebiez, die
zeer terneergeslagen was, antwoordde in onzamenhangende taal. Barré was
zeer zenuwachlig en gejaagd. Toen de beschuldigden het kabinet verlieten
was Lebiez wezenloos en onmagtig. Men moest hem ondersteunen, Barré
was doodsbleek, doch kalm. Hij maakte aanteekeningen.
DUIT ICHLAXD,
De koning van Zweden is te Berlijn aangekomen, maar, daar hij
incognito reist, niet officieel ontvangen. Te zijner eer is aan het hof een
groot feestmaal gegeven, waaraan o. a. 'skonings gevolg en de leden van
het Zweedsche gezantschap deelnamen.
De Weaer-Zeitung zegt, dat naar haar stellige overtuiging de regering
van meening is, den rijksdag te ontbinden, in spijt van alle verzekeringen
der officiële dagbladen, dat aan dergelijk plan niet wordt gedacht.
Een vrceselijk ongeluk heeft dezer dagen op een der schietterreinen
nabij Berlijn plaats gehad. De matrozen-divisie hield schietoefeningen en
het geval wilde dat een granaat niet uiteen sprong. Toen door eenige j
matrozen pogingen werden aangewend om haar te doen springen, ontplofte
zij op eens en werden 4 man op den slag gedood. Twee andere matrozen
werden zwaar gekwetst en een hunner is reeds overleden, en ook vreest
men dat de andere zijn bekomen wonden niet zal overleven. Er is een
onderzoek ingesteld of het ongeval aan de onvoorzigtigheid der overledenen
dan wel aan een andere oorzaak moet worden toegeschreven.
Donderdag 25 April, bij het vertrek van den spoortrein van Dusseldorf
naar Gladbach, trof een jeugdig huzaren-officier een ontzettend ongeluk.
Zijn paard schrikte van de fluit der locomotief, sprong over de barrière en
geraakte met den berijder onder den trein. Den officier werden de beide
beenen van het ligchaam gescheiden. Het paard werd onder den trein
verpletterd.
Te Bremerhaven is een bierbrouwer aangeklaagd. Hij had aan het
hospitaal bier geleverd, hetwelk bij onderzoek gebleken was slechts een
stroopmengsel te zijn. Bij het geneeskundig bestuur ontboden, verklaarde
hij dat hij reeds lang zijn bier had gemaakt uit water, gist en stroop, welk
mengsel, wanneer het vier weken heeft gestaan, een allezins bruikbare
soort van gewoon bier opleverde. Hij had dit altoos ter goeder trouw ge
daan, volgens een recept, dat hij voor 1200 mark van een Brunswijker
had gekocht, en in Brunswijk werd zeer veel bier naar dat recept gefabri
ceerd. Er is eene aanklagt tegen hem ingediend.
Een zoontje van een molenaar te Bimbach, bij Allenkirchen, kwam i
onder het malen te digt bij het raderwerk, waarvan de tanden met zijn
mouw in aanraking kwamen. De knaap werd omhoog en in de machine
geslingerd, die hem letterlijk fijn maalde.
Een jongmensch, uit Bremenhain bij Rothenbnrg in Silezië, werd met
de Paaschdagen uit Görlitz te huis verwacht. Hij zou de reis te voet af
leggen en trachtte onderweg een berk- en boschhaan te verschalken. Hij
verborg zich dus in het kreupelhout en bootste zeer goed het geluid van
dezen boschbewoner na om te zien of er ook een in de nabijheid was. De
jager van het naburige kasteel, die met hetzelfde doel uitgegaan was,
hoorde het geluid en meende een echten vogel op het spoor te zijn. Hij
bootste eveneens de doordringende toonen na en bragt daardoor den eerst
genoemde in den waan, dat zijn list goed geslaagd was. Deze toch steekt
voorzigtig het hoofd uit de struiken en valt op hetzelfde oogenbiik doode-
lijk getroffen ter aarde. De jager, die het schot gelost had, was zoo ont
steld, dat men hem slechts met moeite van een zelfmoord kon terughou
den. Hij stelde zich daarna ter beschikking van de justitie, doch men liet
hem op vrije voeten.
Uit Weenen meldt men omtrent den moBrdaanslag op prins Emmerich
von Thurn en Taxis, stalmeester des keizers, dat deze plaats had toen de
prins naar het Prater reed. Op weg daarheen werden twee revolverschoten
op hem gelost. Bij het eerste schot vloog de kogel hem strijkelings langs
de borst; ook het tweede miste. De dader werd onmiddellijk gegrepen.
Het was een handelsagentBernhard Wild genaamd. Bij het voorloopig ver
hoor verklaarde hij, indertijd zijn vermogen te hebben verloren bij de assu-
rantie-maatschappfi //Europa", bij welke prins Emmerich aan het hoofd van
het bestuur had gestaan. Op grond daarvan had hij den prins onlangs om
eene geldelijke ondersteuning gevraagd, en hierop een afwijzend antwoord
ontvangen hebbende, had hij besloten hem van het leven te berooven. Bljj-
kens nadere berigten echter heeft hjj nooit eenig vermogen bezeten, heeft
de prins nooit aan het hoofd van de genoemde maatschappij gestaan en be
staat er vermoeden dat Wild aan verstandverbijstering lijdt.
Op 13 Mei wordt te Bern het internationaal spoorweg-congres geopend.
Zwitserland, Italië, Frankrijk, Duitschland en Oostenrijk-Hongarije zullen
er vertegenwoordigd zijn. Het heeft ten doel: 1°. de vaststelling der regts-
magt ter zake van klagten over beschadiging of oponthoud van bezendingen
2°. invoering van gelijke formaliteiten voor het constateren van binnen- en
buitenslands toegebragte schade; 3°. aanneming van het algemeen beginsel
dat de laatste afzender aansprakelijk is voor verzuim of vergissing van vorige
afzenders, behoudens verhaal op deze laatsten; 4°. omschrijving van de
grenzen der verantwoordelijkheid van den expediteur en den commissionair.
TURKIJE.
Na de inneming van Sofia werd het gerucht verspreid en vrij algemeen
geloofd dat eenige Poolsche doctoren door de Russen werden opgehangen.
De Russische politie is er thans in geslaagd een dezer heeren weder te
vinden en deze is in staat te melden, dat niet alleen hij, maar ook de
anderen nog de beste gezondheid genieten. Dr. Michalowski, geboortig van
Warschau, oefende tot 1876 het beroep van barbier te Krakau uit en ging
daarop, als arts. in Turksche dienst. Na de inneming van Sofia werd hjj
door generaal Arnoldi van de dienst aan de hospitalen ontslagen, geljjk hij
dezer dagen te Krakau ambtelijk verklaarde.
BERLIJN, 26 April. De Nordd. Allg. Zeit. zegt, dat, schoon welligt
een meer optimistische beschouwing van den staat der crisis in het Oosten
aannemelijk schijnen mag, toch als het zwaartepunt van de diplomatieke
onderhandelingen moet worden beschouwd het antwoord van Engeland op
de vraag van Italië, waarin dan eigenlijk het positive programma van de
Engelsche politiek in het Oosten bestaat. Engeland heelt reeds bij het uit
breken des oorlogs eene eerlijke verklaring algelegd, dat het de gedragslijn
volgt, die zijn eigen belang aanwijst. Sedert het sluiten van den vrede heeft
Engeland zich echter bij alles op het voetstuk gesteld van zoogenaamde
Europesche belangen, maar niemand weet, waarin die belangen eigenlijk
bestaan. Het programma, waarover Engeland vroeg of laat kleur bekennen
moet, en waarvan- de Engelsche ministers ieder afzonderlijk reeds vrij uit-
eenloopende voorstellingen hebben gegevenzal ten slotte beslissend zijn
voor de crisis in het Oosten.
St. PETERSBURG, 26 April. De Ag. Russe keurt de onrustbarende be
rigten van de Russische bladen af. Het blad deelt mede, dat zoowel over
het terugtrekken der krijgsmagt als over het congres de onderhandelingen
worden voortgezet. Rusland is evenals Engeland van oordeel, dat een ge-
dachtenwisselingregtstreeks tusschen beide landen gevoerd, over de mid
delen om te geraken tot overeenstemming, het congres behoort vooraf te
gaan. De berigten, volgens welke Oostenrijk, Duitschland en Italië bij Enge
land aandringen op een mededeeling zijner bedoelingen, kunnen niets anders
dan bevorderlijk zijn voor een gedachtenwisseling.
St. PETERSBURG, 26 April. Het beweren van de Russische bladen, dat
de bemiddeling van Duitschland vruchteloos gebleven is, mist allen grond.
Met betrekking tot de onderhandelingen over den gelijktijdigen aftogt van
het Russische leger en der Engelsche vloot, is niets meer bekend geworden.
Ook weet men niet of Engeland het nieuwe uitnoodigingsformulier aange
nomen heeft. Het Britsche kabinet hecht niet aan deze of gene uitdrukking
in het formulier, maar wil slechts dat Rusland op eenigerlei wijze erkenne
Europa's oppergezag om de Oostersche quaestie te beslissen. In deze han
deling ligt toch niets vernederends.
KONSTANTINOPEL26 April. De opstandelingen verjagen de Bulgaren,
waar zij die ontmoetenen nadere Philippopoli. Er heerscht groote onge
rustheid zelfs te Adrianopel. Het garnizoen van die stad trekt tegen de
opstandelingen uit. Aldaar zijn eenige soldaten vermoord. Uit een onder
zoek is gebleken dat de acht Turksche dorpen, die door de Bulgaren wer
den aangevallen, buiten de Turksche demarcatielijn liggen.
KONSTANTINOPEL, 26 April. Men verzekert dat de Lazes zich gereed
maken om bij de mogendheden te protesteren tegen de inlijving bij Rusland.
15,000 Lazes zijn in de omstreken van Batum vereenigd, met het doel zich
te verzetteu tegen den intogt van de Russen te Batum. De Russen dringen
op nieuw aan op de ontruiming van Schumla en Varna.
BOMBAY, 26 April. Het eerste detachement troepen vertrekt den 29 April
naar Malta. Het tweede volgt den 1 Mei. De inboorlingen melden zich
vrijwillig aan om deel te nemen aan de expeditie.
INGEZONDEN. Het geluksdevies//Wo gewinnt man jedes Mal?
Bei M1NDUS MARIENTHAL!" heeft zich door talrijke winsten, o. a. de voor
korten tijd getrokken premie van 242,400 mark, eene zoo groote bekend
heid verworven, dat allen liefhebbers van het spel de firma MINDUS
MARIENTHAL ten zeerste wordt aanbevolen. Blijkens de annonce in het
nommer der Courant van heden heelt er spoedig weder eene verloting
plaatsvoor welke genoemde firma originele loten verzendtwaarop in het
bijzonder opmerkzaam wordt gemaakt.
OPGAVE VAN BRIEVEN,
welke in de tweede helft der maand Maart door het postkantoor te Leiden
zijn verzonden en die niet besteld zijn, omdat de personen, aan wie zij
geadresseerd waren, op de aangewezen plaatsen onbekend waren.
Geadresseerd aan: R. Loers (2 stuks), te Aalten; P. Zeilstra, wed. I.
Boeker, B. C. Maks, D. B. Kapteijn, J. van der Horst, allen te Amsterdam;
A. J. Peters, te Arnhem; L. van der Lune, J. van der Speek, beiden te
'sGravenhage; G. Louvier, te Haarlem; vrouw Lambert, te Hazerswoude;
J. Brooskam, te Hamburg; W. Voorst, te Leiden; Clogues, te Maastricht;
Ruigers, te Oegstgeest; Anna Heijkamp, te Rotterdam; A. Klein, te Soeter-
woude. Briefkaarten: L. C. van Bemmer, te Amsterdam; mej. B. Nieuwen-
huis, te 'sGravenhage; C. Muller, te Delft.
Te Leiden ter,[Boekdrukkerij van J. C. DRABBE,